Plan: | Bestemmingsplan Harkstede-Scharmer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0040.bp00002-61oh |
De begrenzing van het plangebied Harkstede-Scharmer wordt globaal gevormd door de contouren van de bestaande kernen Harkstede en Scharmer. Van noord naar west (kloksgewijs) is de begrenzing als volgt. De noordgrens van het plangebied wordt nu gevormd door de overgang van het dorp (achtertuinen) naar het open agrarisch landschap. In de toekomst zal het overgangsgebied naar Meerstad worden ontwikkeld met ruimte voor water en natuur. Voor dit gebied is een apart bestemmingsplan opgesteld, genaamd Meerstad-Midden.
De oostelijke grens (ten oosten van de Hamweg) vormt ook een soortgelijke overgang naar een open landbouwgebied. Hier zal in de toekomst nog een woningbouwcluster worden ontwikkeld als onderdeel van Meerstad. De bebouwing van Scharmer langs de Hoofdweg vormt de zuidoostelijke uitloper van het plangebied. Alle bebouwing langs deze weg is daarbij opgenomen in het plangebied.
Aan de westzijde wordt het recreatiepark Borgmeren ook in zijn geheel tot het plangebied gerekend, inclusief de Scharmerplas met bijbehorende oevers. De grens vervolgt in noordwestelijke richting de grens van de eilanden van Eilandrijk/ Borgmeren. De plas Borgmeren valt wel buiten de begrenzing.
Daarnaast is ook de laatste fase van Eilandrijk (fase 3A) buiten het bestemmingsplan gelaten. Voor deze fase, die nog niet is ontwikkeld, is een apart bestemmingsplan in uitvoering.
Algemene overwegingen
De begrenzingen van de komplannen worden gevormd door de grens met andere dorpen en met het buitengebied. De grens van voorliggend bestemmingsplan tussen dorpsbebouwing (stedelijk gebied) en buitengebied is bepaald aan de hand van het bebouwings- en occupatiepatroon. Als basis is uitgegaan van die delen van kernen en linten met een redelijk aaneengesloten of ruimtelijk dominant patroon van bebouwing en bijbehorende erven. Er wordt daarbij rekening gehouden met karakter van de percelen die aan het lint (de weg) liggen. Onbebouwde agrarische percelen die tot aan de weg in het lint reiken worden veelal buiten het plangebied van de kernen gehouden. Als bebouwde percelen en dwarsstructuren aan deze zone raken zijn zij daar meestal aan toegevoegd. In een aantal gevallen zijn plangrenzen opgerekt tot aan een doorgaande weg, om versnippering over bestemmingsplannen te voorkomen.
Provinciaal beleid
Gedeputeerde Staten hebben op 20 april 2010 gebruik gemaakt van de bevoegdheid in de provinciale omgevingsverordening om de grenzen van het bestaand bebouwd gebied vast te leggen. Deze begrenzing heeft weerslag op functies die in de verordening niet zijn toegestaan in het buitengebied (de contramal van bestaand bebouwd gebied), het verbod om woningen toe te voegen aan het buitengebied en de maximaal toegestane oppervlakte van woonbebouwing op een bouwperceel. De begrenzing uit de verordening heeft derhalve geen invloed gehad op de begrenzing van het plangebied, maar slechts op de toekenning van bestemmingen.
Twee verschillende begrenzingen
Omdat de inzichten van de provincie omtrent de grenzen van het 'bestaand stedelijk gebied' verschillen van die van de gemeente valt een deel van het plangebied onder het regime van het provinciaal beleid voor het buitengebied, dit geldt voor het zuidelijke gedeelte van Scharmer (Hoofdweg). De regels van het bestemmingsplan zijn voor deze percelen waar nodig aangepast aan het provinciaal beleid.