Plan: | Chw bestemmingsplan Oosterwold |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0034.OP5alg01-vg01 |
het Chw bestemmingsplan Oosterwold met identificatienummer NL.IMRO.0034.OP5alg01-vg01 van de gemeente Almere;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bedrijf dat in een (gedeelte van) een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruik(st)er van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is;
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een grond gebonden bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
een overeenkomst tussen bevoegd gezag (gemeente) en een initiatiefnemer (op basis van Wro artikel 6.24.) die beschrijft hoe een kavel voor eigen rekening en risico ter hand wordt genomen door een initiatiefnemer en die tevens bevat welke kosten worden verhaald op de initiatiefnemer;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in dit plan genoemd percentage dat het gedeelte van het bouwperceel aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd;
onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
goederen behorend bij, ten behoeve van, of product van een bedrijf;
de totale vloeroppervlakte van bedrijven, kantoren, winkels en gebouwen die wordt gebruikt voor bedrijfsactiviteiten;
een (gedeelte van een) gebouw, dat kennelijk slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) één persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming en het feitelijk gebruik van het gebouw of het terrein;
ieder voor het publiek toegankelijke vestigingseenheid die telecommunicatiediensten verleent, zoals phoneshops, cybercafé’s, internetcafés;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
het bestuursorgaan dat volgens de wet bevoegd is besluiten te nemen of beschikkingen af te geven, zoals bijvoorbeeld het verlenen van een vergunning.
de voorzieningen die als gevolg van het aantal inwoners nodig zijn in een bepaald gebied, zoals gezondheidszorg, scholen, sportvoorzieningen, maatschappelijk vastgoed, etc;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een aaneengesloten stuk grond, dat door zijn vorm over het gehele oppervlakte reële mogelijkheden biedt voor het oprichten van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop het woord «BUS» of «LIJNBUS» is aangebracht;
winkels en horeca;
faciliteiten die het geven van onderwijs en het vertrekken van informatie kunnen ondersteunen;
plan als bedoeld in artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening;
recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen;
een terrein voor een tijdelijke activiteit in de openlucht en/of - al dan niet - in tijdelijke onderkomens, gericht op het bereiken van publiek voor commerciële, informerende, educatieve, culturele, sportieve, levensbeschouwelijke of daarmee gelijk te stellen doeleinden;
de I/C-verhouding is de verhouding tussen de intensiteit (het aantal eenheden voertuigen dat op een bepaald punt in een bepaalde periode passeert) en de capaciteit (het aantal eenheden voertuigen dat maximaal over een wegvak kan rijden in een bepaalde periode) op een wegvak, op een weg of op meerdere achtereenvolgende wegvakken;
een niet grondgebonden agrarisch bedrijf voor het houden van vee en pluimvee - zelfstandig of als neventak -, waarbij dit houden van vee en pluimvee geheel of nagenoeg geheel plaatsvindt in gebouwen. Het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet en het houden van (melk)rundvee, schapen of paarden wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij;
de bruto vloeroppervlakte aan bebouwing (alle bouwlagen gezamenlijk) gedeeld door de bebouwbare oppervlakte;
een facilitator die namens de overheden initiatiefnemers ontvangt en voorziet van de benodigde informatie, plannen beoordeelt en aanwijzingen geeft om tot een volwaardige vergunningaanvraag te komen;
het deel van het kavel dat openbaar toegankelijk is voor fietsers en voetgangers en primair is ingericht met natuurlijke, ecologische en landschappelijke elementen waaronder ook begrepen waterlopen en waterpartijen;
het deel van het kavel dat openbaar toegankelijk is voor fietsers en voetgangers en primair is ingericht met groenvoorzieningen, plantsoenen, beplanting waaronder ook begrepen waterlopen en waterpartijen;
op recreatieve, niet bedrijfsmatige wijze, met dien verstande dat er geen sprake mag zijn van activiteiten die onder de Wet milieubeheer vallen en er geen activiteiten voor en door derden worden uitgevoerd;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op de bestemming het belangrijkst is;
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
en gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;
het perceel waarop het geheel van de ontwikkelregels van toepassing is;
het bevoegd gezag brengt kosten (met kostenspecificatie) in rekening bij de initiatiefnemer;
de instrumenten die worden gebruikt bij het kostenverhaal. De instrumenten zijn een anterieure grondexploitatieovereenkomst (de kosten worden verhaald via een contract) en een exploitatieplan (de kosten worden verhaald door aan de omgevingsvergunning een financiële voorwaarde te verbinden);
een type ontwikkelkavel met een op grond van dit Chw bestemmingsplan voorgeschreven verhouding tussen bebouwing, verharding, groen, water en stadslandbouw, waarbij het landbouwkavel een relatief hoog percentage stadslandbouw kent, primair gericht op het voortbrengen van agrarische producten;
een type ontwikkelkavel met een op grond van dit Chw bestemmingsplan voorgeschreven verhouding tussen bebouwing, verharding, groen en water waarbij het landschapskavel een relatief hoog percentage openbaar toegankelijk landschap kent, primair gericht op groen, natuur en recreatieve doeleinden;
(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren;
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden houdt, zulks in combinatie met een of meer van de volgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden, het houden van wedstrijden of andere evenementen en horeca (kantine), mits ondergeschikt;
vereniging van motorrijders, inclusief de daarbij behorende voorzieningen, bebouwing en terreinen;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, apparatuur voor telecommunicatie en voorzieningen voor stadsverwarming;
een weg is openbaar:
een rijstrook van beperkte lengte bestemd voor verkeer dat moet wachten op doorgang in een bepaalde richting;
ijkpunt waar bij het verantwoorden van het groepsrisico het berekende groepsrisico mee wordt vergeleken en dat het bevoegd gezag kan gebruiken bij het bepalen van de maatschappelijk aanvaardbare grenzen;
een aaneengesloten terrein dat zowel kadastraal als optisch samenhangt;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan van zodanige breedte dat bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen daarvan gebruik kunnen maken;
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
het deel van het kavel dat voor bebouwing mag worden ingericht inclusief parkeren, tuin en overige verharding;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
bouwwerk voor de opslag van diervoeder;
stadslandbouw is het telen, oogsten en afzetten van voedsel in of in de nabijheid van kernen. Onder stadslandbouw valt ook veeteelt en de kweek van vissen voor consumptie. Leidend is dat er een agrarisch product uit voort komt en dat sprake is korte voedselketens. Het kan daarbij zowel gaan over voedselproductie die professioneel of voor zelfvoorzienend gebruik wordt beoefend. Stadslandbouw heeft in Oosterwold ook zorg, recreatieve (leisure), educatieve, landschappelijke en economische (werkgelegenheid, zelfstandige ondernemingen) dimensies. Hierdoor zijn nevenfuncties mogelijk, zoals een mini-camping en een speeltuin. Ten minste 80% van het grondgebruik dient betrekking te hebben op het voortbrengen van agrarische voedselproducten in een voor de agrarische productie reële dichtheid en productiecyclus;
een type ontwikkelkavel met een op grond van dit Chw bestemmingsplan voorgeschreven verhouding tussen bebouwing, verharding, groen, water en stadslandbouw, waarbij het standaardkavel relatief ruime bebouwingsmogelijkheden kent;
recreatief nachtverblijf;
het deel van het kavel dat primair ingericht is ten behoeve van ontsluiting en parkeren;
onder het begrip 'water' wordt verstaan:
met daarbij behorende oevers en taluds;
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken;
een bouwwerk ter opwekking van elektrische energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding;
een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden, dan wel voor een met een huishouden gelijk te stellen minder traditionele woonvorm;
elk vaartuig of drijvend voorwerp, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of recreatieverblijf;
een gebouw met woon- en werkfunctie;
bebouwing bestaande uit zorg gerelateerde woningen in combinatie met maatschappelijke voorzieningen en ondersteunende woonzorgfuncties, in hoofdzaak ten behoeve van de bewoners van de woningen zoals voorzieningen en functies in het kader van de gezondheidszorg, kleinschalige detailhandel, publiekverzorgend ambacht en dienstverlening;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
De beheerregels zijn van toepassing op het voortzetten van het bestaande legale gebruik en de bestaande legale bebouwing zoals binnen het plangebied aanwezig ten tijde van het vaststellen van het Chw bestemmingsplan Oosterwold.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende bouwregels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bouwregels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bouwregels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, noodzakelijk voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf, gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het hobbymatig houden van paarden, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Bestaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in lid 4.1 mag de openbare ruimte niet zodanig worden gewijzigd dat sprake is van een reconstructie van wegen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende algemene bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt aangesloten bij de regels voor vergunningvrij bouwen.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 5.1 wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.3.1 onder b ten behoeve van:
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp, gevaar, de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende algemene bepalingen:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van overige gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt aangesloten bij de regels voor vergunningvrij bouwen.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 6.1 wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.3.1 onder b ten behoeve van:
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp, gevaar, de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd conform de regels voor vergunningvrij bouwen.
Het is verboden op of in de gronden als bedoeld in artikel 7.1 onder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden te verrichten:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.2.1 wordt slechts verleend, indien door de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de ecologische waarden onevenredig (kunnen) worden geschaad in verband waarmee advies is verkregen van een daartoe bevoegd deskundige.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.2.1 is nodig voor:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waaronder begrepen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 10.1 wordt in elk geval gerekend het aanleggen en afmeren van (woon)schepen.
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 11.1 bedoelde gronden gelden de volgende algemene bouwregels:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in 11.3 geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in 11.3 zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de hoogspanningsleiding.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.2.1 voor het bouwen van de in de basisbestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de in artikel 12.1 bedoelde gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend voor zover het leidingbelang hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
Het verbod als bedoeld in lid 12.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - ontwikkelregels' mogen de volgende nieuwe functies worden toegevoegd:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.1 onder b. ten behoeve van:
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de beslisbomen te worden gehanteerd zoals opgenomen in Bijlage Beslisbomen.
De ontwikkelregels zijn van overeenkomstige toepassing op de overige bestemmingen binnen het aanduidingsgebied, met dien verstande dat bouw- en gebruiksmogelijkheden die gelden op basis van de artikelen 3 t/m 12 niet hoeven te voldoen aan de ontwikkelregels tenzij dat in het artikel zelf anders is bepaald.
Voor de gronden binnen de aanduidingen 'overige zone - Eemvallei - 1' en 'overige zone - Eemvallei - 2' gelden de volgende regels:
Binnen de aanduiding 'openbaar vervoer' zijn roodkavels niet toegestaan.
Voor de gronden met de aanduidingen 'specifieke vorm van bos - 1', 'specifieke vorm van bos - 2' en 'specifieke vorm van recreatie - stadsweide' gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.5 b. ten behoeve van roodkavels binnen gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bos - 1', met dien verstande dat:
Per kavel geldt dat de volgende verhouding tussen bebouwing, verharding, groen, water en stadslandbouw wordt gerealiseerd en in stand wordt gehouden:
Samenstelling van de bruto kavel |
Minimaal / Maximaal | Standaard | Landbouw | Landschap | |
Roodkavel | Maximaal | 25,0% | 7,0% | 6,0% | |
Verharding / infra | Maximaal | 11,0% | 5,0% | 5,0% | |
Groen - natuur | Minimaal | 0,0% | 0,0% | 80% | |
Groen - verspreid | Minimaal | 7,0% | 1,5% | 1,5% | |
Water | Minimaal | 2,0% | 1,5% | 2,3% | |
Stadslandbouw | Minimaal | 50,0% | 80,0% | 0,0 |
Ten behoeve van een effectieve samenstelling van de kavel gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artkel 13.6 en 13.6.1 b. c. en d. voor een hoger percentage verharding / infra, met dien verstande dat:
Van het bepaalde in 13.6 kan worden afgeweken ten behoeve van een andere ruimteverdeling op de kavel mits het afwijkende ruimtegebruik wordt verrekend met een aansluitende kavel zodat het samengestelde kavel in zijn geheel alsnog voldoet aan de voorgeschreven samenstelling.
Met betrekking tot de indeling en instandhouding van de kavel gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 13.7 onder b. ten behoeve van collectieve waterberging, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 13.7 onder d. ten behoeve van een kavelontsluiting die niet is gelegen langs een zijde van de kavel, met dien verstande dat:
Gronden die in de omgevingsvergunning zijn aangewezen voor 'Verharding / infra' mogen, zolang er nog geen aansluitende kavels zijn die ontsluiting behoeven, tijdelijk worden ingericht met 'Groen - natuur', 'Groen - verspreid', 'Water' en / of 'stadslandbouw'.
Voor bebouwing binnen het roodkavel is de maximum floor area ratio 0,5.
Het bevoegd gezag kan bij standaard kavels afwijken van het bepaalde in 13.9 en een maximum floor area ratio van 1,0 worden toegestaan, als:
Binnen het gehele plangebied gelden de volgende maximale percentages per kaveltype:
Type kavel | Maximum percentage per kaveltype |
Standaard kavel | 73% |
Landbouwkavel | 10% |
Landschapskavel | 17% |
Binnen het gehele plangebied geldt per functie het volgende maximale percentage:
Functie | Maximum percentage per functie |
Wonen | 61% |
Bedrijven | 29% |
Kantoren | 4,5% |
Voorzieningen | 5,5% |
Tot een gebruik, strijdig met de ontwikkelregels, wordt in ieder geval gerekend:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken geldt dat deze uitsluitend zijn toegestaan binnen het roodkavel.
Voor het bouwen van vergunningvrije bijbehorende bouwwerken gelden de regels voor vergunningvrij bouwen op basis van het Besluit omgevingsrecht, met dien verstande dat als erf als bedoeld in artikel 1 van bijlage II van het Besluit omgeringsrecht, het roodkavel wordt verstaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Bij de aanvraag om omgevingsvergunning dient de initiatiefnemer aan te tonen dat het initiatief voldoet aan de hieronder beschreven normen voor milieu- en omgevingsfactoren. Indien het intiatief niet voldoet aan een of meer van de genoemde normen, dan wel kan voldoen aan de in de Bijlage Beslisbomen genoemde voorwaarden voor die milieu- of omgevingsfactor, past het initiatief niet binnen het bestemmingsplan.
Bij het realiseren van gebouwen en overige bouwwerken, en het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, wordt aangetoond dat archeologische waarden niet worden aangetast. Ten behoeve van de toets of aan hieraan is voldaan wordt de 'beslisboom archeologie' doorlopen zoals opgenomen in de Bijlage Beslisbomen.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 13.14.1 indien en voorzover de in 13.14.1 genoemde activiteiten dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze activiteiten zullen leiden tot een verstoring van de archeologische waarden van de gronden en een of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning;
Bij het realiseren van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden en gebruikswijzigingen geldt dat voldoende afstand in acht wordt genomen zodat er geen hinder is op aangrenzende kavels.
Ten behoeve van de beoordeling of voldoende afstand in acht wordt genomen, wordt de 'beslisboom bedrijven en milieuzonering' doorlopen zoals opgenomen in de Bijlage Beslisbomen.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 13.15.1 en functies op kortere afstand van elkaar toestaan, als:
Bij het realiseren van gebouwen en bij functiewijziging geldt dat sprake is van een functionele bodemkwaliteit. Ten behoeve van de toets of hieraan wordt voldaan, wordt de 'beslisboom bodemkwaliteit' in doorlopen zoals opgenomen in de Bijlage Beslisbomen.
Bij het realiseren van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden ten behoeve van het opwekken van duurzame energie geldt dat de activiteit geen negatieve invloed heeft op de mogelijkheid tot het opwekken van duurzame energie buiten de eigen kavel.
Bij het realiseren van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden geldt dat de vergunningsplichtige activiteit geen onevenredige gevolgen heeft voor ecologische waarden. Ten behoeve van de toets of hieraan wordt voldaan, wordt de 'beslisboom ecologie' in doorlopen zoals opgenomen in de Bijlage Beslisbomen.
Bij het realiseren van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden geldt dat er geen onevenredige veiligheidsrisico's optreden. Ten behoeve van de toets of hieraan wordt voldaan, wordt de 'beslisboom externe veiligheid' doorlopen zoals opgenomen in de Bijlage Beslisbomen.
Bij het realiseren van geluidgevoelige objecten en/of het realiseren of reconstrueren van wegen geldt dat een aanvaardbare geluidsituatie dient te bestaan. Ten behoeve van de toets of hieraan wordt voldaan, wordt de 'beslisboom geluid' in doorlopen zoals opgenomen in de Bijlage Beslisbomen.
Alvorens omgevingsvergunning wordt verleend voor een bouwplan (ingevolge 6.2.1 Bro) waarvoor kostenverhaal verplicht is, dient het kostenverhaal te zijn verzekerd overeenkomstig artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening.
Bij het realiseren van gebouwen, gebruikswijzigingen en het aanleggen van wegen geldt dat wordt voldaan aan de luchtkwaliteitseisen. Ten behoeve van de toets of hieraan wordt voldaan, wordt de 'beslisboom luchtkwaliteit' doorlopen zoals opgenomen in de Bijlage Beslisbomen.
Bij het realiseren van gebouwen en bij functiewijzigingen dient vermeden te worden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen van jonger dan 15 langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microtesla. Ten behoeve van de toets of hieraan wordt voldaan, wordt de 'beslisboom magneetvelden' doorlopen zoals opgenomen in de Bijlage Beslisbomen.
Bij het realiseren van gebouwen en bij functiewijzigingen dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden. Ten behoeve van de toets of hieraan wordt voldaan, worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.24.1 en toestaan dat in minder parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.
Bij het realiseren van gebouwen, gebruikswijzigingen en het aanleggen van verharding geldt dat geen negatief effect optreedt op het watersysteem. Ten behoeve van de toets of hieraan wordt voldaan, wordt de 'beslisboom water' doorlopen zoals opgenomen in de Bijlage Beslisbomen.
Het College van burgemeester en wethouders zal de cumulatieve effecten van de ontwikkeling van Oosterwold minimaal één keer per twee jaar monitoren en evalueren, voor zover het betreft:
Het monitoring en evaluatieprogramma doorloopt de volgende stappen:
De cumulatieve effecten van Oosterwold zijn aanvaardbaar zolang zij de volgende kritieke grenzen niet overschrijden:
Als de kritieke grenzen zoals geformuleerd in 13.26.2 worden overschreden, zal het College van burgemeester en wethouders passende mitigerende maatregelen nemen om de gevolgen tot onder de kritieke grens terug te brengen.
De maatregelen kunnen bestaan uit:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor zover er op basis van de hoofdstukken 2 en / of 3 een woning aanwezig is of kan worden gebouwd, geldt dat het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de woonfunctie aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: tot 50% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
Tot een met de bestemming strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van:
Tot het strijdige gebruik als bedoeld in 15.2 wordt niet gerekend het nog niet gerealiseerde gebruik conform een ten tijde van de vaststelling van het plan verleende en onherroepelijke vergunning als bedoeld in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' kunnen burgemeester en wethouders met het oog op het aspect externe veiligheid, ter verhoging van de veiligheid en zelfredzaamheid van personen in gebouwen en ter verhoging van de bestrijdbaarheid, aan nieuwe functies nadere eisen stellen ten aanzien van:
Bij het stellen van nadere eisen wordt vooraf advies ingewonnen van de Brandweer Flevoland.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan artikelen 13.13 tot en met 13.25 en de bijlagen, waaronder ook de beslisbomen, waarnaar in dit bestemmingsplan wordt verwezen, wijzigen naar aanleiding van;
Het bevoegd gezag kan de Verordenende regels wijzigen naar aanleiding van aanpassing van de verordeningen waarnaar in artikel 19 wordt verwezen.
Bij het toepassen van de wijzingsbevoegdheid wordt de procedure gevolgd die is vervat in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
De Algemene Plaatselijke Verordening is van toepassing met inachtneming van de volgende aanpassingen:
De Bouwverordening is alleen van tooepassing voor zover het betreft artikel 2.1.5 (bodemonderzoek) en hoofdstuk 9 (welstand).
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het 'Chw bestemmingsplan Oosterwold'.