direct naar inhoud van Artikel 21 Tuin
Plan: Hollum 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0060.020203-VA01

Artikel 21 Tuin

 

 

21. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    voortuinen en zijtuinen, geen erven zijnde, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woonhuizen;

met daaraan ondergeschikt:

b.    woonstraten en paden;

c.    groenvoorzieningen;

d.    waterlopen en waterpartijen;

met de daarbijbehorende:

e.    overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder erf- en terreinafscheidingen.

21. 2.    Bouwregels

21. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

21. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal per hoofdgebouw ten hoogste 2 m² bedragen;

b.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;

c.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 1,00 m bedragen.

21. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bouwwerken, ten behoeve van:

a.    de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het

Beschermd Dorpsgezicht;

b.    een goede woonsituatie;

c.    een goede milieusituatie;

d.    de verkeersveiligheid;

e.    de sociale veiligheid; en

f.     de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

21. 4.    Ontheffing van de bouwregels

21. 4. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

a.    het bepaalde in lid 21.2.2. sub b en toestaan dat de bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan wordt verhoogd tot ten hoogste 2,00 m;

b.    het bepaalde in lid 21.2.2. sub c en toestaan dat de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt verhoogd tot ten hoogste 5,00 m. 

21. 4. 2. De in lid 21.4.1. genoemde ontheffingen mogen uitsluitend worden verleend mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

a.    het straat- en bebouwingsbeeld;

b.    de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het

Beschermd Dorpsgezicht;

c.    de woonsituatie;

d.    de verkeerssituatie; en

e.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

21. 5.    Wijzigingsbevoegdheid

21. 5. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

-       de bestemming ‘Tuin’ wordt gewijzigd naar de bestemming ‘Recreatie - Verblijfsrecreatie 1’, mits:

1.    deze wijziging uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding “wro-zone - wijzigingsgebied 5”;

2.    na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 17 van toepassing zijn;

3.    de functiewijziging plaatsvindt binnen de bestaande bebouwing;

4.    de totale beddencapaciteit van de logiesverstrekkende horecabedrijven zal worden afgestemd op de capaciteit zoals deze is geformuleerd in de nota Toeristische capaciteit Friese Waddeneilanden (juni 1996) en de daaruit voortvloeiende beddenboekhouding voor Ameland.

21. 5. 2. De in lid 21.5.1. genoemde wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

a.    het straat- en bebouwingsbeeld;

b.    de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het

Beschermd Dorpsgezicht;

c.    de woonsituatie;

d.    de verkeerssituatie; en

e.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.