direct naar inhoud van 5.4 Nadere toelichting op de regels
Plan: Lekkum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0080.10001BP00-VG01

5.4 Nadere toelichting op de regels

Hoofdstuk 1. Inleidende regels

Begrippen

In dit artikel worden waar nodig in de regels gebruikte begrippen verklaard. Dit is alleen het geval wanneer begrippen niet op voorhand voor een eenduidige uitleg, conform normaal spraakgebruik, vatbaar zijn. Een deel van deze begrippen is voorgeschreven in de SVBP 2008.

Wijze van meten

De wijze waarop maten, afstanden en dergelijke gemeten moeten worden, is voor een belangrijk deel voorgeschreven in de SVBP 2008. Deze regels zijn overgenomen in artikel 2 van dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2. Bestemmingsregels

Agrarisch - Cultuurgrond

Deze bestemming is opgenomen voor de gebieden die nog kunnen worden gebruikt voor agrarische doeleinden. Binnen deze bestemming is een agrarische functie toegestaan, maar mogen geen gebouwen gebouwd worden.

Bedrijf

De bestemming “Bedrijf” betreft de gronden van een bedrijfslocatie. Voor het plangebied geldt de kwalificatie “rustig woongebied”, wat inhoudt dat er slechts lichte bedrijvigheid wordt toegestaan die valt binnen de milieucategorie 1 en 2 van de VNG uitgave Bedrijven en milieuzonering. In paragraaf 2.2 is de aanwezige bedrijvigheid reeds beschreven en omdat die afwijkt van de toegestane bedrijvigheid is deze specifiek aangeduid. Dit bedrijf blijft toegestaan, doch slechts ten behoeve van de huidige (en aangeduide) functie.

Bedrijfsgebouwen dienen binnen de bouwvlakken te worden gerealiseerd. De maximaal toegestane bouwhoogte van de gebouwen is aangegeven.

Bedrijf - Nutsvoorziening

In het plangebied is een nutsgebouwtje aanwezig. Het oprichten van de meeste nutsgebouwtjes is onder voorwaarden vergunningvrij. De nutsgebouwtjes van een afwijkend (groter) formaat zijn onder de bestemming “Bedrijf - Nutsvoorziening” gebracht.

Groen

In het plangebied is groen aanwezig in de vorm van groenstroken bestaande uit bomen en struiken en/of gras. Het uitgangspunt is om het aanwezige groen (zoveel mogelijk in de huidige vorm) te behouden.

Ontwikkelingen die het groen kunnen aantasten, zijn zoveel mogelijk beperkt. De bouw van gebouwen wordt daarom niet toegestaan. Speelvoorzieningen zijn wel toegestaan.

Maatschappelijk

Onder de bestemming “Maatschappelijk” vallen de verschillende maatschappelijke voorzieningen in het dorp, waaronder het dorpshuis.

Binnen deze bestemming kunnen de verschillende maatschappelijke doeleinden (met name educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen) zonder meer onderling worden uitgewisseld. Een uitzondering geldt voor het dorpshuis. De functie van dorpshuis is als zodanig op de huidige locatie aangeduid vanwege de mogelijke inpact die deze functie op de omgeving kan hebben.

De bouwhoogte van de gebouwen is, conform de huidige situatie, vastgelegd in de bouwvlakken op de verbeelding. De oppervlakte van de gebouwen wordt door het bouwvlak zelf vastgelegd. Dit bouwvlak is afgestemd op de huidige situatie en biedt in de meeste gevallen nog enige ruimte tot uitbreiding.

Sport

Onder de bestemming sport vallen ook gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer, berging en stalling, kleedruimtes en kantines/clubhuizen. De gebouwen zijn binnen een bouwvlak vastgelegd. De maximale bouwhoogte van een gebouw is op de verbeelding aangegeven. Deze komt overeen met de bestaande situatie.

Tuin

Binnen deze bestemming is de bouw van gebouwen (met uitzondering van erkers) niet toegestaan. Deze bestemming is gelegd op basis van de volgende uitgangspunten: door de aanwezigheid van gebouwen direct grenzend aan de openbare ruimte, ontstaat een rommelig en te volgebouwd straat- en bebouwingsbeeld. Dit is voornamelijk een gevolg van de bouw van aan- en uitbouwen en bijgebouwen aan de voor- of (met name in hoeksituaties) zijkant van een woning. Mede om dit te voorkomen is de bestemming “Tuin” opgenomen.

Binnen deze bestemming is de bouw van gebouwen in beginsel niet toegestaan. Deze bestemming is dan ook opgenomen op basis van de volgende uitgangspunten:

  • op een voorerf van een woning mogen geen aan- en uitbouwen en bijgebouwen vóór de voorgevel of, aan weerszijden van de woning, in het gebied vóór de denkbeeldige lijn op 1 meter achter de voorgevel worden gebouwd;
  • op zijerven die direct grenzen aan de openbare ruimte mogen geen aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd;
  • op achtererven van woningen mogen aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd.

Om toch nog enige flexibiliteit te bieden, is het wel toegestaan om via een binnenplanse afwijking van de bouwregels binnen de bestemming “Tuin”, een hoofdgebouw te voorzien van een erker met een maximale diepte van 1,5 meter.

Hierbij wordt ook een relatie met de diepte van de tuin wordt gelegd. Tenslotte wordt hierbij ook een relatie met de breedte en hoogte van de gevel van de woning gelegd.

Verkeer

Wegen die een belangrijke verkeersontsluitende functie hebben vallen onder de bestemming “Verkeer”. De inrichting van deze wegen is hier ook op afgestemd.

Verkeer - Verblijfsgebied

De wegen die geen ontsluitende functie hebben, hebben meer het karakter van een verblijfsgebied. Deze woonstraten zijn daarom als “Verkeer - Verblijf” bestemd. Behalve de woonstraten omvat deze bestemming ook pleinen, voet- en fietspaden, parkeer- en groenvoorzieningen.

Water

De bestemming “Water” geldt voor de in het plangebied aanwezige waterlopen en waterpartijen, alsmede daarbij behorende oevers en bouwwerken zoals bruggen, dammen en duikers. De bouw van steigers en vergelijkbare bouwwerken in het water wordt niet toegestaan en voor de hoogte van oeverbeschoeiingen is een regeling opgenomen. Voor de overige bouwwerken geldt een maximale hoogte van 3 m. Het wijzigen en/of dempen van waterlopen en het vergraven van oevers heeft een dermate grote invloed op de functie van de water- en groenstructuur dat ze niet zonder een omgevingsvergunning zijn toegestaan. Buiten de haven is het niet toegestaan om het water als ligplaats voor schepen te gebruiken.

Oeverbeschoeiing mag maximaal 75 cm hoog worden aangebracht. Via een afwijking van de bouwregels kan hiervan worden afgeweken en kan een hoogte van 100 cm worden toegestaan. Dit kan bijvoorbeeld wanneer het nodig is in verband met de bescherming van de oevers.

Water - Vaarweg

De functie die De Dokkumer Ee voor de scheepvaart vervult, is zodanig dat gekozen is voor de bestemming “Water - Vaarweg”. Naast de functie als vaarweg zijn de gronden onder andere ook bestemd voor oevers en recreatief medegebruik.

Gebouwen zijn binnen deze bestemming niet toegestaan.

Wonen

De meest voorkomende bestemming in het plangebied is de bestemming “Wonen”. Binnen deze bestemming is de woonfunctie mogelijk. Op de verbeelding zijn de maximale goot- en bouwhoogte van de hoofdgebouwen (woonhuizen) weergegeven. Hiermee is het onderscheid in één bouwlaag met kap en twee bouwlagen met kap vastgelegd.

De bouwvlakken geven aan waar de woningen oftewel de hoofdgebouwen gesitueerd mogen worden. Dit is grotendeels conform de huidige situatie gebeurd, met enige speelruimte.

Naast hoofdgebouwen, is ook de bouw van aan- en uitbouwen en bijgebouwen toegestaan. In verband met het voorkomen van een rommelig straat- en bebouwingsbeeld moet bij het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen een afstand ten opzichte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw in acht worden genomen. Dit wordt bepaald door de ligging van de bestemming ”Tuin”. Deze bestemming bepaalt grofweg dat er geen bijgebouwen aan de voorzijde van woningen en in diverse gevallen (hoeksituaties) ook niet aan de zijkant van een woning mogen worden gebouwd.

Met de hiervoor beschreven regeling, blijft in feite het achtererf (en een deel van het zijerf) over voor de bouw van bijgebouwen en aan- en uitbouwen. In totaal mag er per hoofdgebouw een oppervlakte van 50 m² aan bijgebouwen en aan- en uitbouwen worden gebouwd, tot een maximum van 50% van het erf. Via een binnenplanse afwijking van de bouwregels kan deze oppervlakte worden vergroot tot 100 m² (weer onder de voorwaarde dat dit maximaal 50% van het erf is). Deze aan- en uitbouwen en bijgebouwen moeten ruimtelijk ondergeschikt zijn aan de hoofdgebouwen. De bouwregels (goothoogte maximaal 3,00 m en dakhelling maximaal 60°) zijn hierop afgestemd.

Een aantal woningen is aangeduid als “karakteristiek”. Deze panden kunnen alleen gesloopt worden als hiervoor een omgevingsvergunning voor het slopen is verleend.

Andere functies in woningen

Het gebruik van woningen voor andere doeleinden dan wonen, vergt aparte aandacht. De woonfunctie is de hoofdfunctie binnen de bestemming. Naast het wonen is bij recht een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsactiviteit toegestaan. Er is een oppervlaktebeperking opgenomen (ten hoogste 30% van het oppervlak van de begane grond van de bebouwing, met een maximum van 50 m²), omdat deze functie alleen in combinatie met een woonfunctie is toegestaan en niet als zelfstandige functie.

Verder wordt via een binnenplanse afwijking van de gebruiksregels de mogelijkheid geboden voor logiesverstrekking bij een woning (bed and breakfast).

Leiding - Riool

De aan de zuidkant in het plangebied aanwezige persleiding is bestemd met de dubbel-bestemming “Leiding - Riool”. Deze dubbelbestemming regelt een zone waarbinnen beperkingen worden gesteld aan de, in de basisbestemming toegestane, bebouwing (zowel gebouwen als overige bouwwerken).

Waarde - Archeologie

Waarde - Archeologie 1

De gebieden met een hoge waarde zijn onder de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' gebracht. Voor bouwwerken en werkzaamheden groter dan 50 m² dient vooraf een omgevingsvergunning te worden verkregen. Ter bescherming van de archeologische waarden is een omgevingsvergunning vereist voor diverse nader genoemde werkzaamheden.

Waarde - Archeologie 2

De gebieden met een hoge verwachtingswaarde zijn onder de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' gebracht. Voor bouwwerken en werkzaamheden groter dan 100 m² dient vooraf een omgevingsvergunning te worden verkregen. Ter bescherming van de archeologische waarden is een omgevingsvergunning vereist voor diverse nader genoemde werkzaamheden.

Waarde - Archeologie 3

De gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde zijn onder de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' gebracht. Voor bouwwerken en werkzaamheden groter dan 500 m² dient vooraf een omgevingsvergunning te worden verkregen.

Ter bescherming van de archeologische waarden is een omgevingsvergunning vereist voor diverse nader genoemde werkzaamheden.

Waarde - Monumentale bomen

Door middel van de dubbelbestemming ‘Waarde - Monumentale bomen’ wordt voorkomen dat er bouwwerken worden gesitueerd en/of werken/-werkzaamheden plaatsvinden in de directe nabijheid van monumentale bomen, waardoor de levensvatbaarheid van deze bomen in gevaar kan komen.

In principe zijn de bedoelde activiteiten niet toegestaan, tenzij daarvoor een omgevingsvergunning is verleend.

Hoofdstuk 3. Algemene regels

Algemene afwijkingsregels

In dit artikel is een aantal regels opgenomen, om het mogelijk te maken dat het plan op ondergeschikte punten wordt aangepast. Dit evenwel met het voorbehoud dat de belangen van derden in redelijkheid niet mogen worden aangetast. Ook kleine afwijkingen (maximaal 10%) van de in het plan opgenomen maten, kunnen volgens dit artikel mogelijk worden gemaakt. Omdat een en ander zich niet beperkt tot één bestemming maar bij diverse bestemmingen gewenst of noodzakelijk kan blijken, zijn deze regelen in beginsel op alle bestemmingen van toepassing.

Het verlenen van een omgevingsvergunning mag geen automatisme zijn. Burgemeester en wethouders zullen het verlenen van die vergunning zorgvuldig moeten afwegen en motiveren conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.

Algemene wijzigingsregels

De algemene wijzigingsregels uit de Partiële Herziening Bestemmingsplannen (Paraplu-bestemmingsplan Ontheffingen/Wijzigingsbevoegdheden) zijn opgenomen.