7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. bedrijven tot en met categorie 2 zoals genoemd in Bijlage 3 Staat van
Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en
met categorie 2';
-
b. bedrijven tot en met categorie 3.1 zoals genoemd in Bijlage 3 Staat van
Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en
met categorie 3.1';
-
c. bedrijven tot en met categorie 3.2 zoals genoemd in Bijlage 3 Staat van
Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en
met categorie 3.2';
-
d. bedrijven tot en met categorie 4.1 zoals genoemd in Bijlage 3 Staat van
Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en
met categorie 4.1';
-
e. bedrijven tot en met categorie 4.2 zoals genoemd in Bijlage 3 Staat van
Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en
met categorie 4.2';
-
f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', mede een bedrijfswoning;
-
g. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', mede een kringloopwinkel;
-
h. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus', mede detailhandel in volumineuze goederen;
-
i. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd', mede voor een sportschool;
-
j. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', mede voor een kantoor;
-
k. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', tevens het behoud, de bescherming en/of het herstel van het karakteristieke uiterlijk van het pand;
-
l. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', mede een artsenpraktijk;
-
m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hoogwaardige
bedrijven' mede hoogwaardige, kennisintensieve industrie, groothandel, kantoren en overige dienstverlenende bedrijven;
-
n. ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum', mede een tuincentrum;
-
o. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', mede een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg;
-
p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - watergebonden
bedrijf', mede een watergebonden bedrijf;
-
q. ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg' voor een lpg-vulpunt;
-
r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - reservoir lpg' voor een lpg-reservoir;
-
s. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
met daaraan ondergeschikt:
-
t. de inrichting en het beheer van vaarwegen voor zover de gronden zijn gelegen binnen de in
40.2
aangegeven beheersgrenzen;
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen, erven, terreinen en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat:
-
u. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan, behalve voor zover toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg' en 'specifieke vorm van bedrijf - reservoir lpg';
-
v. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
-
w. Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan;
-
x. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het besluit M.E.R. 1994 niet zijn toegestaan;
-
y. detailhandel is toegestaan voor zover rechtstreeks voortvloeiend uit de bedrijfsactiviteiten van het bedrijf, waarbij geldt dat daarvoor van de vloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen ten hoogste 10% met een maximum van 100 m2 mag worden benut, met dien verstande dat deze oppervlaktebeperking niet geldt voor de detailhandel die is toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'detailhandel', 'detailhandel volumineus', 'tuincentrum', 'verkooppunt motorbrandstoffen
zonder lpg' en 'specifieke vorm van bedrijf - watergebonden bedrijf'.
7.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
7.2.1 Gebouwen
Voor gebouwen geldt dat:
-
a. een gebouw uitsluitend binnen het bouwvlak mag worden gebouwd;
-
b. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 m bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven bouwhoogte, waarbij geldt dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven goothoogte;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - beeldkwaliteit' dienen de representatieve onderdelen van het bedrijf te worden gesitueerd en dient de voorkant of ontsluitingszijde van het bedrijf naar de weg gericht te zijn;
-
d. het bebouwingspercentage per bouwperceel mag niet meer bedragen dan 75%, dan wel het bebouwingspercentage ten tijde van het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan;
-
e. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 3 m mag bedragen;
-
f. de onderlinge afstand niet minder dan 5 m mag bedragen;
-
g. indien een kleinere afstand of een grotere bouwhoogte / goothoogte / bebouwingspercentage legaal aanwezig is op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze afstand / bouwhoogte / goothoogte / bebouwingspercentage mag worden gehandhaafd.
7.2.2 Bedrijfswoningen
Voor bedrijfswoningen geldt in aanvulling op de regel in
7.2.1
dat:
-
a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' één bedrijfswoning is toegestaan;
-
b. de oppervlakte niet meer dan 120 m² mag bedragen;
-
c. in afwijking van de regel in
7.2.1 onder b de bouwhoogte niet meer dan 9 m mag bedragen.
7.2.3 Bijbehorend bouwwerk bij een bedrijfswoning
Voor bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning geldt in aanvulling op de regels in
7.2.2
dat:
-
a. de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan niet minder dan 3 m mag bedragen;
-
b. de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan 50 m2 mag bedragen, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 50% van de oppervlakte van het achter de voorgevel van het woonhuis en het verlengde daarvan gelegen bouwperceel verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw;
-
c. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk niet meer mag bedragen dan de hoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 m tot een maximale bouwhoogte van ten hoogste 7 m;
-
d. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw niet meer dan 3 m mag bedragen;
-
e. de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw niet meer dan 5 m mag bedragen.
7.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt dat:
-
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, in het bouwvlak niet meer mag bedragen dan de ter plaatse toegestane bouwhoogte van de gebouwen;
-
b. de bouwhoogte van constructies voor het in en uit het water tillen van boten en remmingswerken niet meer dan 20 m mag bedragen;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping' een overkapping mag worden gebouwd met een bouwhoogte van niet meer dan 6,5 m;
-
d. de bouwhoogte van erfafscheidingen, vóór de voorgevel van het gebouw en het verlengde daarvan dan wel indien sprake is van hoeksituaties en grenzend aan de weg of het openbaar groen, niet meer dan 1 m mag bedragen;
-
e. in de overige situaties de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 mag bedragen;
-
f. voor de overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.