Artikel 5 Bos
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. bos;
-
b. bosbeleving, waaronder speel-, educatieve- en culturele voorzieningen;
-
c. duurzame instandhouding van natuur;
-
d. groenvoorzieningen;
-
e. water;
-
f. ondergeschikt grondgebonden agrarisch gebruik;
-
g. weidegang;
-
h. dagrecreatie;
-
i. houtproductie;
-
j. waterberging;
met de daarbij behorende
-
k. verhardingen, ruiter-, voet- en fietspaden;
-
l. ontsluitingswegen;
-
m. kunstwerken en kunstobjecten;
-
n. parkeervoorzieningen;
-
o. geluidwerende voorzienigen;
-
p. waterhuishoudingsvoorzieningen;
-
q. nutsvoorzieningen;
-
r. overige functioneel met de bestemming Bos verbonden voorzieningen;
met dien verstande dat
-
s. voor zover de gronden tevens zijn aangewezen voor "Leiding-Water", ze mede bestemd zijn voor de instandhouding van leidingen voor het transport van water, energie en stoffen door gebruikmaking van kabels en leidingen, en het bepaalde in artikel 10 Leiding-Water van toepassing is;
-
t. voor zover de gronden tevens zijn aangewezen voor "Waarde-Archeologie 1", ze mede bestemd zijn voor de bescherming van mogelijke ter plaatse aanwezige archeologische waarden, en het bepaalde in artikel 11 Waarde-Archeologie 1 van toepassing is;
-
u. ter plaatse van de functieaanduiding "verkeer" is een verkeersverbinding voor wegverkeer, openbaar vervoer en, al dan niet langzaamverkeer, met ten hoogste 2x2 doorgaande rijstroken, opstelstroken, langzaamverkeerroutes en verblijfsgebied daar niet onder begrepen, toegestaan waarbij de voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 5 Afstemmings- en
ontheffingsregels Wgh gelden;
-
v. ter plaatse van de functieaanduiding "infrastructuur" zijn de gronden tevens gereserveerd voor een mogelijke realisering van railverkeer en spoorverkeer.
5.2 Bouwregels
Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met dien verstande dat:
-
a. erf- en terreinafscheidingen grenzend aan de openbare weg een bouwhoogte van maximaal 1 m mogen hebben;
-
b. overige erf- en terreinafscheidingen een bouwhoogte van maximaal 2 m mogen hebben;
-
c. speelvoorzieningen en overig straatmeubilair een bouwhoogte van maximaal 4,5 m mogen hebben;
-
d. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast een bouwhoogte van maximaal 15 m mogen hebben;
-
e. kunstobjecten mogen een bouwhoogte van maximaal 6 m en een oppervlakte van maximaal 10 m2 hebben;
-
f. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen een bouwhoogte van maximaal 3 m hebben;
-
g. windmolens, zonnecollectoren en zonnepanelen een bouwhoogte van maximaal 4 meter bij een dakopstelling, en maximaal 15 meter bij een grondopstelling mogen hebben.
5.3 Afwijken van de bouwregels
-
a. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2 Bouwregels teneinde gebouwen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving toe te staan met een maximum oppervlakte van 50 m2 per gebouw en een maximale toegestane hoogte van 4 meter.
-
b. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2 Bouwregels teneinde een hogere bouwhoogte toe te staan voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot een maximale hoogte van 15 meter, met uitzondering van masten ten behoeve van telecommunicatie waarvoor afwijking tot 40 meter mag worden verleend;
5.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
-
c. het opslaan van gerede en ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
-
d. het opslaan c.q. stallen van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
-
e. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.
Het bepaalde in lid 5.4 onder a.,b. en c. is niet van toepassing op:
-
f. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
-
g. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming en aanduidingen.
5.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Bos te wijzigen in de bestemming
-
a.
Woongebied, ter plaatse van de gebiedsaanduidingen "wro-zone wijzigingsgebied 1" en "wro-zone wijzigingsgebied 2".
Hierbij gelden de regels zoals opgenomen in Artikel 8 Woongebied, met dien verstande dat:
-
b. de gezamenlijke oppervlakte van de bestemming Woongebied, ter plaatse van de gebiedsaanduiding "wro-zone wijzigingsgebied 1", elk maximaal 1 ha, en de bouwhoogte maximaal 15 meter bedraagt;
-
c. de gezamenlijke oppervlakte van de bestemming Woongebied, ter plaatse van de gebiedsaanduiding "wro-zone wijzigingsgebied 2" maximaal 2 ha, en de bouwhoogte maximaal 49 meter bedraagt;
-
d. aanvullend geldt voor de gebiedsaanduiding "wro-zone wijzigingsgebied 2", dat de vrije doorvaart voor het vervoer over het water van de Hoge Vaart wordt gegarandeerd en dat rekening wordt gehouden met het beheer van de oever en de beschoeiingen van de Hoge Vaart;
-
e. de noodzakelijke boscompensatie en natuurcompensatie voorafgaand aan het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid in voldoende mate is verzekerd;
-
f. de geluidbelasting als gevolg van wegverkeer op een gevel van een geluidsgevoelig object of ruimte zoals gedefinieerd volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder), niet meer mag bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) danwel een verkregen hogere waarde;
-
g. de geldende dubbelbestemmingen zoals genoemd in 5.1 s voor "Leiding-Water", en 5.1 t voor "Waarde-Archeologie 1", de functieaanduiding zoals genoemd in 5.1 u voor "verkeer" en de bestemming Water zoals genoemd in Artikel 7 Water worden opgenomen in het desbetreffende wijzigingsplannen.