Plan: | Bestemmingsplan Buitengebied 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0040.bp00019-41vg |
Versterking van de bestaande recreatiestructuur is één van de speerpunten uit de Toekomstvisie 2020. Er wordt vooral gemikt op kleinschalige vormen van recreatie en toerisme, zoals theetuinen, bed & breakfasts en minicampings. Deze kleinschalige vormen van recreatie zijn naar buiten gericht en zijn gebaat bij een aantrekkelijk landschap, bezienswaardigheden die kunnen worden bezocht. Deze trekpleisters worden meestal bezocht als onderdeel van een route of tegelijk met plaatsen die in de buurt liggen. Daarom is het verbeteren van verbindingen in de vorm van uitloopgebieden, netwerken of bewegwijzering bevorderend voor de recreatiemarkt. De voorwaarden waarbinnen theetuinen, kleinschalige verblijfsaccommodaties en minicampings zijn toegestaan, zijn vastgelegd in beleidsregels en worden vertaald in de bestemmingsplannen. De beleidsregels zijn gemeentebreed van toepassing, de mogelijkheden zijn dan ook uiteindelijk perceelsafhankelijk.
Om recreatief medegebruik van het buitengebied in planologisch opzicht goed te regelen wordt dit aspect opgenomen in een groot aantal bestemmingen, waaronder: 'Agrarisch', 'Bos', 'Groen', 'Natuur', 'Verkeer- Verblijfsgebied' en 'Water'. Hoofdzakelijk worden hiermee het medegebruik van gronden voor fietsen, wandelen etc geregeld en daarnaast de benodigde infrastructuur. Ten behoeve van het recreatieve medegebruik worden in of om de nieuwe natuurgebieden fiets- en wandelroutes aangelegd, daarnaast worden in de Westerpolder en Tetjehorn uitkijktorens gebouwd.
Om de recreatiestructuur steviger te ontwikkelen is geanalyseerd waar in het buitengebied de beste mogelijkheden zijn om publieksaantrekkende voorzieningen in de vorm van pleisterplaatsen te realiseren. Deze kunnen ook groter zijn dan een bed & breakfast, mini-camping of theetuin. Het uitgangspunt daarbij is dat bedrijven zich vestigen op percelen waar bestaande bebouwing aanwezig is en daarvan gebruik gaan maken.
Nu Midden-Groningen grotendeels als natuurgebied is ingericht ligt er een groot gebied met een extra recreatieve potentie. De recreatiebranche kan hier op verschillende manieren op inspelen. Gezien de natuurdoelstellingen moet het hierbij uiteraard om extensieve vormen gaan en is met name de locatie van waaruit het gebied wordt ingetrokken van essentieel belang. Vanwege de uitvoerbaarheid is de situering van concentratiegebieden voor recreatie essentieel.
In de Structuurvisie buitengebied is een drietal gebieden aangewezen op basis van de volgende aspecten:
Het betreft de volgende gebieden:
Het buurtschap Woudbloem grenst aan het natuurgebied Midden-Groningen en vormt een goed startpunt om het gebied ter voet, per fiets of boot te verkennen.
De Groenedijk heeft zelf een aantrekkingskracht door de drie molens en ligt daarnaast centraal tussen Midden-Groningen (natuuras) en het dorpenlint (cultuuras). Daarnaast is de dijk goed ontsloten door de ligging nabij een afrittenstelsel van de provinciale weg Hoogezand-Siddeburen (N387).
Het buurtschap de Paauwen, als straten bekend als de Wester- en Oosterpaauwenweg, ligt centraal binnen Midden-Groningen en is goed ontsloten door de weg Schildwolde- Ten Post. In de toekomst kan het een schakel of steunpunt vormen tussen het Meerstadgebied en het Schildmeer door de ligging aan het Afwateringskanaal. De Oosterpaauwenweg is een aantrekkelijke route voor langzaam verkeer tussen Schildmeer en de Meenteweg maar heeft een smal profiel en is voor autoverkeer richting het Schildmeer doodlopend. Vandaar dat alleen de eerste twee bewoonde percelen aan deze weg (binnen 250 meter vanaf de Meenteweg) onderdeel uitmaken van het sitmuleringsgebied. Vanwege de ontsluiting is de Westerpaauwenweg wel geheel geschikt als potentieel recreatieontwikkelingsgebied. Deze weg is te bereiken vanaf zowel de Meenteweg (voorkeur) als Luddeweersterweg. De ligging van het gebied biedt mogelijkheden voor verschillende vormen recreatiebedrijven, als bedrijven die excursies organiseren, verhuurbedrijven en horeca.
Wijzigingsgebieden
In het bestemmingsplan is aan de percelen die zijn gelegen binnen de genoemde recreatieve ontwikkelingsgebieden een aanduiding opgenomen die voorziet in een wijzigingsbevoegdheid om mee te kunnen werken aan recreatieve initiatieven. Met name vrijkomende agrarische bebouwing binnen de genoemde gebieden zijn in potentie geschikt voor recreatief hergebruik.