Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Beneden Oosterdiep 69 Veendam
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0047.04WPBenOdiep69-0401
1 Inleidende regels
 
Artikel 1 Begrippen
 
In deze regels wordt verstaan onder:
 
a. plan:
het wijzigingsplan ‘Beneden Oosterdiep 69 Veendam’ met identificatienummer NL.IMRO.0047.04WPBenOdiep69-0401 van de gemeente Veendam;
 
b. bestemmingsplan:
Het bestemmingsplan Veendam Centrum, NLIMRO.0047.04BP00012013-0401 zoals vastgesteld door de raad op 22 september 2014;
 
c. Wijzigingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
 
d. Verbeelding
De verbeelding van het wijzigingsplan ‘Beneden Oosterdiep 69 Veendam’ met identificatienummer NL.IMRO.0047.04WPBenOdiep69-0401.
 
Voor het overige blijven de begrippen in artikel 1 behorende bij het bestemmingsplan ‘Veendam Centrum’ onverkort van toepassing.  
 
Artikel 2 Wijze van meten
 
De regels van de wijze van meten uit artikel 2 van het bestemmingsplan zijn onverkort van toepassing.
 
2 Bestemmingsregels
 
Artikel 3 Woongebied
 
De regels van de bestemming Woongebied uit artikel 16 van het bestemmingsplan zijn, voorzover relevant, van toepassing. Met dien verstande dat indien in het bestemmingsplan wordt verwezen naar de verbeelding, de bij het wijzigingsplan behorende verbeelding wordt bedoeld.
 
3 Algemene regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
 
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
 
Artikel 5 Algemene gebruiksregels
 
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de gronden en bouwwerken die zijn bestemd voor wonen ten behoeve van kamerverhuur of het huisvesten van meerdere huishoudens in één woning. Het bestemmingsplan verzet zich tevens tegen het gebruik van de gronden als seksinrichting.
 
Artikel 6 Algemene afwijkingsregels
 
6.1 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
  1. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  2. het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  3. het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:
    1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m³ bedraagt;
  4. het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennes, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 25 m mag bedragen, met dien verstande dat:
    1. de noodzaak voor plaatsing van de antenne is aangetoond waarbij het gedeelde gebruik van masten moet zijn overwogen;
    2. de noodzaak voor plaatsing van de antenne is aangetoond waarbij het gedeelde gebruik van masten moet zijn overwogen;o bebouwingsbeeld van de omgeving niet wordt verstoord;
    3. de antenne in de onmiddellijke nabijheid van hoge gebouwen en/of bouwwerken of langs grote infrastructurele lijnen (zoals hoogspanningsleidingen en (spoor)wegen) wordt geplaatst.
6.2 De onder 6.1 bedoelde afwijkingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
  • de verkeersveiligheid;
  • het bebouwingsbeeld.
 
4 Overgangs- en slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
 
A. Overgangsrecht bouwwerken
  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
  2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
B. Overgangsrecht gebruik
  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. Het is verboden het met het wijzigingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Artikel 8 Slotregel
 
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het Wijzigingsplan Beneden Oosterdiep 69 Veendam’ van de gemeente Veendam.