direct naar inhoud van 2.3 Ruimtelijke analyse
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00019-41vg

2.3 Ruimtelijke analyse

In deze paragraaf wordt de ruimtelijke situatie van het huidige buitengebied in beeld gebracht. Daarbij staat het landschap, als drager van het gebied, centraal.

2.3.1 Landschap

Het grootste deel van het buitengebied heeft een grootschalig open karakter met hier en daar verdichtingen in de vorm van beplantingen op erven, rond NAM-platforms, slibdepots en natuurgebiedjes. Daarnaast zijn er nog structurerende elementen die loodrecht op het lint staan, zoals het landgoed behorende bij de Fraeylemaborg, de beplanting parallel aan de Meenteweg en de eerder genoemde singels die zijn aangeplant tijdens de ruilverkaveling.

Zoals in de voorgaande paragrafen is beschreven heeft met name de ruilverkaveling in de jaren zestig en zeventig gevolgen gehad voor grote delen van het landschap. Uit een vergelijking van historisch kaartmateriaal en recente kaarten kan duidelijk opgemaakt worden waar het landschap grotendeels is gewijzigd en waar dat op hoofdlijnen nagenoeg ongewijzigd is. In het gebied dat niet in ruilverkavelingsplannen is meegenomen (omgeving Luddeweer-Overschild), wordt het landschap meer bepaald door inversieruggen die veelal als dijken in het landschap herkenbaar zijn (in de vorm van bebouwde erven en de wegenstructuur). Het gebied is door deze structuur en de onregelmatige structuur van de kavels iets kleinschaliger dan het aangrenzende gebied (EHS Midden-Groningen).

De laatste twee decennia is het landschap drastisch veranderd met de opkomst van de houtteelt in de 80'er jaren van de twintigste eeuw. In Slochteren zijn op diverse landbouwpercelen houtteeltbossen gerealiseerd, gekenmerkt door snelgroeiende soorten als populieren en wilgen. Een aantal hiervan is bestemd als blijvend bos, waar door uitdunning periodiek wordt gekapt. Deze bossen zijn opengesteld en hebben een multifunctioneel karakter.

Op het merendeel van de bospercelen is sprake van een tijdelijke situatie die is ontstaan door een subsidiestroom die agrariërs een vergoeding bood om hun percelen voor houtteelt te gebruiken. Hierbij gold de voorwaarde dat de bossen na de afgesproken termijn (15- 25 jaar) zouden worden gekapt waarbij deze percelen niet onder de Boswet zouden komen te vallen. Met de afloop van de termijn worden de tijdelijke houtteeltpercelen nu gekapt, waardoor het landschap meer een open karakter krijgt.

Het grootste areaal aan natuur in het buitengebied wordt gevormd door het natuur(ontwikkelings)gebied Midden-Groningen van circa 2000 ha., dat vanaf eind jaren negentig in ontwikkeling is. In dit gebied zal uiteindelijk een mozaïek van open water, verlanding, riet- en zeggemoeras, ruigten en broekbos ontstaan. Naast het aaneengesloten natuurgebied, dat onderdeel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur, liggen er verspreid nog andere natuurgebieden zoals de Baggerputten bij Slochteren en enkele voormalige slibdepots langs het Eemskanaal.

Het groene lint op de dekzandrug van Harkstede tot Siddeburen is vanuit het buitengebied ten oosten van het Afwateringskanaal/Schildmeer en ten zuiden van het Slochterdiep duidelijk zichtbaar en herkenbaar. Het contrast tussen het bebouwingslint (de cultuuras) en het open buitengebied is kenmerkend waarbij waterlopen, singels en laantjes als vingers dwars op het hoofdlint in het buitengebied grijpen.

2.3.2 Infrastructuur

Wegen

De belangrijkste wegen binnen het grondgebied van Slochteren zijn de A7 en N33, die beide onderdeel uitmaken van het landelijke hoofdwegennet. Van regionaal belang zijn de provinciale wegen N387 (Hoogezand- Wagenborgen) en de Meenteweg (Schildwolde-Ten Post). Van lokaal belang zijn met name de Hoofdweg (door de lintdorpen), Noordbroeksterweg en Damsterweg.

De overige infrastructuur in het buitengebied wordt gevormd door plattelandswegen (erftoegangswegen) met over het algemeen een smal profiel. Een deel van deze wegen is gelegen op oude dijken of hogere natuurlijke ruggen in het gebied, zoals de Graauwedijk, Luddeweersterweg en Groenedijk. Andere wegen zijn tijdens een ruilverkaveling aangelegd (Veenweg, Bovenvennenweg). Deze wegen kennen hun knelpunten vanwege de fundatie en de smalle profielen. Daarom is voor een aantal wegen in het gebied aslastbeperking van 4,8 ton ingesteld. In het noordelijke deel van de gemeente zijn dit de volgende wegen / wegvakken:

  • Oude Graauwedijk, Overschild;
  • Slochtermeenteweg vanaf Afwateringskanaal tot Luddeweersterweg;
  • Weg langs Afwateringskanaal;
  • Scharmer Ae, van Woudbloem tot Slochterdiep;
  • Graauwedijk, van Groeveweg tot zuidzijde Eemskanaal;
  • Westerpauwenweg;
  • Wilderhofsterweg Siddeburen, vanaf 2,8 km vanaf Oudeweg tot Weereweg;
  • Slochterdiep vanaf kruispunt Borgsloot / Eemskanaal ZZ tot kruispunt Hamweg.

Waterwegen

Slochteren heeft een redelijk uitgebreid net van waterwegen. Het Eemskanaal is daarbij het belangrijkst voor de beroepsvaart en voor de recreant als staande mastroute. Andere bevaarbare watergangen (met een beperkte vaarhoogte) zijn het Afwateringskanaal en het Slochterdiep.

Openbaar vervoer

Het buitengebied van Slochteren is zeer beperkt ontsloten met het openbaar vervoer. Met uitzondering van een buurtbus (die rijdt tussen Appingedam, Overschild en Tjuchem) en de buslijn Siddeburen-Appingedam is het plangebied niet ontsloten door het openbaar vervoer.

Kabels en leidingen

Mede vanwege het Slochter gasveld ligt er een uitgebreid leidingnetwerk in de gemeente. De aardgasleidingen die van planologisch belang zijn vanwege hun omvang en regionaal c.q. nationaal verzorgend karakter zijn in beheer bij de NAM en de Gasunie. Beide type leidingen krijgen een planologische bescherming.

Ten behoeve van de stroomvoorziening lopen 2 bovengrondse tracés door Slochteren. Eén hoogspanningleiding van 110 kV loopt vanuit De Groeve (ten zuiden van Appingedam) langs het Eemskanaal naar Lageland en vervolgens naar Groningen en één 380 kV leiding volgt vanuit De Groeve globaal de N33 in zuidelijke richting.

Ten slotte liggen enkele rioolpersleidingen door het buitengebied die van regionale betekenis zijn na ontmanteling van de rioolwaterzuiveringsinstallaties in de gemeente. Als onderdeel van het Veenkoloniale Afvalwaterleidingsysteem liggen twee industriële afvalwaterleidingen binnen het plangebied die (zout) proceswater afwateren op de Waddenzee.

2.3.3 Bebouwingspatroon

In het buitengebied van Slochteren is relatief weinig bebouwing aanwezig. Kenmerkend voor het wegdorpenlandschap is dat een groot deel van de bebouwing is gebundeld in linten. In het noordwestelijke deel van het plangebied, dat meer aansluit bij het wierdenlandschap in aangrenzende gemeenten, is meer sprake van verspreide bebouwing op erven. Grofweg is er in het buitengebied een onderscheid te maken in 3 bebouwingspatronen:

  • lintbebouwing met open karakter en weidse doorzichten;
  • buurtschappen;
  • verspreid liggende bebouwing

Lintbebouwing met open karakter en weidse doorzichten

Deze lintstructuren bestaan uit doorgaande wegen, met daaraan arbeiderswoningen en agrarische bebouwing. De bebouwing is gesitueerd op ruime kavels, die verweven zijn in het buitengebied. Ook dit lint kent verdichtingen in de bebouwing. Door de ruime opzet en weide doorzichten naar het achterland ontstaat een landelijk beeld, waardoor de individuele bebouwing nog meer geaccentueerd wordt. De bebouwing langs de Graauwedijk buiten het dorp zijn daarvan voorbeelden. Ook de kern Tjuchem inclusief de bebouwing langs de Weereweg en Wilderhofsterweg hebben dit karakter. Andere bebouwingslinten met dit open landelijke karakter zijn ondermeer de Schildwolderdijk, Groenedijk, Eideweg en Oostwoldjerweg.

Buurtschappen

De gemeente Slochteren kent een aantal kleine nederzettingen (Schaaphok, Blokum, Laanweg, Denemarken, Veenweg, de Paauwen, Luddeweer en de Zanden) welke zijn ontstaan aan het eind van de 19e eeuw. Deze nederzettingen bestaan uit boerderijen, arbeiderswoningen en gebouwen die van een oorsprong een andere dan de huidige woonfunctie hadden. In het buurtschap Veenweg is een voormalige arbeiderswoning aangewezen als rijksmonument ondermeer vanwege de typerende traditionele vormgeving en de herinnering aan de vele arbeiderswoningen die in het verleden in dit oude veengebied lagen.

Verspreid liggende bebouwing

Naast de te onderscheiden bebouwingsconcentraties is er sprake van solitaire bebouwing, verspreid in het buitengebied. De grootste categorie is agrarische bebouwing of voormalige agrarische bebouwing. Een deel van deze boerderijen is als karakteristieke bebouwing aangemerkt. In het zuidoostelijk deel van de gemeente is vrijwel geen bebouwing aanwezig. Daarnaast bevinden zich ook (burger)woningen in het gebied en andere (bedrijfs)bebouwing. Deze bebouwing is veelal nog authentiek (arbeidershuisjes) en draagt daarmee bij aan de identiteit van het Duurswold.