direct naar inhoud van Artikel 18 Verkeer
Plan: Bestemmingsplan Tzummarum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0070.BPTMUDORP2009-VAS1

Artikel 18 Verkeer

 

18. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    wegen en straten;

b.    fiets- en voetpaden;

c.    sloten, bermen en beplanting;

waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het verkeer;

met daaraan ondergeschikt:

d.    parkeervoorzieningen;

e.    groenvoorzieningen;

f.     nutsvoorzieningen;

g.    tuinen, erven en terreinen;

met de daarbijbehorende:

h.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

18. 2.    Bouwregels

18. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden ge­bouwd.

18. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

-       de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

18. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de ver­keersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangren­zende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetin­gen van de bebouwing.

18. 4.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

-       het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van het in het bestem­mingsvlak aangegeven dwarsprofiel. 

18. 5.    Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de ge­bruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

 

-       het bepaalde in lid 18.4. en toestaan dat wordt afgeweken van het in het bestemmingsvlak aangegeven dwarsprofiel, mits hierdoor geen wezenlijke verslechtering van de geluidssituatie optreedt.