Jirnsum

4.9 Externe veiligheid

Een begrippenlijst 'Externe veiligheid is toegevoegd als Bijlage 3 Externe veiligheid - Begrippenlijst.

Toetsingskader

Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door:

• het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen);
• het transport van gevaarlijke stoffen (buisleidingen, waterwegen en spoorwegen);
• het gebruik van luchthavens.

Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beperken van de risico's voor de burger door bovengenoemde activiteiten. Hiertoe zijn risico's gekwantificeerd, namelijk door middel van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Plaatsgebonden risico (PR)

Het plaatsgebonden risico is de berekende kans per jaar, dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval bij een risicobron, aangenomen dat hij op die plaats permanent en onbeschermd verblijft.

Groepsrisico (GR)

Dit is de kans dat een groep mensen overlijdt door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico moet worden gezien als een maat voor maatschappelijke ontwrichting.

Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving. Voor voornoemd bestemmingsplan zijn de volgende besluiten relevant:

• 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)
• 2. Met het Bevi zijn risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd.
  Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRNVGS).
  De circulaire is van toepassing op bestemmingsplannen die liggen binnen de invloedsgebieden van transportroutes met vervoer van gevaarlijke stoffen.
  Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb)
• 3. Op basis van het Bevb dienen plannen, vergelijkbaar met het Bevi, te worden getoetst aan de grens- en richtwaarde voor het PR en de oriëntatie waarde voor het GR.

Verantwoordingsplicht

In voornoemde Besluiten en de circulaire is de verantwoordingsplicht groepsrisico opgenomen. Deze verantwoording houdt in dat iedere wijziging met betrekking tot planologische keuzes moet worden onderbouwd en verantwoord door het bevoegd gezag.

Risicobronnen

Risicovolle inrichtingen

Binnen en in de directe nabijheid van het plangebied zijn risicobronnen gelegen waarvan de risicocontouren of het invloedsgebied zijn gelegen binnen het plangebied.

De risicobronnen kunnen voor dit plangebied worden opgesplitst in:

• buisleidingen;
• route transport gevaarlijke stoffen.

Transporten van gevaarlijke stoffen

Transport van gevaarlijke stoffen over de weg

Door Jirnsum vinden geen bulktransporten van gevaarlijke stoffen plaats.

De A32 is op een afstand van ongeveer 1700 meter van het plangebied gelegen, omdat het invloedsgebied van de A32 200 meter bedraagt, is dit invloedsgebied niet relevant voor het plangebied.

Transport van gevaarlijke stoffen over het spoor

Het spoor bevindt zich ongeveer 1700 meter verwijderd van het plangebied.

Over de spoorlijn Leeuwarden-Meppel vindt in principe geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Wel kan er zeer incidenteel transport plaatsvinden in geval er geen transporten van gevaarlijke stoffen kunnen plaatsvinden over het traject Groningen - Meppel. Er dient in het kader van rampenbestrijding rekening gehouden te worden dat transport van gevaarlijke stoffen over het spoor zou kunnen plaatsvinden. Het invloedsgebied (1% letaal) zou in theorie voor bepaalde stoffen maximaal 3-5 km kunnen bedragen.

Transport van gevaarlijke stoffen over het water

Over het Prinses Margrietkanaal vindt transport van gevaarlijke stoffen over water plaats. Het aantal transportbewegingen van brandbare gassen over het Prinses Margrietkanaal blijft ver onder de aangegeven drempelwaarde. Het plasbrandaandachtsgebied (PBA) bedraagt 25 meter vanaf de oever. Een plasbrand kan zich voordoen bij een ongeval met brandbare vloeistoffen. De bouw van kwetsbare objecten (woningen) in PBA dient bij voorkeur te worden vermeden. Er bevinden zich geen (beperkt) kwetsbare objecten binnen het PBA. Rond het Prinses Margrietkanaal zijn geen EV-knelpunten voor wat betreft het PR en GR. Over de Kromme Grouw, die langs het plangebied loopt, vindt geen transport van gevaarlijke stoffen plaats.

Buisleidingen

Ten zuiden van het plangebied lopen ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen van Gasunie.

Plaatsgebondenrisico (PR)

Bij geen van de ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen is er sprake van een PR 10-6 contour binnen het plangebied.

Invloedsgebied

Hieronder worden de invloedsgebieden van de leidingen die langs het plangebied lopen visueel (bruine contour) weergeven.

Het invloedsgebied raakt net de meest zuidelijke punt van het plangebied, binnen het invloedsgebied zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig,

Groepsrisico (GR)

Omdat er zich geen (beperkt) kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied van de aardgastransportleidingen bevinden is er per definitie geen sprake van groepsrisico.

Het GR hoeft dus niet verantwoord te worden

Advies Regionale Brandweer

Het verdient aanbeveling om de regionale brandweer te verzoeken advies uit te brengen omtrent de externe veiligheid in relatie tot het bestemmingsplan.

Conclusie

Binnen of in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen inrichting gelegen die onder het Bevi valllen. De invloedsgebieden van de transportroutes (weg/water/spoor/buisleidingen) genereren geen PR en GR contouren. Binnen het plangebied zijn geen 10-6 contouren voor het plaatsgebonden risico aanwezig. Nieuwe risicobronnen zijn uitgesloten binnen het plangebied. Externe veiligheid vormt geen belemmering voor de haalbaarheid van voorliggend plan. Waar mogelijk zijn of worden maatregelen getroffen om het (rest) risico te beperken.