INHOUD VAN DE REGELS
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELSartikel 1: Begrippen
artikel 2: Wijze van meten
HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS
artikel 3: Bedrijf - Nutsvoorzieningen
artikel 4: Bos
artikel 5: Gemengd
artikel 6: Groen
artikel 7: Maatschappelijk
artikel 8: Sport
artikel 9: Verkeer
artikel 10:Verkeer - Verblijf
artikel 11:Water
artikel 12:Wonen - 1
artikel 13:Wonen - 2
artikel 14:Wonen - Wooncentrum
artikel 15:Wonen - Woongebouw
HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS
artikel 16:Anti-dubbeltelregel
artikel 17:Algemene bouwregels
artikel 18:Algemene gebruiksregels
artikel 19:Algemene afwijkingsregels
artikel 20:Algemene wijzigingsregels
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
artikel 21:Overgangsrecht
artikel 22:Slotregels
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS
Artikel 1: Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:- het plan: het bestemmingsplan "Heerenveen-De Greiden" met identificatienummer NL.IMRO.0074.BPNdegreiden-VG01 van de gemeente Heerenveen;
- bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
- aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
- aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
- aan-huis-verbonden beroep: een in bijlage 1 genoemd beroep, dan wel een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen beroep, dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de bewoner en de aan de beoepsuitoefening aan huis gebonden medewerker en dat is gericht op het verlenen van diensten;
- bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- bebouwingspercentage: een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van een gedeelte van een bestemmingsvlak of gedeelte van een bouwvlak aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd;
- bedrijfsvloeroppervlakte: de totale vloeroppervlakte die wordt gebruikt voor een bedrijfsmatige activiteit, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
- bedrijfswoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
- bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak;
- bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
- bijbehorend bouwwerk: uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
- bijzondere woonvorm: een voorziening voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals bejaarden of gehandicapten;
- bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergoten van een bouwwerk;
- bouwgrens: de grens van een bouwvlak;
- bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
- bouwperceelsgrens: de grens van een bouwperceel;
- bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
- bouwwerk: een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
- dak: iedere bovenbeindiging van een gebouw;
- detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaonder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
- erotisch getinte vermaaksfunctie: een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
- gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
- geluidsbelasting vanwege het wegverkeer: de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veoorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
- geluidsgevoelige functies: gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;
- geluidszoneringsplichtige inrichting: een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
- hogere grenswaarde: een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op gond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;
- hoofdgebouw: een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste gebouw op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
- horeca: het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies als ook zaalverhuur, (een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie) met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
- huishouding: een zelfstandig persoon, dan wel samenwonend persoon of personen, die in een zekere continue samenstelling met elkaar wonen en binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen zoals keuken, sanitair en entree, én tussen wie een zekere mate van verbondenheid bestaat;
- kantoor: een (deel van een) gebouw, dat dient voor de uitoefening administratieve, financiële, architectonische, juridische of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden niet zijnde detailhandel en al dan niet met een publieksgerichte (balie)functie;
- kap: een dak dat voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt;
- kiosk: een gebouw van een lichte constructie en beperkte omvang ten behoeve van detailhandel, dienstverlening en de verkoop van etenswaren en dranken;
- kleinschalige bedrijfsmatige activiteit: de in een bijlage 1 genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de bewoner en de aan de bedrijvigheid bij woningen gebonden medewerker;
- kringloopcentrum: het bedrijfsmatig inzamelen, bewerken, herstellen en/of verkopen van gebruikte goederen;
- lessenaarsdak: dak met één hellend, niet onderboken dakvlak;
- logiesverstrekking: het in een wooneenheid door de bewoner(s) bedrijfsmatig verstrekken van logies ten behoeve van recreatieve bewoning;
- maatschappelijke voorzieningen: educatieve, sociale, medische, culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening alsmede soortgelijke voorzieningen, of een combinatie daarvan, alsook ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
- mantelzorg: het op basis van vrijwilligheid en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak;
- milieuhindergevoelige bebouwing: gebouwen welke dienen ter bewoning;
- niet-dagelijkse detailhandel: detailhandel in duurzame en/of gebruiksgoederen, zoals kleding, schoeisel, elektrische artikelen, huishoudelijke artikelen en overige goederen, voor zover geen detailhandel in dagelijkse goederen;
- nutsvoorzieningen: een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaonder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
- ondergeschikte detailhandel: een niet zelfstandige detailhandelsfunctie, welke ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdfunctie, welke binnen de bestemming is toegestaan;
- ondergeschikte horeca: een niet zelfstandige horecafunctie, welke ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdfunctie, welke binnen de bestemming is toegestaan;
- openbaar toegankelijk gebied: Weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b. van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
- overkapping: elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
- peil:
- indien op het land wordt gebouwd:
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.
- indien op of in het water wordt gebouwd:
- de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land.
- perceelgrens: de grens van een perceel;
- plat dak: een dak met een dakhelling van ten hoogste 5°;
- prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding;
- praktijkruimte: een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied;
- recreatieve bewoning: de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;
- risicovolle inrichting: Een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
- seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen wordt verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een prostitutiebedrijf waaonder tevens begrepen een erotische massagesalon, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;
- supermarkt: detailhandelsbedrijf met een verkoopvloeroppervlakte van meer dan 500 m² en een grote verscheidenheid aan artikelen, voornamelijk voedings- en genotmiddelen waarbij sprake is van zelfbediening door de klanten;
- voorgevel: de gevel van een woning die parallel ligt of het meest parallel ligt met de straat waaraan de woning is genummerd en/of waaraan de hoofdontsluiting van de woning is gelegen;
- voorkeurgrenswaarde: de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
- vuurwerkbedrijf: Een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de handel in vuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
- wooneenheid: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
- woonhuis: een gebouw, dat één wooneenheid omvat.
- kwetsbaar object:
- gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen; scholen, of gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen, inclusief de daarbij behorende terreinen voor het verblijf van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten;
- gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn;
Artikel 2: Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:- de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
- de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
- de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
- de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
- de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
- de afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens: vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel;
- de breedte van een gebouw: tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijden van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren);
HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS
Artikel 3: Bedrijf - Nutsvoorzieningen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:- gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- nutsvoorzieningen;
- naar de aard aan de onder 1 genoemde voorzieningen gelijk te stellen voorzieningen;
- terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
met de daarbij behorende:
3.2 Bouwregels
3.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:- gebouwen en overkappingen worden binnen een bouwvlak gebouwd;
- de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 4 m, dan wel de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte(m)' aangegeven bouwhoogte.
- de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
- de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 m.
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een
- goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
Artikel 4: Bos
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:- bebossing en beplanting;
- extensief dagrecreatief medegebruik;
- het behoud van de landschappelijke en de natuurlijke waarden van het bos; met daaraan ondergeschikt:
- water; met de daarbij behorende:
- bouwwerken.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel:- op of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.
- de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m.
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een
- goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
Artikel 5: Gemengd
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- bedrijven, genoemd in bijlage 2 onder categorie 1 of categorie 2;
- maatschappelijke voorzieningen, genoemd in bijlage 3 onder categorie 1;
- maatschappelijke voorzieningen, genoemd in bijlage 3 onder categorie 2, met uitzondering van geluidsgevoelige functies op gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - geluidsgevoelige functie uitgesloten';
- detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- een kringloopcentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduing 'specifieke vorm van bedrijf - kringloopcentrum';
- horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
- een opslagtank voor LPG, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – opslagtank lpg'; met daaraan ondergeschikt:
- wegen en paden;
- water;
- nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende:
- parkeervoorzieningen;
- tuinen, erven en terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:- gebouwen en overkappingen worden in een bouwvlak gebouwd;
- het bebouwingspercentage per bouwvlak bedraagt ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’ aangegeven percentage dan wel 100% indien geen bebouwingspercentage is aangegeven;
- gebouwen en overkappingen mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits de gezamenlijke oppervlakte buiten het bouwvlak ten hoogste 25 m² bedraagt;
- de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
- in afwijking van het bepaalde in sub d bedraagt de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak ten hoogste 3,5 m.
- De bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
- De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
- in afwijking van het bepaalde in sub b bedraagt de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen in het bouwvlak ten hoogste 2 m, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt;
- De bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m.
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een
- goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
5.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden voor:- het gebruik van gronden en bouwwerken:
- voor detailhandel, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’;
- ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' voor één of meer supermarkten, indien de gezamenlijke verkoopvloeroppervlakte per bouwvlak meer bedraagt dan 2.750 m²;
- ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' voor niet-dagelijkse detailhandel indien de verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van niet-dagelijkse detailhandel meer bedraagt dan 500 m² per bouwvlak;
- ten behoeve van een kantoor indien de oppervlakte meer bedraagt dan 250 m² per kantoor.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 afwijken
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:- het bepaalde in lid 5.1, sub a, onder 1, en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die niet zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorie 1, maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 2 onder categorie 1;
- het bepaalde in lid 5.1, sub a, onder 1, en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die niet zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorie 2, maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 2 onder categorie 2;
- het bepaalde in lid 5.1, sub a, onder 2, en toestaan dat tevens maatschappelijke voorzieningen worden gevestigd die niet zijn genoemd in bijlage 3 onder categorie 1, maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met maatschappelijke instellingen die wel zijn genoemd in bijlage 3 onder categorie 1;
- het bepaalde in lid 5.1, sub a, onder 3, en toestaan dat tevens maatschappelijke voorzieningen worden gevestigd die niet zijn genoemd in bijlage 3 onder categorie 2 maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met maatschappelijke instellingen die wel zijn genoemd in bijlage 3 onder categorie 2’;
- het bepaalde in lid 5.1, sub a, onder 3, en toestaan dat tevens geluidsgevoelige functies worden toegestaan op gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - geluidsgevoelige functie uitgesloten'
5.5.2 Afwegingskader
De in lid 5.5.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits:- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- de milieusituatie;
- de woonsituatie;
- bij toepassing van de bevoegdheid in lid 5.5.1, sub e, voorzover sprake is van een geluidsgevoelige functie, de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer ten hoogste de voorkeursgrenswaarde dan wel de vastgestelde hogere grenswaarde bedraagt.
Artikel 6: Groen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- beplanting en bebossing;
- groenvoorzieningen zoals plantsoenen, bermen, groenstroken en daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
- speelvoorzieningen;
6.2 Bouwregels
6.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel:- op of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.
- de hoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m.
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een
- goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
Artikel 7: Maatschappelijk
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- gebouwen en overkappingen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van kwetsbare objecten op gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van ‘maatschappelijk-kwetsbare objecten uitgesloten’ ;
- een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; met daaraan ondergeschikt:
- speel- en spelvoorzieningen;
- wegen en paden;
- water;
- nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende:
- parkeerterreinen;
- tuinen, erven en terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:- gebouwen en overkappingen worden in een bouwvlak gebouwd;
- het bebouwingspercentage van een bouwvlak bedraagt per bouwperceel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage, dan wel 100% indien geen bebouwingspercentage is aangegeven;
- gebouwen en overkappingen mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits de gezamenlijke oppervlakte per bestemmingsvlak ten hoogste 25 m² bedraagt;
- de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
- in afwijking van het bepaalde in sub d bedraagt de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak ten hoogste 3,5 m;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan.
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
- in afwijking van het bepaalde in sub a bedraagt de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak ten hoogste 2 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m.
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
7.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:- het bepaalde in lid 7.1, sub a, en toestaan dat de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk-kwetsbare objecten uitgesloten’, worden gebruikt voor kwetsbare objecten, mits:
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de externe veiligheid;
- wordt voldaan aan de afstanden genoemd in artikel 3.12, zesde lid, van het Activiteitenbesluit;
Artikel 8: Sport
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:- sportvelden en sportvoorzieningen;
- gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- sportvoorzieningen;
- kantines;
- sanitaire voorzieningen en kleedgelegenheid;
- onderhoud en beheer;
- parkeervoorzieningen;
- groenvoorzieningen, zoals plantsoenen, bermen, groenstroken en daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
- wegen en paden;
- nutsvoorzieningen;
- water; met de daarbij behorende:
- erven, tuinen en terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:- gebouwen en overkappingen worden in een bouwvlak gebouwd;
- De bouwhoogte bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte.
- De bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 20 m;
- De bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
- De bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m.
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
8.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:- het bepaalde in lid 8.2.1, sub a, en toestaan dat gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen die buiten het bouwvlak worden gebouwd ten hoogste 200 m² bedraagt;
- de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4 m;
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld.
8.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:- het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca met uitzondering van ondergeschikte horeca.
Artikel 9: Verkeer
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:- wegen en straten;
- voet- en rijwielpaden;
- bruggen, dammen en/of duikers, en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken; met daaraan ondergeschikt:
- water;
- bermen en beplanting;
- nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende:
- parkeervoorzieningen;
- andere bouwwerken;
9.2 Bouwregels
9.2.1 Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:- in of op deze gronden worden geen gebouwen of overkappingen gebouwd.
- de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, bedraagt ten hoogste 5 m.
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
9.4 Specifieke gebruiksregel
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:- het gebruik van gronden en bouwwerken voor een verkooppunt van motorbrandstoffen.
Artikel 10: Verkeer - Verblijf
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wegen en straten;
- voet- en rijwielpaden;
- bruggen, dammen en/of duikers, en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken;
- sloten, bermen en beplanting;
- nutsvoorzieningen;
- speelvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen;
- garageboxen, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'garagebox';
- een kiosk, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-kiosk';
- een verkooppunt van motorbrandstoffen zonder lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
- een verkooppunt van motorbrandstoffen met lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
- een vulpunt voor lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg'; met de daarbij behorende:
- parkeervoorzieningen;
- bouwwerken.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel:- Op of in deze gronden worden geen gebouwen of overkappingen gebouwd met uitzondering van:
- garageboxen, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'garage';
- een kiosk, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-kiosk';
- gebouwen en overkappingen ten dienste van een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
- gebouwen en overkappingen ten dienste van een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'.
- de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3,5 m.
- de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 3,5 m;
- de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 6 m.
- de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, bedraagt ten hoogste 5 m.
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
10.4 Specifieke gebruiksregel
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:- het gebruik van gronden en bouwwerken voor een verkooppunt van motorbrandstoffen, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduidingen "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' en 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'.
10.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen in die zin dat:- de aanduiding(en) 'vulpunt lpg' en 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' van de verbeelding word(t)(en) verwijderd, mits:
- de opslagtank voor lpg is verwijderd en/of de uitoefening van een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg is beëindigd.
Artikel 11: Water
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- kanalen, beken, vaarten, sloten en daarmee gelijk te stellen wateren;
- oevers;
- bruggen, dammen en/of duikers, en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken;
- steigers en vlonders;
- extensief dagrecreatief medegebruik;
- nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende:
- bouwwerken.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel:- in of op deze gronden worden geen gebouwen of overkappingen gebouwd.
- de diepte van steigers en vlonders bedraagt, gemeten loodrecht vanaf de insteek, ten hoogste 1 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m.
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 12: Wonen - 1
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
- bijbehorende bouwwerken;
- een praktijkruimte, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte'; met daaraan ondergeschikt:
- wegen en paden;
- water; met de daarbij behorende:
- tuinen, erven en terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:- Op gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen-geluidsgevoelige functies uitgesloten’ worden geen geluidsgevoelige functies gebouwd.
- als hoofdgebouw worden uitsluitend woonhuizen gebouwd;
- hoofdgebouwen worden in een bouwvlak gebouwd;
- per bouwvlak wordt ten hoogste één dan wel het ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" aangegeven aantal wooneenheden gebouwd;
- de horizontale diepte bedraagt ten hoogste 12 m;
- de goothoogte bedraagt ten hoogste 4 m;
- de dakhelling bedraagt ten minste 30° en ten hoogste 60°;
- in afwijking van het bepaalde in sub f mag een hoofdgebouw op gronden ter plaatse van de aanduiding 'plat dak' van een plat dak worden voorzien;
- een hoofdgebouw wordt niet voorzien van een lessenaarsdak;
- in afwijking van het bepaalde in sub h mag een hoofdgebouw op gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-lessenaarsdak' van een lessenaarsdak worden voorzien.
- bijbehorende bouwwerken worden, uitgezonderd op gronden ter plaatse van de aanduidng 'bijgebouw' ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan gebouwd;
- de afstand ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrens indien en voorzover deze grenst aan het openbaar toegankelijk gebied bedraagt ten minste 1 m;
- de gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 50 m²;
- in afwijking van het bepaalde in sub c bedraagt de gezamenlijke oppervlakte bij vrijstaande woonhuizen, woonhuizen van het type twee-onder-een-kap of woonhuizen op de hoek van rij aaneengebouwde woonhuizen, ten hoogste 100m²;
- de goothoogte bedraagt ten hoogste 3,5 m;
- de dakhelling bedraagt ten hoogste 60°.
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
- in afwijking van het bepaalde in sub a bedraagt de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2 m;
- de bouwhoogte van overige andere bouwwerken, bedraagt ten hoogste 5 m.
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
12.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van- het bepaalde in 12.2.1 en toestaan dat op gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen-geluidsgevoelige functies uitgesloten’, geluidsgevoelige functies worden gebouwd, mits de geluidsbelasting vanwege het wegverkeerslawaai niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
12.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
- het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca;
- het gebruiken van een woonhuis en/of bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep dan wel een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit indien de bruto vloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw met de bijbehorende bouwwerken op het bouwperceel met een maximum van 50 m²;
- het gebruiken van een bouwperceel voor meer dan één wooneenheid.
12.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
- het bepaalde in lid 12.4, sub a, en toestaan dat een wooneenheid wordt gebruikt voor recreatieve bewoning in het kader van logiesverstrekking, mits:
- de gezamenlijke oppervlakte van de ruimten die hiervoor worden gebruikt niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw met bijbehorende bouwwerken met een maximum van 50 m²;
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- de woonsituatie;
- de milieusituatie.
- het bepaalde in lid 12.4, sub c, en toestaan dat een een bouwperceel wordt gebruikt voor meer dan één wooneenheid, mits:
- de bewoning van de extra wooneenheid uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg;
- de oppervlakte van de extra wooneenheid niet meer bedraagt dan 50 m²;
- geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de woonsituatie;
- de milieusituatie.
Artikel 13: Wonen - 2
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, met uitzondering van milieuhindergevoelige bebouwing op gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen uitgesloten - milieuhindergevoelige bebouwing';
- bijbehorende bouwwerken;
- een praktijkruimte, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte';
- een geluidsabsorberende wand, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - geluidsabsorberende wand'; met daaraan ondergeschikt:
- wegen en paden;
- water; met de daarbij behorende:
- tuinen, erven en terreinen;
- andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Voor het bouwen van de in lid 13.1, sub a, genoemde woonhuizen gelden de volgende regels:- als hoofdgebouw worden uitsluitend woonhuizen gebouwd;
- hoofdgebouwen worden in een bouwvlak gebouwd;
- per bouwvlak wordt ten hoogste één of het ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" aangegeven aantal wooneenheden gebouwd;
- de horizontale diepte bedraagt ten hoogste 12 m;
- de goothoogte bedraagt ten hoogste 6 m;
- de dakhelling bedraagt ten minste 30° en ten hoogste 60°;
- in afwijking van het bepaalde in sub f mag een hoofdgebouw op gronden ter plaatse van de aanduiding 'plat dak' van een plat dak worden voorzien;
- een hoofdgebouw wordt niet voorzien van een lessenaarsdak;
- in afwijking van het bepaalde in sub h mag een hoofdgebouw op gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-lessenaarsdak' van een lessenaarsdak worden voorzien.
- bijbehorende bouwwerken worden, uitgezonderd op gronden ter plaatse van de aanduidng 'bijgebouw' ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan gebouwd;
- de afstand ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrens indien en voorzover deze grenst aan het openbaar toegankelijk gebied bedraagt ten minste 1 m;
- de gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 50 m²;
- in afwijking van het bepaalde in sub c bedraagt de gezamenlijke oppervlakte bij vrijstaande woonhuizen, woonhuizen van het type twee-onder-een-kap of woonhuizen op de hoek van rij aaneengebouwde woonhuizen, ten hoogste 100m²;
- de goothoogte bedraagt ten hoogste 3,5 m;
- de dakhelling bedraagt ten hoogste 60°.
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
- in afwijking van het bepaalde in sub a bedraagt de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen welke gebouwd worden achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken, bedraagt ten hoogste 5 m.
13.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
13.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
- het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca;
- het gebruik van een woonhuis en/of bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep dan wel een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit indien de bruto vloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de oppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken op het bouwperceel met een maximum van 50 m²;
- het gebruiken van een bouwperceel voor meer dan één wooneenheid;
- het gebruik van gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - milieuhinder gevoelige functie uitgesloten' voor milieuhinder gevoelige bebouwing.
13.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
- het bepaalde in lid 13.1, sub a, onder 1, en toestaan dat bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - milieuhindergevoelige functie uitgesloten' worden gebruikt voor milieuhindergevoelige bebouwing, mits:
- de milieusituatie;
- de gebruiksmogelijkheden van het aangrenzende bestemmingsvlak 'maatschappelijk'.
- het bepaalde in lid 13.4, sub a, en toestaan dat een wooneenheid wordt gebruikt voor recreatieve bewoning in het kader van logiesverstrekking, mits:
- de gezamenlijke oppervlakte van de ruimten die hiervoor worden gebruikt niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de het hoofdgebouw met bijbehorende bouwwerken met een maximum van 50 m²;
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- de woonsituatie;
- de milieusituatie.
- het bepaalde in lid 13.4, sub c, en toestaan dat een een bouwperceel wordt gebruikt voor meer dan één wooneenheid, mits:
- de bewoning van de extra wooneenheid uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg;
- de oppervlakte van de extra wooneenheid niet meer bedraagt dan 50 m².
- geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de woonsituatie;
- de milieusituatie.
-
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Artikel 14 Wonen - Wooncentrum
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Wooncentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:- gebouwen en overkappingen ten behoeve van
- bijzondere woonvormen;
- zorgwoningen; alsmede voorzover ten dienste van de bijzondere woonvormen, ten behoeve van:
- sociaal-medische doeleinden;
- sociaal-culturele doeleinden;
- dagrecreatieve doeleinden;
- ondergeschikte detailhandel;
- ondergeschikte horeca;
- woongebouwen; met de daarbij behorende:
- parkeervoorzieningen;
- tuinen, erven en terreinen;
- bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:- Gebouwen en overkappingen worden in een bouwvlak worden gebouwd;
- in afwijking van het bepaalde in sub a mogen gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits de gezamenlijke oppervlakte van deze gebouwen en overkappingen per bestemmingsvlak ten hoogste 25 m ² bedraagt;
- het aantal wooneenheden, anders dan zorgwoningen, woningen in het kader van een bijzondere woonvorm of daarmee gelijk te stellen woningen, bedraagt ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal wooneenheden;
- het bebouwingspercentage van een bouwvlak bedraagt per bouwperceel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage;
- De bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte(m)' aangegeven bouwhoogte;
- In afwijking van het bepaalde in sub e bedraagt de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak ten hoogste 3,5 m.
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
- in afwijking van het bepaalde in sub a bedraagt de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak ten hoogste 2 m;
- de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m.
14.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
14.4 Specifieke gebruiksregels
Tot met deze bestemming strijdig gebruik in ieder geval wordt gerekend:- het gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
- detailhandel, met uitzondering van ondergeschikte detailhandel;
- horeca, met uitzondering van ondergeschikte horeca.
Artikel 15: Wonen - Woongebouw
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woongebouwen al dan niet in combinatie met parkeervoorzieningen, al dan niet ondergronds en/of inpandig;
- bijbehorende bouwwerken;
- bedrijven genoemd in bijlage 2 onder categorie 1, voorzover het betreft de 1e bouwlaag en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf’;
- maatschappelijke voorzieningen genoemd in bijlage 3 onder categorie 1, voorzover het betreft de 1e bouwlaag en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf;’ met daaraan ondergeschikt:
- wegen en paden;
- water;
- nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende:
- tuinen, erven en terreinen;
- andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Voor het bouwen van de in lid 15.1, sub a, genoemde woongebouwen gelden de volgende regels:- een woongebouw wordt in een bouwvlak gebouwd;
- per bouwvlak wordt ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" aangegeven aantal wooneenheden gebouwd;
- de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bouwhoogte (m)’ aangegeven bouwhoogte.
- De gezamenlijke oppervlakte per bestemmingsvlak bedraagt ten hoogste 100 m²;
- de goothoogte bedraagt ten hoogste 3,5 m.
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
- in afwijking van het bepaalde onder a bedraagt de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen welke achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het woongebouw of het verlengde daarvan worden gebouwd ten hoogste 2 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m.
15.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
- een goede woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
15.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
- het gebruiken van een wooneenheid in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep danwel een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit.
15.5 Afwijken van de gebruiksregels
15.5.1 Afwijking
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:- het bepaalde in lid 15.1, sub c, en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die niet zijn genoemd in bijlage 2 onder categorie 1, maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 2 onder categorie 1;
- het bepaalde in lid 15.1, sub d, en toestaan dat tevens maatschappelijke voorzieningen worden gevestigd die niet zijn genoemd in bijlage 3 onder categorie 1, maar die naar aard en invloed gelijk te stellen zijn met maatschappelijke instellingen) die wel zijn genoemd in bijlage 3 onder categorie 1;
15.5.2 Afwegingskader
De in lid 15.5.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- de milieusituatie;
- de woonsituatie;
- indien toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in 15.5.1 sub b ten aanzien van de vestiging van een geluidsgevoelige functie tevens de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer ten hoogste de voorkeursgrenswaarde dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde bedraagt.
HOOFDSTUK 3 BESTEMMINGSREGELS
Artikel 16: Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 17: Algemene bouwregels
17.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:- de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden.
17.2 Overschrijving bouwgrenzen
De bouwgrenzen mogen in afwijking van de verbeelding en de bestemmingen in deze regels, uitsluitend worden overschreden door:- tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's, luifels en afdaken, mits:
- de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 m;
- de hoogte van erkers, serres, entreeportalen e.d. niet meer bedraagt dan 4 m;
- de breedte van erkers, serres, entreeportalen e.d. niet meer bedraagt dan 40% van de breedte van de gevel waar de erkers, serre of entree portaal tegen aan wordt gebouwd;
- andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.
17.3 Overschrijding goothoogte en dakhelling
De bouwregels aangaande de maximale goothoogte alsmede de minimale dakhelling mogen uitsluitend worden overschreden door:- ondergeschikte onderdelen op het dakvlak, zoals dakkapellen en dakopbouwen.
Artikel 18: Algemene gebruiksregels
18.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:- het gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
- het gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
- het gebruiken van gronden voor de opslag van schroot, afbraak en/of bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
- het gebruiken van gronden voor het storten van puin en/of afvalstoffen;
- het gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
- het gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van het kennelijk ten verkoop stallen en opslaan van bruikbare en niet aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten verkoop;
- het gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van een crossen/of wedstrijdterrein voor voer- en vaartuigen, alsmede ten behoeve van de modelvliegsport.
- het gebruik van gronden en/of bouwwerken zonder dat in voldoende mate is voorzien in voldoende parkeergelegenheid op het bouwperceel en/óf de directe pmgeving daarvan;
18.2 Afwijking van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.1, sub h, mits op andere wijze in de benodige parkeerruimte wordt voorzien.Artikel 19: Algemene afwijkingsregels
19.1 Afwijken
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:- de bij recht, in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van de maat genoemd in artikel 5, lid 5.4, onder 2;
- het bepaalde in het plan voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits:
- de bouwhoogte ten hoogste 10 m bedraagt;
- het bepaalde in het plan ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen en daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, wordt vergroot, mits:
- deze vergroting niet meer bedraagt dan 10 m² per plaatselijke verhoging;
- de gezamenlijke oppervlakte van de verhogingen ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
- de vergroting leidt tot een hoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte bedraagt van het betreffende gebouw.
- het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
- de inhoud per gebouwtje ten hoogste 50 m³ bedraagt;
- de bouwhoogte ten hoogste 4 m bedraagt.
19.2 Afwegingscriteria
De in lid 19.1 bedoelde afwijkingen kunnen slechts worden toegepast, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Artikel 20 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen in die zin dat:- het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van straten onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- de bestemming(en) 'Gemengd' of 'Maatschappelijk' worden gewijzigd in 'Wonen - 1', 'Wonen - 2', 'Wonen - Wooncentrum' of 'Wonen - Woongebouw' om een herontwikkeling van het perceel mogelijk te maken, mits:
- na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van de artikelen 12, 13, 14 en/of 15 van overeenkomstige toepassing zijn
- de geluidsbelasting vanwege het weg- of spoorwegverkeer ten hoogste de voorkeursgrenswaarde bedraagt dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde
- de toename van het aantal woningen in overeenstemming is met het gemeentelijk woningbouwprogramma
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- de milieusituatie;
- de woonsituatie;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de aanwezige archeologische waarden.
- de opslagtank voor LPG is verwijderd of niet meer wordt gebruikt.
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Artikel 21 Overgangsrecht
21.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
21.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Artikel 22 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:"Regels van het bestemmingsplan Heerenveen-De Greiden"
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 23 maart 2015