Stiens

4.4 Molenbiotoop

Binnen het plangebied zijn twee molens gelegen:

1. Molen De Hoop - Mounepaed 5 in Stiens;

Oude molen 'De Hoop' met molenaarswoning (Documentatiestichting Leeuwarderadeel)

Herbouwde molen 'De Hoop'(foto Documentatiestichting Leeuwarderadeel, fotograaf:R. Velsma, Hijum, 1993)

2. De Kleine Molen/ Binnema Molen - Bredijk 19 in Stiens.

Molentje van F. Binnema (foto Documentatiestichting Leeuwarderadeel, fotograaf: F.M.)

Sonnema, Stiens, (1925)

(foto Documentatiestichting Leeuwarderadeel, fotograaf: S. de Jong, Stiens 2003)

Een maalvaardige molen en een enthousiaste molenaar alleen zijn niet voldoende om een molen te laten functioneren. Het werktuig stelt ook eisen aan zijn omgeving: er moet wind zijn om de wieken in beweging te kunnen zetten. In 1973 werd om dit omgevingselement aan te duiden het begrip "molenbiotoop" geïntroduceerd. De molenbiotoop heeft betrekking op de hele omgeving van een molen, voor zover die van invloed is op het functioneren van die molen als maalwerktuig én als monument.

Gebouwen en bomen kunnen de molenbiotoop aantasten.

Een tweede aspect van de molenbiotoop heeft te maken met de belevingswaarde. Molens zijn een belangrijk element in het landschap of stedelijk gebied en hebben vaak te maken met de ontstaansgeschiedenis van de omgeving. Omdat molens wind moesten kunnen vangen, stonden ze in een open landschap of staken ze in ieder geval uit boven hun omgeving. Die voor molens kenmerkende situatie moet zoveel mogelijk worden bewaard, willen de werktuigen volledig tot hun recht komen. Met andere woorden: molens horen in het zicht te staan. Als dat het geval is, blijken molens zeer belangrijke herkenningspunten in een gebied te zijn.

Rondom beide molens is de molenbiotoop op de plankaart aangegeven. Binnen deze biotoop is het beleid er op gericht op het zoveel mogelijk tegengaan van ontwikkelingen die de windtoevoer naar de molen kunnen verminderen.