21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. (ontsluitings)wegen;
-
b. paden;
-
c. kaden en dijken;
-
d. sloten, bermen en beplanting;
-
e. parkeervoorzieningen, waaronder gereguleerde overnachtingsplaatsen voor campers;
-
f. een verkooppunt van motorbrandstoffen, inclusief lpg, met de daarbij behorende gebouwen en overkappingen ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg";
-
g. een vulpunt voor lpg, ter plaatse van de aanduiding “vulpunt lpg”;
-
h. een opslag voor lpg, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - opslag lpg";
-
i. een afleverzuil voor lpg, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg";
met de daarbijbehorende:
-
j. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
-
1. een verkooppunt van motorbrandstoffen;
-
2. detailhandel in bij een verkooppunt van motorbrandstoffen behorende accessoires en benodigdheden voor motorvoertuigen, alsmede de gebruikelijke voedings- en genotmiddelen, kranten, tijdschriften, snijbloemen, en dergelijke;
ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg";
-
k. terreinen;
-
l. andere bouwwerken, waaronder bruggen, dammen, gemalen en duikers;
waarbij, indien de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding "karakteristiek", de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm van de brug wordt nagestreefd, zoals die per adres zijn beschreven in Bijlage 4;
met dien verstande dat:
-
1. behoudens verbeteringen met het oog op de verkeersveiligheid en/of vermindering van geluidsoverlast het wegprofiel wat betreft de ligging, de breedte van rijbanen en het aantal rijstroken gehandhaafd blijft;
-
2. in de bestemming de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen zoals bermbeplanting, bushaltes en dergelijke zijn begrepen.
21.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
21.3.1 Vergunningplicht
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
- het (gedeeltelijk) verwijderen van karakteristieke bouwwerken, ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek".
21.3.2 Uitzondering
Het bepaalde in lid 21.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
-
a. het normale onderhoud betreffen;
-
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
21.3.3 Toetsingscriteria
De omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, indien:
-
a. de bouwtechnische kwaliteit dusdanig slecht is dat hergebruik in alle redelijkheid niet mogelijk is;
-
b. het delen van een bouwwerk betreft die op zichzelf niet karakteristiek zijn en waarbij door verwijdering daarvan de karakteristieke hoofdvorm van het bouwwerk niet onevenredig wordt aangetast.