Plan: | Bedrijvenpark Zuid Groningen 2014 |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0048.BP1402-vo01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Bedrijvenpark Zuid Groningen 2014 met identificatienummer NL.IMRO.0048.BP1402-vo01 van de gemeente Vlagtwedde;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, houtteelt daaronder begrepen, of het houden van dieren;
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden, die als zodanig (semi)bedrijfsmatig en/of hobbymatig worden gebruikt;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
inrichting voor de bedrijfsmatige uitoefening van industrie, ambacht, handel, vervoer of nijverheid;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, die verbonden is aan het ter plaatse gevestigde bedrijf;
cluster aaneengesloten percelen, in hoofdzaak ten behoeve van bedrijven en dienstverlening en de daarbij behorende voorzieningen;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
de geluidsruimte als bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan;
beste beschikbare technieken, als bedoeld in artikel 1.1, lid 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals deze bepaling luidt ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
periodes die lopen voor de dag van 07.00 uur tot 19.00 uur, voor de avond van 19.00 uur tot 23.00 uur en voor de nacht van 23.00 uur tot 07.00 uur;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden en uitstallen van goederen met het oog op de verkoop van die goederen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan voor de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
inrichtingen ten behoeve van het bedrijfsmatig verlenen van commerciële en niet commerciële diensten;
het verhandelen van goederen aan particulieren, waarbij het contact met die particulieren uitsluitend verloopt via post, fax, telefoon, e-mail of internet, waardoor geen handelswaren op het bedrijf worden aangeprezen en uitgestald ten verkoop en waarbij het (bedrijfs)pand de ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de binnen de bestemming toegelaten bedrijvigheid, met dien verstande dat goederen wel en slechts ter plekke kunnen worden afgehaald;
De etmaalwaarde Letmaal van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT in dB(A) met betrekking tot een inrichting of een industrieterrein is het hoogste van de volgende drie niveaus:
" Ldag (= Lar,LT); dag: 07.00-19.00 uur;
" Lavond (= Lar,LT) + 5 dB; avond: 19.00-23.00 uur;
" Lnacht (= Lar,LT) + 10 dB; nacht: 23.00-07.00 uur.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten behoeve van het gebruik van dat gebouw en het bestemmingsplan die inrichting niet verbiedt;
het energetisch gemiddelde van de fluctuerende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid. Het energetisch gemiddelde wordt berekend volgens de methode zoals omschreven in de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (1999);
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de etmaalwaarde van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats afkomstig van een bepaalde bron of combinatie van bronnen;
de verdeling van de geluidproductie per bouwperceel passend binnen de zonegrens geluid;
de totale immissierelevante geluidsbronsterkte per bouwperceel (berekend volgens artikel 2.7);
de geluidsbijdrage van een bouwperceel op de immissiepunten;
een op grond van artikel 40 van de Wet geluidshinder in het bestemmingsplan vastgelegd gebied rond een industrieterrein waarbuiten de geluidsbelasting ten gevolge van dat industrieterrein niet meer mag bedragen dan 50 dB(A);
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder en onderdeel D van Bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
een agrarische bedrijfsvoering, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf, waaronder een melkrundveehouderijbedrijf, een melkgeitenhouderijbedrijf, een schapenhouderijbedrijf, een akkerbouwbedrijf, een vollegronds tuinbouwbedrijf, een productiegericht paardenhouderijbedrijf, en naar de aard daarmee gelijk te stellen agrarische bedrijven;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een of meer personen in een woning of een woonruimte waaronder mede begrepen de inwoning, al dan niet bij wijze van mantelzorg, met eigen voorzieningen van verwanten of andere personen en met een gezin gelijk te stellen samenlevingsvormen;
inrichting voor de bedrijfsmatige uitoefening van administratieve diensten;
een in bijlage 4 opgenomen beoordelingspunt;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, die in acht moet worden genomen;
winning van energie uit kleinschalige perceelsgebonden bronnen, waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning en omzetting en die in onuitputtelijke hoeveelheden beschikbaar is, zoals zon, water, aard- en omgevingswarmte;
het verstrekken van logies, tegen vergoeding, waarbij de logieseenheden enkel zijn ingericht voor nachtverblijf; naast het verstrekken van logies worden accommodaties aangeboden voor dagverblijf en maaltijdbereiding;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
aan de hoofdactiviteit ondergeschikte activiteiten die niet rechtstreeks de uitoefening van de agrarische bedrijfsvoering betreffen;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden, dan wel met ten hoogste één wand ;
een daarvoor ingericht stukje terrein ten behoeve van paardrijdactiviteiten, met een hek er om heen en al dan niet in combinatie met verlichting;
de toestand waarbij de inrichting volledig gebruik maakt van de vergunde capaciteit in de betreffende beoordelingsperiode conform de Handleiding Rekenen en Meten Industrielawaai 1999 (HRMI 1999);
een inrichting, bij welke een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een veiligheidsafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een prostitutiebedrijf, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
wegen bedoeld voor de ontsluiting van de aanliggende percelen, met daarbij inbegrepen voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen, bermen en dergelijke met alle bijkomende ondersteunende voorzieningen en kunstwerken;
de naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden en tevens bedoeld voor de bij het wonen toegestane functies als bed and breakfast, mantelzorg, aan-huis-verbonden beroepen, kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, kamerverhuur en dergelijke.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van het bouwwerk;
vanaf de snijlijn van een dakvlak en een evenwijdig aan de noklijn gelegen gevelvlak van een gebouw tot het peil;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; voor zover in de regels een dakhelling is voorgeschreven, is deze niet van toepassing op de horizontale gedeelten van afgeknotte daken, de bovenste dakvlakken van mansarde-kappen en op dakvlakken welke niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen;
tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van de scheidsmuren) op 1 m boven peil;
boven peil tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1 m wordt overschreden.
De gebruikte geluidsruimte als geluidemmissiekental in dB(A)/m2 per etmaalperiode wordt als volgt bepaald:
LW; bedrijf = Lkavel + 10*log(Sg/S0) + 10*log(x/100%)
Waarbij:
LW; bedrijf geluidsvermogenniveau in dB(A) dat aan het bedrijf wordt gekoppeld als dit zich vestigt op een kavel
LW; kavel geluidsvermogenniveau in dB(A) dat is gereserveerd voor 1 m2 kavel
Sg de oppervlakte in m2 van het bedrijfsterrein als het bedrijf zich vestigt op een kavel
So; 1 m2
x het percentage [%] van het kavel dat benut mag worden voor bedrijfsmatige activiteiten
De gebruikte geluidsruimte als geluidimmissiewaarde in dB(A) wordt bepaald overeenkomstig de handleiding meten en rekenen Industrielawaai (HmrI 1999).
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
ondergeschikte voorzieningen in de vorm van;
met de daarbij behorende:
In de bestemming is houtteelt, boomteelt en/of fruitteelt in boomgaarden niet begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
worden afgeweken van het bepaalde in:
voor het bouwen van schuilstallen voor het al dan niet-bedrijfsmatig houden van vee buiten het bouwvlak tot een oppervlakte van maximaal 25 m2 en een hoogte van maximaal 3 m.
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken dat in strijd is met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf, gecombineerd met een ondergeschikte tweede tak of een deeltijdfunctie in de vorm van de in bijlage 2 opgenomen bedrijvigheid mits:
voor het bewonen van een bedrijfswoning door derden die geen functionele binding met het bedrijf hebben, mits dit gebruik geen belemmering oplevert voor de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven;
voor het gebruik van de gronden voor de aanleg van een paardrijdbak met de daarbij behorende bouwwerken, mits:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In de bestemming zijn niet begrepen:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken dat in strijd is met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
De voor 'bedrijventerrein - industrie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat het totale wegprofiel inclusief bermen minimaal 17 m breed is, waarbij de breedte van de rijbaan minimaal 6 m bedraagt.
In de bestemming zijn niet toegestaan:
5.1.2 De voor 'bedrijventerrein - industrie' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen, met uitzondering van gebouwen en overkappingen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer- en verblijfsvoorzieningen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
tot een afstand van minimaal 5 m;
voor de bouw van een bouwwerken geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte;
voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte tot ten hoogste 50 m voor 25% van de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen op een bouwperceel, met dien verstande dat dit alleen geldt voor het gedeelte van het plangebied waar bij recht een bouwhoogte van maximaal 30 m is toegestaan;
voor het bouwen van de voorgevel buiten de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorgevel', met dien verstande dat:
voor het verhogen van de bouwhoogte tot 20 m, dan wel tot de maximum toegestane bouwhoogte van gebouwen.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Met het oog op het gestelde in 5.1.2 Geluidszonebeheer gelden de volgende regels:
nr. |
omschrijving |
x-coördinaat(m) |
y-coördinaat (m) |
hoogte (m) |
zonegrenswaarde/ hogere waarde (dB(A)) |
Z1 | zonepunt noord | 266532,41 | 551353,54 | 5 | 50 |
Z2 | zonepunt noordoost | 267957,57 | 551227,15 | 5 | 50 |
Z3 | zonepunt oost | 268662,73 | 549890,11 | 5 | 50 |
Z4 | zonepunt zuidoost | 268320,08 | 548943,10 | 5 | 50 |
Z5 | zonepunt zuid | 266752,36 | 548270,28 | 5 | 50 |
Z6 | zonepunt zuidwest | 265507,83 | 549186,08 | 5 | 50 |
Z7 | zonepunt west | 265311,83 | 549952,36 | 5 | 50 |
Z8 | zonepunt noordwest | 265439,86 | 550477,02 | 5 | 50 |
165 | Braamberg 1 | 266435,62 | 550751,88 | 5 | 55 |
167 | Braamberg 3 | 267429,92 | 550699,83 | 5 | 60 |
346 | Tussenbeetseweg 17 | 268316,16 | 550402,47 | 5 | 52 |
036 | Jipsingboermussel 1 | 266717,62 | 549122,64 | 5 | 62 |
087 | Zandberg 1 | 266553,18 | 549081,97 | 5 | 61 |
101 | Zandberg 17 | 266397,77 | 549121,14 | 5 | 61 |
045 | Jipsingboermussel nr 30 | 266152,71 | 549294,10 | 5 | 58 |
051 | Jipsingboermussel 48 | 265697,26 | 549431,24 | 5 | 53 |
coördinaten zijn weergegeven volgens de Rijksdriehoeksmeting
Binnen deze bestemming is het navolgende gebruik niet toegestaan:
zonder te beschikken over een akoestische rapportage waaruit de door de inrichting gebruikte geluidsruimte, ingedeeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.5.2 sub 1 en/of 2, blijkt;
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.5.3 sub a teneinde een grotere geluidsruimte op een bouwperceel toe te staan. Deze omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
- het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en water ter plaaste van de aanduiding 'groen';
De in lid 5.7.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor werken en werkzaamheden:
De in lid 5.7.1 bedoelde vergunning wordt alleen verleend indien niet meer dan in totaal 30% van het bestemmingsvlak wordt verhard en niet meer dan in totaal 30% van het bestemmingsvlak als waterpartij wordt ingericht, tenzij kan worden aangetoond dat de toelaatbare geluidsbelasting niet wordt overschreden;
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de/het daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van de bestaande gebouwen tot ten hoogste de bestaande goot- en bouwhoogte en oppervlakte.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 6.3.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor werken en werkzaamheden:
De voor 'Groen - Opgaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de/het daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van de bestaande gebouwen en tot ten hoogste de bestaande goot- en bouwhoogte en oppervlakte.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 7.3.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor werken en werkzaamheden:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen geldt dat de gezamenlijke oppervlakte van een hoofdgebouw met de daarbij behorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 300 m² zal bedragen, tenzij de bestaande gezamenlijke oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van wonen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
worden afgeweken van het bepaalde in:
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken dat in strijd is met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een aardgastransportleiding, inclusief voorzieningen, met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.2 voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en) mits het geen kwetsbaar object betreft en indien geen afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de betrokken leidingen.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder.
Onder strijdig gebruik wordt begrepen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 10.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.5.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien is aangetoond dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de betrokken leidingen en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de in lid 11.1, onder b bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 11.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.4.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De gronden ter plaatse van de aanduiding ´Overige zone - waterberging´ zijn mede bestemd voor de berging van oppervlaktewater.
Bij de uitgifte van gronden voor de inrichting als bedrijventerrein dient ten minste 3% van een bouwperceel te worden ingericht als berging van oppervlaktewater.
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen dient een inrichtingsplan te worden overlegd waaruit blijkt dat ten minste 3% van het bouwperceel wordt ingericht als berging van oppervlaktewater.
In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – industrie' uitsluitend geluidsgevoelige objecten worden opgericht waarvoor een hogere waarde als bedoeld in artikel 45 van de Wet Geluidhinder is vastgesteld.
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Bedrijvenpark Zuid Groningen 2014'.
Vastgesteld in zijn openbare vergadering van,
DE RAAD VAN VLAGTWEDDE
de griffier, de voorzitter,