24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor '
Water
' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. waterberging, waterhuishouding, watergangen en waterlopen en oeverstroken;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'steiger', mede steigers;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'watergebonden bedrijf', mede een watergebonden bedrijf;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats', mede het innemen van een ligoever van een permanent bewoond woonschip tot het aantal zoals ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven,
-
e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie -
woonschepenligplaats recreatief', mede het innemen van een ligoever van een recreatief woonschip, waarbij geldt:
-
1. dat het aantal recreatieve woonschepen niet meer mag bedragen dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal, waarbij het bestaande woonschip in de bestemming is begrepen met inbegrip van het bijbehorende terrein overeenkomstig de bestaande indeling, verharding, beschoeiing, (aanleg-)steiger en eventuele bijbehorende bouwwerken;
-
2. de oppervlakte van een recreatief woonschip niet meer mag bedragen dan 65 m2;
-
3. de breedte niet meer mag bedragen dan 6 m;
-
4. de lengte niet meer mag bedragen dan 17 m;
-
5. de goothoogte vanaf de waterlijn niet meer mag bedragen dan 2,75 m;
-
6. de bouwhoogte vanaf de waterlijn niet meer mag bedragen dan 3 m;
met daaraan ondergeschikt:
-
f. de inrichting en het beheer van vaarwegen voor zover de gronden zijn gelegen binnen de in 40.2
aangegeven beheersgrenzen;
met daarbij behorende bouwwerken, waaronder begrepen beschoeiingen, bruggen, remmingswerken, dammen en/of duikers, met uitzondering van insteekhavens.
24.2 Bouwregels
Op de voor '
Water
' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming.
24.2.1 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat:
-
a. de bouwhoogte van bruggen, constructies voor het in en uit het water tillen van boten en remmingswerken niet meer dan 20 m mag bedragen;
-
b. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 1 m mag bedragen;
-
c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouw zijnde niet meer dan 4 m mag bedragen;
-
d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'steiger' zijn steigers toegestaan.