Artikel 23: Wonen - Woongebouw
23.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. woongebouwen, al dan niet in combinatie met:
-
1. commerciële functies in de eerste bouwlaag, in de vorm van:
-
a. maatschappelijke voorzieningen, die zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2;
-
b. dienstverlening;
-
c. kantoren;
ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van gemengd - commerciële functies”;
-
1. een ondergrondse parkeergarage, ter plaatse van de aanduiding “parkeergarage”;
-
b. bijgebouwen en overkappingen;
met daaraan ondergeschikt:
-
c. groenvoorzieningen;
-
d. parkeervoorzieningen;
-
e. speelvoorzieningen;
-
f. wegen, straten en paden;
-
g. water;
-
h. nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
-
i. tuinen, erven en terreinen;
-
j. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, waaronder vlaggenmasten.
23.2. Bouwregels
23.2.1. Gebouwen
Voor het bouwen van woongebouwen gelden de volgende regels:
-
a. een woongebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
-
b. de goot- en bouwhoogte van een woongebouw zullen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte bedragen;
-
c. in afwijking van het bepaalde in sublid b zal de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte" aangegeven hoogte bedragen.
23.2.2. Bijgebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
-
a. bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “bijgebouwen”;
-
b. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 3,50 m bedragen.
23.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. er mogen ten hoogste 2 vlaggenmasten per bouwperceel worden gebouwd;
-
b. de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 8,00 m bedragen;
-
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
23.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
-
a. een goede woonsituatie;
-
b. de sociale veiligheid;
-
c. de verkeersveiligheid; en
-
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
23.4. Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 23.2.1 sub a in die zin dat woongebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
-
1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en de woongebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
23.5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-
a. het gebruik van de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;
-
b. het gebruik van de bijgebouwen ten behoeve van bedrijfsdoeleinden.