Plan: | Leeuwarden - Prinsentuin |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0080.02007BV00-VG01 |
de beheersverordening Leeuwarden - Prinsentuin van de gemeente Leeuwarden;
het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0080.02007BV00-VG01;
een gebied waarin zich voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen bevinden;
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de open lucht of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of daarmee gelijk te stellen activiteiten zoals markten, braderieën, beurzen, kermissen, festiviteiten, wedstrijden, bijeenkomsten, festivals, en dergelijke;
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder.
Binnen het verordeningsgebied zijn aanwezige bestaande bouwwerken toegestaan en mogen deze op dezelfde locatie worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen.
De binnen het verordeningsgebied gelegen gronden en bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaand gebruik.
Ter plaatse van het besluitvlak 'Waarde - Archeologie 3' gelden, behalve de andere regels van de beheersverordening, ten behoeve van het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden, de volgende regels.
Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m2 moet, alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overlegd waarin:
Indien uit het in 4.1.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de andere regels van de beheersverordening een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 4.2.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Een omgevingsvergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overlegd waarin:
Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Indien uit het in 4.2.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
Ter plaatse van het besluitvlak 'Waarde - Monumentale bomen' gelden, behalve de andere regels van de beheersverordening, ten behoeve van de bescherming van monumentale bomen de volgende regels.
Voor het bouwen van gebouwen geldt dat:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de andere regels in de beheersverordening, een omgevingsvergunning vereist:
Het in lid 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
De in lid 5.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting van de betreffende monumentale boom plaatsvindt in die zin dat door de werken of de werkzaamheden de conditie, levensverwachting, groeiplaats en ruimtelijke kwaliteit van de monumentale boom negatief wordt beïnvloed.
Tot een gebruik, strijdig met deze beheersverordening, wordt in ieder geval gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.5 in die zin dat het gebruik van de gronden en bouwwerken overeenkomstig deze regels wordt toegestaan, mits deze werken geen ernstige gevolgen hebben voor de conditie, levensverwachting, groeiplaats en ruimtelijke kwaliteit van de betreffende monumentale boom.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking van het raadsbesluit.
Deze verordening wordt aangehaald als:
beheersverordening Leeuwarden - Prinsentuin van de gemeente Leeuwarden.
Behorend bij het besluit van 1 februari 2016.