Bestemmingsplan Reduzumtankstation

4.2 Bodemkwaliteit

De tijd dat elke bodemvervuiling moest worden aangepakt ligt achter ons. Belangrijkste criterium hierbij is, of de vervuiling zodanig is, dat er sprake is van risico's voor gezondheid of milieu. In de praktijk blijken er vrijwel nooit risico's te zijn voor de gezondheid van mensen. Milieurisico's (verspreiding en ecologie) komen wel voor, maar meestal gaat het erom dat eventuele vervuilingen afstemming vereisen met bepaalde ontwikkelingen. Op dit moment is er sprake van een omslag van saneren naar beheren en behoeven alleen de zogeheten "ernstige vervuilingen" in meer of mindere mate aangepakt te worden. De maatregelen worden daarbij afgestemd op de functie.

Het nationale bodembeleid is geregeld in de Wet bodembescherming (Wbb). Het doel van de Wbb is om te voorkomen dat nieuwe gevallen van bodemverontreinigingen ontstaan. Voor bestaande bodemverontreinigingen is aangegeven in welke situaties (omvang en ernst van verontreiniging) en op welke termijn sanering moet plaatsvinden. Hierbij dient de bodemkwaliteit tenminste geschikt te worden gemaakt voor de functie die erop voorzien is, waarbij verspreiding van verontreiniging zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Het beleid gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie. De gewenste functie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit. Hier is geen sprake van een verdachte locatie en bovendien is de nieuwe functie op zich ook niet gevoelig voor een eventuele vervuiling.

In 2000 (rapport CSO Milfac van 24-07-2000) is er een bodemonderzoek uitgevoerd vanwege mogelijke bouwactiviteiten. Uit dit onderzoek is gebleken dat er geen bezwaren bestaan tegen mogelijk bouwactiviteiten. Gezien de activiteiten die sindsdien hebben plaatsgevonden, gebied is onbebouwd gebleven, is de bodem naar verwachting ook in de tussentijd niet aangetast door bodemverontreinigenden activiteiten. Het aspect bodem is daarmee geen belemmering voor realisatie.