Figuur 2: luchtfoto 2013.
Op de bovenstaande luchtfoto uit 2013 (figuur 2) valt in de eerste plaats op dat de sloot ten zuiden van het loonbedrijf echter niet op de vaart aansluit. In de tweede plaats valt op dat de twee monumentale boerderijen aan de noordzijde van Morra met de achterzijde naar de vaart en de parallel daaraan gelegen weg zijn gericht en ook op enige afstand daarvan zijn gesitueerd. Het zijn beide grote complexen met grachten, erfbeplanting en nieuwe bijgebouwen. Het huidige oppervlakte van het loonbedrijf is kleiner dan die van de twee beschreven bedrijven. Wat vervolgens ook opvalt, is dat er als het ware een schil van bebouwing en beplanting is aan de westzijde van de vaart, met steeds doorzichten op het open gebied daar achter. Zo’n open ruimte bevindt zich ook aan de noordzijde van het loonbedrijf, ooit de locatie van een boerderij. In tegenstelling tot die twee grote erven, die zich op enige afstand van de weg bevinden, liggen er twee erven aan de oostzijde van Morra juist aan de ringweg en staat ook het loonbedrijf aan de vaart en de ringweg. Het aanzicht op het terpdorp vanaf de N361 en de Hearrewei gezien, is ongeveer één derde van de terp. Het aanzicht van de zuidzijde van het terrein van het loonbedrijf is in dit kader een belangrijke zijde. Over de vaart liggen diverse bruggen. Er is ook een brug over de vaart naar het loonbedrijf. In verband met de ondiepte van deze vaart en de hoogte van de bruggen is er alleen te kanoën. Langs de weg parallel aan de vaart staan bomen (essen) in de berm van de vaart.
![](i_NL.IMRO.0058.BPBG2014P1-VG01_afbeelding8.jpg)
Figuur 3. Luchtfoto Google Earth
Op de bovenstaande luchtfoto van Google Earth valt op hoe groen de randen van de erven en de sportvelden zijn buiten de terp, aangevuld met de bomen langs de ringweg en de vaart. Alleen de achterzijde van het loonbedrijf kent geen beplanting.
Het loonbedrijf
Komende vanaf het hoogste punt van de terp, over de Tsjerkestrjitte, richting het loonbedrijf, is pas vlakbij de Achterweg vrij uitzicht mogelijk op het open landschap, omdat het bedrijf met de beplanting het uitzicht ontneemt (zie figuur 4). De vraag is, waarom dit zo is.
Figuur 4.
Het bedrijf wordt anno 2014 aan drie zijden met een stevige groensingel afgeschermd. Doordat er geen woning op het perceel is gebouwd, is de vaartzijde ook ingeplant met een houtsingel. Dat er zich binnen deze singel nog een tuin bevindt met een kas en een ruim parkeerterrein voor auto’s van het personeel, is daardoor nagenoeg onzichtbaar vanuit het dorp gezien. In de winter verhult de singel aan de zuidzijde echter niet de buitenstalling van materieel en de diverse witte toegangsdeuren van de zuidelijke loods. Door de brug over de vaart te verbreden en van scheven hoeken te voorzien, werd het mogelijk om alle vervoersbewegingen van het grote materieel vanaf het zuiden uit te voeren.
In de huidige situatie zijn er twee onderdelen op het erf die om aandacht vragen: de zichtbaarheid van de buitenopslag aan de zuid- en westzijde en de witte toegangsdeuren aan de zuidzijde én (als tweede) het gemis van een bedrijfswoning aan de oostzijde, want hierdoor lijkt het terrein op een bedrijfsterrein met een groot hek bij de brug en niet op een veel beter passender patroon van een boerenerf waar aan één zijde ook wordt gewoond. Logischerwijs zou dan ook de groensingel aan de vaartzijde deels zijn doorbroken, zodat men vanuit de woning op het dorp kan kijken; en andersom op de woning.
Advies
Zoals beschreven in de voorgaande beschrijving van het dorp Morra, vormt in ruimtelijke zin de locatie van het loonbedrijf geen dissonant. Ook niet als dit bedrijf wordt uitgebreid, omdat de maat binnen die van de twee grote erven aan de noordzijde van het dorp blijft. Geadviseerd wordt om in de bestemmingsplanwijziging een bedrijfswoning aan de oostzijde van het terrein op te nemen. Dit wil niet zeggen dat er ook een woning op korte termijn noodzakelijk is, maar als die wens er wel komt, dan kan het.
In de sessie van de Nije Pleats zijn de volgende randvoorwaarden geformuleerd bij het verruimen van het terrein ten behoeve van de nieuwbouw van een werktuigenloods.
- De uitbreidingsrichting naar het noorden is uitgesloten, in verband met archeologische waarden;
- De nieuwbouw moet op ten minste 50 meter vanaf de woningen in de omgeving komen te staan, wil men extra geluid beperkende maatregelen willen vermijden, die ook weer financiële consequenties hebben. Deze afstand komt ongeveer neer op dezelfde voorgevelrooilijn van de twee bestaande parallel geplaatste loodsen. Er is afgesproken dat een meter of iets meer naar het oosten echter geen probleem is. De 50 meter is echter een harde grens;
- Door de bouw van een ruime werktuigenberging op het zuiden wordt het zicht op de opslag, de stalling van groot materieel en de witte toegangsdeuren ontnomen. Dat is een positief effect van de nieuwbouw;
- Het zicht op het open landschap vanuit de Tsjerkestrjitte, de Achterweg en de woningen aan de Achterweg moet zoveel als mogelijk behouden blijven. Uit de randvoorwaarden van de punten 2 en 4 is de getrapte oppervlakte van het nieuwe terrein ontstaan. Voortkomend uit de randvoorwaarde 4 is de afstand tussen de bestaande loodsen en de nieuwe open werktuigenberging op 18 meter gezet;
- Het terrein wordt in principe geheel door een houtsingel omgeven. Als uitzondering is een doorzicht vanuit de verkeersruimte op het open landschap toegestaan in de singel aan de westzijde. Als er een woning wordt gebouwd geldt dit ook voor de oostzijde. De houtsingel is vijf meter breed. Tussen de nieuwe houtsingel en de nieuwe werktuigenberging blijft vijf meter open. Zo wordt er in totaal een zone van 10 meter gereserveerd voor de landschappelijke inpassing. Het behoud van het eerste deel van de houtsingel op het zuiden wordt van het grootste belang geacht, omdat zo de nieuwbouw de komende jaren niet geheel vrij in het zicht komt te staan. In de houtsingel staan nu voornamelijk streekeigen soorten zoals essen, elzen en meidoorn. In de nieuwe singel zou hier weer op kunnen worden doorgegaan, eventueel met esdoorn en veldesdoorn aangevuld;
- Als begrenzing van de uitbreiding van het terrein wordt een sloot geadviseerd;
- Als gevolg van de grote maat van de nieuwbouw met hoge goten en een lage nok, zijn gedekte kleuren noodzakelijk, ook voor de windveren. De hoge wand aan de zuidzijde vraagt om een zorgvuldige geleding in de vormgeving daarvan;
- Voor een eventuele uitbreiding in de verdere toekomst is tijdens de werksessie aangegeven dat de uitbreidingsrichting in westelijke richting is en dat daarvoor dus grond van de kerk zal moeten worden aangekocht, om ruimtelijk landschappelijk een verdere groei van het bedrijf in te kunnen passen.
![](i_NL.IMRO.0058.BPBG2014P1-VG01_afbeelding10.jpg)
Figuur 5.
Ten tijde van het advies de Nije Pleats is er nog geen definitief standpunt ingenomen betreffende de ontsluiting van het bedrijf. Naderhand is besloten om het bedrijf te ontsluiten op de Hearrewei. Dit betekent dat de houtsingel aan de noordzijde deels wordt onderbroken voor een in- en uitrit ten behoeve van een nieuw aan te leggen weg, die het bedrijf verbindt met de Hearrewei.