Artikel 24 Water
Zie voor de uitleg van de bestemming paragraaf 5.23 Water in de toelichting.
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. sloten, vaarten, poelen, en daarmee gelijk te stellen waterlopen en -partijen ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, de waterberging, het behoud van de natuurlijke, cultuurhistorische en landschappelijke waarden en de recreatievaart;
-
b. recreatief medegebruik van het water en de oevers;
met de daarbijbehorende:
-
c. kaden, dijken en oeverstroken;
-
d. bruggen, dammen en duikers;
-
e. paden;
-
f. andere bouwwerken, waaronder bestaande steigers.
24.2 Bouwregels
24.2.1 Gebouwen en overkappingen
Op of in deze gronden zullen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
24.2.2 Andere bouwwerken
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt de volgende regel:
- de bouwhoogte van andere bouwwerken zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
24.3 Afwijken van de bouwregels
24.3.1 Steigers
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 24.2.2 in die zin dat andere bouwwerken in de vorm van steigers worden gebouwd, mits:
-
a. er per bouwperceel ten hoogste 1 steiger wordt gebouwd;
-
b. de lengte van een steiger ten hoogste 3,00 m bedraagt;
-
c. de breedte van een steiger ten hoogste 1,00 m bedraagt;
-
d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
24.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van de gronden als permanente ligplaats voor vaartuigen en/of woonschepen.
24.5 Wijzigingsbevoegdheid
24.5.1 Verbreding Kletsefeart
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Water' wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch' ten behoeve van het verlengen van de Kletsefeart, mits:
-
a. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast op gronden ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied Kletsefeart";
-
b. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 3 van overeenkomstige toepassing zijn;
-
c. deze wijzigingsbevoegdheid al dan niet gelijktijdig wordt toegepast met de wijzigingsbevoegdheid in artikel 3, lid 3.7.13;
-
d. er geen sprake is van onevenredig schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
-
e. met de vormgeving en inrichting van de vaart zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de historisch gegroeide landschapsstructuur;
-
f. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.