Plan: | Noordhorn - Bedrijventerrein Mokkenburg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0056.BPMO12BEHE1-VA01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Noordhorn - Bedrijventerrein Mokkenburg met identificatienummer NL.IMRO.0056.BPMO12BEHE1-VA01 van de gemeente Zuidhorn;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
de uitoefening van een beroep of het bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, consumentverzorgend, ambachtelijk of hieraan gelijk te stellen gebied dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen kan worden uitgeoefend, waarbij tevens de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijf en waaronder in ieder geval niet wordt begrepen prostitutie en detailhandel slechts voor zover dit direct verband houdt met het aan-verbonden-beroep of bedrijf. Een voorbeeldlijst is opgenomen in bijlage 2 Voorbeeldlijst Aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een locatie waar de consument uitsluitend via internethandel bestelde goederen kan afhalen of retourneren, waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop en/of overige activiteiten;
een tijdelijke zelfstandige woonruimte in (een deel van) een gebouw binnen of buiten een bouwvlak, waarin een tweede huishouden kan worden gevestigd uit het oogpunt van mantelzorg, welke tijdelijke woonruimte qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met het woonhuis en gelegen is binnen een bestemming die wonen mogelijk maakt. Bedrijfsgebouwen of andere gebouwen die niet ten dienste staan van een woonfunctie zijn hier niet onder begrepen;
een bedrijf dat gericht is op het op- en overslaan, alsmede het be- en verwerken van afval;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een woning op een bouwperceel met een bedrijfsbestemming die wordt bewoond door de eigenaren of huurders, tevens gebruikers van de bedrijfsbebouwing die op hetzelfde bouwperceel aanwezig is. Hierbij geldt dat de bedrijfsbebouwing structureel voor bedrijfsmatige activiteiten gebruikt moet worden. Aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven worden niet tot deze activiteiten gerekend;
een object waarvoor volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar volgens de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een gebouw gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, uitstallen, verkopen en/of leveren van goederen aan personen. Tot detailhandel wordt niet gerekend het te koop aanbieden, uitstallen, verkopen en/of leveren van goederen aan bedrijven of personen die die goederen gebruiken bij de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
een bedrijf of instelling die diensten verleend op het gebied van administratie, advies, financiën, informatietechnologie, bemiddeling, juridische zaken, (lichaams)verzorging, ontwerptechniek, medische zorg, therapie of daaraan gelijk te stellen terrein. Hiertoe worden in ieder geval gerekend: uitzend- en/of detacheringsbedrijven en uitleen- en/of verhuurbedrijven in kleinschalige roerende goederen, zoals video- of bibliotheken. Seksinrichtingen, uitleen- en verhuurbedrijven in grootschalige roerende goederen, zoals transportmiddelen, machines of werktuigen en reparatie- en herstelbedrijven, zoals een garagebedrijf, worden in ieder geval niet gezien als dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling;
de bouwlaag op de begane grond;
een al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan, dat direct ligt bij een gebouw en geheel of gedeeltelijk is ingericht voor het gebruik van dit gebouw, waarbij geldt dat deze inrichting niet in strijd is met het bestemmingsplan;
een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een gebouw;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de mogelijkheden om gronden en bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming te gebruiken;
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke spoorwegverkeer op een bepaald spoorweggedeelte of een combinatie van spoorweggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
gebouwen bedoeld voor bewoning, andere geluidsgevoelige objecten of terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een inrichting waarbij volgens de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
gebouwen, geheel of gedeeltelijk bestemd of in gebruik voor:
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een tent, een vouwwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
een afdekking die een hoek met het horizontale vlak maakt van minimaal 5 graden;
een bouwwerk dat uitsluitend is bedoeld als kunstuiting;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedoeld voor civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
een object waar volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q een risicoafstand is bepaald, die in acht genomen moet worden;
een door feitelijke terreininrichting aanwezig verschil tussen het beloop van lijnen in het veld en een aangegeven bestemmings- of bouwgrens;
de waarde van een gebied in milieuhygiënische zin die wordt bepaald door de mate van scheiding tussen milieugevoelige en milieubelastende functies, daarbij in het bijzonder gelet op het voorkomen dan wel beperken van hinder door geur, stof, geluid, gevaar, licht en/of trilling;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zoals een carport, met een dak en dat niet is voorzien van een wand, bestaande wanden van gebouwen niet meegerekend;
detailhandel in goederen, die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlakte nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, woning- en tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair;
een horizontale afdekking of een afdekking met die een hoek met het dakvlak maakt van maximaal 5 graden;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico dan wel een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een caravan die gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en die door zijn plaatsing als bouwwerk is aan te merken;
de stedenbouwkundige waarde van een gebied die wordt bepaald door de mate van samenhang in aanwezige bebouwing. De mate van samenhang wordt bepaald door de verhouding tussen bouwmassa en open ruimte, de onderlinge verhouding tussen bebouwing op het gebied van bouwhoogte en -breedte en de wijze waarop bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is zich tot elkaar verhoudt op het vlak van bouwvorm en ligging;
beplant deel van het erf;
de kaart die hoort bij het bestemmingsplan zoals vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0056.BPMO12BEHE1-VA01;
de waarde van een gebied voor de veiligheid van het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers;
een bedrijf waarbij de bedrijfsactiviteiten ter plaatse of vanuit het bedrijf structureel gedurende het gehele jaar plaatsvinden. Er is bedrijfseconomisch sprake van een bestaand zelfstandig bedrijf, waarbij het hoofdinkomen van de bewoner van de bedrijfswoning afkomstig is van het bedrijf en van de bedrijfsactiviteiten. De volwaardigheid blijkt voorts uit het feit dat het bedrijf minimaal één jaar als volwaardig bedrijf bestaat en dat de continuïteit gewaarborgd is. Eén en ander zal blijken uit het te overleggen bedrijfsplan;
de naar de weg gekeerde bouwgrens;
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op de vervaardiging of assemblage of de handel in vuurwerk c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende parkeergelegenheden;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw dat één woning omvat. Een aangebouwde garage, erkers en aan- en uitbouwen worden tot een woonhuis gerekend;
de waarde van een gebied voor de woonfunctie, die wordt bepaald door de situering van om die woonfunctie liggende functies en bebouwing. Bij de bepaling van de waarde wordt in het bijzonder gelet op de daglichttoetreding, het uitzicht, de mate van privacy en het voorkomen of beperken van hinder;
een gebouw of gedeelte daarvan, dat dient voor het verlenen van diensten op administratief, financieel, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij de dienstverlening niet ten dienste staat en verbonden is aan de omliggende bedrijfsactiviteiten, maar een afzonderlijke eenheid vormt;
de grens tussen twee bouwpercelen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de buitenwerkse constructiedelen, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren;
vanaf de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de perceelgrens;
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
Ondergeschikte bouwdelen
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, koekoeken, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,00 m bedraagt.
Meetverschil
Bij toepassing van het bepaalde in het plan ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden afwijkingen ten gevolge van meetverschillen buiten beschouwing gelaten, mits dat meetverschil, mede gelet op de aard en omvang van hierdoor toegelaten of toe te laten (bouw)werken of werkzaamheden, als van zeer beperkte betekenis moet worden aangemerkt.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
uitgezonderd houtteelt als agrarische bedrijfsactiviteit en bosbouw voor zover dit blijvende bebossing tot gevolg heeft;
met de daarbijbehorende:
Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Erf- en terreinafscheiding
Een erf- en terreinafscheiding:
Overige bouwwerken
Een bouwwerk dat niet kan worden aangemerkt als een gebouw, overkapping of erf- en terreinafscheiding:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Deze bepaling is niet van toepassing op de opslag van materialen welke strekken tot realisering van de aan de grond gegeven bestemming en het normale onderhoud van tuinen en erven, waterlopen, paden en wegen.
De voor 'Bedrijf - Gasontvangstation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Overkappingen
Erf- en terreinafscheidingen
Overige bouwwerken
een bouwwerk dat niet kan worden aangemerkt als een gebouw, overkapping of
erf- of terreinafscheiding:
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven, tenzij het de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vuurwerkopslag' betreft, in welk geval vuurwerkopslag is toegestaan;
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van de in lid 5.1 sub a. genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen
Overkappingen bij bedrijfswoningen
Erf- en terreinafscheiding
Een erf- en terreinafscheiding:
Overige bouwwerken
Een bouwwerk dat niet kan worden aangemerkt als een gebouw, overkapping of
erf- en terreinafscheiding:
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de in artikel 5 lid 1 onder a genoemde aanduiding(en) word(t)(en) verwijderd, mits:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwwerken
Op of in deze grond mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor sport- en speelvelden met de daarbijbehorende bouwwerken, parkeervoorzieningen, erven en terreinen.
Gebouwen en overkappingen
Erf- en terreinafscheiding
Een erf- en terreinafscheiding:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
een bouwwerk dat niet kan worden aangemerkt als een gebouw, overkapping of erf- of terreinafscheiding:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwwerken
Erf- en terreinafscheiding
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
dammen.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Water - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Gebouwen en overkappingen
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Water - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwwerken
Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.2 in die zin dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd, mits:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
met de daarbijbehorende bouwwerken, tuinen, (fiets)paden, parkeervoorzieningen, erven en terreinen.
Algemeen
Woonhuis
Vrijstaand gebouw (geen woonhuis)
Een vrijstaand gebouw dat geen woonhuis is:
Overkappingen
Erf- en terreinafscheiding
Een erf- en terreinafscheiding:
Overige bouwwerken
Een bouwwerk dat niet kan worden aangemerkt als een gebouw, overkapping of erf- en terreinafscheiding:
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een gastransportleiding en de daarbijbehorende belemmeringenstrook.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), mag niet worden gebouwd, anders dan voor deze bestemming.
Op of in de gronden als bedoeld in lid 13.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Bouwwerken
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan
waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de
beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwhoogte van reclamemasten is maximaal 6,00 m.
Indien in de regels is bepaald dat achter de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw moet worden gebouwd moet bij toepassing van deze regels in het geval dat er twee of meer naar de weg gekeerde gevels zijn, achter tenminste 1 van deze gevels gebouwd worden.
In die gevallen dat bestaande goot- en bouwhoogten, afstanden, oppervlakten, inhoud van legaal tot stand gekomen bouwwerken meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, gelden deze goot- en bouwhoogten, afstanden, oppervlakten of inhoud als maximum.
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' dat niet hoger mag worden gebouwd dan:
Deze regels gelden niet voor bestaande bebouwing, bouwwerken waarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen is afgegeven op het moment dat het ontwerpplan ter inzage wordt gelegd en de vervanging van bestaande bouwwerken.
Mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de waarde van de molenbiotoop, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
Tot een gebruik, strijdig met deze gebiedsaanduiding, wordt in ieder geval gerekend:
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van bepaalde bestemmingen in dit bestemmingsplan:
Burgemeester en wethouders kunnen, al dan niet in combinatie met:
het bestemmingsplan wijzigingen in de zin dat:
De voorschriften van de Bouwverordening over onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behalve als het gaat om de volgende onderwerpen:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid 22.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 22.1 met maximaal 10%.
Lid 22.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 22.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 22.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 22.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel op de hieronder genoemde adressen, mag worden voortgezet, mits:
Adres | Naam | Soort detailhandel |
Industrieweg 30a | Fietsenzaak Kuis | Fietsenwinkel |
Handelsweg 15/17 | Motoren Kuperus | Motorzaak |
Handelweg 19 | Kringloopwinkel Noordhorn | Kringloopwinkel |
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het
bestemmingsplan Noordhorn - Bedrijventerrein Mokkenburg
Behorende bij het besluit van 16 december 2013.
===