direct naar inhoud van Artikel 26 Water - Waterkering
Plan: Doarpen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0058.BPDRP2009-OH01

Artikel 26 Water - Waterkering

 

26. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Water - Waterkering’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    werken ten behoeve van de waterkering- en geleiding;

met daaraan ondergeschikt:

b.    gebouwen ten behoeve van:

1.    horeca categorie 1 en 2;

2.    een bedrijfswoning;

ter plaatse van de aanduiding “horeca”;

3.    opslag ten behoeve van de jachthaven, ter plaatse van de aanduiding “opslag”;

c.    groenvoorzieningen;

d.    agrarische cultuurgrond;

e.    wegen en paden;

f.     sloten, bermen en beplanting;

met de daarbijbehorende:

g.    nutsvoorzieningen;

h.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder een sluis, ter plaatse van de aanduiding “sluis”.

26. 2.    Bouwregels

26. 2. 1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

a.    de gebouwen dienen uitsluitend te worden gebouwd ter plaatse van de aanduidingen “horeca” en “opslag”;

b.    er mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd, met dien verstande dat de bedrijfswoning uitsluitend mag worden gebouwd te plaatse van de aanduiding “horeca”;

c.    indien de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” is aangegeven, mag de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste de in de aanduiding aangegeven bouwhoogte bedragen;

d.    indien de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” is aangegeven, mag de goot- en bouwhoogte van een gebouw ten hoogste de in de aanduiding aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen.

26. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.

26. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    een goede waterkering- en geleiding;

b.    een goede waterhuishouding;

c.    de verkeersveiligheid;

d.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

 

26. 4.    Aanlegvergunning

26. 4. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

a.    het ophogen en/of afgraven van gronden;

b.    het aanbrengen van beplanting.

26. 4. 2. Het bepaalde in artikel 26 lid 26. 4. 1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

26. 4. 3. De in artikel 26 lid 26. 4. 1 bedoelde vergunning wordt uitsluitend verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterkerende functie van de dijk.