Inhoudsopgave
Hoofdstuk 2 Huidige en toekomstige situatie
Hoofdstuk 5 Juridische vormgeving
Hoofdstuk 6 Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 1 Inleiding
De gemeenteraad heeft op 20 juni 2013 het bestemmingsplan 'Buitengebied Winsum' vastgesteld. Daarbij zijn de bezittingen van de stichting het Groninger Landschap, gelegen binnen de voormalige begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), omgezet naar de bestemming 'Natuur'. Ten tijde van het vaststellen van het bestemmingsplan was de ontwikkeling in het gebiedsproces Reitdiep Noord in volle gang, echter deze had nog geen formele status.
De gezamenlijke overheidspartijen en partners zijn inmiddels overeengekomen dat de EHS-begrenzing van de stroken langs het Oude Diep in Reitdiep Noord wordt opgeheven. Deze afspraak is ook al door de provincie uitgevoerd bij de jaarlijkse herziening van het Natuurgebiedplan Groningen.
De consequentie hiervan is dat de betreffende gronden met de bestemming 'Natuur', weer omgezet moeten worden naar de oorspronkelijke bestemming 'Agrarisch' (met waarden).
In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om deze gronden om te vormen naar 'Agrarisch' opgenomen. Gelet op de afspraken met de gebiedspartijen past deze aanpassing van de bestemming binnen de wijzigingsbevoegdheid.
In het navolgende komen de volgende onderwerpen aan bod:
Hoofdstuk 2: een beschrijving van de huidige en toekomstige situatie in het plangebied;
Hoofdstuk 3: een toets aan het relevante beleid;
Hoofdstuk 4: een toets aan de ruimtelijke en milieutechnische aspecten;
Hoofdstuk 5: een toelichting op de regels;
Hoofdstuk 6: een beschrijving van de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het planvoornemen.
Hoofdstuk 2 Huidige en toekomstige situatie
Voor de ontstaansgeschiedenis en de huidige situatie wordt verwezen naar het bestemmingsplan 'Buitengebied Winsum'.
In het kader van het gebiedsplan is ervoor gekozen om twee weidevogelclusters te vormen binnen Reitdiep Noord en om de landbouwstructuur te verbeteren. Hiertoe is en wordt het kavelruilinstrument ingezet. Deze weidevogelclusters worden gevormd op agrarische gronden.
De consequentie hiervan is dat de bezittingen van de stichting het Groninger Landschap, gelegen binnen de voormalige begrenzing van de EHS, zoals die in het bestemmingsplan 'Buitengebied Winsum' zijn omgezet naar 'Natuur', weer omgezet moeten worden naar de oorspronkelijke bestemming 'Agrarisch' (met waarden).
In het kader van het gebiedsproces is de om te vormen grond betrokken in een concept-kavelruilovereenkomst waarbij naast landbouwstructuurverbetering ook clustering van bezit voor de stichting het Groninger Landschap aan de orde is. Hierdoor is realisatie van de weidevogelclusters binnen handbereik. De aanliggende grondeigenaren (agrarische ondernemers) hebben deze gronden aangeboden gekregen en onder voorwaarden is met deze partijen overeenstemming bereikt. De belangrijkste voorwaarde is dat de bestemming van deze percelen wordt omgezet. Dit is het moment waarop zicht is verkregen op de te realiseren gebiedsdoelen en vandaar dat deze bestemmingswijziging nu wordt geëffectueerd.
Hoofdstuk 3 Beleidskader
Het Rijk heeft de taken om de natuur te realiseren gedecentraliseerd aan de provincies door het sluiten van het Natuurpact. Daarmee heeft de provincie de regie gekregen op dit dossier. De provincie is deelnemer in het gebiedsproces Reitdiep Noord en heeft vanuit haar verantwoordelijkheid de begrenzing van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) inmiddels aangepast. De begrenzing is in Reitdiep Noord geheel vervallen conform de afspraken in het gebiedsproces.
De gemeente is als partij betrokken in het gebiedsproces en heeft de uitgangspunten zoals die zijn gesteld onderschreven. Op basis hiervan wil de gemeente medewerking verlenen aan de omzetting van de bestemming conform de gebiedsdoelen.
Hoofdstuk 4 Toetsen
Momenteel worden de betreffende percelen landbouwkundig onder beperkingen gebruikt. De natuurwaarden op de percelen zijn beperkt en er is bewust voor gekozen om de weidevogelclusters te realiseren om een hoger natuurrendement te realiseren in het gebied Reitdiep Noord.
Landschappelijk zal er geen consequentie zijn. De percelering zal redelijkerwijs in stand blijven vanuit de natuurlijke achtergrond (waterhuishoudkundig). De eventuele aanleg van natuurvriendelijke oevers past bij het algemene beeld om de waterkwaliteit te verbeteren, maar dat heeft geen significante ruimtelijke consequenties. Landbouwkundig kan hiermee structuurverbetering worden gerealiseerd, hetgeen de leefbaarheid ten goede komt. Omdat de percelen niet ‘geroerd’ worden is er geen sprake van effecten op het gebied van milieu, monumentenzorg, welstand, cultuurhistorie en archeologie. Ruimtelijk wordt derhalve een win-win situatie gecreëerd door het omzetten van onderhavige percelen naar 'Agrarisch'.
Hoofdstuk 5 Juridische vormgeving
De regels vormen samen met de verbeelding het juridische deel van het wijzigingsplan. Zowel verbeelding als regels voldoen aan de verplichte landelijke standaarden voor de uitwisseling en vergelijkbaarheid van digitale bestemmingsplannen (IMRO2012 en SVBP2012).
In hoofdstuk 2 van de regels zijn de bestemmingen opgenomen. Voor het plangebied is de enkelbestemming 'Agrarisch' opgenomen. Deze is uit het bestemmingsplan 'Buitengebied WInsum' overgenomen, maar uitsluitend voor zover deze regels betrekking hebben op agrarische cultuurgronden. Ook zijn de dubbelbestemmingen voor de gronden vanuit het bestemmingsplan 'Buitengebied Winsum' overgenomen in dit wijzigingsplan.
In de Algemene regels (hoofdstuk 3) is de anti-dubbeltelregel opgenomen.
Daarnaast is in de 'Overige regels' een bepaling opgenomen waarmee een relatie wordt gelegd met het bestemmingsplan 'Buitengebied Winsum'. In deze relatiebepaling worden hoofdstuk 1 (Inleidende regels) en hoofdstuk 3 (Algemene regels) van toepassing verklaard, voor zover er in het wijzigingsplan geen andere bepalingen zijn opgenomen. Dit betekent bijvoorbeeld dat de Begrippen uit artikel 1 (met uitzondering van de plannaam en plantype) en de Wijze van meten uit artikel 2 van het bestemmingsplan 'Buitengebied Winsum' van toepassing zijn. Dit geldt ook voor de Algemene bouwregels, gebruiksregels, aanduidingsregels, afwijkingsregels en wijzigingsregels uit hoofdstuk 3 van het Bestemmingsplan 'Buitengebied Winsum'.
In hoofdstuk 4 (Overgangs- en slotregel) zijn het overgangsrecht en de slotregel opgenomen.
Hoofdstuk 6 Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid
6.1 Economische uitvoerbaarheid
De ambities zijn onderschreven door de gebiedspartijen en gelet op de principeovereenstemming van de verkoop van onderhavige percelen zijn de doelen te realiseren. Het project wordt derhalve op dit onderdeel geheel uitvoerbaar geacht.
6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
In de periode van 25 februari tot en met 7 april 2015 heeft het ontwerp-wijzigingsplan ‘Natuurgebieden Winsum’ voor iedereen ter inzage gelegen in het Klantcontactcentrum van de gemeente Winsum. In deze periode is een zienswijze ontvangen van TenneT. In het navolgende is de zienswijze van TenneT weergegeven en van een gemeentelijke reactie voorzien.
Zienswijze
Binnen de grenzen van het wijzigingsplan bevindt zich de 110 kV hoogspanningsverbinding ‘Winsum Brillerij – Winsum Ranum’ met een bijbehorende belemmerende strook van 25 m ter weerszijden van het hart van deze verbinding.
Op de verbeelding staat een strook van 100 m voor de dubbelbestemming 'Leiding – Hoogspanningsverbinding’. Verzocht wordt deze aan te passen naar 50 m en eventueel daarnaast een veiligheidszone aan te geven van 100 m op de verbeelding.
Reactie gemeente
Inderdaad is in het wijzigingsplan de dubbelbestemming ‘Leiding – Hoogspanningsverbinding’ opgenomen met een zone van 50 m ter weerszijden van het hart van de leiding. Deze dubbelbestemming is overigens overgenomen uit het in 2013 vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied.
In het (rijks)beleid rond bovengrondse hoogspanningsleidingen spelen twee zones een rol, de indicatieve zone en de belemmeringenstrook. Binnen de indicatieve zone is de oprichting van gevoelige bebouwing (waaronder woningen en objecten waar kinderen verblijven) slechts onder voorwaarden mogelijk. Daarnaast is er de belemmeringenstrook. Binnen deze zone is in principe geen bebouwing toegestaan. Deze zone is kleiner dan de indicatieve zone en is opgenomen om onder meer het onderhoud aan leidingen te kunnen plegen. Al naar gelang de capaciteit van de lijn, zijn de masten hoger en (dus) de verstoring voor het landschap en de beperking voor in de nabijheid aanwezige functies groter.
Het voorliggende wijzigingsplan heeft uitsluitend betrekking op het wijzigen van de natuurbestemming naar een agrarische bestemming. Van het oprichten van (gevoelige) bebouwing is daarmee in het geheel geen sprake. In de regels van het wijzigingsplan is dit ook expliciet uitgesloten. Toch is de gemeente van mening dat de regeling in overeenstemming moet zijn met de jongste inzichten. Om die reden zal de breedte van de dubbelbestemming ‘Leiding – Hoogspanningsverbinding’ worden teruggebracht naar 25 m ter weerszijden van het hart van de leiding.
![buttons](http://www.bugelhajema.nl/template2010/images/buttons.jpg)