direct naar inhoud van Artikel 2 Wijze van meten
Plan: Winsum Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0053.BPWI2010BEHE1-VA01

Artikel 2 Wijze van meten

 

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

1.    dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.    goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

3.    inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

4.    bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

5.    oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerde op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

6.    afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens;

de kortste afstand vanaf enig punt van een bouwwerk tot de zijdelingse bouwperceelsgrens.

 

Bij het meten dient steeds vanaf c.q. tot een buitenste zijde van een lijn te worden gemeten.

 

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van de plaatsing van gebouwen, worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,00 m bedraagt.