direct naar inhoud van Artikel 22 Recreatie - Kampeerterrein
Plan: Winsum Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0053.BPWI2010BEHE1-VA01

Artikel 22 Recreatie - Kampeerterrein

 

22. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Recreatie - Kampeerterrein’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    standplaatsen voor kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans;

b.    gebouwen ten behoeve van:

1.    verblijfsrecreatie;

2.    een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;

3.    onderhoud en beheer;

c.    trekkershutten, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - trekkershutten”;

d.    aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;

met daaraan ondergeschikt:

e.    parkeervoorzieningen;

f.     wegen en paden; 

g.    groenvoorziening en bebossing;

h.    nutsvoorzieningen;

i.      water;

met de daarbijbehorende:

j.      sport- en speelterreinen;

k.    tuinen, erven en terreinen;

l.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

22. 2.    Bouwregels

22. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 22.1. sub b genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    een gebouw wordt binnen een bouwvlak gebouwd;

b.    bedrijfswoningen worden uitsluitend gebouwd ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;

c.    per gebied dat ter plaatse is aangeduid als “bedrijfswoning”, wordt ten hoogste één bedrijfswoning gebouwd;

d.    de goot- en bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte bedragen.

22. 2. 2. Voor het bouwen van de in lid 22.1. sub c genoemde trekkershutten gelden de volgende regels:

a.    trekkershutten zullen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - trekkershutten”;

b.    het aantal te bouwen trekkershutten zal ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal trekkershutten” aangegeven aantal bedragen;

c.    de oppervlakte van een trekkershut zal ten hoogste 30 m² bedragen;

d.    de bouwhoogte van een trekkershut zal ten hoogste 3,50 m bedragen.

22. 2. 3. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

a.    de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan gebouwd;

b.    de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden ten minste 1,00 m vanaf de zijdelingse perceelsgrens dan wel op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd;

c.    de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 50 m² bedragen;

d.    de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping zal ten hoogste 3,50 m bedragen.

22. 2. 4. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

22. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

22. 4.    Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

 

a.    het bepaalde in lid 22.2.1. sub a en toestaan dat gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:

1.    de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gebouwde gedeelte van de gebouwen ten hoogste 15% van de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt;

2.    de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;

b.    het bepaalde in lid 22.2.3. sub d en toestaan dat de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping wordt vergroot tot ten hoogste 6,00 m, mits:

-       de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping lager is dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning.

22. 5.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van permanente bewoning, met uitzondering van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en de gronden die ter plaatse zijn aangeduid als “bedrijfswoning”;

b.    het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;

c.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, tenzij het detailhandel betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de lid 22.1. sub a en b genoemde doeleinden;

d.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van horeca, tenzij het horeca betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de lid 22.1. sub a en b genoemde doeleinden.