De op de kaart voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- bos en bebossing;
- groenvoorzieningen;
- voet- en fietspaden;
- waterlopen en waterpartijen;
- het behoud en herstel van landschappelijke en natuurlijke waarden;
met daaraan ondergeschikt:
- verhardingen;
met de daarbijbehorende:
- gebouwen voor:
- beheer en onderhoud;
- schuilgelegenheid voor dieren;
voorzover het bestaande gebouwen betreft;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstobjecten en kunstwerken.
Voor het bouwen van de in lid 33.1 sub g genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen:
- het aantal gebouwen mag ten hoogste het bestaande aantal bedragen;
- de oppervlakte van een gebouw mag ten hoogste de bestaande oppervlakte bedragen;
- de goothoogte van een gebouw mag ten hoogste 3,5 m bedragen;
- de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste 5,5 m bedragen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
- de hoogte van palen en masten mag ten hoogste 6 m bedragen;
- de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5 m bedragen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
- het verwijderen van bomen en opgaande beplanting;
- het ontgronden, afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
- het aanbrengen van verhardingen.
Het in lid 33.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
- het normale onderhoud betreffen;
- reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
- noodzakelijk zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van openbare nutsvoorzieningen.
De in lid 33.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied.
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 33.4.1, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van gronden en bouwwerken voor seksinrichtingen;
- het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
- het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan voor de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
- het gebruik van gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen;
- het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen.
Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 33.4.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven |
Naar volgende |