20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor '
Wonen
' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. het wonen in vrijstaande, halfvrijstaande en rijenwoonhuizen;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis', tevens:
-
1. een kapsalon op de locatie Fonterbuorren 10 te Jirnsum;
-
2. een minicamping op de locatie Rijksweg 16 te Jirnsum;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', tevens het behoud, de bescherming en/of het herstel van de cultuurhistorische waarden;
-
d. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
met daaraan ondergeschikt:
-
e. de inrichting en het beheer van vaarwegen voor zover de gronden zijn gelegen binnen de in
29.2
aangegeven beheersgrenzen;
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen en erven.
20.2 Bouwregels
Op de voor '
Wonen
' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
20.2.1 Hoofdgebouwen
Voor hoofdgebouwen geldt dat:
-
a. een hoofdgebouw uitsluitend binnen een bouwvlak mag worden gebouwd;
-
b. een woonhuis vrijstaand, halfvrijstaand of in een rij mag worden gebouwd;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal woningen niet meer mag bedragen dan het aangegeven aantal;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' de hoofdvorm van het gebouw, bepaald door de gevelbreedte, goothoogte, bouwhoogte, dakhelling, nokrichting en oppervlakte van het grondvlak, zoals die hoofdvorm bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, dient te worden gehandhaafd, met dien verstande dat een afwijking van de goothoogte en/of de bouwhoogte van ten hoogste 5% is toegestaan, waarbij de dakhelling dienovereenkomstig mag worden aangepast;
-
e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan de aangegeven bouwhoogte, met dien verstande dat in de overige gevallen de bouwhoogte niet meer dan 9 m mag bedragen;
-
f. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' mag de goothoogte niet meer bedragen dan de aangegeven goothoogte;
-
g. ter plaatse van de aanduiding maximale goot- en bouwhoogte (m), de hoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
-
h. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder mag bedragen dan:
-
1. bij vrijstaande woningen, 3 m;
-
2. bij dubbele woningen, aan de niet aangebouwde zijde 3 m;
-
3. bij rijenwoningen, aan de niet-aangebouwde zijde van de eindwoningen 3 m;
-
i. indien een kleinere/grotere breedte/afstand/bouwhoogte/ goothoogte aanwezig is op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze breedte/afstand/bouwhoogte/ goothoogte mag worden gehandhaafd.
20.2.2 Bijbehorende bouwwerken
Voor bijbehorende bouwwerken geldt dat:
-
a. de afstand achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan niet minder dan 3 m mag bedragen;
-
b. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens niet minder dan 1 m mag bedragen, dan wel bij gezamenlijk initiatief mag de afstand 0 m bedragen;
-
c. de gezamenlijke oppervlakte per woning niet meer mag bedragen dan:
-
1. 50 m2 bij een bouwperceel van maximaal 500 m2;
-
2. indien een bouwperceel groter is dan 500 m2 mag de gezamenlijke oppervlakte 10% van de oppervlakte van het bouwperceel bedragen, tot een maximum van ten hoogste 100 m2;
met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte nimmer meer mag bedragen dan 50% van de oppervlakte van het achter de voorgevel van het woonhuis en het verlengde daarvan gelegen bouwperceel, verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw;
-
d. de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw ten hoogste 5 m mag bedragen;
-
e. de bouwhoogte van een aanbouw, uitbouw of aangebouwd bijgebouw niet meer mag bedragen dan de hoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 m tot een maximale bouwhoogte van ten hoogste 7 m;
-
f. de goothoogte ten hoogste 3 m mag bedragen;
-
g. indien een kleinere/grotere stand/oppervlakte/bouwhoogte/ goothoogte aanwezig is op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze afstand/ oppervlakte/bouwhoogte/goothoogte mag worden gehandhaafd.
20.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat:
-
a. indien zij vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht de bouwhoogte niet meer dan 1 m mag bedragen;
-
b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2 m bedragen.
20.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.7.1 Verbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het slopen van gebouwen en bouwwerken.
20.7.2 Uitzondering op verbod
Het in
20.4.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
-
a. die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
-
b. die al in uitvoering zijn of krachtens een verleende vergunning al mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
20.7.3 Afwegingskader
Van strijd met het bestemmingsplan is geen sprake indien de waarden van deze gronden niet onevenredig worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden verkleind.