direct naar inhoud van Artikel 15 Natuur
Plan: Doarpen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0058.BPDRP2009-OH01

Artikel 15 Natuur

 

15. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    het behoud, herstel en ontwikkeling van de in de toelichting omschreven natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarden;

b.    overgangsgebied naar de bestemming “Recreatie - Dagrecreatie”, teneinde de invloed van dagrecreatieve activiteiten binnen het natuurgebied zoveel mogelijk te beperken,

c.    ontsluitingspad;

d.    riet- en oeverlanden;

e.    water;

met de daarbijbehorende:

f.     bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

15. 2.    Bouwregels

15. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

15. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

-       de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2,00 m bedragen.

15. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    de natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarden;

b.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

15. 4.    Aanlegvergunning

15. 4. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

a.    werken en werkzaamheden ten behoeve van het in cultuur brengen van niet-cultuurgronden;

b.    het graven, verdiepen, uitbaggeren, dempen of verbreden van sloten, vaarten en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen;

c.    het aanbrengen van oevervoorzieningen;

d.    het aanleggen van fietspaden.

15. 4. 2. Het bepaalde in artikel 15 lid 15. 4. 1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

15. 4. 3. De in artikel 15 lid 15. 4. 1 bedoelde vergunning wordt uitsluitend verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarden van de gronden.