direct naar inhoud van 4.7 Bedrijven en milieuzonering
Plan: Grou
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01

4.7 Bedrijven en milieuzonering

In het kader van de Wet milieubeheer dient in nieuwe situaties rekening te worden gehouden met (wenselijke) afstanden tussen bepaalde milieubelastende functies en milieugevoelige functies. Rond bedrijven liggen hindercirkels waarvan de minimale afstanden ten opzichte van gevoelige functies (zoals woningen) bepaald worden aan de hand van onder andere het bedrijfstype en de omvang van het bedrijf. Voor het bepalen van de minimale afstanden worden de VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering" en de "Wet geurhinder en veehouderij (2006)/ Besluit landbouw milieubeheer (2006)" gebruikt, evenals de Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij van de gemeente Boarnsterhim. Rondom het plangebied zijn geen bedrijven aanwezig waarop de "Wet geurhinder en veehouderij (2006)/ Besluit landbouw milieubeheer (2006)" en de Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij van de gemeente Boarnsterhim van toepassing zijn. Bovendien wordt met dit bestemmingsplan niet de mogelijkheid geboden nieuwe geurgevoelige objecten te ontwikkelen. Hier wordt daarom in deze paragraaf niet verder op ingegaan.

In de kern

Het voorliggende plan is een consoliderend plan waarin er van wordt uitgegaan dat elk bedrijf een omgevingsvergunning (onderdeel milieu) heeft die is afgestemd op de huidige situatie danwel dat sprake is van bedrijven die niet vergunningplichtig zijn en vallen onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. In de vigerende omgevingsvergunningen is rekening gehouden met de woningen die binnen de hindercirkels staan.

Bedrijventerrein

In de Handreiking "Bedrijven en milieuzonering" zijn richtafstanden opgenomen van categorieën bedrijven ten opzichte van gevoelige functies zoals woningen gelegen in rustige woonwijken of buitengebied. De richtafstanden gaan uit van moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet worden beoogd danwel uitgevoerd, dan kan gemotiveerd worden uitgegaan van de werkelijk te verwachten milieubelasting (in plaats van de richtafstanden). De richtafstanden zijn afgestemd op het omgevingstype rustige woonwijk. Echter voor gemengde gebieden, met een matige tot sterke functiemenging, kunnen de richtafstanden met 1 stap worden verlaagd zonder dat dit ten kosten gaat van het woon- en leefklimaat.

De woningen langs de Stationsweg liggen in een gemengd gebied, immers deze woningen liggen direct langs de hoofdinfrastructuur en direct naast de woningen komen ook andere functies voor zoals winkels en bedrijven. Dit betekent dat de aan te houden richtafstanden met één afstandsstap worden verlaagd. Het bedrijventerrein is ten aanzien van de milieu categorieën als zodanig ingedeeld.

Het waar nodig scheiden van milieubelastend activiteiten en milieu gevoelige gebieden en functies bij nieuwe ontwikkelingen dient twee doelen:

  • Het reeds in het ruimtelijke spoor voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies;
  • Het tegelijk daarmee aan de bedrijven voldoende zekerheid bieden dat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen.

Het bestemmingsplan en de milieuregelgeving vormen elkaars complement. Voor zover met behulp van een zonering eventuele overlast voor de omgeving niet voldoende kan worden beperkt, kan de toepassing van milieuregelgeving uitkomst bieden.

Huidige aanwezige bedrijven en bedrijfsactiviteiten in het plangebied

In de Verordening Romte van de provincie valt Grou in de categorie 'regionale centra'. In de Verordening Romte is opgenomen dat in regionale centra bedrijven in de milieu categorie 5.1 en hoger niet zijn toegestaan. Deze zijn op het bedrijventerrein ook niet aanwezig. Alle aanwezige bedrijven passen binnen de milieu categorieën die ter plaatse zijn toegestaan.