Plan: | Bestemmingsplan Harkstede-Scharmer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0040.bp00002-61oh |
De gemeente Slochteren beslaat een groot deel van de streek 'Duurswold'. Het Duurswold heeft zijn naam te danken aan het karakter dat het vroeger bezat. Er was sprake van lage gronden waarop struiken en bomen elkaar afwisselden. Het gebied werd ook wel de Zevenwolden genoemd, naar de zeven concentraties die op de zandrug waren ontstaan. De streek behoort tot de laagste delen van de provincie.
In het Pleistoceen is de bodem van Duurswold onder invloed van het landijs en de zee opgebouwd uit dekzand en zeeklei. Daartussen is in de loop van de tijd veen ontstaan. De dekzandruggen liggen hoger dan de omringende klei- en veengronden. Vroeger stroomde het water van de hogere klei- en zandgronden hier naar toe en ontstonden er meren. Het huidige Schildmeer is hiervan nog een overblijfsel.
De hoger gelegen zandgronden werden als eerste bewoond. Ook de latere bewoning heeft zich voornamelijk op en rond de hoger gelegen gronden ontwikkeld in het bebouwingslint vanaf Harkstede via Slochteren naar Siddeburen. Zo kon wateroverlast zo goed mogelijk vermeden worden. De hoogte van de zandrug varieert van ongeveer NAP – 0,50 m tot boven NAP 2,5 m bij Schildwolde.
De ontginning van de natte veengebieden vond plaats vanuit de zandgronden. Haaks op de 'ontginningsbasis' (de zandrug Harkstede-Slochteren-Siddeburen) werden sloten gegraven om het natte veenmoeras te ontwateren en geschikt te maken voor landbouw. De watergangen dienden deels ook als vaarverbindingen. Hier ontstond een landschap met smalle lange kavels. Veendijken hielden ontgonnen gebieden droog.
Het huidige bewoningspatroon is nog steeds op de zandrug, die loopt van Ruischerbrug (via Harkstede, Slochteren en Siddeburen) naar Wagenborgen, gesitueerd. Door deze concentratie van bebouwing is een groot deel van het open buitengebied. Buiten de lintbebouwing liggen slechts enkele bebouwingsconcentraties, waaronder Overschild en Tjuchem vallen.
De naam van het dorp Harkstede komt waarschijnlijk van Haarkes Stee, dit is de stede, de boerderij van meneer Haarke geweest. Een andere opvatting is dat het dorp vernoemd is naar een 'arke', ofwel een kapel die bij de toren heeft gestaan. Harkstede stamt ook uit de dertiende eeuw, de kerktoren naast de Hervormde Kerk is van rond 1250. Harkstede was tot het jaar 1821 een zelfstandige gemeente, in dat jaar werd het samengevoegd met de gemeente Slochteren.
Geografisch gezien liggen Harkstede en Scharmer op een stuwwal die, evenals de Hondsrug, in de ijstijd door het schuivende pakijs gevormd is. In een proces van eeuwen werd er in dit gebied zeeklei afgezet. Toen de zee zich terugtrok ontstond er op dit zeekleigebied een moerassig veengebied waar de stuwwal bovenuit stak. Door dit woeste landschap stroomden wateren zoals de Drentse Hunze, de Slochter Ae en de Fivel. Deze laatste ontsprong in de omgeving van Scharmer en liep van daaruit pal noordwaarts.
Op de zandrug, die ongeveer overeenkomst met de ligging van de Hoofdweg door de gemeente, ontstonden de nederzettingen Harkstede en Scharmer. Vanaf deze rug werd het lage natte omliggende gebied omgezet in cultuurgronden. Dit werd in de vorm van het aanleggen van diverse kleine en grotere polders aangepakt. Met behulp van molens werden de gronden ontwaterd. Met de inzet van (stoom)gemalen en later modernere gemalen werden de molens overbodig. In de tweede helft van de 20ste eeuw resteert alleen nog de korenmolen in de Harkstede (Stel's meulen).
Omstreeks 1840 was de omvang van de kernen Harkstede en Scharmer vrijwel gelijk qua inwonertal en woningaantal (beide kernen ongeveer 500 inwoners en 100 woningen). Daarbij was in Harkstede al sprake van een 'kom'. Pas na de Tweede Wereldoorlog is Harkstede uitgebreid met nieuwe woonbuurten. Scharmer heeft zich niet uitgebreid maar is gedeeltelijk opgenomen in de kern Harkstede. Vanaf de jaren zestig heeft Harkstede zich sterk ontwikkeld als nederzetting. In paragraaf 2.3 Ruimtelijke analyse wordt hier nader op ingegaan.
De naam van het dorp Scharmer is waarschijnlijk een verbastering van Sciramere, 'scire' dat helder en 'mere' wat water betekent en verwijst naar de waterrijkdom in deze streek.
Scharmer is gelegen op de zandrug (waarop vrijwel alle dorpen van de gemeente Slochteren liggen) tussen de dorpen Harkstede en Kolham. Het eerste teken van menselijke bewoning is een te Scharmer gevonden stenen hamer, daterend van ver voor onze jaartelling. De nieuwe kerk van Scharmer werd in 1296 gegrondvest op zand, eerdere kronieken vermelden een kerk rondom 1231. De oude kerk stond op veengrond in het moeras.