Plan: | Bestemmingsplan Slochteren-Schildwolde |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0040.bp00018-61oh |
Het plangebied beslaat het bebouwd gebied van de kernen Slochteren en Schildwolde. Naast de lintbebouwing van deze plaatsen vallen ook de aangrenzende woonwijken (waaronder Slochteren –4 en Schatterswold binnen het plangebied. Ook het landgoed Fraeylema (inclusief bos) wordt tot het plangebied gerekend.
Een drietal percelen is buiten het plangebied gehouden: Hoofdweg 39 in Slochteren, Hoofdweg 88 in Schildwolde en het terrein van de voormalige RWZI aan de Groenedijk. Voor het perceel van de voormalige huishoudschool (Hoofdweg 39 in Slochteren) is al een afzonderlijke ruimtelijke procedure doorlopen voor een drietal nieuwe woningen. De andere twee percelen zijn naar aanleiding van zienswijzen uit het vast te stellen plan verwijderd. Voor deze twee percelen zal nog een partiële herziening van het bestemmingsplan worden opgesteld.
1.2.2 Begrenzing plangebied
De begrenzing van het plangebied wordt globaal gevormd door de contouren van de bestaande kernen Slochteren en Schildwolde. Van noord naar zuid (kloksgewijs) is de begrenzing als volgt. De noordgrens van het plangebied wordt nu gevormd door de grens van het dorp Schildwolde met Hellum (achtertuinen) naar het open agrarisch landschap. De oostelijke grens vormt een overgang van de achtertuinen naar een open landbouwgebied. De Hoofdweg tot aan de grens met Froombosch vormt de zuidwestelijke uitloper van het plangebied. Alle lintbebouwing is daarbij opgenomen in het plangebied. Ook de aangrenzende woonwijken (waaronder Slochteren IV en Schatterswold) worden tot het plangebied gerekend.
De westelijke grens vormt ook een soortgelijke overgang naar een open landbouwgebied.
Algemene overwegingen
De begrenzingen van de komplannen worden gevormd door de grens met andere dorpen en met het buitengebied. De grens van voorliggend bestemmingsplan tussen dorpsbebouwing (stedelijk gebied) en buitengebied is bepaald aan de hand van het bebouwings- en occupatiepatroon. Als basis is uitgegaan van die delen van kernen en linten met een redelijk aaneengesloten of ruimtelijk dominant patroon van bebouwing en bijbehorende erven. Er wordt daarbij rekening gehouden met karakter van de percelen die aan het lint (de weg) liggen. Onbebouwde agrarische percelen die tot aan de weg in het lint reiken worden veelal buiten het plangebied van de kernen gehouden. Als bebouwde percelen en dwarsstructuren aan deze zone raken zijn zij daar meestal aan toegevoegd. In een aantal gevallen zijn plangrenzen opgerekt tot aan een doorgaande weg, om versnippering over bestemmingsplannen te voorkomen.
Provinciaal beleid
Gedeputeerde Staten hebben op 20 april 2010 gebruik gemaakt van de bevoegdheid in de provinciale omgevingsverordening om de grenzen van het bestaand bebouwd gebied vast te leggen. Deze begrenzing heeft weerslag op functies die in de verordening niet zijn toegestaan in het buitengebied (de contramal van bestaand bebouwd gebied), het verbod om woningen toe te voegen aan het buitengebied en de maximaal toegestane oppervlakte van woonbebouwing op een bouwperceel. De begrenzing uit de verordening heeft derhalve geen invloed gehad op de begrenzing van het plangebied, maar slechts op de toekenning van bestemmingen.
Twee verschillende begrenzingen
Omdat de inzichten van de provincie omtrent de grenzen van het bestaand bebouwd gebied verschillen met die van de gemeente valt een deel van het plangebied onder het regime van het provinciaal beleid voor het buitengebied, dit geldt voor een aantal percelen tussen de Hoofdweg en Schildwolderdijk in Schildwolde (omgeving Kloosterlaan en Kloosterpad). Ook een aantal bebouwde percelen aan de rand van het plangebied (delen Noorderweg en Boslaan) worden gerekend tot het provinciale buitengebied. De regels van het bestemmingsplan zijn voor deze percelen waar nodig aangepast aan het provinciaal beleid.