Plan: | Winsum Dorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0053.BPWI2010BEHE1-VA01 |
13. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Detailhandel - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. gebouwen ten behoeve van:
1. detailhandel;
2. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
c. de bescherming van de functie van de in het aanliggende gebied gesitueerde molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element, ter plaatse van de gebiedsaanduiding “vrijwaringszone - molenbiotoop”;
met daaraan ondergeschikt:
d. groenvoorzieningen;
e. nutsvoorzieningen;
f. paden;
g. water;
met de daarbijbehorende:
h. parkeervoorzieningen;
i. tuinen, erven en terreinen;
j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13. 2. Bouwregels
13. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 13.1. sub a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
a. een gebouw wordt binnen een bouwvlak gebouwd;
b. bedrijfswoningen worden uitsluitend gebouwd ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
c. per gebied dat ter plaatse is aangeduid als “bedrijfswoning”, wordt ten hoogste één bedrijfswoning gebouwd;
d. ter plaatse van de aanduiding “gevellijn”, wordt (worden) één (of meer) gevel(s) in de gevellijn worden gebouwd;
e. de goot- en bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte bedragen, tenzij de dubbelbestemming ‘Waarde - Beschermd dorpsgezicht’ van toepassing is, in welk geval de maatvoering van een gebouw zal voldoen aan de in artikel 41 opgenomen bouwschema gestelde eisen.
13. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
a. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel in het verlengde daarvan gebouwd;
b. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden ten minste 1,00 m vanaf de zijdelingse perceelsgrens dan wel op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd;
c. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 50 m² bedragen;
d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping zal ten hoogste 3,50 m bedragen.
13. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
13. 3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
13. 4. Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:
a. het bepaalde in lid 13.2.1. sub a en toestaan dat voorzover de gronden ter plaatse niet zijn voorzien van de dubbelbestemming ‘Waarde - Beschermd dorpsgezicht’, gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
1. de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gebouwde gedeelte van de gebouwen ten hoogste 15% van de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt;
2. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
b. het bepaalde in lid 13.2.1 sub d en toestaan dat een gevel achter de gevellijn wordt gebouwd, mits:
- hierdoor geen onevenredige verstoring optreedt in de gevelwand waarin de betreffende gevel zich bevindt;
c. het bepaalde in lid 13.2.2. sub d en toestaan dat de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping wordt vergroot tot ten hoogste 6,00 m, mits:
- de
bouwhoogte van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping lager is dan de
bouwhoogte van de bedrijfswoning.
13. 5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor de opslag en verkoop van meer dan 1.000 kg consumentenvuurwerk;
c. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bedrijfsdoeleinden.