Plan: | Friesestraatweg 7, Grijpskerk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0056.WPBG16HERS1-VA01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het wijzigingsplan Friesestraatweg 7, Grijpskerk met identificatienummer NL.IMRO.0056.WPBG16HERS1-VA01 van de gemeente Zuidhorn.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
De regels die deel uitmaken van het bestemmingsplan 'Buitengebied Zuidhorn', zoals vervat in de bestandenset met planidentificatie: NL.IMRO.0056.BPBG09BEHE1-VA01 met de bijbehorende regels (en bijlagen) zijn onverkort van toepassing op dit wijzigingsplan.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde - geen windturbines zijnde - en andere-werken.
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 43.1 van toepassing.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 2.2.2 onder a en b en toestaan dat kuilvoerplaten en/of sleufsilo's worden gebouwd, mits:
Bij toepassing van de ontheffingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 41.2 Afwegingskader ontheffing.
Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 43.1 van toepassing.
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de voor Agrarisch aangewezen gronden ten behoeve van een (kleinschalig) kampeerterrein.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 2.5.1 ten behoeve van een kleinschalig kampeerterrein, indien en voor zover de gronden grenzen aan de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', 'Agrarisch - Fruitteelt', 'Agrarisch - Kwekerij', 'Agrarisch - Paardenhouderij', 'Wonen' of een manege bestemming en op die gronden een kleinschalig kampeerterrein niet op een logische, landschappelijk verantwoorde manier kan worden ingepast en dit in de bestemming 'Agrarisch' wel het geval is, met dien verstande dat:
Bij toepassing van de ontheffingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 41.2 Afwegingskader ontheffing.
Voor een besluit tot ontheffing geldt de in 43.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in Bijlage 1 Tabel aanlegvergunningen genoemde werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, indien en voor zover bij de bestemming 'Agrarisch' en de betreffende werken of werkzaamheden een "A" is vermeld.
Het in 3.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die het normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden betreffen.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 42.2 Afwegingskader wijziging.
Voor een besluit tot wijziging geldt de procedure als genoemd in artikel 3.9a lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening.
De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf, met uitzondering van een boom- en/of sierkwekerijof fruitteeltbedrijf, met de daarbijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen, erven en agrarische gronden, met dien verstande dat:
Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat uitsluitend bouwwerken mogen worden opgericht ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing en van een kleinschalig kampeerterrein ten behoeve van:
Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 43.1 van toepassing.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:
welke noodzaak in elk geval niet aanwezig wordt geacht indien het bedrijf binnen 5 minuten (obstakelvrij) met de auto vanuit een kern bereikbaar is;
Bij toepassing van de ontheffingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 41.2 Afwegingskader ontheffing.
Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 43.1 van toepassing.
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:
Bij toepassing van de ontheffingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 41.2 Afwegingskader ontheffing.
Voor een besluit tot ontheffing geldt de in 43.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in Bijlage 1 Tabel aanlegvergunningen genoemde werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, indien en voor zover bij de bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf en de betreffende werken of werkzaamheden een "A" is vermeld.
Het in 3.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen.
Burgemeester en wethouders kunnen:
Toepassing van de in 3.8.1 onder a genoemde bevoegdheid vindt plaats met in achtneming van de volgende voorwaarden:
Toepassing van de in 3.8.1onder c, d en e genoemde bevoegdheden vindt plaats met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 42.2 Afwegingskader wijziging.
Voor een besluit tot wijziging geldt de procedure als genoemd in artikel 3.9a lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het wijzigingsplan
Friesestraatweg 7, Grijpskerk
van de gemeente Zuidhorn .
Behorende bij het besluit van 6 december 2016.