Artikel 29 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, de milieusituatie, het plan wijzigen in die zin dat:
- onderlinge situering, de oppervlakte en de vorm van de bestemmingsvlakken en bouwvlakken van de bestemmingen 'Wonen - 2' en 'Tuin' worden gewijzigd, en dat de aanduiding "plat dak" wordt toegevoegd, mits:
-
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding “wro-zone - wijzigingsgebied 2”;
-
2. dit niet leidt tot een toename van het aantal woonhuizen;
-
3. de regels van Artikel 17 respectievelijk Artikel 12 van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande dat de woonhuizen met een plat dak gebouwd mogen worden, waarvoor de aanduiding "plat dak" wordt opgenomen.