Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van:
de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen, de aansluiting van wegen onderling of het beloop van vaarwegen in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of de -intensiteit daartoe aanleiding geeft of geven;
de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, en kan worden toegestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouw zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 meter;
de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde als zend-, ontvangst- en/of sirenemasten en alarmpalen, en kan worden toegestaan dat de bouwhoogte van deze bouwwerken, geen gebouw zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 30 meter;
de regels ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:
de maximale oppervlakte van de plaatselijke verhoging niet meer dan 10 m2 bedraagt;
de vergroting ten hoogste 0,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
de bestemmingsregels en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
erkers, over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 meter bedraagt.
22.2 Afwegingskader
De in artikel 22 lid 1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
het straat- en bebouwingsbeeld;
de woonsituatie;
de verkeersveiligheid;
de milieusituatie;
de externe veiligheid;
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.