INHOUD VAN DE REGELS
- HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS
- artikel 1: Begrippen
- artikel 2: Wijze van meten
- HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS
- artikel 3: Bedrijf-nutsdoeleinden
- artikel 4: Gemengd
- artikel 5: Groen
- artikel 6: Maatschappelijk
- artikel 7: Maatschappelijk-begraafplaats
- artikel 8: Maatschappelijk-zorginstelling
- artikel 9: Recreatie-volkstuinen
- artikel 10:Verkeer
- artikel 11:Verkeer-railverkeer
- artikel 12:Verkeer-verblijf
- artikel 13:Water
- artikel 14:Wonen-1
- artikel 15:Wonen-2
- artikel 16:Wonen-Lintbebouwing-2
- artikel 17:Wonen-woongebouw
- HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS
- artikel 18:Anti-dubbeltelbepaling
- artikel 19:Algemene bouwregels
- artikel 20:Algemene gebruiksregels
- artikel 21:Algemene afwijkingsregels
- artikel 22:Algemene wijzigingsregels
- HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
- artikel 23:Overgangsrecht
- artikel 24:Slotregels
- BIJLAGEN
- Bijlage 1: Lijst van aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijvigheid
- bijlage 2: Staat van bedrijven
- bijlage 3: Staat van maatschappelijke voorzieningen
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS
Artikel 1: Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
- het plan: het bestemmingsplan "Heerenveen-Midden" van de gemeente Heerenveen;
- bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0074.BPNmidden-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
- aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
- aan-huis-verbonden beroep: een in bijlage 1 genoemd beroep, dan wel een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen beroep, dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de bewoner en de aan de beroepsuitoefening aan huis gebonden medewerker en dat is gericht op het verlenen van diensten;
- afgeknot schilddak: een schilddak wat voor een gedeelte bestaat uit een platte afdekking, zoals hieronder is afgebeeld;
- nachthoreca: horecabedrijven waarbij de exploitatie primair is gebaseerd op het buiten de winkelopeningstijden verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en die ook gedurende (een deel van) de nachtelijke uren geopend zijn;
- bebouwing: eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- bebouwingspercentage: een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van een gedeelte van een bestemmingsvlak of gedeelte van een bouwvlak aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd;
- bedrijfsgebouw: een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf of meer bedrijven;
- bedrijfsvloeroppervlakte: de totale vloeroppervlakte die wordt gebruikt voor een bedrijfsmatige activiteit, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
- bedrijfswoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
- begane grond: de bouwlaag van een gebouw die (het meest) ter hoogte van het maaiveld is gelegen, waarop in de meeste gevallen de hoofdtoegang van het gebouw is gesitueerd, en waaronder zich een kruipruimte, kelder of souterrain kunnen bevinden;
- beschermd Rijksmonument: een onroerend goed, dat is ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1998 vastgestelde registers;
- bestaand:
- het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aan wezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;
- het onder 1 bedoelde geldt niet voorzover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan daaonder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan, of een andere planologische toestemming;
- bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak;
- bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
- bijbehorend bouwwerk: een uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
- bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
- bouwgrens: de grens van een bouwvlak;
- bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering op gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond;
- bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waaop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
- bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
- bouwwerk: elke bouwkundige constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
- bijzondere woonvorm: een voorziening voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals bejaarden of gehandicapten;
- dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
- detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaonder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beoeps- of bedrijfsactiviteit;
- erotisch getinte vermaaksfunctie: een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
- gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
- geluidsbelasting vanwege het wegverkeer: de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
- geluidgevoelige functie: gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;
- geluidszoneringsplichtige inrichting: een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
- gemeentelijk monument: een overeenkomstig de Erfgoedveordening Heerenveen 2010 aangewezen gemeentelijk monument;
- hogere grenswaarde: een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op gond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;
- hoofdgebouw: een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een perceel kan worden aangemerkt;
- horeca: het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies als ook zaalverhuur, (een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie) met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
- huishouding: een zelfstandig persoon, dan wel samenwonend persoon of personen, die in een zekere continue samenstelling met elkaar wonen en binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen zoals keuken, sanitair en entree, én tussen wie een zekere mate van verbondenheid bestaat;
- kleinschalige bedrijfsmatige activiteit: de in bijlage 1 genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de bewoner en de aan de bedrijvigheid bij woningen gebonden medewerker;
- kleinschalige detailhandel: detailhandel die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de bewoner;
- lessenaarsdak: dak met één hellend, niet onderboken dakvlak;
- logiesverstrekking: Het in een wooneenheid door de bewoner(s) bedrijfsmatig verstrekken van logies ten behoeve van recreatieve bewoning;
- maatschappelijke voorzieningen: educatieve, sociale, medische, culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening alsmede soortgelijke voorzieningen, of een combinatie daarvan, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
- mansardekap: Een dak bestaande uit een kap, zoals hierna afgebeeld, waarbij de kap bestaat uit twee delen waarbij ieder deel bestaat uit twee vlakken die elkaar onder een stompe hoek ontmoeten en waarbij de dakhelling ten minste 20° en ten hoogste 70° bedraagt;
- mantelzorg: het op basis van vrijwilligheid en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak;
- normaal onderhoud: het onderhoud dat, gelet op de bestemming, regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gonden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
- nutsvoorzieningen: een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaonder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
- ondergeschikte detailhandel: een niet zelfstandige detailhandelsfunctie, welke ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdfunctie, welke binnen de bestemming is toegestaan;
- ondergeschikte horeca: een niet zelfstandige horecafunctie, welke ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdfunctie, welke binnen de bestemming is toegestaan;
- openbaar toegankelijk gebied: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b. van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
- overkapping: elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
- peil:
- indien op het land wordt gebouwd:
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.
- indien op of in het water wordt gebouwd:
- de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land.
- perceelgrens: De grens van een perceel;
- perifere detailhandel: detailhandel die qua volumineuze aard van de goederen, gevaar en hinder of dagelijkse bevoorrading niet meer goed inpasbaar is in de bestaande winkelcentra, waaronder uitsluitend worden begrepen:
- detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van industrie en ambacht in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen;
- plat dak: een dak met een dakhelling van ten hoogste 5°;
- prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding;
- recreatieve bewoning: de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;
- risicovolle inrichting: Een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
- schilddak: een dak bestaande uit een kap, zoals hieronder is afgebeeld, waarbij het dak bestaat uit vier vlakken die elkaar in een nok(lijn) ontmoeten;
- seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen wordt verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een prostitutiebedrijf waaonder tevens begrepen een erotische massagesalon, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;
- verkoopvloeroppervlakte: de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) ruimte ten behoeve van de detailhandel;
- voorgevel: de gevel van een woning die parallel ligt of het meest parallel ligt met de straat waaraan de woning is genummerd en/of waaraan de hoofdontsluiting van de woning is gelegen;
- voorkeurgrenswaarde: de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
- vuurwerkbedrijf: Een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de handel in vuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
- wooneenheid: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
- woonhuis: een gebouw, dat één wooneenheid omvat;
- zadeldak: een dak in de vorm van een kap, zoals hieronder is afgebeeld, waarbij het dak bestaat uit twee vlakken die elkaar in een nok(lijn) ontmoeten en waarbij de dakhelling ten minste 30° en ten hoogste 70° bedraagt;
- zorgwoning: een gebouw of een zelfstandig gedeelte van een gebouw, over het algemeen gelijkvloers en rolstoeltoegankelijk, voor de huisvesting van personen die niet zelfstandig kunnen wonen, gericht op het verlenen van zorg;
- bijzondere woonvorm: een voorziening voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals bejaarden of gehandicapten;
-
detailhandel in auto's, boten, caravans en tenten, keukens, badkamers, meubelen, bouwmaterialen, landbouwwerktuigen, tuincentra, plant- en dierbenodigdheden, fietsen en autoaccessoires;
Artikel 2: Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:- de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
- de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
- de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
- de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
- de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
- de afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens van een bouwperceel: vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel;
- de breedte van een gebouw: tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijden van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren);
HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS
Artikel 3: Bedrijf-nutsdoeleinden
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:- gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- nutsvoorzieningen;
- naar de aard aan de onder 1 genoemde voorzieningen gelijk te stellen voorzieningen;
- terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
met de daarbij behorende:
3.2 Bouwregels
3.2.1 Voor het bouwen van de in lid 3.1 sub a genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:- gebouwen en overkappingen worden binnen een bouwvlak gebouwd;
- de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 4 m, dan wel de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte(m)' aangegeven bouwhoogte.
- de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m.
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een
- goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
Artikel 4: Gemengd
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- bedrijven, genoemd in bijlage 2 onder categorie 1;
- bedrijven, genoemd in bijlage 2 onder categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijven van categorie 2’;
- maatschappelijke voorzieningen, genoemd in bijlage 3 onder categorie 1;
- maatschappelijke voorzieningen, genoemd in bijlage 3 onder categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijven van categorie 2',
- detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- horeca, met uitzondering van nachthoreca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
- wonen, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' en 'bedrijfswoning';
- een groothandel in (voorverpakte)vleeswaren, uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding 'groothandel';
- bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; met daaraan ondergeschikt:
- wegen en paden;
- water;
- nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende:
- parkeervoorzieningen;
- tuinen, erven en terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1.Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:- de goothoogte en/of bouwhoogte bedragen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding ‘maximum goothoogte(m)' en/of 'maximum bouwhoogte(m)’ aangegeven goothoogte en/of bouwhoogte, dan wel de bestaande goothoogte en/of bouwhoogte indien deze meer bedragen;
- een hoofdgebouw wordt in een bouwvlak gebouwd;
- het aantal wooneenheden bedraagt per bouwperceel ten hoogste één, dan wel het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal wooneenheden;
- in afwijking van het bepaalde in sub c wordt op gronden ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' geen wooneenheid gebouwd;
- op gronden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfwoning' mag een wooneenheid uitsluitend worden gebouwd als bedrijfswoning;
- een hoofdgebouw wordt op gronden ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte(m)'voorzien van een (afgeknot) schilddak, zadeldak of mansardedak dan wel samengestelde delen van deze kapvormen.
- De bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
- De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
- De bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 10 m.
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een
- goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
4.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:- het gebruik van gronden voor:
- detailhandel, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’;
- horeca;
- het gebruiken van gronden ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' voor bewoning;
- het gebruiken van een bouwperceel op gronden anders dan die ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' voor meer dan één wooneenheid.
4.5. Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1. afwijken Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:- het bepaalde in lid 4.1, sub a, onder 1, en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die niet zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorie 1, maar die naar aard en invloed op de omgeving wel daarmee zijn gelijk te stellen;
- het bepaalde in lid 4.1, sub a, onder 2, en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die niet zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorie 2, maar die naar aard en invloed op de omgeving wel daarmee zijn gelijk te stellen;
- het bepaalde in lid 4.1, sub a, onder 3 en toestaan dat tevens maatschappelijke voorzieningen worden gevestigd die niet zijn genoemd in bijlage 3 onder categorie 1, maar die naar aard en invloed op de omgeving wel daarmee zijn gelijk te stellen;
- het bepaalde in lid 4.1, sub a, onder 4. en toestaan dat tevens maatschappelijke voorzieningen worden gevestigd die niet zijn genoemd in bijlage 3 onder categorie 1, maar die naar aard en invloed op de omgeving wel daarmee zijn gelijk te stellen;
- het bepaalde in lid 4.4, sub a, onder 2 en toestaan dat een wooneenheid tevens wordt gebruikt voor recreatieve bewoning in het kader van logiesverstrekking;
- het bepaalde in lid 4.4, sub c en toestaan dat een bouwperceel wordt gebruikt voor meer dan één wooneenheid.
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- de milieusituatie;
- de woonsituatie;
- bij toepassing van de bevoegdheid in lid 4.5.1, sub c of sub d, voorzover sprake is van een geluidsgevoelige functie de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer ten hoogte de voorkeursgrenswaarde dan wel de vastgestelde hogere grenswaarde bedraagt;
- bij toepassing van de bevoegdheid in lid 4.5.1. sub e tevens de gezamenlijke oppervlakte van de ruimten die hiervoor worden gebruikt meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de wooneenheid met bijbehorende bouwwerken met een maximum van 50 m²
- bij toepassing van de bevoegdheid in lid 4.5.1 sub f tevens de toename van het aantal woningen in overeenstemming is met het Woonplan dan wel de extra wooneenheid wordt gebruikt in het kader van mantelzorg en de oppervlakte daarvan niet meer bedraagt dan 50m².
Artikel 5: Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- beplanting en bebossing;
- groenvoorzieningen zoals plantsoenen, bermen, groenstroken en daarmee gelijk te stellen voorzieningen; met daaraan ondergeschikt:
- speel- en spelvoorzieningen;
- wegen en paden;
- sloten en bermen;
- parkeervoorzieningen;
- nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende:
- bouwwerken.
5.2 Bouwregels
5.2.1.Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel:- op of in deze gronden worden geen gebouwen of overkappingen gebouwd.
- de hoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m.
5.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een
- goede woonsituatie,
- de sociale veiligheid,
- de milieusituatie,
- de verkeersveiligheid en de
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,
Artikel 6: Maatschappelijk
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- gebouwen en overkappingen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen:
- bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- torens, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-toren'; met daaraan ondergeschikt:
- speel- en spelvoorzieningen;
- wegen en paden;
- water;
- nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende:
- parkeerterreinen;
- tuinen, erven en terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:- gebouwen en overkappingen worden in een bouwvlak gebouwd;
- het bebouwingspercentage per bouwvlak bedraagt ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’ aangegeven percentage, dan wel 100% indien geen bebouwingspercentage is aangegeven;
- gebouwen en overkappingen mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak per bestemmingsvlak ten hoogste 25 m² bedraagt;
- de goot- en bouwhoogte bedragen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goot- en bouwhoogte;
- de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak bedraagt ten hoogste 3,5 m;
- een gebouw of overkapping wordt niet voorzien van een lessenaarsdak.
- torens worden uitsluitend gebouwd op gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-toren';
- op gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-toren' wordt ten hoogste één toren gebouwd;
- de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte(m)' aangegeven bouwhoogte.
- de hoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m.
6.3.Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
6.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:- het bepaalde in lid 6.2.1 sub c en/of e en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak meer bedraagt dan 25m ² en/of de bouwhoogte meer bedraagt dan 3,5 m mits:
- de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen die buiten het bouwvlak worden gebouwd ten hoogste 200m ² bedraagt;
- de hoogte ten hoogste 6 m bedraagt;
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- de woonsituatie;
- het straat- en bebouwingsbeeld.
Artikel 7: Maatschappelijk-begraafplaats
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk-begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- een begraafplaats;
- groenvoorzieningen;
- gebouwen en overkappingen ten behoeve van onderhoud en beheer;
- een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; met daaraan ondergeschikt:
- water;
- nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende:
- erven, tuinen en terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Voor het bouwen van de in lid 7.1 sub c genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:- de gezamenlijke oppervlakte per bestemmingsvlak bedraagt ten hoogste 100 m²;
- De bouwhoogte bedraagt ten hoogste 4 m.
- op gronden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' wordt ten hoogste één bedrijfswoning gebouwd;
- de goothoogte bedraagt ten hoogste 6 m;
- de dakhelling bedraagt ten hoogste 60°.
- de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m.
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
Artikel 8: Maatschappelijk-zorgcentrum
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk-zorgcentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:- gebouwen en overkappingen ten behoeve van een zorginstelling, al dan niet in combinatie met:
- woningen, al dan niet in de vorm van zorgwoningen of een bijzondere woonvorm;
- maatschappelijke voorzieningen;
- sport- en speelvoorzieningen;
- wegen en paden;
- water;
- nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende:
- parkeervoorzieningen;
- tuinen, erven en terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:- gebouwen en overkappingen worden in een bouwvlak worden gebouwd;
- het bebouwingspercentage per bouwvlak bedraagt ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’ aangegeven percentage, dan wel 100% indien geen bebouwingspercentage is aangegeven;
- in afwijking van het bepaalde in sub a mogen gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak per bestemmingsvlak ten hoogste 25 m² bedraagt;
- de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte(m)' aangegeven bouwhoogte;
- in afwijking van het bepaalde in sub d bedraagt de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak ten hoogste 3,5 m;
- het aantal wooneenheden, niet zijnde zorgwoningen of bijzondere woonvormen, bedraagt ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal wooneenheden.
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m.
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
Artikel 9: Recreatie-volkstuinen
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie-volkstuinen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- volkstuinen;
- gebouwen en overkappingen ten behoeve van recreatief gebruik; met de daaraan ondergeschikt:
- nutsvoorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- infrastructurele voorzieningen; met de daarbij behorende:
- bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Voor het bouwen van de in lid 9.1 sub b genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:- de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen per volkstuin bedraagt ten hoogste 10 m²;
- de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m.
- de hoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 3 m.
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een
- goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
Artikel 10: Verkeer
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:- wegen en straten;
- voet- en rijwielpaden;
- bruggen, dammen en/of duikers, en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken; met daaraan ondergeschikt:
- water;
- bermen en beplanting;
- nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende:
- parkeervoorzieningen;
- bouwwerken;
10.2 Bouwregels
10.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel:- in of op deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.
- de bouwhoogte anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, bedraagt ten hoogste 5 m.
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
10.4 Specifieke gebruiksregel
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:- het gebruik van gronden en bouwwerken voor een verkooppunt van motorbrandstoffen.
Artikel 11: Verkeer-railverkeer
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer-Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- spoorwegen;
- paden;
- bruggen, dammen, tunnels en/of duikers;
- sloten, bermen en beplanting;
- nutsvoorzieningen; met de daarbijbehorende:
- terreinen;
- gebouwen, zoals seinhuisjes, transformatorstations, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Voor het bouwen van de in lid 11.1 sub g bedoelde gebouwen gelden de volgende regels:- de oppervlakte van een gebouw bedraagt ten hoogste 50 m²;
- de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 5 m.
- de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 15 m.
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
Artikel 12: Verkeer-verblijf
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer-Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wegen en straten;
- voet- en rijwielpaden;
- bruggen, dammen en/of duikers, en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken;
- sloten, bermen en beplanting;
- nutsvoorzieningen;
- garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage'; met de daarbij behorende:
- speelvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen;
- bouwwerken.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel:- op of in deze gronden worden geen gebouwen of overkappingen gebouwd, met uitzondering van garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garage'.
- garageboxen worden uitsluitend gebouwd op gronden ter plaatse van de aanduiding 'garage';
- de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3,5m.
- de bouwhoogte van bouwwerken anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, bedraagt ten hoogste 5 m.
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
12.4 Specifieke gebruiksregel
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:- het gebruik van gronden en bouwwerken voor een verkooppunt van motorbrandstoffen;
- het gebruik van garageboxen voor de uitoefening van een bedrijf, horeca en/of detailhandel.
Artikel 13: Water
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- kanalen, beken, vaarten, sloten en daarmee gelijk te stellen wateren;
- oevers;
- bruggen, dammen en/of duikers, en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken;
- steigers en vlonders;
- extensief dagrecreatief medegebruik;
- nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende:
- andere bouwwerken.
13.2 Bouwregels
13.2.1.Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel:- in of op deze gronden worden geen gebouwen of overkappingen gebouwd.
- de diepte van steigers en vlonders bedraagt, gemeten loodrecht vanaf de insteek, ten hoogste 1 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m.
13.3.Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
13.4 Specifieke gebruiksregels
Tot met deze bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:- het gebruiken van gronden als permanente ligplaats voor vaartuigen en/of woonschepen;
Artikel 14: Wonen-1
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
- bijbehorende bouwwerken; met daaraan ondergeschikt:
- wegen en paden;
- water; met de daarbij behorende:
- tuinen, erven en terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Voor het bouwen van woonhuizen gelden de volgende regels:- als hoofdgebouw worden uitsluitend woonhuizen gebouwd;
- hoofdgebouwen worden binnen een bouwvlak gebouwd;
- per bouwvlak wordt ten hoogste één of het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal wooneenheden gebouwd;
- de horizontale diepte bedraagt ten hoogste 12 m;
- de goothoogte bedraagt ten hoogste 4 m;
- de dakhelling bedraagt ten minste 30° en ten hoogste 70°;
- een hoofdgebouw wordt niet van een lessenaardak voorzien;
- in afwijking van:
- het bepaalde in sub f mag een hoofdgebouw op gronden ter plaatse van de aanduiding 'plat dak' van een plat dak worden voorzien;
- het bepaalde in sub g mag een hoofdgebouw op gronden ter plaatse van de aanduiding 'bijzondere bouwaanduiding-lessenaardak' van een lessenaardak worden voorzien.
- bijbehorende bouwwerken worden gebouwd:
- ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan en;
- achter of in lijn met de naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijgevels van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan;
- in afwijking van het bepaalde onder a mogen bijbehorende bouwwerken ook gebouwd worden op gronden ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw';
- de gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 50 m²;
- in afwijking van het bepaalde in sub c bedraagt de gezamenlijke oppervlakte bij vrijstaande woonhuizen, woonhuizen van het type twee-onder-een-kap of woonhuizen op de hoek van rij aaneengebouwde woonhuizen, ten hoogste 100 m²;
- de goothoogte bedraagt ten hoogste 3,5 m;
- de dakhelling bedraagt ten hoogste 60°.
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
- in afwijking van het bepaalde in sub a bedraagt de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2 m;
- de bouwhoogte van overige andere bouwwerken, bedraagt ten hoogste 5 m.
14.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
14.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
- het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca;
- het gebruik van een wooneenheid met bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep dan wel een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit indien de bruto vloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de oppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken op het bouwperceel met een maximum van 50 m²;
- het gebruiken van een bouwperceel voor meer dan één wooneenheid.
14.5. Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
- het bepaalde in lid 14.4 sub a en toestaan dat een wooneenheid wordt gebruikt voor recreatieve bewoning in het kader van logiesverstrekking, mits:
- de gezamenlijke oppervlakte van de ruimten die hiervoor worden gebruikt niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw met bijbehorende bouwwerken met een maximum van 50 m²;
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- de woonsituatie;
- de milieusituatie.
- het bepaalde in lid 14.4, sub c en toestaan dat een een bouwperceel wordt gebruikt voor meer dan één wooneenheid, mits:
- de bewoning van de extra wooneenheid uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg;
- de oppervlakte van de extra wooneenheid ten hoogste 50 m² bedraagt;
- geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de woonsituatie;
- de milieusituatie;
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende bedrijven.
Artikel 15: Wonen-2
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
- bedrijven genoemd in bijlage 2 onder categorie 1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' alsmede uitsluitend op de eerste bouwlaag;
- bijbehorende bouwwerken; met daaraan ondergeschikt:
- wegen en paden;
- water; met de daarbij behorende:
- tuinen, erven en terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
15.2 Bouwregels
15.2.1. Voor het bouwen van de in lid 15.1 sub a genoemde woonhuizen gelden de volgende regels:- als hoofdgebouw worden uitsluitend woonhuizen gebouwd;
- hoofdgebouwen worden binnen een bouwvlak gebouwd;
- per bouwvlak wordt ten hoogste één of het ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" aangegeven aantal wooneenheden gebouwd;
- de horizontale diepte bedraagt ten hoogste 12 m;
- de goothoogte bedraagt, uitgezonderd op gronden ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte(m)', ten hoogste 6 m;
- op gronden ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' bedraagt de bouwhoogte ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte;
- de dakhelling bedraagt op gronden ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte(m)' ten minste 30° en ten hoogste 60°;
- een hoofdgebouw wordt niet van een lessenaarsdak voorzien;
- in afwijking van het bepaalde in sub h mag een hoofdgebouw op gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-lessenaarsdak' van een lessenaardak worden voorzien.
- Bijbehorende bouwwerken worden gebouwd:
- ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan en;
- achter of in lijn met de naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijgevels van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan;
- in afwijking van het bepaalde onder a mogen bijgebouwen ook gebouwd worden op gronden ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw';
- de gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 50 m²;
- in afwijking van het bepaalde in sub c bedraagt de gezamenlijke oppervlakte bij vrijstaande woonhuizen, woonhuizen van het type twee-onder-een-kap of woonhuizen op de hoek van rij aaneengebouwde woonhuizen, ten hoogste 100m²;;
- de goothoogte bedraagt ten hoogste 3,5 m;
- de dakhelling bedraagt ten hoogste 60°.
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
- in afwijking van het bepaalde in sub a bedraagt de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen welke gebouwd worden achter de naar de weg gekeerde gevels van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2 m;
- de bouwhoogte van overige andere bouwwerken, bedraagt ten hoogste 5 m.
15.3.Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
15.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
- het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca;
- het gebruik van een woonhuis met bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep dan wel een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit indien de bruto vloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw met de bijbehorende bouwwerken op het bouwperceel met een maximum van 50 m²;
- het gebruiken van een bouwperceel voor meer dan één wooneenheid.
15.5. Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
- het bepaalde in lid 15.4, sub a, en toestaan dat een wooneenheid wordt gebruikt voor recreatieve bewoning in het kader van logiesverstrekking, mits:
- de gezamenlijke oppervlakte van de ruimten die hiervoor worden gebruikt niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw met bijbehorende bouwwerken met een maximum van 50 m²;
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- de woonsituatie;
- de milieusituatie.
- het bepaalde in lid 15.4, sub c en toestaan dat een een bouwperceel wordt gebruikt voor meer dan één wooneenheid, mits:
- de bewoning van de extra wooneenheid uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg;
- de oppervlakte van de extra wooneenheid ten hoogste 50 m² bedraagt;
- geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de woonsituatie;
- de milieusituatie;
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende bedrijven.
Artikel 16: Wonen-Lintbebouwing 2
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen-Lintbebouwing 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor:
- een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
- kleinschalige detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- bedrijven genoemd in bijlage 2, onder categorie 1, uitsluitend op de begane grond en ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
- maatschappelijke voorzieningen, genoemd in bijlage 3, onder categorie 1, uitsluitend op de begane grond en ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
- bijbehorende bouwwerken; met daaraan ondergeschikt:
- wegen en paden;
- water; met de daarbij behorende:
- tuinen, erven en terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
16.2 Bouwregels
Voor het bouwen van woonhuizen gelden de volgende regels- als hoofdgebouwen worden uitsluitend woonhuizen gebouwd;
- hoofdgebouwen worden in een bouwvlak gebouwd;
- per bouwvlak wordt ten hoogste één dan wel het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal wooneenheden gebouwd;
- de goothoogte bedraagt ten hoogste 6 m, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt;
- een hoofdgebouw wordt voorzien van een (afgeknot) schilddak, een zadeldak of een mansardedak dan wel de samengestelde delen van deze kapvormen;
- in afwijking van het bepaalde in sub e mag een hoofdgebouw op gronden ter plaatse van de aanduiding 'plat dak' van een plat dak worden voorzien;
- de breedte van een hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 12 meter, dan wel de bestaande breedte indien deze meer bedraagt;
- de afstand ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m dan wel de bestaande afstand indien deze minder bedraagt.
- bijbehorende bouwwerken worden gebouwd:
- ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan, en
- achter of in lijn met de naar het openbaar gebied gekeerde zijgevels van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan;
- in afwijking van het bepaalde in sub a mogen bijbehorende bouwwerken ook gebouwd worden op gronden ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw';
- de gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 50 m²;
- d.in afwijking van het bepaalde in sub c bedraagt de gezamenlijke oppervlakte bij vrijstaande woonhuizen, woonhuizen van het type twee-onder-een-kap of woonhuizen op de hoek van rij aaneengebouwde woonhuizen, ten hoogste 100m² dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt;
- de goothoogte bedraagt ten hoogste 3,5 m;
- de dakhelling bedraagt ten hoogste 60°.
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
- in afwijking van het bepaalde in sub a bedraagt de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen welke gebouwd worden achter de naar de weg gekeerde gevels van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken, bedraagt ten hoogste 5 m.
16.3.Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
16.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
- het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca;
- het gebruik van een woonhuis en/of bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit of kleinschalige detailhandel, indien de bruto vloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de oppervlakte van het hoofdgebouw met de bijbehorende bouwwerken op het bouwperceel met een maximum van 50 m²;
- het gebruiken van een bouwperceel voor meer dan één wooneenheid.
16.5. Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
- het bepaalde in lid 16.4, sub a, en toestaan dat een wooneenheid wordt gebruikt voor recreatieve bewoning in het kader van logiesverstrekking, mits:
- de gezamenlijke oppervlakte van de ruimten die hiervoor worden gebruikt niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw met bijbehorende bouwwerken met een maximum van 50 m²
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- de woonsituatie;
- de milieusituatie.
- het bepaalde in lid 16.4, sub c, en toestaan dat een een bouwperceel wordt gebruikt voor meer dan één wooneenheid, mits:
- de bewoning van de extra wooneenheid uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg;
- de oppervlakte van de extra wooneenheid ten hoogste 50 m² bedraagt;
- geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de woonsituatie;
- de milieusituatie;
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende bedrijven.
Artikel 17: Wonen-woongebouw
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen-woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woongebouwen al dan niet in combinatie met parkeervoorzieningen, al dan niet ondergronds en/of inpandig;
- bijbehorende bouwwerken;
- bedrijven genoemd in bijlage 2 onder categorie 1, voorzover het betreft de begane grond en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
- maatschappelijke voorzieningen genoemd in bijlage 3 onder categorie 1, voorzover het betreft de begane grond en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
- garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage'; met daaraan ondergeschikt:
- wegen en paden;
- water;
- nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende:
- tuinen, erven en terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
17.2 Bouwregels
17.2.1 Voor het bouwen van de in lid 17.1 sub a genoemde woongebouwen gelden de volgende regels:- het bebouwingspercentage per bouwvlak bedraagt ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’ aangegeven percentage, dan wel 100% indien geen bebouwingspercentage is aangegeven;
- een woongebouw wordt in een bouwvlak gebouwd;
- per bouwvlak wordt ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" aangegeven aantal wooneenheden gebouwd;
- de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bouwhoogte (m)’ aangegeven bouwhoogte.
- De gezamenlijke oppervlakte per bestemmingsvlak bedraagt ten hoogste 100 m² dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt;
- de goothoogte bedraagt ten hoogste 3,5 m.
- garageboxen worden uitsluitend gebouwd op gronden ter plaatse van de aanduiding 'garage';
- de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3,5 m.
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
- in afwijking van het bepaalde onder a bedraagt de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen welke achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het woongebouw of het verlengde daarvan worden gebouwd ten hoogste 2 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m.
17.3.Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
17.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van- het bepaalde in lid 17.2.1 sub c en toestaan dat meer wooneenheden worden gebouwd dan het ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ aangegeven aantal wooneenheden, mits:
- deze afwijkingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast op gronden ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf’;
- de toename van het aantal woningen past in het woningbouwprogramm;
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de woonsituatie;
- de milieusituatie;
- de parkeergelegenheid in de omgeving.
17.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
- het gebruik van een wooneenheid in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep danwel een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
- het gebruik van garageboxen voor de uitoefening van een bedrijf, detailhandel of horeca.
HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS
Artikel 18: Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 19: Algemene bouwregels
19.1. Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:- de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden.
19.2. Overschrijving bouwgrenzen
De bouwgrenzen mogen in afwijking van de verbeelding en de bestemmingen in deze regels, uitsluitend worden overschreden door:- tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's, luifels en afdaken, mits:
- de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 m;
- de hoogte van erkers, serres, entreeportalen e.d. niet meer bedraagt dan 4 m;
- de breedte van erkers, serres, entreeportalen e.d. niet meer bedraagt dan 40% van de breedte van de gevel waar de erkers, serre of entree portaal tegen aan wordt gebouwd;
- andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.
19.3 Overschrijding goothoogte en dakhelling
De bouwregels aangaande de maximale goothoogte alsmede de minimale dakhelling mogen uitsluitend worden overschreden door:- ondergeschikte onderdelen op het dakvlak, zoals dakkapellen en dakopbouwen.
Artikel 20: Algemene gebruiksregels
20.1. Strijdig gebruik
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:- het gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
- het gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
- het gebruiken van gronden voor de opslag van schroot, afbraak en/of bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
- het gebruiken van gronden voor het storten van puin en/of afvalstoffen;
- het gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
- het gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van het kennelijk ten verkoop stallen en opslaan van bruikbare en niet aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten verkoop;
- het gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van een crossen/of wedstrijdterrein voor voer- en vaartuigen, alsmede ten behoeve van de modelvliegsport.
Artikel 21: Algemene afwijkingsregels
21.1. Afwijken
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:- de bij recht, in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages,
- het bepaalde in het plan voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits:
- de bouwhoogte ten hoogste 10 m bedraagt;
- het bepaalde in het plan ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen en daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, wordt vergroot, mits:
- deze vergroting niet meer bedraagt dan 10 m² per plaatselijke verhoging;
- de gezamenlijke oppervlakte van de verhogingen ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
- de vergroting leidt tot een hoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte bedraagt van het betreffende gebouw;
- het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
- de inhoud per gebouwtje ten hoogste 50 m³ bedraagt;
- de bouwhoogte ten hoogste 4 m bedraagt;
Artikel 22 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen in die zin dat:- het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van straten onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- de bestemming(en) 'Gemengd' of 'Maatschappelijk' worden gewijzigd in 'wonen-1','wonen-2',"wonen-lintbebouwing 2' of 'wonen-woongebouw' om een herontwikkeling van het perceel mogelijk te maken, mits:
- bij wijziging in 'wonen-woongebouw' de bouwhoogte ten hoogste 10 m bedraagt dan wel de in het bestemmingsplan opgenomen bouwhoogte indien deze meer bedraagt;
- de geluidsbelasting vanwege het weg- of spoorwegverkeer ten hoogste de voorkeursgrenswaarde bedraagt dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde;
- de toename van het aantal woningen in overeenstemming is met het gemeentelijk woningbouwprogramma;
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de:
- de milieusituatie;
- de woonsituatie;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de aanwezige archeologische waarden.
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Artikel 23 Overgangsrecht
23.1. Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
23.2. Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Artikel 24 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:"Regels van het bestemmingsplan Heerenveen-Midden"
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 9 december 2013