Plan: | Oudebildtzijl |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0063.040508-VA01 |
11. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor “Maatschappelijk” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. gebouwen ten behoeve van:
1. maatschappelijke voorzieningen;
2. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
c. gebouwen ten behoeve van bergingen en stallingen c.q. ten behoeve van onderhoud en beheer;
met de daarbijbehorende:
d. tuinen, erven en terreinen;
e. parkeervoorzieningen;
f. groenvoorzieningen;
g. sloten, bermen en beplanting;
h. nutsvoorzieningen;
i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11. 2. Bouwregels
11. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 11.1. sub a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
a. de gebouwen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b. ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”, zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
c. de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste de in het bouwvlak aangegeven goothoogte bedragen;
d. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de in het bouwvlak aangegeven bouwhoogte bedragen;
e. een gebouw zal zijn voorzien van een kap waarvan de dakhelling ten minste 30° en ten hoogste 60° zal bedragen.
11. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
a. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen in of achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel in of achter het verlengde daarvan worden gebouwd;
b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen per bedrijfswoning zal ten hoogste 60 m² bedragen;
c. de goothoogte van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
d. de dakhelling van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping zal ten hoogste 80° bedragen.
11. 2. 3. Voor het bouwen van de in lid 11.1. sub c genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen zal ten hoogste 50 m² per bouwperceel bedragen;
b. de bouwhoogte van de gebouwen zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
11. 2. 4. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de hoofdgebouw(en) en het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
11. 3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
a. de in bijlage 3 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
b. een goede woonsituatie;
c. de sociale veiligheid;
d. de milieusituatie;
e. de verkeersveiligheid;
f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
11. 4. Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de in bijlage 3 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden ontheffing verlenen van:
a. het bepaalde in lid 11.2.1. onder a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
1. er sprake is van een incidentele uitbreiding;
2. uitsluitend ondergeschikte gebouwen geheel buiten het bouwvlak worden gebouwd;
3. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
b.
het bepaalde in lid 11.2.2. onder c en toestaan
dat de goothoogte van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping
wordt vergroot tot 3,50 m.
11. 5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een zelfstandig horecabedrijf;
b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel.