direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk
Plan: Dongjum, Herbaijum, Hitzum, Oosterbierum, Peins, Ried en Schalsum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0070.BPDGHRHTOBPNRISL09-VAS1

Artikel 12 Maatschappelijk

12. 1.      Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.      gebouwen ten behoeve van:

1.      maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van dorpshuizen;

2.      een dorpshuis, ter plaatse van de aanduiding “dorpshuis”;

b.      een bijgebouw, ter plaatse van de aanduiding “bijgebouwen”;

c.      een begraafplaats, ter plaatse van de aanduiding “begraafplaats”;

met de daarbijbehorende:

d.      tuinen, erven en terreinen;

e.      parkeervoorzieningen;

f.        groenvoorzieningen;

g.      nutsvoorzieningen;

h.      wegen, straten en paden;

i.         bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

12. 2.      Bouwregels

12. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 12.1. sub a genoemde ge­bouwen gelden de volgende regels:

a.      een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.      de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste de in het bouwvlak aangegeven goothoogte bedragen;

c.      de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de in het bouwvlak aangegeven bouwhoogte bedragen;

d.     een toren mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - toren”;

e.      in afwijking van het bepaalde in sublid c mag de bouwhoogte van een toren ten hoogste de bestaande bouwhoogte bedra­gen.

12. 2. 2. Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende re­gels:

a.    voorzover een bijgebouw buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mag een bijgebouw uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “bijgebouwen”;

b.      de bouwhoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 3,50 m bedragen.

12. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.     de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;

b.      de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 8,00 m bedragen;

c.      de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

12. 3.      Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

12. 4.      Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van: 

-          het bepaalde in lid 12.2.2. sub a en toestaan dat per bestem­mingsvlak 50 m² aan bijgebouwen buiten een bouwvlak wordt gebouwd.

12. 5.      Wijzigingsbevoegdheid

     Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:

 

-          De bestemming “Maatschappelijk” wordt gewijzigd in de bestemming “Wonen - 1”, mits:

1.      deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding “Wro-zone - wijzigingsgebied 2” in verband met de verplaatsing van het dorpshuis naar het achterste gedeelte van het perceel Rijksweg 22/24;

2.      na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 19 van toepassing zijn.