Plan: | Emslandermeer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0048.BV1301-vs01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
de beheersverordening Emslandermeer van de gemeente Vlagtwedde;
het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0048.BV1301-vs01 met bijbehorende bestanden;
het uitoefenen van een beroep of het verlenen van diensten op juridisch, medisch, therapeutisch, administratief, kunstzinnig of daaraan verwant gebied, als ondergeschikt onderdeel in een woning, waarbij de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin blijft behouden. Commerciële dienstverlening als bankfilialen, uitzendbureaus en reisbureaus, alsmede detailhandel en horeca worden niet begrepen onder aan huis gebonden beroep;
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1,00 meter van de voorkant van het recreatiewoonverblijf;
een bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde;
het geheel van bijbehorende vertrekken als afzonderlijk gemeubileerde woongelegenheid, in een groter gebouw, niet zijnde zelfstandige woningen;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het via een bedrijf, stichting, of andere rechtspersoon voeren van een zodanige exploitatie, dat in de recreatiewoonverblijven daadwerkelijk recreatief verblijf plaatsvindt;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een bedrijf of een aan-huis-verbonden beroep, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de functie van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op het hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw of andere bouwwerken met een dak, niet zijnde een overkapping;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een al dan niet omheind stuk grond, in ruimtelijk opzicht direct behorende bij, in functioneel opzicht ten dienste van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning of een ander gebouw, dat in beginsel behoort tot de kavel(s) waarop de woning of het andere gebouw is geplaatst, zoals dat blijkt uit de kadastrale gegevens;
de mogelijkheden om gronden en bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende functie te gebruiken;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de huidige of toekomstige functie van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op de functie het belangrijkst is;
de cultuurhistorische en de visuele waarden van het landschap;
tegen vergoeding logies verstrekken, waarbij de bed- and breakfasteenheden enkel zijn ingericht voor nachtverblijf;
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale veld, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
de waarde van een gebied in milieuhygiënische zin die wordt bepaald door de mate van scheiding tussen milieugevoelige en milieubelastende functies, daarbij in het bijzonder gelet op het voorkomen dan wel beperken van hinder door geur, stof, geluid, gevaar, licht en/of trilling;
het onderhoud, dat gelet op de functie regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende functie behoren;
publieke buitenruimte die voor iedereen toegankelijk is;
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
buitenrijbaan ten behoeve van paardrijdactiviteiten, voorzien van een andere ondergrond dan gras en al dan niet voorzien van een omheining;
de bewoning van een recreatiewoning als hoofdverblijf;
een gebouw in de vorm van een recreatiewoning of -bungalow, geen stacaravan zijnde, bestemd om door recreanten te worden bewoond;
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend en/of verblijfsrecreatie;
de stedenbouwkundige waarde van een gebied die wordt bepaald door de mate van samenhang in aanwezige bebouwing. De mate van samenhang wordt bepaald door de verhouding tussen bouwmassa en open ruimte, de onderlinge verhouding tussen bebouwing op het gebied van bouwhoogte en -breedte en de wijze waarop bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is zich tot elkaar verhoudt op het vlak van bouwvorm en ligging;
de waarde van een gebied voor de veiligheid van het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden dat indien deze bestaat uit meerdere personen gebruik maakt van voor bewoning gemeenschappelijke voorzieningen, zoals keuken, toilet en douche;
de waarde van een gebied voor de woonfunctie, die wordt bepaald door de situering van om die woonfunctie liggende functies en bebouwing. Bij de bepaling van de waarde wordt in het bijzonder gelet op de daglichttoetreding, het uitzicht, de mate van privacy en het voorkomen of beperken van hinder.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de kortste afstand vanaf enig punt van een bouwwerk tot de zijdelingse perceelgrens.
Overschrijding bouwgrenzen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de plaatsing van gebouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de voor de plaatsing van gebouwen geldende regeling met niet meer dan 1 meter wordt overschreden.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 3.4.1 kan slechts worden verleend indien hierdoor geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ter plaatse van het besluitsubvlak 'natuur' een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 3.5.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van de gronden, ter plaatse van het besluitsubvlak 'natuur'.
Binnen het verordeningsgebied zijn aanwezige bestaande bouwwerken toegestaan en mogen op dezelfde locatie worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen.
Voor het bouwen van nieuwe en de vergroting van bestaande gebouwen ter plaatse van het besluitsubvlak 'wonen', gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van nieuwe en de vergroting van bestaande bedrijfswoningen ter plaatse van het besluitsubvlak 'centrumvoorzieningen', gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van nieuwe en de vergroting van bestaande gebouwen ter plaatse van het besluitsubvlak 'centrumvoorzieningen', gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van nieuwe en de vergroting van bestaande gebouwen ter plaatse van het besluitsubvlak 'recreatiewoonverblijven', gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van nieuwe en de vergroting van bestaande gebouwen ter plaatse van het besluitsubvlak 'manege', geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van nieuwe en de vergroting van bestaande gebouwen ter plaatse van het besluitsubvlak 'sportieve- en dagrecreatieve voorzieningen', gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van nieuwe en de vergroting van bestaande gebouwen, ten behoeve van beheer en exploitatie, ter plaatse van het besluitsubvlak 'golfbaan', gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van nieuwe en de vergroting van bestaande gebouwen ter plaatse van het besluitsubvlak 'kwekerij', gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van nieuwe en de vergroting van bestaande gebouwen ter plaatse van het besluitsubvlak 'natuur', gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van nieuwe en de vergroting van bestaande overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.4 in die zin dat percelen worden samengevoegd waarbij de maximale oppervlakte van recreatiewoonverblijven mag worden vergroot tot de oppervlakte van 100 m² maal het aantal samen te voegen percelen, mits het bebouwingspercentage van het nieuwe perceel maximaal 50% bedraagt.
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 4.3.1 kan slechts worden verleend indien hierdoor geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De omgevingsvergunningen zoals bedoeld in lid 6.1 kunnen slechts worden verleend indien:
Deze verordening wordt aangehaald als:
Beheersverordening Emslandermeer
van de gemeente Vlagtwedde.
Behorend bij het besluit van 4 maart 2014.