direct naar inhoud van 6.7 Toelichting gebiedsaanduidingen
Plan: Bestemmingsplan Slochteren-Schildwolde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00018-61oh

6.7 Toelichting gebiedsaanduidingen

6.7.1 Algemeen

Indien een dubbelbestemming niet tot de mogelijkheden behoort en er - bijvoorbeeld op grond van sectorale regelgeving - toch aanleiding bestaat om extra mogelijkheden of beperkingen in het plan op te nemen, kan van gebiedsaanduidingen gebruik worden gemaakt. Een gebiedsaanduiding is een aanduiding die verwijst naar een gebied waarvoor bij de toepassing van het bestemmingsplan specifieke regels gelden of waar nadere afwegingen moeten worden gemaakt, hetzij ter beperking van de gebruiksmogelijkheden hetzij ter verruiming daarvan.

Gebiedsaanduidingen overlappen meestal meerdere bestemmingen. Bij gebiedsaanduidingen gaat het veelal om zones en (deel)gebieden die aan sectorale regelgeving zijn ontleend. In alle gevallen gaan gebiedsaanduidingen vergezeld van een daarop betrekking hebbende regeling (meestal in Hoofdstuk 3 - Algemene Regels, van de regels). Indien dit niet het geval is en de gebiedsaanduiding louter een informatief doel dient, dient gebruik van deze aanduiding achterwege te blijven. Met het oog hierop kunnen aan een gebiedsaanduiding specifieke bouw- of gebruiksregels worden gekoppeld. Om belangen nader te kunnen afwegen, kan een gebiedsaanduiding ook vergezeld gaan van een aanlegvergunningenstelsel of een ontheffings- of wijzigingsbevoegdheid.

In de SVBP 2008 is een limitatieve lijst met te gebruiken gebiedsaanduidingen opgenomen. onderstaande lijst zijn gegroepeerd naar hoofdgroepen de in een bestemmingsplan te hanteren gebiedsaanduidingen opgesomd. Bij het opstellen van een bestemmingsplan moet voor zover van toepassing - van deze gebiedsaanduidingen gebruik worden gemaakt.

In het voorliggende bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van de volgende gebiedsaanduidingen:

6.7.2 Geluidzone - weg

Langs de N387 is de gebiedsaanduiding 'geluidzone - weg' toegepast. De reikwijdte van de gebiedsaanduiding is gelijk aan de 48 dB-contour zoals deze blijkt uit de Nota Wegverkeerslawaai gemeente Slochteren.

Langs andere wegen is geen toepassing gegeven aan zulke geluidzones, omdat de eerstelijns bebouwing aldaar met de voorzijde is gericht op de betreffende wegen. In die gevallen kan door de bouwgrens parallel aan de weg te leggen worden voorkomen dat woningen en andere geluidgevoelige objecten dichter op de weg worden gebouwd dan in de huidige situatie. Met andere woorden: woningen mogen niet dichter op de weg worden gebouwd dan de kortste afstand tussen gevel en weg, tenzij de geluidbelasting lager is dan de voorkeurswaarde of de vastgestelde hogere waarde.

Indien de weg, waarvan de geluidzone tot de woningen of andere geluidgevoelige objecten reikt, aan de achterzijde ligt, is beperking van het bouwvlak een minder praktisch instrument om te voorkomen dat wordt uitgebreid in de richting van de betreffende weg. Daarom wordt daar een 'geluidzone - weg' toegepast, waardoor het mogelijk is om geluidgevoelige ruimten in/bij woningen of andere geluidgevoelige objecten uit te breiden mits blijkt dat:

  • de uitbreiding niet tot gevolg heeft dat de geluidbelasting door wegverkeerslawaai niet groter is dan de geldende voorkeursgrenswaarde of;
  • de afstand van de woning tot de weg na uitbreiding niet afneemt of;
  • de uitbreiding niet tot gevolg heeft dat de geluidbelasting door wegverkeerslawaai niet groter is dan de vastgestelde hogere waarde.

Indien bovengenoemde 3 voorwaarden niet van toepassing zijn, kunnen burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning verlenen om de geluidgevoelige ruimten uit te breiden, mits hiervoor reeds een hogere waarde is vastgesteld.

6.7.3 Veiligheidszone- lpg

In het plangebied ligt een tweetal tankstations waar tevens LPG wordt geleverd en hierdoor vanuit het Bevi van belang zijn. De aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is opgenomen ter plaatse van de lpg opslagtanks, vulpunten en afleverzuilen. De aanduiding is bedoeld om het oprichten van objecten voor (beperkt) kwetsbare objecten uit te sluiten.

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het verbod om beperkt kwetsbare objecten op te richten, mits voldaan wordt aan de gestelde afstandeisen. Deze afstanden zijn gekoppeld aan de maximale lpg-doorzet, zoals deze is vastgelegd in de milieuvergunning.

6.7.4 Veiligheidszone- vervoer gevaarlijke stoffen

Langs de provinciale wegen N387 en N865 is de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' toegepast. De provinciale wegen zijn opgenomen in het Provinciaal Basisnet Groningen, waarin een borging van risico-afstanden als gevolg van transporten van gevaarlijke stoffen is vastgelegd. Op grond van het Basisnet geldt voor deze infrastructuur dat binnen een zone van 30 meter geen nieuwe kwetsbare objecten worden opgericht en tevens het vestigen van nieuwe functies (scholen, zorgwoningen, zorgcentra, etcetera) voor beperkt zelfredzame personen wordt uitgesloten. Ter plaatse van de aanduiding is het niet toegestaan objecten ten behoeve van minder zelfredzame personen te bouwen of in gebruik te nemen.

6.7.5 Vrijwaringszone- molenbiotoop

De vrijwaringzone rondom een molen heeft als doel het gebied binnen de invloedssfeer van de molen (de molenbiotoop) te vrijwaren van hoge bebouwing en beplanting om de windvang en het zicht op de molen te behouden.
Bij het toepassen van de 'vrijwaringszone - molenbiotoop' wordt gewerkt met een formule, op basis waarvan de toegestane bouwhoogte kan worden berekend.

6.7.5.1 Biotoopformule

Bij de bouw van bouwwerken op de gronden die zijn aangeduid als 'vrijwaringszone - molenbiotoop' dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:

  • 1. binnen 100 meter mag de bouwhoogte maximaal de hoogte van de stelling of belt bedragen;
  • 2. in het gebied tussen 100 en 400 van de voet van de molen geldt als maximale bouwhoogte de uitkomst van de volgende formule: (afstand tot de molen / n) + (0,2 x askophoogte).

Er wordt een uitzondering gemaakt voor bestaande bouwwerken en situaties waar de vrije windvang en/of het zicht op de molen reeds is beperkt door bestaande bebouwing (bijvoorbeeld in situaties direct achter en in het verlengde van bestaande hogere bebouwing).

Er is in de regels een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor hogere bebouwing dan de biotoopformule aangeeft. Bij deze afweging wordt het advies van een molendeskundige betrokken. Hiervoor zal de Slochter Molenstichting of het Groninger Molenhuis worden benaderd.

Toelichting formule:
De waarde 'n' staat voor ruwheidscategorie. Voor open gebied bedraagt deze waarde 100, voor half gesloten of ruwe gebieden 75 en voor gesloten en stedelijk gebied bedraagt de waarde 50. Door toepassing van deze variabele is de toegestane bouwhoogte in open gebieden lager dan in gesloten gebieden.

De askophoogte is de hoogte waarop de wieken zijn bevestigd, gemeten vanaf het peil van waaraf de hoogte van de in de aanhef van artikel 1.2 bedoelde bouwwerken wordt gemeten. Bij de aanwezigheid van een stelling of belt wordt deze hoogte meegeteld. De askophoogte kan op de volgende manier worden bepaald (voorbeeld op basis van de molen in Harkstede): de helft van de vlucht (20,60 m / 2 = 10,30 m) + stellinghoogte (= 5,50 m), totaal = 15,80 m (dit is de askophoogte).

6.7.5.2 Situatie Slochteren

Binnen het plangebied is fysiek geen molen aanwezig, wel reikt de vrijwaringszone (de molenbiotoop) van de Fraeylemamolen, de meest noordelijke van de drie molens aan de Groenedijk, tot in het plangebied.

De kwaliteit van de huidige molenbiotoop is in het verleden vanwege (hoge) bomen in de nabijheid als matig gewaardeerd (rapportage inventarisatie molenbiotoop Groninger Molenhuis, 2007).

In dit bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die een onevenredige aantasting van de molenbiotoop veroorzaken. Bij nieuwe ontwikkelingen binnen het gebied dat aangeduid is als vrijwaringszone - molenbiotoop zal worden getoetst aan de regels in de algemene aanduidingsregels , indien nodig kan daarbij ook gebruik worden gemaakt van de afwijkingsbevoegdheid. Voor het afleiden van de toegestane bouwhoogte en de gebruikte ruwheidsfactor (n) wordt verwezen naar de Molenbiotoop toetsingskaart die is opgenomen in Bijlage 14.

Bij het bepalen van de ruwheidsfactor in de vrijwaringszone is rekening gehouden met het de aanwezige elementen en structuren die het zicht op de molen en de windvang al belemmeren. Dit heeft geleid tot verschillende ruwheidsfactoren (n-waarden) in de vier kwadranten. Het kwadrant tussen zuidwest en noordwest is een open gebied zonder noemenswaardige obstakels vandaar de n-waarde 100. Het gebied tussen noordwest en noordoost is vrij open met enkele bossingels als obstakels en wordt aangeduid als half-open met de n-waarde 75. Aan het segment tussen noordoost en oost wordt de n-waarde 50 toegekend omdat dit gebied vrijwel geheel gesloten is door het Overbos en de rand van de woonwijk Slochteren IV. Het kwadrant tussen oost en zuidwest heeft tenslotte een vrij open karakter met verspreid liggende obstakels in de vorm van woningen en bomen en is derhalve te typeren als half-open met n-waarde 75.

6.7.6 Wro zone - ontheffingsgebied - detailhandel

Langs een deel van de Hoofdweg in Slochteren en Schildwolde en de Meenteweg in Schildwolde is een aanduiding weergegeven om een omgevingsvergunning (voor het afwijken van de bestemmingsregels) te kunnen verlenen voor kleinschalige detailhandel bij woningen. De regeling sluit aan bij verschillende verzoeken van (aspirant) ondernemers in het lint. Door de strikte voorwaarden, waardoor de activiteit ondergeschikt blijft aan de woonfunctie, kan de kleinschaligheid worden gewaarborgd en wordt er geen afbreuk gedaan aan de bestaande detailhandelstructuur in de kernen.

De voorwaarden van de beleidsregels aan-huis-verbonden beroep zijn hierbij grotendeels van toepassing, met een aantal afwijkingen:

  • de maximale oppervlakte is vastgelegd op 30 m²;
  • het verbod op detailhandel is losgelaten;
  • de limitatieve lijst met activiteiten is niet van toepassing voor detailhandel.

De regel kan worden toegepast bij vrijstaande woningen langs het lint (bestemming Wonen - 1A), bedrijfswoningen (bestemming Bedrijf), agrarische bouwpercelen (bestemming Agrarisch) en gemengde percelen buiten het centrumgebied (bestemming Gemengd – 2).