8.3 Ambtshalve wijzigingen
Naast de aanpassingen die voortvloeien uit de zienswijzen, zijn de volgende aanpassingen ambtshalve doorgevoerd:
Verbeelding
- De aanduiding voor goot- en bouwhoogtes voor agrarische bedrijven is van de verbeelding verwijderd. Er wordt gekozen voor standaardgoot- en bouwhoogte van respectievelijk 5 en 12 meter, waarmee agrarische bedrijven invulling kunnen geven aan een moderne bedrijfsvoering;
- Daarnaast worden de Wro-zones die zijn opgenomen in de bestemming 'Agrarisch - Cultuurgrond', afgestemd op de laatste stand van zaken van het provinciaal beleid inzake de begrenzing van het Buitengebied en de stedenbouwkundige criteria uit het Afwegingskader invullocaties (bijlage 1 van de toelichting). Dit betekent dat bij de meeste agrarische gronden tussen de lintbebouwing ten noorden van de Nulweg, met een breedte tussen de 15 en 60 meter ook een wijzigingsbevoegdheid ('wro-zone') krijgen;
- De inspraakreactie van Over BV blijkt niet geheel conform de toezegging op de inspraakreactie te zijn verwerkt. Ter plaatse van het perceel Barnflair Oost 67 wordt daarom de aanduiding “bedrijf tot en met categorie 3.1” toegevoegd.
Regels
- Ten aanzien van bestemmingen waarin bedrijfswoningen zijn opgenomen, wordt voor bestaande bedrijfswoningen de noodzaak van bewoning ten behoeve van het bedrijf, losgelaten. Geconstateerd wordt dat in veel gevallen woningen bij bedrijven, wanneer er geen behoefte meer is aan het gebruik van die woning door mensen die nodig zijn voor beheer en anderszins een relatie hebben met het bedrijf, worden verhuurd of in gebruik zijn gegeven aan anderen (bijvoorbeeld familie). Ruimtelijk gezien bestaat daartegen bestaat geen bezwaar. Voor bewoning anders dan als bedrijfswoning kan daarom een omgevingsvergunning worden gegeven mits bewoning geen belemmering oplevert voor de bedrijfsvoering van omliggende percelen. Hiertoe wordt een afwijking van de gebruiksregels opgenomen. Nieuwe bedrijfswoningen worden slechts toegestaan wanneer zij kunnen voldoen aan het noodzakelijkheidscriterium;
- In het ontwerpbestemmingsplan is een definitie overgenomen uit bestemmingsplan Buitengebied 2009 voor het begrip 'cultuurgrond'. De bestemming 'Agrarisch - Cultuurgrond' wordt daarmee zodanig onleesbaar, dat een verduidelijking gewenst is. Er wordt daarom voor gekozen het begrip 'cultuurgrond' te laten vervallen een begrip 'agrarisch gebruik' op te nemen waarbij ook het hobbymatig gebruik van gronden wordt toegestaan;
- In verband met uniformering van planregels en het belang van een definitie van wat onder huishouden wordt verstaan, is aan artikel 1 de volgende definitie toegevoegd: ''Huishouden: de samenlevingsvorm van één gezin, waaronder mede begrepen de inwoning, al dan niet bij wijze van mantelzorg, met eigen voorzieningen van verwanten of andere personen en met een gezin gelijk te stellen samenlevingsvormen'';
- Om misverstanden te voorkomen en voldoende onderscheid te maken tussen hetgeen wordt gezien als horeca en activiteiten die bij de exploitatie van een theetuin worden toegestaan is in artikel 1 een begrip opgenomen voor de functie 'theetuin';
- De definities onder artikel 1.57 en 1.58 over silo's en torensilo's zijn dusdanig aangepast dat duidelijk is voor welke opslagdoeleinden deze kunnen worden gebruikt;
- In artikel 27 (Algemene wijzigingsregels) is voor het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van woningbouw, als bedoeld onder c, een aanvullend criterium opgenomen dat op het moment van het toepassen van de bevoegdheid dient te worden gemotiveerd dat de toe te voegen woning past binnen de door de provincie vastgestelde nieuwbouwruimte, dan wel de daarvoor in de plaats komende intergemeentelijke afspraken over nieuwbouwcapaciteit. Daarmee wordt gewaarborgd dat ook in de toekomstige situatie kan worden voldaan aan nieuwe afspraken over woningbouwruimte en dat er geen woningen worden gebouwd waar geen behoefte aan is. Dit criterium wordt niet opgenomen bij de overige wijzigingsbevoegdheden, deze hebben namelijk betrekking op functieverandering van bestaande bouwmassa;
- Om de ruimtelijke kwaliteit en het karakteristieke bebouwingsbeeld in de Linten te kunnen handhaven, is in de regels van de bestemming 'Wonen - Lint 1' en 'Wonen - Lint 2' een bepaling opgenomen waarmee wordt bepaald dat nieuwe bebouwing altijd in de bestaande voorgevellijn wordt gebouwd. Daarbij wordt een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor situaties die op dit moment (te) dicht op de openbare weg staan of die juist een afwijkende rooilijn kennen ten opzichte van de overige bebouwing;
- De regeling ten behoeve van woningsplitsing bij agrarische bedrijven (art. 3.5.1 onder b), is opgenomen bij andere bestemmingen met een bedrijfswoning;
- Voor agrarische bouwpercelen in de Linten is een uniforme goot- en bouwhoogte opgenomen, waarmee invulling kan worden gegeven aan een moderne bedrijfsvoering. Er geldt een maximale goot- en bouwhoogte van 5 respectievelijk 12 meter, tenzij de bestaande hoogte groter is. Een grotere (uniforme) goot- en bouwhoogte is ruimtelijk gezien niet op alle locaties wenselijk. Voor bedrijfswoningen wordt een goot- en bouwhoogte aangehouden van 3,50 en 10,00 meter;
- Aan artikel 24 is een lid toegevoegd luidend: ''met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de in dit plan opgenomen gebruiksregels indien strikte toepassing van die regels zou leiden tot een beperking van het meest doelmatig gebruik dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.'' Een dergelijke bepaling geeft aanvullende binnenplanse mogelijkheden voor een beperkte categorie niet te voorziene omstandigheden en was onder de werking van de Wet Ruimtelijke Ordening standaard in bestemmingsplannen opgenomen;
- De afwijkingsregeling voor minicampings wordt beter afgestemd op de regels voor het bestemmingsplan Buitengebied 2009. Daarbij wordt een afstandscriterium van 50 meter opgenomen, zodat onaanvaardbare hinder ten opzichte van omliggende percelen kan worden vermeden;
- Bij de bestemming 'Bedrijf' is een specifieke regeling opgenomen voor het perceel Barnflair Oost 67. Door middel van een aanduiding worden op dit perceel alle bedrijfsactiviteiten uit milieucategorie 3.1 toegestaan.
Toelichting
- In de toelichting zijn de bovenstaande regelingen beschreven en nader gemotiveerd;
- Daarnaast is een nadere afweging opgenomen ten aanzien van het Natura 2000-gebied Lieftinghsbroek.