Plan: | Bûtengebiet Dongeradeel, herziening 2015 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0058.141003-VG01 |
Op 27 juni 2013 heeft de raad van de gemeente Dongeradeel het nieuwe bestemmingsplan Bûtengebiet Dongeradeel vastgesteld Tegen het bestemmingsplan zijn drie beroepschriften ingediend. De uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van 16 juli 2014 heeft geleid tot enkele noodzakelijke aanpassingen die in een apart reparatieplan zijn hersteld. (Bestemmingsplan Bûtengebiet, reparatieplan 2014, vastgesteld 18 december 2014).
Gebleken is dat het bestemmingsplan op onderdelen nog wat verduidelijking behoeft en dat er enkele omissies in het plan aanwezig zijn. Ook zijn er in de afgelopen periode enkele afwijkingen verleend, waarvoor een aanpassing op de verbeelding wenselijk is. Al deze aspecten zijn opgenomen in deze herziening 2015. Middels dit eerste zogenaamde 'veegplan' worden alle benodigde wijzigingen en aanpassingen die in de afgelopen periode bekend zijn geworden en waarover een besluit is genomen in één keer vastgesteld als eerste herziening van het bestemmingsplan Bûtengebiet Dongeradeel.
De benodigde aanpassingen betreffen:
Toelichting:
Op basis van de keur van Wetterskip Fryslân is het onder meer verboden zonder watervergunning van het bestuur neerslag versneld tot afvoer te laten komen indien daarbij meer dan 1.500 m² onverharde grond wordt bebouwd of verhard in het buitengebied.
Regels:
In de regels gaat het om de volgende aanpassingen:
Daar waar op de verbeelding aanpassingen zijn aangebracht ten behoeve waarvan bestemmingen zijn opgenomen, moeten in de regels bestemmingsregels aan die bestemmingsvlakken worden gekoppeld. In de regels zijn om die reden alle bestemmingen opgenomen, die ook op de verbeelding bij deze herziening voorkomen. Voor de betreffende bestemmingsregels wordt vervolgens verwezen naar de regels van het bestemmingsplan Bûtengebiet Dongeradeel, omdat die onveranderd ook voor deze percelen van toepassing zijn en blijven.
Verbeelding
Voor de verbeelding geldt dat de molenbiotopen zijn nagekeken op grond van aangeleverde informatie. Daarbij is gebleken dat de doorsnee van de molenbiotopen in het geldende bestemmingsplan zijn vastgelegd op 500 m, terwijl dit 400 m moet zijn. De molenbiotopen zijn hierop aangepast.
Verder is er de afgelopen periode meegewerkt aan ontwikkelingen die nu kunnen worden opgenomen in deze eerste herziening. Het gaat daarbij om de volgende locaties:
Bij een nieuwe ontwikkeling, een uitbreidingsplan, of het plaatsen van een nieuw gebouw of bouwwerk, dient een inpassingsplan te worden gemaakt als een regeling in dit bestemmingsplan daartoe verplicht. Bijlage 4 van de regels van het bestemmingsplan Bûtengebiet Dongeradeel geeft daartoe de toepassing, het doel en de inhoud van een inpassingsplan weer. Ook gaat de bijlage in op de aspecten 'realisering inpassingsplan' en 'toetsing inpassingsplan'.
In het kader van deze herziening wordt het inpassingsplan verder verduidelijkt. Voor het lichtplan zijn uitwerkte regels (zie 2.3 regels lichthinder) opgesteld en voor andere inpassingsaspecten wordt verwezen naar het op te stellen Inspiratiedocument Buitengebied Dongeradeel.
In het Inspiratiedocument Buitengebied Dongeradeel worden handreikingen gegeven voor een goede inpassing aan de hand van voorbeelden in woord en beeld (schetsen en foto's).
In het bestemmingsplan Bûtengebiet Dongeradeel is een "vrijwaringszone - molenbiotoop" opgenomen. De molenbeschermingszone is opgenomen rond molens die als zodanig in bedrijf zijn (ook ten behoeve van een recreatieve functie). Het betreft een zone die ervoor zorgt dat een optimale windvang voor de molen aanwezig blijft. Dit houdt in dat er eisen worden gesteld aan de hoogte van bouwwerken en beplanting.
De op de verbeelding weergegeven vrijwaringszones hebben een straal van 400 meter. De eerste 100 meter dient vrij te blijven van bebouwing en opgaande beplanting. In de zone van 100 tot 400 meter mag niet hoger worden gebouwd dan de hoogte van de stelling vermeerderd met een dertigste van de afstand tussen het bouwwerk en de molen.
Hierna is een overzicht gegeven van de stellinghoogtes. In het geval van een grondzeiler is de stellinghoogte het maaiveld.
molen | vlucht (in meters) | stellinghoogte (in meters) | askophoogte (in meters) | |
1 | Anjum De Eendracht | 22,10 | 9 | 20,05 |
2 | Dokkum De Hoop | 22,30 | 7,4 | 18,55 |
3 | Dokkum Zeldenrust | 22 | 8,8 | 19,8 |
4 | Dokkum Marmeermin | 15 (wordt verplaatst naar Damwoude) | ||
5 | Ezumazijl De Gans | 10,6 | gondzeiler | 5,3 |
6 | Hantum Hantumermolen | 22 | grondzeiler | 11 |
7 | Holwerd De Hoop | 23,65 | 6,3 | 18, 125 |
8 | Holwerd Miedenmolen | 20,80 | grondzeiler | 10,40 |
9 | Metslawier Roptamolen | 20,95 | 5,8 | 16,275 |
10 | Peasens De Hond | 19 | 5,9 | 15,14 |
Bij een nieuwe ontwikkeling, een uitbreidingsplan, of het plaatsen van een nieuw gebouw of bouwwerk, dient een inpassingsplan te worden gemaakt als een regeling in dit bestemmingsplan daartoe verplicht. Bijlage 4 van de regels van het bestemmingsplan Bûtengebiet Dongeradeel geeft daartoe de toepassing, het doel en de inhoud van een inpassingsplan weer. Ook gaat de bijlage in op de aspecten 'realisering inpassingsplan' en 'toetsing inpassingsplan'. Deze bijlage wordt middels deze herziening aangevuld met regels welke van toepassing zijn op het aspect 'lichthinder'.
In de bijlage staat nu het volgende: "Een lichtplan waaruit blijkt dat lichthinder / lichtvervuiling wordt beperkt maakt onderdeel uit van het inpassingsplan." Dit wordt aangevuld met de volgende regels:
Middels dit eerste zogenaamde 'veegplan' worden alle benodigde wijzigingen die in de afgelopen periode bekend zijn geworden en waarover een besluit is genomen in één keer vastgesteld als eerste herziening van het bestemmingsplan Bûtengebiet Dongeradeel. Het aantonen van de economische uitvoerbaarheid van het plan door middel van een cijfermatige opzet, is voor dit bestemmingsplan niet aan de orde. Deze herziening is daarmee economisch uitvoerbaar.
Het voorontwerpbestemmingsplan is niet in de inspraak gebracht, omdat het om ondergeschikte aanpassingen gaat van het recent vastgestelde bestemmingsplan Bûtengebiet. Het tervisieleggen van het ontwerp is daarvoor voldoende geacht.
Wel is in het kader van het vooroverleg het plan voorgelegd aan de provincie en het Wetterskip. Van de provincie is geen reactie ontvangen. Het Wetterskip heeft gevraagd om een passage over watercompensatie op te nemen, omdat de regels voor watercompensatie zijn gewijzigd. Deze passage is in de toelichting op het plan opgenomen.
De tervisielegging van het ontwerp heeft geen zienswijzen opgeleverd. De gemeenteraad heeft vervolgens op 31 maart 2016 het bestemmingsplan vastgesteld.
Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten voor bijvoorbeeld bouw- en woonrijp maken en hebben zij sturingsmogelijkheden, omdat in het geval van grondexploitatie door derden diverse eisen en regels gesteld kunnen worden. Indien er sprake is van bepaalde bouwplannen, dient de gemeente hiervoor een exploitatieplan op te stellen, tenzij voornoemde kosten 'anderszins verzekerd' zijn, bijvoorbeeld door overeenkomsten of eigen gronduitgifte, en het stellen van eisen met betrekking tot kwaliteit en fasering niet noodzakelijk wordt geacht. Een combinatie van een exploitatieplan en overeenkomsten is ook mogelijk.
De onderhavige herziening heeft een conserverend karakter, waarbij de bestaande situatie als uitgangspunt geldt en met inachtneming van de actuele bouw- en gebruiksregels wordt vastgelegd. In het plangebied worden slechts beperkte bouwmogelijkheden geboden, welke kunnen worden aangemerkt als aangewezen bouwplan zoals bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. Het betreft particulier initiatieven, waaraan in de meeste gevallen geen kosten voor de gemeente zijn verbonden, afgezien van kosten van het ambtelijk apparaat voor de begeleiding en toetsing van aanvragen. Deze kosten worden in voorkomend geval door middel van leges gedekt.
Ten aanzien van de door dit bestemmingsplan nieuw mogelijk gemaakte bouwplannen is in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening vanaf 1 november 2010 een regeling opgenomen, waardoor bij relatief beperkte bouwmogelijkheden kan worden afgeweken van de plicht om een exploitatieplan vast te stellen. In uitzonderingsgevallen is het mogelijk om als gemeenteraad af te zien van het vaststellen van een exploitatieplan, indien de te verhalen kosten niet in verhouding staan tot de kosten verbonden aan het maken van een exploitatieplan. Het gaat dan om situaties waarbij de verhaalbare kosten lager zijn dan € 10.000,-, er geen fysieke werken als kostenpost worden opgevoerd maar alleen apparaatskosten of waarbij de verhaalbare kosten alleen betrekking hebben op aansluiting op de openbare ruimte of aansluiting op nutsvoorzieningen (artikel 6.2.1a Bro). Gezien de inhoud van deze herziening, zal de gemeenteraad bij vaststelling van het bestemmingsplan kunnen besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen.