direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorzieningen
Plan: Winsum Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0053.BPWI2010BEHE1-VA01

Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorzieningen

 

6. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijf - Nutsvoorzieningen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    gebouwen voor het openbaar nut, zoals transformatorgebouwen, gebouwen voor de gasvoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen;

met daaraan ondergeschikt:

b.    groenvoorzieningen;

c.    paden;

d.    water;

met de daarbijbehorende:

e.    erven en terreinen;

f.     bouwwerken, geen gebouwen zijnde

6. 2.       Bouwregels

6. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 6.1. sub a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    een gebouw wordt binnen een bouwvlak gebouwd;

b.    ter plaatse van de aanduiding “gevellijn”, wordt (worden) één (of meer) gevel(s) in de gevellijn gebouwd;

c.    de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” aangegeven bouwhoogte bedragen, tenzij de dubbelbestemming ‘Waarde - Beschermd dorpsgezicht’ van toepassing is, in welk geval de maatvoering van een gebouw zal voldoen aan de in artikel 41 opgenomen bouwschema gestelde eisen.

6. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

6. 3.        Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

6. 4.       Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

 

-       het bepaalde in lid 6.2.1 sub b en toestaan dat een gevel achter de gevellijn wordt gebouwd, mits:

-       hierdoor geen onevenredige verstoring optreedt in de gevel­­wand waarin de betreffende gevel zich bevindt.