Weg Veendam - Ter Apel

4.6 Ecologie

Toetsingskader en beleid

Bij ruimtelijke ontwikkelingen, wordt rekening gehouden met de regelgeving op het gebied van gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Gebiedsbescherming

De bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten is geregeld in de Natuurbeschermingswet. Indien ontwikkelingen (mogelijk) leiden tot aantasting van de natuurwaarden binnen deze gebieden, moet een vergunning worden aangevraagd. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het beleid ten aanzien van de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS). Ten aanzien van ontwikkelingen binnen de EHS geldt het 'nee, tenzij-principe'.

Soortenbescherming

Op grond van de Flora- en faunawet geldt een algemeen verbod voor het verstoren en vernietigen van beschermde plantensoorten, beschermde diersoorten en hun vaste rust- of verblijfplaatsen. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan op Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode-Lijst-soorten zijn deze voorwaarden zeer streng.

Toetsing

In de directe omgeving van de beoogde wegaanpassingen zijn geen Natura 2000-gebieden of delen van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) gelegen. De onderstaande toetsing heeft daarom betrekking op beschermde soorten die in het plangebied kunnen voorkomen.

Aansluiting Jipsingboermussel

Ter plaatse van de aansluiting Jipsingboermussel heeft een ecologisch veldonderzoek plaatsgevonden (zie bijlage 4). Uit het onderzoek blijkt dat ter plaatse van dit deelgebied geen zwaar beschermde soorten voorkomen of worden verwacht. Wel kunnen er in het broedseizoen verschillende soorten broedvogels aanwezig zijn. Om overtreding van de Flora- en faunawet ten opzichte van deze soorten te voorkomen, moeten werkzaamheden buiten het broedseizoen worden gestart.

Aansluiting Nulweg

Nabij de Nulweg is een soortgelijk veldonderzoek uitgevoerd (zie bijlage 5). Er gelden vergelijkbare conclusies. In dit deelgebied zullen geen zwaar beschermde soorten voorkomen. Wel kunnen er in het broedseizoen verschillende soorten broedvogels aanwezig zijn. Om overtreding van de Flora- en faunawet ten opzichte van deze soorten te voorkomen, moeten werkzaamheden buiten het broedseizoen worden gestart.

Aanvullend onderzoek vleermuizen

In verband met de verbreding van de weg worden langs de weg een aanzienlijk aantal bomen gekapt. Hierdoor is sprake van een onderbreking van een bestaand bomenstructuur, die mogelijk wordt gebruikt als vliegroute voor vleermuizen. Naar dit aspect wordt nog nader onderzoek uitgevoerd. De onderzoeksgegevens worden opgenomen in het definitieve bestemmingsplan of, indien voor de landschappelijke beplanting een apart planologisch traject wordt doorlopen, wordt dat hier in aangegeven.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat de regelgeving op het gebied van gebiedsbescherming en soortenbescherming de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan niet in de weg staat.