Plan: | NNN - Achtkarspelen Zuid |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0059.WPDhMieden23-ON01 |
De provincie Fryslân is verantwoordelijk voor verdere ontwikkeling van het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen EHS). Achtkarspelen Zuid is hierbij één van de vele gebiedsontwikkelingsprojecten in de provincie Fryslan. In dit gebied werkt de provincie aan het verbeteren van de biodiversiteit en landbouwstructuur en het verder ontwikkelen van recreatie. Gebiedsontwikkeling Achtkarspelen Zuid ligt in het oosten van Fryslân en maakt deel uit van de Friese Wouden. De oppervlakte is ongeveer 5.400 hectare.
Een onderdeel van de gebiedsontwikkeling in Achtkarspelen Zuid is de natuuropgave die zich concentreert in de Mieden. De deelgebieden in de Mieden zijn de Drogehamstermieden, Reahel Oost, Reahel West en de Surhuizumermieden. De ontwikkeling van dit gebied krijgt vorm door middel van een nieuwe visie op natuurinrichting. In december 2020 is het plan 'De Mieden op zijn mooist' (geschreven door de gebiedscommissie) vastgesteld. Dit plan kent overgangsgebieden, waar het gaat om versterking van de biodiversiteit met agrarisch gebruik, en kerngebieden, die worden ingericht als natuurgebied. Beide soorten gebieden vallen binnen de begrenzing van het NNN, maar het gebruik van de gebieden is verschillend. Binnen het overgangsgebied is de mogelijkheid om de agrarische bestemming te houden met beperkingen voor het beheer. Dit wordt met een Kwalitatieve Verplichting geregeld. Hiermee is het mogelijk om de natuurwaarden/doelen in het gehele NNN gebied te realiseren. In het kerngebied kunnen op deze manier bijvoorbeeld de waterpeilen worden verhoogd.
De doelstelling is om de maatregelen uit het plan 'De Mieden op zijn mooist, op naar uitvoering' voor 1 januari 2025 te realiseren. Het deelgebied Reahel West is reeds ingericht. De overige deelgebieden moeten nog worden ingericht.
Om het NNN te kunnen realiseren zijn diverse grondruilen nodig. Staatsbosbeheer en Provincie Fryslân zijn bereid tot een ruiling omdat de provincie interesse heeft in kavels van Staatsbosbeheer om later in te zetten bij een ruil waarbij NNN wordt vrijgespeeld en belangrijke ruilgrond is in de Drogehamstermieden. Staatsbosbeheer wil graag meer eigendom krijgen in het NNN zelf en juist haar percelen net buiten het NNN afstoten. Ook gronden in de IJzermieden met een natuurbestemming worden bij de beoogde ontwikkeling meegenomen.
De gemeente Achtkarspelen is bevoegd gezag voor de gewenste ontwikkelingen. In het plan 'De Mieden op zijn mooist' wordt een voorstel gedaan voor bestemmingsplanwijzigingen, zowel buiten als binnen het NNN. Het college van B&W van de gemeente Achtkarspelen heeft aangegeven in principe medewerking te willen verlenen aan het wijzigen van de bestemmingen van percelen waarover overeenstemming is bereikt met de betreffende eigenaren.
In het geldende bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen van de gemeente Achtkarspelen heeft van de beoogde ontwikkeling een deel van de percelen de bestemming 'Natuur' die moeten worden gewijzigd in 'Agrarisch met waarden - Open gebied' en een deel van de percelen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuurwetenschap' en 'Agrarisch met waarden - Besloten gebied' die moeten worden gewijzigd in 'Natuur'. In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om deze bestemmingen om te zetten. Met het voorliggende wijzigingsplan wordt aan deze wijzigingsbevoegdheid toepassing gegeven.
Het plangebied bestaat uit een aantal percelen die zijn gelegen in Reahel en de IJzermieden. In figuur 1.1 is het plangebied weergegeven.
Figuur 1.1 Ligging plangebied
Het plangebied is planologisch geregeld in het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen dat op 6 maart 2014 is vastgesteld door de gemeente Achtkarspelen en in 2021 partieel herzien.
De verschillende delen van het plangebied hebben hierin de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - Natuurwetenschap', 'Agrarisch met waarden - Besloten gebied' en 'Natuur'.
De gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuurwetenschap' zijn bestemd voor agrarische cultuurgrond met de bescherming, instandhouding en ontwikkeling van de aan de gronden eigen natuurwetenschappelijke waarden. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor de instandhouding van de cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden.
De gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Besloten gebied' zijn bestemd voor grondgebonden agrarische bedrijven. In het plangebied is hier geen agrarisch bedrijf gelegen en is de grond alleen agrarisch in gebruik. Naast de agrarische bedrijfsbestemming zijn de gronden onder meer bestemd voor agrarische cultuurgrond en voor de instandhouding van de cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden. Hierbij is aangegeven dat gronden ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel' of 'houtwal' bestemd zijn voor het in stand houden van respectievelijk houtsingels of houtwallen. Het perceel met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Besloten gebied' heeft de functieaanduiding 'houtsingel'.
De gronden met de bestemming 'Natuur' zijn bestemd voor de bescherming, instandhouding en ontwikkeling van natuurlijke waarden van de gronden en de instandhouding van de cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden. Hieraan ondergeschikt is onder andere agrarisch medegebruik mogelijk. Binnen de bestemming 'Natuur' heeft een aantal percelen de gebiedsaanduiding 'overige zone - weidevogelleefgebied'. Op deze percelen moeten de weidevogelleefgebieden in stand worden gehouden.
In het plangebied zijn zowel binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuurwetenschap' als de bestemming 'Natuur' de dubbelbestemmingen 'Leiding - Gas' en 'Leiding - Riool' met een hartlijn opgenomen. Dit houdt in dat de gronden ook bestemd zijn voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding met een belemmeringsstrook van 4 of 5 meter aan weerszijden van de hartlijn ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas' en voor de aanleg en instandhouding van (riool)persleidingen met een belemmeringsstrook van 3 meter aan weerszijden van de hartlijn ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool'.
In figuur 1.2 is de uitsnede van de verbeelding van het bestemmingsplan weergegeven met het plangebied waarop de beoogde ontwikkeling betrekking heeft.
Figuur 1.2 Uitsnede uit bestemmingsplan 'Buitengebied Achtkarspelen' met het plangebied
Wijzigingsbevoegheid
Dit wijzigingsplan geeft toepassing aan deze wijzigingsbevoegdheid. In paragraaf 2.3 wordt op de voorwaarden ingegaan.
Overeenkomstig het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) vormt de toelichting de onderbouwing voor het feitelijke wijzigingsplan, bestaande uit een verbeelding (plankaart) en regels. De opbouw van deze toelichting is als volgt:
Het plangebied bestaat uit een aantal agrarische percelen die reeds als natuur worden beheerd en gebruikt en uit een aantal percelen die agrarisch in gebruik zijn, maar die bestemd zijn met de bestemming 'Natuur'.
Het Natuur Netwerk Nederland (NNN) in de gemeente Achtkarspelen bestaat uit vier deelgebieden, te weten Reahel West, Reahel Oost, Surhuizumermieden en Drogehamstermieden. Om het NNN te realiseren heeft de gebiedscommissie het plan 'De Mieden op z'n mooist' gemaakt. Dit is een visie voor natuurinrichting en impuls voor de biodiversiteit en landschap in de Mieden van Achtkarspelen. In paragraaf 3.2.4 wordt ingegaan op de inhoud van dit beleidsstuk. In het plan worden doelen gesteld voor de kern- en de overgangsgebieden.
Reahel West
De beoogde ontwikkeling heeft betrekking op een aantal percelen binnen het deelgebied Reahel West. Dit gedeelte (met een grootte van 125 hectare) is in 2018 ingericht en hier is ontwikkeling van vochtige hooilanden, petgaten en bloemrijk grasland mogelijk. De percelen in dit wijzigingsplan die zijn gelegen in het deelgebied Reahel West hebben de agrarische bestemming en worden gewijzigd in de natuurbestemming. Hierdoor sluiten deze percelen planologisch aan op de aangrenzende percelen die reeds de natuurbestemming hebben. Het gebruik is reeds als in de bestemming 'Natuur'.
IJzermieden
Om de beoogde ontwikkeling in het NNN mogelijk te maken, vindt er grondruil van percelen plaats. Gronden met de natuurbestemming die agrarisch in gebruik zijn, worden door middel van dit wijzigingsplan omgezet naar de agrarische bestemming.
Door de beoogde ontwikkeling worden gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuurwetenschap' en 'Agrarisch met waarden - Besloten gebied' gewijzigd in de bestemming 'Natuur' en gronden met de bestemming 'Natuur' in de bestemming 'Agrarisch met waarden - Open gebied'.
Wijzigingsbevoegdheid bestemming 'Agrarisch met waarden - Besloten gebied' naar bestemming 'Natuur'
In het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen is in artikel 3.8 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming 'Agrarisch met waarden - Besloten gebied' om te zetten naar 'Natuur' waar met dit plan toepassing aan gegeven wordt. De wijzigingsbevoegdheid is als volgt geformuleerd:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
de bestemming wijzigen in de bestemming 'Natuur' ten behoeve van de realisering van natuur, met dien verstande dat de regels van Artikel 21 Natuur na de wijziging van overeenkomstige toepassing zijn.
De gronden die worden gewijzigd in de bestemming 'Natuur' hebben reeds de gebruiksfunctie natuur. De feitelijke situatie wordt door dit plan niet gewijzigd. Er wordt met de beoogde ontwikkeling geen onevenredige afbreuk gedaan aan de punten die worden genoemd in artikel 3.8 van het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen. Met de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden is reeds rekening gehouden met de uitvoering van het plan 'De Mieden op z'n mooist'.
Wijzigingsbevoegdheid bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuurwetenschap' naar bestemming 'Natuur'
In het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen is in artikel 6.6 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuurwetenschap' om te zetten naar 'Natuur' waaraan met dit onderhavig plan toepassing gegeven wordt. De wijzigingsbevoegdheid is als volgt geformuleerd:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
de bestemming wijzigen in de bestemming 'Natuur' ten behoeve van de realisering van natuur, met dien verstande dat de regels van Artikel 21 Natuur na de wijziging van overeenkomstige toepassing zijn.
De gronden die worden gewijzigd in de bestemming 'Natuur' hebben reeds de gebruiksfunctie natuur. De feitelijke situatie wordt door dit plan niet gewijzigd. Er wordt met de beoogde ontwikkeling geen onevenredige afbreuk gedaan aan de punten die worden genoemd in artikel 6.6 van het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen. Met de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden is reeds rekening gehouden met de uitvoering van het plan 'De Mieden op z'n mooist'.
Wijzigingsbevoegdheid bestemming 'Natuur' naar bestemming 'Agrarisch met waarden - Open gebied'
In het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen is in artikel 21.7 ook een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming 'Natuur' om te zetten naar 'Agrarisch met waarden - Open gebied' waaraan met dit onderhavig plan toepassing gegeven wordt. De wijzigingsbevoegdheid is als volgt geformuleerd:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
de bestemming wijzigen in de bestemming 'Agrarisch met waarden - Open gebied' ten behoeve van agrarische cultuurgrond, met dien verstande dat:
De gronden die worden gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch met waarden - Open gebied' hebben reeds de agrarische gebruiksfunctie. De feitelijke situatie wordt door dit plan niet gewijzigd. Er wordt met de beoogde ontwikkeling geen onevenredige afbreuk gedaan aan de punten die worden genoemd in artikel 21.7 van het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen. Er wordt met de bestemming aangesloten op de bestemming van de aangrenzende gronden. Bovendien wordt geen bouwvlak aan de gronden toegevoegd.
Uit het bovenstaande blijkt dat het plan voldoet aan de voorwaarden die gesteld zijn in de wijzigingsbevoegdheden. Daarom kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid van een wijzigingsplan.
In het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen, dat op 6 maart 2014 is vastgesteld door de gemeente Achtkarspelen, is voor de gronden binnen het plangebied ruimte gelaten om binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuurwetenschap' en 'Agrarisch met waarden - Besloten gebied' ruimte te houden voor onder andere de bestemming 'Natuur' en binnen de bestemming 'Natuur' de bestemming 'Agrarisch met waarden - Open gebied'.
Deze planologische ruimte, die hier wordt benut, past binnen het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid. Gezien het feit dat het bestemmingsplan reeds in 2014 is vastgesteld wordt er nog getoetst aan het provinciaal en gemeentelijk beleid dat betrekking heeft op deze ontwikkeling. Het wijzigingsplan is niet in strijd met het rijksbeleid.
Op 23 september 2020 is de omgevingsvisie Fryslân - De romte diele vastgesteld waarin de ambitie voor de provincie voor 2030 - 2050 is uitgesproken. Hierbij wordt gewerkt met 9 principes die richting geven bij het maken van keuzes. Enerzijds zijn de principes inhoudelijk van aard, zoals zuinig ruimtegebruik, omgevingskwaliteit als ontwerpbasis, koppelen van ambities, gezondheid en veilig. Anderzijds zijn er samenwerkingsprincipes, zoals rolbewust, decentraal wat kan, het ja, mits principe, aansluiting zoeken en sturen op proces, ruimer op inhoud. De insteek om de ambities te realiseren is niet door verandering tegen te houden, maar door de gewenste nieuwe ontwikkelingen te laten aansluiten bij bestaande kwaliteiten.
Het uitgangspunt van de beoogde ontwikkeling is de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Het NNN is het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied. De provincies zijn verantwoordelijk voor het Natuurnetwerk Nederland op het land, zo ook voor de gebiedsontwikkeling Reahel waarin het plangebied is gelegen. Onlosmakelijk verbonden is hiermee de beoogde ontwikkeling in de IJzermieden. De beoogde ontwikkelingen sluiten aan bij de beoogde bestaande kwaliteiten. De omgevingskwaliteit is in feite de ontwerpbasis.
De Provincie Fryslân wil de ruimtelijke kwaliteit bevorderen. Dit wordt gedaan door middel van het opstellen van een provinciale structuurvisie waarin het ruimtelijk beleid wordt geschetst. De Verordening Romte vertaalt deze visie naar regels. Op 25 juni 2014 is de Verordening Romte Fryslân 2014 vastgesteld, deze is daarna een aantal keren partieel herzien. In de verordening zijn regels opgenomen die ervoor moeten zorgen dat de provinciale ruimtelijke belangen doorwerken in de gemeentelijke ruimtelijke plannen.
De volgende artikelen hebben betrekking op de beoogde ontwikkeling:
Artikel 7.1 Ecologische hoofdstructuur
Dit artikel heeft betrekking op de bescherming van de ecologische hoofdstructuur en de beperkingen, maar ook de mogelijkheden in en nabij het gebied. Een deel van het plangebied maakt reeds deel uit van het NNN (voorheen ecologische hoofdstructuur). Door de bestemmingswijziging wordt de natuurbestemming bekrachtigd. Een aantal percelen met de agrarische bestemming is reeds ingericht als natuur.
In artikel 7.1.3 is aangegeven dat een plan onderling samenhangende activiteiten en ontwikkelingen mogelijk kan maken die mede tot doel hebben de kwaliteit of kwantiteit van de ecologische hoofdstructuur op gebiedsniveau te verbeteren. Dit is mogelijk indien:
Het plangebied is deels gelegen binnen de grenzen van de Ecologische hoofdstructuur, het Natuur Netwerk Nederland. Met dit wijzigingsplan wordt het NNN planologisch geregeld. Beleidsmatig is dit reeds vastgelegd in het plan 'Mieden op zijn mooist'. Bij dit plan zijn de natuurwaarden in beeld gebracht en afgewogen. Met de vaststelling van het plan 'Mieden op zijn mooist' is het NNN kleiner gemaakt en is de mogelijkheid ontstaan om gronden met de natuurbestemming te wijzigen in de agrarische bestemming. Deze ontwikkeling heeft reeds plaatsgevonden en wordt met dit wijzigingsplan planologisch gewaarborgd.
Artikel 7.2 Natuur buiten de Ecologische hoofdstructuur
In dit artikel is aangegeven dat een ruimtelijk plan dat betrekking heeft op natuurgebieden buiten de ecologische hoofdstructuur voorziet in een passende bestemming met gebruiksregels gericht op behoud, herstel of ontwikkeling van natuurwaarden.
Door de beoogde ontwikkeling worden agrarische gronden binnen het NNN van bestemming gewijzigd in natuur. Ter compensatie hiervan worden gronden buiten het NNN bestemd als agrarisch. Op deze manier worden de natuurwaarden binnen de NNN versterkt. De gronden die worden gewijzigd in de agrarische bestemming zijn deels gelegen op gronden die in de omgevingsverordening zijn aangegeven met 'Natuur buiten de EHS'.
Artikel 7.12 Weidevogelbeleid
In de Weidevogelnota 2014-2020 staat het nieuwe provinciale weidevogelbeleid. Dit beleid is selectiever en concentreert de inspanningen voor weidevogels in de meest kansrijke gebieden. Het hele plangebied is gelegen in een weidevogelkansgebied. Agrarische ontwikkelingen zijn wel toegestaan, omdat de agrarische functie juist mee bepalend is voor de geschiktheid van die gebieden voor weidevogels.
Met de beoogde ontwikkeling wordt de feitelijke situatie juridisch vastgelegd. Hiermee wordt het weidevogelkansgebied niet aangetast.
Artikel 2 Ruimtelijke kwaliteit
In het eerste lid wordt aangegeven dat de plantoelichting van en ruimtelijk plan voor het landelijk gebied een ruimtelijke kwaliteitsparagraaf omvat waarin wordt aangegeven op welke wijze in het plan rekening wordt gehouden met de draagkracht van het landschap voor de opvang en inpassing van nieuwe functies op grond van een analyse van de samenhang van de ondergrond, netwerken en nederzettingspatronen. Het plan moet ook invulling geven aan de blijvende herkenbaarheid van de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten.
Dit wijzigingsplan maakt geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. De bestaande situatie van het plangebied en de omgeving zijn de uitgangspunten geweest voor de beoogde ontwikkeling.
Op 10 oktober 2022 is het Natuurbeheerplan Fryslân 2023 door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Het Natuurbeheerplan beschrijft de beleidsdoelen en de subsidiemogelijkheden voor de ontwikkeling en het beheer van natuurgebieden, agrarische natuur en landschapselementen in de provincie. Het natuurbeheerplan is verankerd in het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). De provincie stelt de kaders voor de uitvoering van het natuur- en landschapsbeheer in het Natuurbeheerplan. Het Natuurbeheerplan vormt de basis voor het aanvragen van subsidies.
Het natuurbeheerplan is het uitvoeringskader waarin wordt beschreven hoe invulling wordt gegeven aan het Europese, rijks- en provinciale natuur- en landschapsbeleid. Het gaat daarbij om bestaande natuurgebieden, gebieden waar nieuwe natuur gerealiseerd kan worden, landbouwgebieden met potentiële natuurwaarden en de Natura 2000-gebieden. Het Natuurbeheerplan beschrijft per (deel)gebied welke natuur- en landschapsdoelen nagestreefd worden. Het plan bevat de begrenzing van de natuur- en agrarische natuurgebieden, met name toegespitst op de internationale biodiversiteitsdoelen en de internationale natuurgerichte agromilieu, water en klimaat doelen.
Het Natuurbeheerplan geeft aan wat de huidige en de gewenste beheerdoelen zijn voor de Natura 2000-gebieden, het Natuurnetwerk Nederland en agrarische gebieden met natuurwaarden.
De beoogde ontwikkeling is conform het gestelde in het Natuurbeheerplan Fryslân 2023.
Het beleidsplan 'De Mieden op zijn mooist' is een nieuwe visie voor natuurinrichting en een impuls voor de biodiversiteit en landschap in de Mieden van Achtkarspelen. Vervolgens heeft de Gebiedscommissie Achtkarspelen-Zuid in 2020 een advies voor de uitwerking van het plan gegeven in het rapport 'De Mieden op zijn mooist, op naar uitvoering'.
Het hoofddoel is:
De nevendoelen zijn:
In het plan wordt onderscheid gemaakt tussen kerngebieden en overgangsgebieden. De beoogde ontwikkeling in het deelgebied Reahel is gelegen in een kerngebied. De doelen in de kerngebieden zijn als volgt:
Hiervoor zijn de volgende maatregelen nodig:
Voor de uitwerking van het plan ‘De Mieden op zijn mooist’ is medewerking nodig van meerdere partijen en op meerdere fronten. Om de beoogde ontwikkeling in het deelgebied Reahel te realiseren vindt grondruil plaats tussen de provincie en Staatsbosbeheer. De gronden van de grondruil zijn gelegen bij het NNN in de IJzermieden. Ook Wetterskip Fryslân is betrokken bij de beoogde ontwikkeling.
De beoogde ontwikkeling in het deelgebied Reahel is opgenomen in het plan 'Mieden op zijn mooist' en is onderdeel van de uitvoering van het beleid. Ook de herbestemming in de IJzermieden is mogelijk op basis van het plan, omdat grondruil onderdeel is van de uitvoering van het beleid.
Uit bovenstaande blijkt dat de beoogde ontwikkeling voldoet aan de verschillende beleidsaspecten die op provinciaal niveau aan de orde zijn. Met de ontwikkeling vindt implementatie van provinciaal beleid plaats.
In de ontwerp-Omgevingsvisie Achtkarspelen 2021-2040 is aangegeven dat Achtkarspelen een gemeente is met een sterk agrarisch karakter, maar ook met industriële accenten en een verscheidenheid aan dorpen. Er is veel ruimte in het gebied en het landschap straalt rust uit. De agrariërs zijn van oudsher beheerder van het landschap en hebben het buitengebied gevormd naar wat het nu is. De weidsheid van de Mieden enerzijds en de geborgenheid van het coulissenlandschap anderzijds geven de gemeente Achtkarspelen een unieke uitstraling. Achtkarspelen ligt in De Noardlike Fryske Wâlden, dat de status van Nationaal Landschap heeft.
In de visie is aangegeven dat de gemeente er voor zorgt dat de leefomgeving zodanig is ingericht dat het de gevolgen van klimaatverandering aan kan. Maar ook dat het verdere klimaatverandering zoveel mogelijk tegengaat. De gemeente stimuleert inwoners en bedrijven daar zelf ook mee aan de slag te gaan. De gemeente stimuleert voldoende waterberging en een groenere ruimte om hittestress tegen te gaan en CO2 te binden. Bovendien ondersteunt de gemeente een aangepast water- en bodembeheer om droogte tegen te gaan. De gemeente herstelt de biodiversiteit en versterkt deze waar mogelijk. Dat kan door bijvoorbeeld ecologisch bermen maaibeheer, of door het vervangen van tegels door groen. In het buitengebied stimuleert de gemeente natuurvriendelijk grondgebruik en -beheer door onze agrariërs, zodat ook daar de biodiversiteit – zowel bovengronds als ondergronds – herstelt. Waar agrariërs andere planologische mogelijkheden nodig hebben, denkt de gemeente met ze mee en faciliteert daar waar mogelijk.
In de visie geeft de gemeente aan dat zij niet alleen in de regio staat en niet alles alleen kan oplossen. Bovendien zijn veel opgaven regio-overstijgend en ligt besluitvorming niet altijd bij de gemeente. De gemeente zoekt daarom zo veel mogelijk de samenwerking in de regio. Daarmee willen de gemeente niet alleen zich zelf versterken, maar ook een bijdrage leveren aan een gezonde, veilige en vitale noordelijke topregio.
Toetsing aan het beleid
De kracht van het plangebied wordt onderkend in de gemeente met het benoemen van de weidsheid van de Mieden als unieke uitstraling. De gemeente zet in op bestaande omgevingskwaliteiten en zoekt de samenwerking op regionaal niveau. De beoogde ontwikkeling is niet in strijd met het gestelde in de Omgevingsvisie van de gemeente Achtkarspelen.
Op 2 januari 2013 is de structuurvisie Achtkarspelen vastgesteld. In deze visie is een koers uitgezet voor de thema's samenleving, wonen, werken, voorzieningen, toerisme en recreatie, mobiliteit en natuur, landschap en milieu. Per thema zijn doelstellingen opgesteld en uitgewerkt in concrete beleidsuitgangspunten. Over landschap, natuur en milieu is in de structuurvisie opgenomen dat Achtkarspelen de waarden op het gebied van landschap en natuur koestert, als een belangrijke basis voor de aantrekkingskracht van de gemeente. Natuur- en landschapswaarden zijn een belangrijke troef in de gemeente. Deze waarden moeten zoveel mogelijk behouden blijven en waar mogelijk worden versterkt. Dit is een ambitie van de gemeente die correspondeert met de uitgangspunten van het Nationaal Landschap. De gemeente legt hierbij de nadruk op een dynamische benadering. Ontwikkelingen kunnen juist een kans zijn om de landschapswaarden duurzaam te behouden en zelfs te versterken.
Het planvoornemen past binnen het gemeentelijk beleid dat wordt gesteld in de structuurvisie.
De kwaliteiten van het landschap geven de gemeente Achtkarspelen haar eigen bijzondere karakter en identiteit. De ‘Visie Ruimtelijke kwaliteit’ is opgesteld om antwoord te geven op de vraag hoe ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied kunnen plaatsvinden.
De gemeente vindt het landschap belangrijk. De landschappelijke diversiteit van besloten en openheid, fraaie doorzichten en cultuurhistorische relicten vormen de kwaliteit van dit landschap. De ambitie van de gemeente is het landschap mooi te houden en nog aantrekkelijker te maken. Dat gaat alleen niet vanzelf. Het buitengebied verandert immers voortdurend. De gemeente wil veranderingen niet op voorhand tegengaan. De insteek is: ‘een plan is een kans’. Ontwikkelingen bieden kansen voor landschapsbehoud en –versterking.
De landschappelijke kwaliteit is uitgangspunt voor de beoogde ontwikkeling. Hierdoor is het mogelijk het NNN te versterken en mogelijkheden te bieden voor agrarische ondernemers buiten het NNN.
Uit bovenstaande blijkt dat de beoogde provinciale ontwikkeling voldoet aan de verschillende beleidsaspecten die op gemeentelijk niveau aan de orde zijn.
Voor de ontwikkeling is het van belang dat in de nieuwe situatie sprake is van een goede omgevingssituatie. De ontwikkeling in het NNN waarop de percelen in dit wijzigingsplan betrekking hebben heeft reeds plaatsgevonden. Dit geldt ook voor de percelen in de IJzermieden en Buitenpostermieden buiten het NNN. Dit wijzigingsplan leidt niet tot een wijziging van de huidige situatie van het plangebied, maar vormt het planologisch kader van de beoogde ontwikkeling. Hierdoor zijn de omgevingsaspecten Bedrijven en milieuzonering, Geluid, Luchtkwaliteit en Externe veiligheid niet aan de orde voor de beoogde ontwikkeling. Deze worden om deze reden in dit hoofdstuk niet verder behandeld.
Toetsingskader
In de Erfgoedwet zijn archeologische resten beschermd. Wanneer de bodem wordt verstoord moeten archeologische resten intact blijven. Als dit niet mogelijk is, is opgraving een optie. Om inzicht te krijgen in de kans op het aantreffen van archeologische resten in bepaalde gebieden zijn op basis van historisch onderzoek archeologische verwachtingskaarten opgesteld.
FAMKE
Voor een globaal inzicht in mogelijke waarden heeft de provincie Friesland de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE) gepubliceerd. De FAMKE bestaat uit twee advieskaarten, één voor de periode steentijd-bronstijd (300.000 - 800 v Chr.), en één voor de periode ijzertijd - middeleeuwen (800 v Chr. - 1500 n Chr.).
Toetsing
Om te onderzoeken of sprake is van archeologische (verwachtings)waarden in het plangebied is de Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra (FAMKE) geraadpleegd. De FAMKE bestaat uit twee advieskaarten, voor de steentijd-bronstijd en de ijzertijd-middeleeuwen.
Voor de periode steentijd-bronstijd wordt voor een deel van het plangebied karterend onderzoek 2 (steentijd), omdat in deze gebieden zich op enige diepte archeologische lagen uit de steentijd kunnen bevinden, die zijn afgedekt door een veen- of kleidek. Mochten zich hier archeologisch resten bevinden, dan zijn deze waarschijnlijk goed van kwaliteit. De provincie beveelt daarom aan om bij ingrepen van meer dan 2.500 m² een karterend (boor)onderzoek uit te laten voeren. Voor het andere deel van het plangebied wordt voor de periode steentijd-bronstijd karterend onderzoek 3 geadviseerd. In deze gebieden kunnen zich op enige diepte archeologische lagen bevinden uit de steentijd, die zijn afgedekt door een veen- of kleidek. Mochten zich hier archeologisch resten bevinden, dan zijn deze waarschijnlijk goed van kwaliteit. De provincie beveelt daarom aan om bij ingrepen van meer dan 5.000 m² een karterend (boor)onderzoek uit te laten voeren.
Voor de periode ijzertijd - middeleeuwen wordt voor het deel van het plangebied dat is gelegen in de IJzermieden karterend onderzoek 1 (middeleeuwen) geadviseerd, omdat hier zich archeologische resten kunnen bevinden uit de periode ijzertijd - middeleeuwen. De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer dan 500 m² een karterend archeologisch onderzoek uit te laten voeren waarbij duidelijk wordt of er vindplaatsen in het plangebied aanwezig zijn.
Voor het grootste deel van het plangebied wordt karterend onderzoek 3 (middeleeuwen) geadviseerd, omdat hier zich archeologische resten kunnen bevinden uit de periode ijzertijd - middeleeuwen. Het gaat hier dan met name om vroeg en vol-middeleeuwse veenontginningen. Daarbij bestaat de kans dat er zich huisterpjes uit deze tijd in het plangebied bevinden. Ook de wat oudere boerderijen kunnen archeologische sporen of resten afdekken, hoewel de veengronden eromheen al afgegraven zijn. De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer 5.000 m² een historisch en karterend onderzoek te verrichten, waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan eventuele Romeinse sporen en/of vroeg-middeleeuwse ontginningen.
Conclusie
Om de beoogde ontwikkeling te realiseren vinden geen ingrepen in het plangebied plaats die bodemverstorend zijn. Hierdoor hoeft geen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd en staat het aspect archeologie de beoogde ontwikkeling niet in de weg.
Toetsingskader
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening gehouden te worden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijziging dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
Ten behoeve van ruimtelijke plannen dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, te worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd.
Toetsing
De gronden worden gebruikt voor natuur en landbouw wat geen bodemgevoelige functies zijn. Hierdoor hoeft geen bodemonderzoek te worden uitgevoerd.
Conclusie
Het aspect bodem staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg.
Toetsingskader
In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat in een ruimtelijk plan een beschrijving opgenomen moet worden van de manier waarop met de aanwezige cultuurhistorische waarden rekening is gehouden.
Toetsing
Het plangebied is gelegen in de Mieden, een gebied dat is gevormd in de voorlaatste ijstijd, toen gletsjerijs er een grote smeltwatergeul uitsleet. Pas vanaf de late middeleeuwen werd dit gebied vanuit de beeklopen ontgonnen. Vanaf die tijd zijn er huisplaatsen, kerkjes en kleine petgaten gekomen. Ook zijn er pingo's (ijswakken uit de ijstijden) in de Mieden gelegen op de flanken van de geul.
Het plangebied is gelegen in het veenweidegebied met laaggelegen, matig ontsloten veengronden die veelal als grasland in gebruik zijn. Het gebied is een open landschap met opstrekkende verkaveling. De kavels worden begrensd door sloten. Er is relatief weinig bewoning en het agrarisch gebruik is kleinschalig.
Ten behoeve van de ontwikkeling is de Cultuurhistorische kaart Fryslân geraadpleegd. Hieruit blijkt dat er geen cultuurhistorische elementen in het plangebied aanwezig zijn.
Conclusie
Door de beoogde ontwikkeling wordt de huidige situatie niet gewijzigd en worden geen ingrepen gedaan die van invloed zijn op het landschap. Het aspect cultuurhistorie staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg, maar wordt juist versterkt.
Toetsingskader
Met de Wet natuurbescherming (Wnb) zijn alle bepalingen met betrekking tot de bescherming van natuurgebieden en dier- en plantensoorten samengebracht in één wet. De Wnb implementeert diverse Europeesrechtelijke regelgeving, zoals de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de Nederlandse wetgeving.
Gebiedsbescherming
De Wnb kent diverse soorten natuurgebieden, te weten:
Natura-2000 gebieden
De Minister van Economische Zaken (EZ) wijst gebieden aan die deel uitmaken van het Europese netwerk van natuurgebieden: Natura 2000. Een dergelijk besluit bevat de instandhoudingsdoelstellingen voor de leefgebieden van vogelsoorten (Vogelrichtlijn) en de instandhoudingsdoelstellingen voor de natuurlijke habitats en habitats van soorten (Habitatrichtlijn).
De bescherming van deze gebieden heeft externe werking, zodat ook ingrepen die buiten deze gebieden plaatsvinden verstoring kunnen veroorzaken en moeten worden getoetst op het effect van de ingreep op soorten en habitats.
Natuurnetwerk Nederland (NNN)
Gebieden die deel uitmaken van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) worden aangewezen in de provinciale verordening. Voor dit soort gebieden geldt het 'nee, tenzij' principe, wat inhoudt dat binnen deze gebieden in beginsel geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogen plaatsvinden.
Soortenbescherming
In de Wnb wordt een onderscheid gemaakt tussen:
Toetsing
Gebiedsbescherming
Natura 2000-gebieden
Natura 2000 is een samenhangend netwerk van natuurgebieden in Europa. Natura 2000 bestaat uit gebieden die zijn aangewezen in het kader van de Europese Vogelrichtlijn (79/409/EEG) en gebieden die zijn aangemeld op grond van de Europese Habitatrichtlijn (92/43/EEG). Deze gebieden worden in Nederland op grond van de Wet natuurbescherming beschermd.
De dichtstbijzijnde Natura 2000-gebieden betreffen het Lauwersmeer en de Groote Wielen en liggen op respectievelijk circa 2,9 en 16,5 kilometer afstand van het plangebied. Deze Natura 2000-gebieden zijn niet stikstofgevoelig. Het dichtstbijzijnde stikstofgevoelige Natura 2000-gebied is de Alde Feanen en ligt op een afstand van circa 16,5 kilometer. Ondanks dat het planvoornemen buiten de grenzen van de Natura 2000-gebieden ligt, kan de ontwikkeling van het plangebied leiden tot een toename van stikstofdepositie in de Natura 2000-gebieden in de omgeving. In het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb) moet beoordeeld worden of het plan leidt tot een verslechtering van de kwaliteit van de beschermde habitats en de habitats van soorten binnen de Natura 2000-gebieden. Daarom is een stikstofberekening uitgevoerd om te onderzoeken of er significant negatieve effecten ontstaan door een toename van stikstofdepositie als gevolg van het voorgenomen plan. De resultaten zijn opgenomen in bijlage 1. Hieruit blijkt dat de stikstofdepositie niet hoger is dan afgerond 0,00 mol/ha/jaar en er derhalve geen relevant effect is.
Natuurnetwerk Nederland
Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) is de kern van het Nederlandse natuurbeleid. Het NNN is in provinciale structuurvisies uitgewerkt. In of in de directe nabijheid van het NNN geldt het 'nee, tenzij'-principe. In principe zijn er geen ontwikkelingen toegestaan als zij de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied aantasten.
Het plangebied is deels gelegen binnen en deels gelegen buiten het Natuurnetwerk Nederland. De beoogde ontwikkeling maakt deel uit van de ontwikkeling van het NNN in de gemeente Achtkarspelen. Om de ontwikkeling te realiseren vindt kavelruil plaats tussen gebieden grenzend aan het NNN en het NNN. Door de ontwikkeling wordt het NNN versterkt en in het gebied buiten het NNN worden geen wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN aangetast. Een deel van het plangebied dat buiten het NNN ligt is aangewezen als Natuur buiten NNN. Dit gebied krijgt door dit wijzigingsplan de agrarische bestemming, overeenkomstig met het huidige gebruik. Door het gebruik van deze gronden in verband met de kavelruil kan het NNN worden versterkt.
Soortenbescherming
De gronden die worden gewijzigd in een agrarische bestemming zijn reeds agrarisch in gebruik. Er vinden ten behoeve van de beoogde ontwikkeling geen werkzaamheden plaats die van invloed zijn op beschermde soorten in het plangebied.
Conclusie
Het aspect ecologie staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg.
Toetsingskader
Bij de uitvoering van ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met de aanwezigheid van elektriciteit- en communicatiekabels en nutsleidingen in de grond. Hier gelden beperkingen voor ingrepen in de bodem. Daarnaast zijn zones, bijvoorbeeld rondom hoogspanningsverbindingen, straalpaden en radarsystemen van belang. Deze vragen vaak om het beperken van gevoelige functies of van de hoogte van bouwwerken. Voor ruimtelijke plannen zijn alleen de hoofdleidingen van belang. Rond deze planologisch relevante leidingen dient rekening te worden gehouden met zones waarbinnen mogelijke beperkingen gelden (belemmeringenzones).
Toetsing
Binnen het plangebied zijn op een aantal percelen een aardgastransportleiding en een rioolpersleiding aanwezig. In het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen is ten aanzien van de aardgastransportleiding aangegeven dat er geen gebouwen mogen worden gebouwd. Tevens is aangegeven dat het zonder omgevingsvergunning niet is toegestaan om hoogopgaande en/of diepwortelende beplanting aan te brengen, het maaiveldniveau door bijvoorbeeld ontgronding of ophoging te wijzigen en grondroerende activiteiten te verrichten die anders zijn dan normaal spit- en ploegwerk. Ten aanzien van de rioolpersleiding aangegeven dat het zonder omgevingsvergunning niet is toegestaan om hoogopgaande en/of diepwortelende beplanting aan te brengen, het maaiveldniveau door bijvoorbeeld ontgronding of ophoging te wijzigen, grondbewerkingen zoals afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen uit te voeren, grondroerende activiteiten te verrichten die anders zijn dan normaal spit- en ploegwerk en het aanbrengen van gesloten verhardingen.
Conclusie
Er vinden geen werkzaamheden plaats in het plangebied waardoor het aspect kabels en leidingen de beoogde ontwikkeling niet in de weg staat.
Toetsingskader
De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijk planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheergebied van het Wetterskip Fryslân, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van het plan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europees:
Nationaal:
Provinciaal:
Gemeentelijk:
Waterschapsbeleid
Wetterskip Fryslân heeft het Waterbeheerprogramma 2022-2024 opgesteld. Daarin wordt aangegeven dat er wordt geïnvesteerd in het versterken van dijken, de aanleg van waterbergingsgebieden, het langer vasthouden van zoet water en de verbetering van de waterkwaliteit. Bovendien wordt gewerkt aan maatregelen om de effecten van klimaatverandering op te kunnen vangen. Dit programma is in samenwerking met de Provincie Fryslân opgesteld. De provincie is verantwoordelijk voor het Regionaal Waterprogramma 2022-2027 dat het kader is voor het waterbeheerprogramma.
Toetsing
De ontwikkeling is door middel van de watertoets kenbaar gemaakt bij Wetterskip Fryslân (zie bijlage 2). Hieruit blijkt dat de normale procedure van toepassing is. In feite is er geen waterschapsbelang, omdat er geen ingrepen in het plangebied plaatsvinden.
Huidige situatie
Algemeen
In de bestaande situatie bestaat het plangebied gronden die agrarisch in gebruik zijn en als natuur.
Bodem en grondwater
Het aardkundig landschap is een woudontginningsgebied. Voor de Geomorfologie is de Cultuurhistorische Kaart Fryslân geraadpleegd. Hier is aangegeven dat het plangebied het type ontgonnen veenvlakte en kweldervlakte is. Onder andere het NNN-gebied van het plangebied bestaat uit ontgonnen veenvlakte.
Waterkwantiteit
De afwatering van de percelen in het plangebied vindt plaats door middel van sloten. Het beheer van de gronden van Reahel in het NNN wordt uitgevoerd door Staatsbosbeheer.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Het plangebied is deels gelegen binnen het Natuurnetwerk Nederland en deels vlakbij het Natuurnetwerk Nederland.
Veiligheid en waterkeringen
Het plangebied bevindt zich niet in de kernzone van een waterkering.
Afvalwaterketen en riolering
In het plangebied ligt geen gemeentelijk rioleringssysteem. Wel is een rioolpersleiding gelegen in het plangebied.
Toekomstige situatie
Algemeen
Het voornemen is om het deel van het plangebied met de agrarische bestemming te wijzigen in de natuurbestemming en het deel met de natuurbestemming te wijzigen in de agrarische bestemming. De gronden die met dit plan de natuurbestemming krijgen zijn gelegen in het gebied Reahel dat onderdeel uitmaakt van het Natuur Netwerk Nederland. De feitelijke situatie zal niet worden gewijzigd met dit wijzigingsplan.
Waterkwantiteit
In de watertoets wordt met betrekking tot toename van verharding verzocht de volgende passage over het onderdeel toename verharding in de waterparagraaf op te nemen:
Door ruimtelijke ontwikkelingen neemt de hoeveelheid verhard oppervlak toe met als gevolg een versnelde afvoer van hemelwater. Het is nodig om deze versnelde afvoer te compenseren om de waterberging in een gebied in stand te houden. Dit geldt ook voor toevoegen van oppervlakteverharding die wel past binnen het bestemmingsplan, maar waarvan de grond al meer dan vijf jaar braak ligt en waar in het verleden niet voor gecompenseerd is.
Het is niet toegestaan zonder watervergunning neerslag versneld tot afvoer te laten komen indien daarbij meer dan 200 m2 onverharde grond in stedelijk gebied en 1500 m2 in landelijk gebied wordt bebouwd of verhard. Er geldt een vrijstelling van de vergunningsplicht wanneer wordt voldaan aan de compensatieregels genoemd in dit wateradvies. De meest voorkomende manier van compenseren is het graven van extra oppervlaktewater. Bij het graven van extra oppervlaktewater hanteren wij de volgende compensatienorm:
Uiteraard is het toepassen van alternatieve maatregelen in het plan ook mogelijk. Afhankelijk van de maatregel kunnen andere normen gelden dan hier vermeld. Zie de ‘Leidraad watertoets’ voor meer informatie over compenserende maatregelen of neem contact op met ons. Indien er niet wordt gecompenseerd door extra oppervlaktewater te graven waarbij bovenstaande percentages worden gehanteerd of indien er geen overeenstemming plaatsvindt in de watertoetsprocedure over alternatieve maatregelen dan dient een watervergunning bij het waterschap te worden gevraagd. Bekijk ook de ‘Leidraad Watertoets’ voor meer informatie over maatregelen die je kunt treffen om te compenseren. en de nieuw uit te graven watergang Als je niet compenseert dan moet je een watervergunning aanvragen voor het snel afvoeren van regenwater.
Er vinden geen ingrepen plaats in het plangebied waardoor er geen watercompensatie hoeft plaats te vinden.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem is het van belang om duurzame, niet-uitloogbare materialen te gebruiken. Gezien het feit dat er niet wordt gebouwd is dit niet van toepassing in het plangebied.
Veiligheid en waterkeringen
Het plangebied bevindt zich niet in de beschermingszone van een waterkering.
Afvalwaterketen en riolering
Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
Het hemelwater wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater.
Conclusie
De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse. Vanuit het aspect water is er geen belemmering voor de ontwikkeling in het plangebied.
Het wijzigingsplan is opgesteld op basis van het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen. Het wijzigingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels.
Het wijzigingsplan NNN - Achtkarspelen Zuid gaat vergezeld van een verbeelding. Na onherroepelijk worden van het wijzigingsplan maakt de verbeelding deel uit van het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen. Op de verbeelding is het plangebied met de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - Open gebied', 'Natuur' en de dubbelbestemmingen 'Leiding - Gas' en 'Leiding - Riool' weergegeven. Daarnaast zijn de gebiedsaanduidingen 'overige zone - Weidevogelleefgebied', de functieaanduiding 'houtsingel' en de figuren 'hartlijn leiding - gas' en 'hartlijn leiding - riool' opgenomen.
In de regels is alleen de relatie met het moederplan vastgelegd via een verwijzing naar de regels uit dat moederplan. In het plangebied zijn de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - Open gebied', 'Natuur' en de dubbelbestemmingen 'Leiding - Gas' en 'Leiding - Riool' van toepassing. De aanduidingen zijn opgenomen in de verwijzingen naar het moederplan in Hoofdstuk 3 Algemene regels.
Wettelijk bestaat de verplichting inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt naar maatschappelijke- en economische uitvoerbaarheid.
Inspraak, overleg en ontwerp
In artikel 3.1.1 Bro is bepaald dat overleg gepleegd moet worden met besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
De basis van dit wijzigingsplan is gelegen in het plan 'De Mieden op zijn mooist', wat heeft geleid tot een uitvoeringsplan om het Natuurnetwerk Nederland te realiseren. Dit wijzigingsplan is opgesteld ter bekrachtiging van de uitvoering. Bij de totstandkoming van het uitvoeringsplan voor 'De Mieden op zijn mooist' zijn de overlegpartners betrokken. Bovendien is voor de afstemming in het kader van dit wijzigingsplan afstemming geweest tussen de gemeente en de provincie. Het wijzigingsplan wordt direct als ontwerp zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze zes weken wordt eenieder in de gelegenheid gesteld zijn/haar zienswijzen tegen het ontwerpwijzigingsplan kenbaar te maken.
Vaststelling
Het wijzigingsplan wordt vervolgens, eventueel gewijzigd, vastgesteld. Het besluit tot vaststelling wordt gepubliceerd en het wijzigingsplan ligt zes weken ter inzage. Tijdens die periode bestaat de mogelijkheid beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in te dienen tegen het besluit en het plan.
Voor de uitvoerbaarheid van dit plan is het van belang te weten of het economisch uitvoerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de exploitatie van de plannen (financiële haalbaarheid) en anderzijds door de wijze van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie).
Financiële haalbaarheid
Dit bestemmingsplan heeft betrekking op provinciaal initiatief waarmee de gemeente geen directe financiële bemoeienis heeft. De uitvoeringskosten worden gedragen door de Provincie. Eventuele planschade komt voor rekening van de initiatiefnemer.
Hiermee is de economische haalbaarheid voldoende gewaarborgd en uitvoerbaar geacht.
Grondexploitatie
Bij bestemmingsplannen die bouwplannen mogelijk maken, is de grondexploitatieregeling uit de Wet ruimtelijke ordening van toepassing. Via dit wijzigingsplan wordt geen bouwplan, zoals genoemd in het Besluit ruimtelijke ordening, mogelijk gemaakt. Bij dit wijzigingsplan is de vaststelling van een exploitatieplan niet nodig.