direct naar inhoud van Regels
Plan: Almere Poort West en Pampushout
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP4EFHJKM01-vg01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Link naar de toelichting op de Inleidende regels  

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Almere Poort West en Pampushout met identificatienummer NL.IMRO.0034.BP4EFHJKM01-vg01 van de gemeente Almere;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aan-huis-verbonden beroep

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 afhaalpunt

een locatie waar de consument uitsluitend via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren en waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten;

1.7 ambachtelijk bedrijf

bedrijf waarbij het accent ligt op het in handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen of leveren van goederen, die verband houden met het ambacht als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming;

1.8 archeologisch waardevol terrein

terrein met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang;

1.9 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de voorkomende overblijfselen uit oude tijden;

1.10 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.11 bebouwingspercentage

een in dit plan genoemd percentage dat aangeeft hoeveel van het (bouwvlak van het) desbetreffende bestemmingsvlak ten hoogste mag worden bebouwd;

of

een in dit plan genoemd percentage dat het gedeelte van het bouwperceel aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd;

1.12 bed & breakfast

een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt;

1.13 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren repareren en verhandelen van goederen. Onder bedrijf wordt ook verstaan: bezorgservice, webwinkel, afhaalpunt en andere vergelijkbare bedrijven;

1.14 bedrijfsmatige activiteiten aan huis

het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten met een kleinschalig karakter, die in een gedeelte van een woning of bijbehorende bouwwerken worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.15 bedrijfsvloeroppervlak (bvo)

de totale vloeroppervlakte van bedrijven, kantoren, winkels en gebouwen die wordt gebruikt voor bedrijfsactiviteiten;

1.16 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw dat kennelijk bestemd is voor een ingevolge de bestemming toegelaten hoofdfunctie, niet zijnde wonen, die bewoond wordt door tenminste één persoon die werkzaam is voor de hoofdfunctie;

1.17 beperkt kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;

1.18 bestaande situatie
  • a. bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;
  • b. bij gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.19 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.20 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.21 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.22 bosgebied

een begroeiing die voornamelijk uit bomen in een dominante boomlaag bestaat met daarbij een ondergroei van kruiden en struiken;

danwel

volgens de Boswet indien het bos buiten de bebouwde kom als bedoeld in deze wet is gelegen: 10 are (1000 vierkante meter) bomen, of bij een rijbeplanting (één of meer rijen) van ten minste 21 bomen;

1.23 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.24 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.25 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.26 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.27 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.28 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.29 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.30 cafetaria/afhaalrestaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet alcoholische dranken;

1.31 café

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;

1.32 CROW-kencijfer

de parkeerkencijfers zoals gepubliceerd in de CROW-publicatie 'Kencijfers en verkeersgeneratie' 317, oktober 2012, danwel een hernieuwde uitgave van deze publicatie;

1.33 cultuur en ontspanning

voorzieningen die zijn gericht op ontspanning, amusement, vrijetijdsbesteding, recreatie, vermaak, actieve en passieve sportbeoefening.

1.34 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt bij dat bouwwerk of gebied;

1.35 dagrecreatie

recreatie gedurende de dag, zonder overnachting;

1.36 dansschool

een inrichting waar één of meer voorzieningen aanwezig zijn voor het in besloten ruimte dansen en het geven van dansonderricht, zonder verhuur van zalen of regulier gebruik ten behoeve van het geven van feesten en niet bij het dansonderricht behorende muziek- en dansevenementen;

1.37 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, perifere detailhandel, internetwinkel en supermarkt;

1.38 detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit

detailhandel vanuit een bedrijf dat als hoofdfunctie productie of vervaardiging van goederen heeft, waarvan de detailhandelsfunctie gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 100 m² verkoopvloeroppervlak;

1.39 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks al dan niet via een baliefunctie te woord wordt gestaan en geholpen;

1.40 dierenweide

een perceel grond dat in de recreatieve sfeer wordt gebruikt voor het houden van dieren en toegankelijk is voor publiek;

1.41 discotheek of bar-dancing

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen;

1.42 dove gevel
  • a. een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede;
  • b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidgevoelige ruimte;
1.43 ecologische waarde

waarde betreffende de natuurlijke samenhang tussen organismen en hun milieu;

1.44 eigen terrein

een aaneengesloten stuk grond waarover door de gebruiker kan worden beschikt en waarbij het kan gaan om meerdere kadastrale percelen;

1.45 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover een bestemmingsplan van toepassing is de bestemming deze inrichting niet verbiedt;

1.46 erker

een ondergeschikt op de begane grond gelegen uitbouw van één bouwlaag aan de voorgevel van het hoofdgebouw;

1.47 evenementen
  • 1. elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:
  • a. bioscoopvoorstellingen;
  • b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet;
  • c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;
  • d. het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;
  • e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
  • f. muziek en vermakelijkheden als bedoeld in artikel 2:5 Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 en een ;
  • g. reguliere voorstellingen in theateraccommodaties;
  • h. reguliere sportactiviteiten in en op sportaccommodaties;
    • 1. betaald voetbalwedstrijden;

  • 2. onder een evenement wordt in ieder geval verstaan voor het publiek toegankelijke verrichtingen van vermaak op het gebied van kunst, ontwikkeling, ontspanning, sport of vermaak alsmede herdenkingsplechtigheden, tentoonstellingen, optochten, kermissen, circussen, filmopnamen, feesten, braderieën, etcetera;
1.48 expeditiehof

een gebied dat is bestemd voor laad- en losvoorzieningen ten behoeve van het op de aangrenzende gronden toegelaten gebruik;

1.49 fundering

dat deel van een bouwwerk dat ervoor zorgt dat het eigen gewicht ervan en de daarop uitgeoefende krachten worden overgedragen aan de draagkrachtige ondergrond;

1.50 garagebox

gebouw ten behoeve van de stalling van vervoermiddelen en de opslag of berging van goederen;

1.51 gebied met mogelijk archeologische waarde

gebied waar naar verwachting terreinen met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang voorkomen, maar waar deze nog niet zijn vastgesteld;

1.52 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.53 geluiddragende evenementen

een evenement waarbij de geluidproductie van het gehele evenement hoger is dan 120 dB(A) bronvermogen en waarbij deze geluidproductie langer duurt dan 4 uur of geheel of gedeeltelijk plaatsvindt in de avond (19:00 - 23:00 uur) of nacht (23:00 - 7:00 uur). Een bronvermogen hoger dan 120 dB(A) wil zeggen dat het geluidsdrukniveau (LAr,LT) van de muziekinstallatie gemeten op 10 meter afstand van het front van de luidsprekers meer mag bedragen dan 90 dB(A).

1.54 geluidsgevoelige objecten

geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder, te weten:

  • a. woningen;
  • b. andere geluidsgevoelige gebouwen:
    • 1. onderwijsgebouwen;
    • 2. ziekenhuizen;
    • 3. verpleeghuizen;
    • 4. verzorgingstehuizen;
    • 5. psychiatrische inrichtingen;
    • 6. kinderdagverblijven;

de aanwijzing als 'ander geluidsgevoelig gebouw' geldt niet voor de delen van een gebouw die een andere bestemming hebben dan verblijfsruimte;

  • c. geluidsgevoelige terreinen:
    • 1. een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
    • 2. een ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen;
1.55 gevel

bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak;

1.56 gevellijn/ voorgevelrooilijn
  • a. de op de verbeelding aangeduide lijn die geldt als begrenzing van de gebouwen van de aan de weg gekeerde zijde van een bouwperceel, of;
  • b. ingeval van een bestemmingsvlak, de denkbeeldige doorgetrokken lijn van de voorgevel van een gebouw;
1.57 grondgebonden woning

woning die rechtstreeks toegankelijk is op straatniveau en waarvan één van de bouwlagen aansluit op het maaiveld;

1.58 hogere waarde

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;

1.59 hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.60 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf;

1.61 hotel

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor consumptie ter plaatse waaronder tevens worden begrepen een pension, bed & breakfast, herberg e.d.;

1.62 hoveniersbedrijf

een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen alsmede op het leveren van gewassen en andere goederen voor het inrichten van tuinen dan wel het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van tuinen voor derden met dien verstande dat detailhandel niet is toegestaan, tenzij ondergeschikt;

1.63 internetwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij de consument niet alleen via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren, maar waar ook sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten;

1.64 kampeermiddel
  • a. een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan;
  • b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan;

die worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;

1.65 kantoor

het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

1.66 kantoor- en praktijkruimte

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, juridisch, kunstzinnig, medisch, paramedisch, therapeutisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied;

1.67 kelder

een bijzondere bouwlaag waarvan de bovenkant onder het peil is gelegen;

1.68 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen

voorzieningen ten behoeve van activiteiten zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken;

1.69 kleinschalige verblijfsrecreatie

verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen bij wijze van minicamping of met gebruikmaking van pensions of kampeerboerderijen;

1.70 kringloopwinkel

een vestiging welke bedrijfsmatige activiteiten en detailhandelsactiviteiten verricht, bestaande uit de inzameling "om niet" van een breed assortiment van tweedehands goederen van overwegend particulieren, de eventuele reparatie daarvan en verkoop van deze goederen (waaronder volumineuze) aan hoofdzakelijk particulieren;

1.71 kunsthandel

het in- en verkopen, waaronder de uitstalling ten verkoop, van goederen met een overwegend artistieke waarde;

1.72 kunstobject

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten;

1.73 kunstwerk

bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve ten behoeve van civieltechnische of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;

1.74 kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;

1.75 landschappelijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde, wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;

1.76 maatschappelijke voorzieningen

(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs, kinderdagverblijf en daarmee gelijk te stellen sectoren;

1.77 natuur(lijke) waarde

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen zowel afzonderlijk als in onderling verband;

1.78 niet-permanente standplaats

het gedeelte van een kampeerterrein dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel gedurende het zomerseizoen;

1.79 niet-permanente verblijfsrecreatie

verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen, waarvan het ruimtegebruik van voorbijgaande aard is, waaronder wordt verstaan het innemen van een standplaats op hetzelfde terrein voor niet langer dan een zomerseizoen;

1.80 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, apparatuur voor telecommunicatie, voorzieningen voor stadsverwarming, electrische oplaadpunten, zonnecollectoren, zonnepanelen;

1.81 onderbouw

een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1.20 m boven peil is gelegen;

1.82 ondergeschikte detailhandel

detailhandel vanuit een vestiging of voorziening dat een andere hoofdfunctie heeft en waarvan de detailhandelsfunctie gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging, een en ander met een maximum van 100 m² verkoopvloeroppervlak;

1.83 ondergeschikte horeca

een horecavoorziening binnen een andere hoofdbestemming of functie dan horeca, ten behoeve van en ondergeschikt aan die andere bestemming of functie voor de consumptie van dranken en etenswaren, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging;

1.84 ondergeschikte workshops

een bijeenkomst of cursus die gegeven wordt in een vestiging/voorziening die een andere hoofdbestemming of functie dan 'cultuur en ontspanning', 'sport' of 'maatschappelijk' heeft en waaraan de bijeenkomst of cursus aantoonbaar gelieerd is aan de hoofdfunctie;

1.85 onderheide bebouwing

een bouwwerk waarbij de fundering op heipalen rust;

1.86 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde met maximaal één wand (waaronder ook de gevel van een woning), primair bedoeld als overkapping ten behoeve van een woning;

1.87 peil
  • a. voor bouwwerken waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter hoogte van die hoofdtoegang;
  • b. voor bouwwerken waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het gemiddelde aangrenzende terrein ter hoogte van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • c. voor bouwwerken, vaartuigen of soortgelijke objecten, drijvend in het water: de waterlijn;
  • d. voor overige bouwwerken, al dan niet op, boven of in het water: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte maaiveld, waarbij plaatselijk, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven;
1.88 pension

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken aan de logerende gasten;

1.89 perifere detailhandel

een detailhandelsbedrijf te onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair/badkamers en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderdelen en onderhoudsmiddelen;
  • b. meubelbedrijven, woninginrichting en -stoffering;
  • c. tuincentra;
  • d. bouwmarkten;
1.90 permanente bewoning

bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;

1.91 permanente verblijfsrecreatie

verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen, waarvan het ruimtegebruik een bestendig karakter draagt, waaronder wordt verstaan het innemen van een standplaats op hetzelfde terrein voor langer dan een zomerseizoen;

1.92 platte afdekking

een (min of meer) horizontaal vlak ter afdekking van een gebouw dat meer dan tweederde van het grondvlak van het gebouw beslaat;

1.93 pleziervaartuig

elk vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor enige vorm van pleziervaart, waterrecreatie of watersport met uitzondering van een zeilplank;

1.94 prostitutie

het zich, tegen vergoeding, beschikbaar stellen voor seksuele handelingen;

1.95 reclameobjecten

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of onderdelen van bouwwerken ten behoeve van reclamedoeleinden, zoals aankondigingborden, mupi's (reclameborden), billboards, reclame aan lichtmasten, gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen, tweevlaksborden;

1.96 recreatief medegebruik

een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;

1.97 recreatieve voorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding, met uitzondering van seksinrichtingen, detailhandelsbedrijven en horecabedrijven;

1.98 restaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van (alcoholische) dranken;

1.99 risicovolle inrichting

een inrichting als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan;

1.100 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke al dan niet besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, dan wel in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, SM-praktijk,een parenclub, seksclub, privé-huis, erotische massagesalon, raambordeel, of een combinatie daarvan;

1.101 seksshop

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen of leveren van goederen van erotische dan wel pornografische aard;

1.102 showroom

uitstallingsruimte voor goederen ten behoeve van de detail- of groothandel, waarbij de goederen niet direct kunnen worden geleverd;

1.103 sportvoorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen, gericht op sport, zoals een fitnesscentrum of sportveld, niet zijnde recreatieve voorzieningen;

1.104 snuffelmarkt

een markt in een voor het publiek toegankelijk gebouw waar hoofdzakelijk tweedehands en incourante goederen worden verhandeld of diensten worden aangeboden vanaf een standplaats; onder een snuffelmarkt wordt niet verstaan:

  • a. een markt of jaarmarkt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;
  • b. een evenement als bedoeld in lid 1.47;
1.105 Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging

de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging die van deze regels onderdeel uitmaakt;

1.106 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;

1.107 stacaravan

een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;

1.108 straatmeubilair

kleinschalige bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals verkeergeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, prullenbakken, speeltoestellen en reclameobjecten, alsmede telefooncellen en abri's;

1.109 supermarkt

detailhandel met tenminste 500 m² verkoopvloeroppervlak en een grote verscheidenheid aan artikelen, merendeels levens- en genotmiddelen, waarbij sprake is van zelfbediening door klanten;

1.110 toeristische standplaats

het gedeelte van een kampeerterrein dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel gedurende een beperkte periode;

1.111 tuinmeubilair

bouwwerken, geplaatst in de tuin of erf behorend bij een woning, zoals erfafscheidingen, pergola's, zonnewijzers, zandbakken, vlaggenmasten, barbecues e.d. en speeltoestellen zoals wipkippen, glijbanen en schommels;

1.112 verblijfsrecreatie

verblijfsrecreatie met nachtverblijf in kampeermiddelen, zoals bijvoorbeeld tenten, caravans, stacaravans, recreatiewoningen en was- en toiletgebouwen en gebouwen ten behoeve van receptie, kantine en andere groepsruimten.

1.113 verblijfsruimte

een verblijfsruimte als bedoeld in het Besluit geluidhinder, te weten:

  • leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen;
  • onderzoeks- en behandelingsruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;
  • onderzoeks-, behandelings-, recreatie-, en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten van verzorgingshuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven;
  • theorievaklokalen van onderwijsgebouwen;
  • ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;
1.114 verkoopvloeroppervlak

de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbank en kassa's;

1.115 voetgangersgebied

een openbaar toegankelijk gebied dat permanent of gedurende bepaalde periode(n) exclusief toegankelijk is voor voetgangers en waar de aanwezigheid van (brom)fiets- en autoverkeer gedurende deze periode(n) ontbreekt of waar dit verkeer het gebied via een afgebakende rijloper met aangepaste snelheid mag passeren;

1.116 volkstuincomplex

een terrein waarop zich twee of meer volkstuinen bevinden. Hieronder wordt ook een moestuin verstaan.

1.117 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;

1.118 voorkeursgrenswaarde

de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;

1.119 webwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij er geen sprake is van fysiek klantcontact en verzending van goederen uitsluitend digitaal en per post geschiedt;

1.120 werkruimte van een prostitutiebedrijf

het gedeelte van een prostitutiebedrijf waarin seksuele handelingen feitelijk worden verricht;

1.121 windmolen

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding;

1.122 winkel

een gebouw, dat een ruimte omvat welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor detailhandel;

1.123 winkelondersteunende horeca

een bedrijf, dat ondersteunend is aan en qua openingstijden in het algemeen vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen en in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken c.q. snel serveren van kleine maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak, koffie, thee, frisdranken en zwak alcoholische dranken;

1.124 woning

een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden, dan wel voor een met een huishouden gelijk te stellen minder traditionele woonvorm;

1.125 woonschip

elk vaartuig of drijvend voorwerp, niet zijnde een pleziervaartuig, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of recreatieverblijf;

1.126 zeer kwetsbaar object

objecten waar groepen personen verblijven met een beperkte zelfredzaamheid, zoals minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, bijvoorbeeld ziekenhuizen en andere zorginstellingen, gebouwen voor onderwijs voor minderjarigen of buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, justitiële inrichtingen en asielzoekerscentra.

1.127 zendmast

bouwwerk, geen gebouw zijnde, die zelfstandig dan wel in onderlinge samenhang met bijbehorende bouwwerken, bedoeld is voor het dragen en laten functioneren van zend- of ontvangstantennes;

1.128 zolder

de bovenste verdieping van een gebouw die is afgedekt met hellende daken;

Artikel 2 Wijze van meten

Link naar de toelichting op de Inleidende regels

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot en met de (wieken)as van de windturbine.

2.7 de rotordiameter van een kleinschalige windmolen

Voor kleine horizontale as windturbines (HAT) en verticale as windturbines (VAT) is in onderstaande figuur weergegeven hoe de rotordiameter moet worden gemeten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP4EFHJKM01-vg01_0001.png"

HAT VAT

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf-Nutsvoorziening

Link naar de toelichting op de bestemming 'Bedrijf-Nutsvoorziening'

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf-Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een gebouw ten behoeve van elektriciteitsvoorziening en voor warmteoverdracht;

met de daarbij behorende;

  • b. bebouwing, erven en terreinen;
  • c. voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, reclameobjecten, verhardingen, ontsluitingswegen, paden, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water;
  • d. overige functioneel met bedrijfsmatige activiteiten verbonden voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.2.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • c. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 2 m;
  • d. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • e. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • f. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • g. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • h. vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • i. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen: bouwhoogte mag het gevelvlak van het hoofdgebouw niet overschrijden;
  • j. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • k. straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • l. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen.
  • b. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel.

Artikel 4 Bos

Link naar de toelichting op de bestemming 'Bos'

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos(sen);
  • b. natuurontwikkeling en natuurbehoud;
  • c. houtteelt en houtprodructie;
  • d. recreatief medegebruik;
  • e. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
  • f. water en waterberging;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos-gemengd' ook voor maatschappelijke voorzieningen waaronder een kinderdagverblijf/buitenschoolse opvang, scouting, kantoor, horeca behorende tot categorie 3 van bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten, ondergeschikte detailhandel en maximaal twee bedrijfswoningen al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'infrastructuur' zijn de gronden gereserveerd voor de mogelijke realisering van een verbinding ten behoeve van openbaar vervoer in de vorm van railverkeer;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' opslag ten behoeve van bos en natuurontwikkeling;
  • j. ontsluitingswegen en openbaar vervoerbanen (ruimte voor het doortrekken van de busbaan van Poort naar het toekomstig woongebied Pampus);

met de daarbij behorende:

  • k. ruiter-, voet- en fietspaden en overige verhardingen;
  • l. straatmeubilair;
  • m. kunstwerken en kunstobjecten;
  • n. parkeer-, groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • o. overige functioneel met de bestemming Bos verbonden voorzieningen;

onder de voorwaarde dat:

  • p. dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 6 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • q. de in lid p. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. het bedrijfsvloeroppervlak (bvo) van de bedrijfsgebouwen en de bedrijfswoningen binnen het vlak met de aanduiding 'specifieke vorm van bos-gemengd' bedraagt maximaal 2.600 m², met dien verstande dat de volgende maximale oppervlakten gelden:
    • 1. kinderdagverblijf/bso en/of kantoor: 800 m² bedrijfsvloeroppervlakte;
    • 2. horeca: 1.500 m² bedrijfsvloeroppervlakte ;
    • 3. bedrijfswoningen: 300 m² bedrijfsvloeroppervlakte;
  • b. de bouwhoogte 12 meter bedraagt;
  • c. overkapte permanente terrassen zijn toegestaan aan een gebouw met een horecafunctie tot een diepte van 10 m en een bouwhoogte van 6 m;
  • d. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen een hoogte hebben van 3,5 m en een oppervlakte van 25 m²;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' een gebouw met een maximale hoogte van 10 meter en een oppervlakte van 1.000 m²;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • f. erf- en terreinafscheidingen: 3 m;
  • g. speelvoorzieningen en overig straatmeubilair: bouwhoogte 4,5 m;
  • h. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1,5 m;
  • i. overige terrasafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • j. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • k. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2 ;
  • l. lichtmasten en vlaggenmasten: 9m;
  • m. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. van het bepaalde in 4.2 onder d. voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50 m² mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn.
  • b. van het bepaalde in 4.2 onder j. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • c. van het bepaalde in 4.2 onder k. voor kunstobjecten met een grotere hoogte en een grotere omvang, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

4.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor de opslag van goederen;
  • b. Het bepaalde in lid 4.4 onder a. is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen.
  • c. Het gebruik van ruimten in de bedrijfswoning (het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlak , met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 4.1 lid p en q;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 6. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1 onder g teneinde horecafuncties toe te staan die niet zijn genoemd in de Staat van Horeca-activiteiten en die naar hun aard en invloed (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan;
  • b. lid 4.1 onder p.:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 6 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte;
  • c. artikel 4.1 onder q ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • d. lid 4.4 onder c, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

4.6 Wijzigingsbevoegdheid-1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Bos ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone -wijzigingsgebied-1' te wijzigen in een bestemming voor wonen en bos onder de volgende voorwaarden:

  • a. voorafgaand aan het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid dient aan de verplichtingen ten aanzien van het NNN-Natuurnetwerk Nederland (natuurcompensatie) en de Wet Natuurbescherming (boscompensatie) te zijn voldaan, waaronder een verzoek van burgemeester en wethouders aan Gedeputeerde Staten van Flevoland tot herbegrenzing en/of saldering;
  • b. het maximaal toegestane aantal woningen bedraagt 850;
  • c. minimaal 50% van het 'wro- wijzigingsgebied-1' blijft behouden voor bos en groen, en dat delen van dit bos en groen zodanig worden gesitueerd dat zo veel als mogelijk een aaneengesloten en robuust groen aanzicht vanaf de Godendreef behouden blijft;
  • d. de maximale bouwhoogte bedraagt 12 meter voor grondgebonden woningen;
  • e. 10% van het 'wro-wijzigingsgebied-1' mag worden bebouwd met gestapelde woningen met een maximale bouwhoogte van 13 meter
  • f. in afwijking van de maximale bouwhoogte genoemd in 4.6 e. mag 5% van het 'wro-wijzigingsgebied-1' een maximale bouwhoogte van 30 meter hebben en 3% van het 'wro-wijzigingsgebied-1' een maximale bouwhoogte van 80 meter;
  • g. er worden regels opgenomen ten aanzien van de toegestane erfbebouwing bij woningen;
  • h. er worden regels opgenomen voor het toestaan van de uitoefening van aan-huis-verbonden-beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • i. ten behoeve van de te realiseren woningen dient in voldoende parkeergelegenheid te worden voorzien, conform Bijlage 6 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte, waarbij:
  • j. de in lid i. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid;
  • k. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in artikel 4.6 mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel de vastgestelde vastgestelde hogere waarden d.d. 5 maart 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 4 Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 5 Borgingsregels geluid;
  • l. wegverkeer, openbaar vervoer (waaronder ruimte voor het doortrekken van de busbaan van Poort naar het toekomstig woongebied Pampus) en langzaamverkeer, al dan niet ten behoeve van de ontsluiting van het woongebied en de verbinding met overige gebieden is toegestaan, voorzover er niet meer dan 2 rijstroken worden geprojecteerd, waarbij de voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 4 Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 5 Borgingsregels geluid gelden;

4.7 Wijzigingsbevoegdheid-2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Bos ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone -wijzigingsgebied-2' te wijzigen in een bestemming voor wonen en/of maatschappelijke voorzieningen onder de volgende voorwaarden:

  • a. voorafgaand aan het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid dient aan de verplichtingen ten aanzien van het NNN-Natuurnetwerk Nederland (natuurcompensatie) en de Wet Natuurbescherming (boscompensatie) te zijn voldaan, waaronder een verzoek van burgemeester en wethouders aan Gedeputeerde Staten van Flevoland tot herbegrenzing en/of saldering;
  • b. het maximaal aantal toegestane woningen bedraagt 150;
  • c. de omvang van de maatschappelijke voorzieningen bedraagt maximaal 10.000m2 bedrijfsvloeroppervlak;
  • d. de maximale bouwhoogte bedraagt 12 meter voor grondgebonden woningen;
  • e. de maximale bouwhoogte voor maatschappelijke voorzieningen is 15 meter;
  • f. er worden regels opgenomen ten aanzien van de toegestane erfbebouwing bij de woningen en maatschappelijke voorzieningen;
  • g. er worden regels opgenomen ten aanzien van het toestaan van de uitoefening van aan-huis-verbonden-beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • h. ten behoeve van de te realiseren woningen en activiteiten dient in voldoende parkeergelegenheid te worden voorzien, conform Bijlage 6 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte, waarbij:
  • i. de in lid h.. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid;
  • j. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in artikel 4.7 mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel de vastgestelde hogere waarden d.d. 5 maart 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 4 Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 5 Borgingsregels geluid;
  • k. wegverkeer, openbaar vervoer en langzaamverkeer, al dan niet ten behoeve van de ontsluiting van het woongebied en de verbinding met overige gebieden is toegestaan, voorzover er niet meer dan 2 rijstroken worden geprojecteerd, waarbij de voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 4 Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 5 Borgingsregels geluid gelden.

Artikel 5 Gemengd-1

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd 1' (bedrijfsunits in woonwijken)

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende:

  • g. erven;
  • h. verkeers- en verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
  • i. straatmeubilair en reclameobjecten;
  • j. groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • k. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • l. het gebruik genoemd onder a. tot en met e. uitsluitend in de eerste bouwlaag is toegestaan;
  • m. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, niet zijn toegestaan;
  • n. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • o. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in artikel 5.1 mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel de vastgestelde hogere waarden d.d. 5 maart 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 4 Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 5 Borgingsregels geluid.

onder de voorwaarde dat:

  • p. de parkeerbehoefte die ontstaat als gevolg van de bedrijfsmatige activiteiten op eigen terrein moet worden opgelost conform de parkeernorm uit Bijlage 6 Lijst van parkeernormen;

waarbij:

  • q. de in lid p. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een woning:

  • d. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
  • e. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m;
  • f. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot 4 m;
  • g. in afwijking van de onder f bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 en maximaal 1,8 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
  • h. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • i. erf- en perceelafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1 m;
  • j. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • k. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • l. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • m. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • n. vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • o. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • p. vrijstaande reclameobjecten: maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • q. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

5.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel.
  • b. Het gebruik van ruimten in de woning (het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m2 verkoopvloeroppervlak , met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 5.1 lid p. en q.;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 6. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 5.1 onder a teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. lid 5.1 onder l. voor het toestaan van gebruik in de overige bouwlagen indien dit niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt en indien kan worden voldaan aan de parkeerbehoefte;
  • c. lid 5.1 onder p.:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 6 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • d. lid 5.1 onder q. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • e. lid 5.3 onder b, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 6 Gemengd-2

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd-2 (centrum Homeruskwartier)'

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, dienstverlening en kantoor met een maximum van 3.500 m² bedrijfsvloeroppervlak;
  • b. cultuur en ontspanning en sportvoorzieningen met een maximum van 500 m² bedrijfsvloeroppervlak;
  • c. maatschappelijke voorzieningen met een maximum van 8.000 m² bedrijfsvloeroppervlak;
  • d. detailhandel, met een maximum van 2.500 m2 bedrijfsvloeroppervlak, waaronder maximaal 1 supermarkt van maximaal 1.000 m² verkoopvloeroppervlak;
  • e. horeca behorende tot categorie 3 van bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten met een maximum van 1.000 m² bedrijfsvloeroppervlak;
  • f. ondergeschikte detailhandel, ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops ten behoeve van de functies genoemd onder a t/m f;
  • g. webwinkel, internetwinkel en afhaalpunt;
  • h. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis, met dien verstande dat maximaal 30 woningen zijn toegestaan;

met de daarbij behorende:

  • i. erven;
  • j. verkeers- en verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
  • k. straatmeubilair en reclameobjecten;
  • l. groen- en nutsvoorzieningen,
  • m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • n. overige functioneel met de bestemming 'Gemengd-2' verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • o. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, niet zijn toegestaan;
  • p. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • q. de onder a. tot en met c. genoemde functies uitsluitend mogelijk zijn tot en met categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • r. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in artikel 6.1 mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel de vastgestelde hogere waarden d.d. 5 maart 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 4 Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 5 Borgingsregels geluid;

onder voorwaarde dat:

waarbij:

  • t. de in lid s. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

6.2 Bouwregels

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen voor woningen:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • c. gebouwen grondgebonden (vrijstaand of aaneengebouwd) of gestapeld dienen te worden gebouwd;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een woning:

  • d. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
  • e. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m;
  • f. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot 4 m;
  • g. in afwijking van de onder e bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 en maximaal 1,8 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
  • h. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van gebouwen voor bedrijven, cultuur en ontspanning, sport, detailhandel, kantoor, dienstverlening, maatschappelijk en horeca:

  • i. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • j. erf- en perceelafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1 m
  • k. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • l. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1,7 m;
  • m. overkapte permanente terrassen zijn toegestaan voor de voorgevel van een gebouw met een horecafunctie tot een diepte van 10 m en een bouwhoogte van 6 m;
  • n. overige terrasafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • o. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • p. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • q. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • r. vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • s. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • t. vrijstaande reclameobjecten: maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • u. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

ten aanzien van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen:

  • v. gebouwen mogen een hoogte hebben van 3,5 m en een oppervlakte van 25 m²;

6.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in 6.2 onder w voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50 m² mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn;
  • b. van het bepaaalde in 6.2 onder q voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

6.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel.
  • b. Het gebruik van ruimten in de woning (het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlak , met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 6.1 lid s. en t.;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 6. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 6.1 teneinde bedrijven en of voorzieningen toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf/voorziening naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. lid 6.1 onder e. teneinde horecafuncties toe te staan die niet zijn genoemd in de Staat van Horeca-activiteiten en die naar hun aard en invloed (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan.
  • c. lid 6.1 onder s.:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 6 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • d. lid 6.1 onder t. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • e. lid 6.4 onder b, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 7 Gemengd-3

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd-3' (Europalaan, Hongarijeplaats)

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende:

  • l. erven;
  • m. verkeers- en verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
  • n. straatmeubilair en reclameobjecten;
  • o. groen- en nutsvoorzieningen,
  • p. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • q. overige functioneel met de bestemming 'Gemengd-3' verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • r. het gebruik genoemd onder a. tot en met j. uitsluitend in de eerste bouwlaag is toegestaan, met uitzondering van de aanduiding 'maatschappelijk' waar het gebruik a. tot en met j.op alle bouwlagen is toegestaan;
  • s. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, niet zijn toegestaan;
  • t. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • u. de onder a. en de onder c. tot en met g. genoemde functies uitsluitend mogelijk zijn tot en met categorie B van Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • v. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in artikel 7.1 mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel de vastgestelde hogere waarden d.d. 5 maart 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 4 Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 5 Borgingsregels geluid.

onder voorwaarde dat

waarbij:

  • x. de in lid x. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

7.2 Bouwregels

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken:

  • c. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;
  • d. de goothoogte van (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • e. erf- en perceelafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1 m
  • f. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • g. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1,5 m;
  • h. overkapte permanente terrassen zijn toegestaan voor de voorgevel van een gebouw met een horecafunctie tot een diepte van 10 m en een bouwhoogte van 6 m;
  • i. overige terrasafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • j. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • k. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • l. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • m. vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • n. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • o. vrijstaande reclameobjecten: maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • p. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m;

ten aanzien van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen:

  • q. gebouwen mogen een hoogte hebben van 3,5 m en een oppervlakte van 25 m².

7.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in 7.2 onder q. voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50 m² mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn;
  • b. van het bepaaalde in 7.2 onder k. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

7.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel.
  • b. Het gebruik van ruimten in de woning (het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlak , met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 7.1 lid w. en x.;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 6. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.1 onder u. teneinde bedrijven en of voorzieningen toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf/voorziening naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. lid 7.1 onder h. teneinde horecafuncties toe te staan die niet zijn genoemd in de Staat van Horeca-activiteiten en die naar hun aard en invloed (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan;
  • c. lid 7.1 onder r. voor het toestaan van gebruik in de overige bouwlagen indien dit niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarkater van de wijk of buurt en indien kan worden voldaan aan de parkeerbehoefte;
  • d. lid 7.1 onder w.:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 6 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • e. lid 7.1 onder x. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • f. lid 7.4 onder b., onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 8 Gemengd-4

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd-4' (Strook zicht op Duin)

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' voor maatschappelijke voorzieningen behorende tot en met maximaal categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', voor bedrijven, kantoren en dienstverlening waaronder begrepen detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit, behorende tot en met maximaal categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' voor maximaal 2500 m² bedrijfsvloeroppervlak detailhandel, dienstverlening en horeca behorende tot categorie 3 van Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten, waarvan maximaal 1 supermarkt van maximaal 1500 m2 verkoopvloeroppervlak;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' voor wonen, met dien verstande dat uitsluitend in ruimten boven de begane grondlaag (verdiepingen) woningen zijn toegestaan, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;

met de daarbij behorende:

  • e. erven;
  • f. verkeers- en verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
  • g. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
  • h. straatmeubilair en reclameobjecten;
  • i. groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • j. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • k. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • l. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • m. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan;
  • n. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in artikel 8.1 mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel de vastgestelde hogere waarden d.d. 5 maart 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 4 Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 5 Borgingsregels geluid.

onder de voorwaarde dat:

  • o. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 6 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • p. de in lid p. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

8.2 Bouwregels

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken:

  • d. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;
  • e. de goothoogte van (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • f. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
  • g. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • h. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1,7 m;
  • i. overige terrasafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • j. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • k. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • l. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • m. vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • n. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • o. vrijstaande reclameobjecten: maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • p. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

8.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
  • b. Het gebruik van ruimten in de woning (het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlak , met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 8.1 lid o. en p.;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 6. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

8.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in

  • a. lid 8.1 onder a. en b. teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. lid 8.1 onder c. teneinde horecafuncties toe te staan die niet zijn genoemd in de Staat van Horeca-activiteiten en die naar hun aard en invloed (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan;
  • c. lid 8.1 onder o.:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte;
  • d. lid 8.1 onder p. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • e. lid 8.3 onder b, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 9 Groen -1

Link naar de toelichting op de bestemming 'Groen - 1

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen -1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. dagrecreatie;
  • c. sport- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen;
  • d. dierenweide en volkstuinen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'infrastructuur' zijn de gronden gereserveerd voor de mogelijke realisering van een verbinding ten behoeve van openbaar vervoer;

met de daarbij behorende:

  • f. verhardingen, ruiter-, voet- en fietspaden;
  • g. kunstwerken en kunstobjecten;
  • h. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • i. geluidwerende voorzieningen;
  • j. overige functioneel met de bestemming 'Groen -1' verbonden voorzieningen;

9.2 Bouwregels

Op de in artikel 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van nutsvoorzieningen en ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken geen gebouw zijnde, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m en een oppervlakte van 25 m² ;
  • b. erf- en terreinafscheidingen grenzend aan de openbare weg: bouwhoogte 1 m;
  • c. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • d. masten voor beveiliging en licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • e. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • f. kunstwerken, speel- en sportvoorzieningen en straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • g. kunstobjecten: bouwhoogte 10 m, oppervlakte 10 m²;
  • h. geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte 4 m;
  • i. andere bouwwerken, geen gebouw zijnde: bouwhoogte 3 m.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in 9.2 onder a voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50m2 mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn.
  • b. van het bepaaalde in 9.2 onder e voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • c. van het bepaalde in 9.2 voor bouwwerken ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping mag ten hoogste 3,5 m bedragen;
    • 2. de oppervlakte van een gebouw of overkapping mag ten hoogste 15 m² bedragen;
    • 3. de afstand tussen een gebouw of overkapping en woonbebouwing moet minimaal 50 m bedragen;
    • 4. binnen een jongerenontmoetingsplaats zijn maximaal één gebouw en maximaal 3 overkappingen toegestaan;
    • 5. de plaats moet uit oogpunt van sociale veiligheid een open karakter hebben.
  • d. van het bepaalde in 9.2 voor bouwwerken ten behoeve van volkstuinen en dierenweiden met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. per volkstuin: bouwwerken geen gebouw zijnde: bouwhoogte 1m en oppervlakte 10 m;
    • 2. per dierenweide: bouwhoogte 4 m en oppervlakte van 50 m².

9.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de gronden te gebruiken voor de opslag van goederen;
  • b. Het bepaalde in lid 9.4 onder a is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen.

Artikel 10 Groen -2

Link naar de toelichting op de bestemming 'Groen-2' (archeologisch waardevol terrein)

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen -2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende:

  • e. verhardingen, voet- en fietspaden,
  • f. kunstobjecten,
  • g. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • h. overige functioneel met de bestemming 'Groen -2' verbonden voorzieningen.

10.2 Bouwregels

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt:

  • a. erf- en terreinafscheidingen grenzend aan de openbare weg: bouwhoogte 1 m;
  • b. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • c. masten voor beveiliging en licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • d. speel- en sportvoorzieningen en straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • e. kunstobjecten: bouwhoogte 10 m, oppervlakte 10 m²
  • f. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

10.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een strijdige gebruik met de in 10.1 opgenomen bestemmingsomschrijving wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel.
  • b. Het is verboden de gronden te gebruiken voor:
    • 1. het opslaan van gerede en ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
    • 2. het opslaan c.q. stallen van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    • 3. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.
  • c. Het bepaalde in lid 10.3 onder b. is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen.

Artikel 11 Groen-Recreatie

Link naar de toelichting op de bestemming 'Groen-Recreatie (Cascadepark West)'

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen-Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. (dag)recreatie;
  • b. groenvoorzieningen;
  • c. recreatieve voorzieningen;
  • d. horeca behorende tot categorie 3 van Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten tot een maximum van 1.500m2 bedrijfsvloeroppervlak (bvo);
  • e. ambachtelijk bedrijf en dienstverlening tot een maximum van 4.200m2 bedrijfsvloeroppervlak (bvo);
  • f. kantoor tot een maximum van 3.000m2 bedrijfsvloeroppervlak (bvo);
  • g. maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van kinderdagverblijf, sportvoorzieningen en cultuur- en ontspanningsvoorzieningen tot een maximum van 8.700m2 bedrijfsvloeroppervlak (bvo);
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'kinderdagverblijf' uitsluitend voor een kinderdagverblijf;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-1' ook voor wonen met bijbehorende voorzieningen zoals parkeren, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-2' ook voor wonen met bijbehorende voorzieningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis, echter met uitzondering van de voorzieningen, genoemd in 11.1 onder d. t/m g;
  • k. het maximaal toegestane aantal woningen genoemd in 11.1 onder i. en j. bedraagt 300.

met de daarbij behorende:

  • l. ondergeschikte horeca, ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte workshops behorende bij de functies genoemd onder d. t/m h.;
  • m. erven;
  • n. verkeers- en verblijfsgebieden, toegangswegen en parkeervoorzieningen;
  • o. straatmeubilair en reclameobjecten;
  • p. sport- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen;
  • q. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
  • r. water, groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • s. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

onder de voorwaarde dat:

  • y. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 6 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
  • z. binnen de aanduidingen genoemd in 11.1 onder i. en j. dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;

waarbij:

  • aa. de in de leden 11.1 y. en z. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

11.2 Bouwregels

Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten en aantallen gelden:

ten aanzien van de gebouwen voor de in lid 6.1 onder d. t/m g. genoemde voorzieningen:

  • a. bouwhoogte van 10 meter;
  • b. maximaal 8 paviljoens, waarvan 6 nieuw te realiseren paviljoens, met een bebouwd grondoppervlak van maximaal 600 m² per gebouw;
  • c. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;

ten aanzien van gebouwen voor woningen:

  • d. alleen gebouwd mag worden binnen de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-1', danwel 'specifieke vorm van wonen-2';
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal bebouwingpercentage' het voorgeschreven bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;
  • g. gebouwen grondgebonden (vrijstaand of aaneen gebouwd) of gestapeld dienen te worden gebouwd;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een grondgebonden woning:

  • h. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
  • i. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m;
  • j. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot 4 m;
  • k. in afwijking van de onder11.2 j. bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 en maximaal 1,8 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
  • l. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van gestapelde woningen:

  • m. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;
  • n. de goothoogte van (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken bedraagt 3 meter;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt:

  • o. erf- en perceelafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1 m
  • p. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • q. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1,5 m;
  • r. overkapte permanente terrassen zijn toegestaan voor de voorgevel van een gebouw met een horecafunctie tot een diepte van 10 m en een bouwhoogte van 6 m;
  • s. overige terrasafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • t. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • u. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • v. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • w. vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • x. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m;

ten aanzien van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen geldt:

  • y. gebouwen mogen een hoogte hebben van 3,5 m en een oppervlakte van 25 m².

11.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 11.2 voor bouwwerken ten behoeve van:

  • a. volkstuinen en dierenweiden met inachtneming van de volgende regels;
    • 1. per volkstuin: bouwwerken geen gebouw zijnde: bouwhoogte 1m en oppervlakte 10 m;
    • 2. per dierenweide: bouwhoogte 4 m en oppervlakte van 50 m²;
  • b. een jongerenontmoetingsplaats met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping mag ten hoogste 3,5 m bedragen;
    • 2. de oppervlakte van een gebouw of overkapping mag ten hoogste 15 m² bedragen;
    • 3. de afstand tussen een gebouw of overkapping en woonbebouwing moet minimaal 50 m bedragen;
    • 4. binnen een jongerenontmoetingsplaats zijn maximaal één gebouw en maximaal 3 overkappingen toegestaan;
    • 5. de plaats moet uit oogpunt van sociale veiligheid een open karakter hebben.

11.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
  • b. Het gebruik van ruimten in de woning (het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlak , met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 11.1 lid y. en z.;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 6. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

11.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 11.1 onder d.. teneinde horecafuncties toe te staan die niet zijn genoemd in de Staat van Horeca-activiteiten en die naar hun aard en invloed (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan;
  • b. lid 11.1 onder w. teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • c. lid 11.1 onder y. en z. mits:
    • 1. uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 6 Lijst van parkeernormen indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • d. lid 11.1 onder aa. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • e. lid 11.4 onder b, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 12 Maatschappelijk

Link naar de toelichting op de bestemming 'Maatschappelijk'

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende:

  • c. parkeervoorzieningen, toegangspaden, in- en uitritten en reclameobjecten;
  • d. groen-, erf- en perceelsafscheidingen, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • e. sport- en speelvoorzieningen;
  • f. overige functioneel met de bestemming 'Maatschappelijk' verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat:

onder de voorwaarde dat:

  • h. een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden slechts wordt verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 6 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • i. de in lid i bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

12.2 Bouwregels

Op de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • d. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
  • e. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • f. speel- en sportvoorzieningen: bouwhoogte 5 m;
  • g. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • h. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • i. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, (oppervlakte 10 m2;)
  • j. vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • k. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • l. vrijstaande reclameobjecten: maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • m. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

12.3 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 12.1 onder h. en i.:

  • a. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
  • b. voor afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden;
  • c. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 6 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.

Artikel 13 Verkeer

Link naar de toelichting op de bestemming 'Verkeer'

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, busbanen, fiets- en voetpaden;
  • b. parkeerplaatsen, haltevoorzieningen, bermen, straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen, reclameobjecten;

met de daarbij behorende

  • c. groenvoorzieningen;
  • d. kunstobjecten en -werken;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer' verbonden voorzieningen.

13.2 Bouwregels

Op de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 5 m, oppervlakte 50 m²;
  • b. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
  • c. lichtmasten, bewegwijzeringsportalen en verkeerslichten: bouwhoogte 9 m;
  • d. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuur: bouwhoogte 15 m;
  • e. straatmeubilair en reclameobjecten: bouwhoogte 6 m;
  • f. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • g. kunstwerken: bouwhoogte 15 m;
  • h. geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte 5 m;
  • i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

13.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde 13.2 onder d (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 14 Verkeer - Railverkeer

Link naar de toelichting op de bestemming Verkeer-Railverkeer

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Railverkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegen, wegen, busbanen, fiets- en voetpaden, waterwegen;
  • b. kunstwerken, kunstobjecten, parkeerplaatsen, geluidwerende voorzieningen, reclameobjecten lichtmasten, bermen en beplantingen;
  • c. overige functioneel met de bestemming Verkeer - Railverkeer verbonden voorzieningen.

14.2 Bouwregels

Op de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, bouwhoogte 5 m, oppervlakte 50 m2;
  • b. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, bouwhoogte 15 m;
  • c. kunstobjecten, bouwhoogte 6 m, (oppervlakte 10 m²);
  • d. erf- en terreinafscheidingen, bouwhoogte 3 m;
  • e. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m; (oppervlakte maximaal 10 m2);
  • f. geluidscherm: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • g. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bouwhoogte 3 m.

14.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.2:

  • a. onder b (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • b. onder f voor het toestaan van een grotere hoogte van geluidschermen, indien dit uit een oogpunt van maatregelen ter voorkoming van geluidoverlast noodzakelijk is.

Artikel 15 Verkeer - verblijfsgebied

Link naar de toelichting op de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied'

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing, bepaald door en gericht op de aangrenzende bestemmingen;
  • b. fiets- en voetpaden en bermen;
  • c. groenvoorzieningen, (ondergrondse) parkeervoorzieningen, haltevoorzieningen, fietsenstallingen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, straatmeubilair, jongeren- ontmoetingsplaatsen, geluidwerende voorzieningen en reclameobjecten;
  • d. terrassen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'infrastructuur' zijn de gronden gereserveerd voor de mogelijke realisering van een verbinding ten behoeve van openbaar vervoer;

met de daarbij behorende

  • f. speel- en sportvoorzieningen en -terreinen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. kunstobjecten;
  • i. kunstwerken;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. overige functioneel met de bestemming Verkeer - verblijfsgebied verbonden voorzieningen.

15.2 Bouwregels

Op de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m en de oppervlakte 25 m² bedraagt;
  • b. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • c. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuur: bouwhoogte 15 m;
  • d. straatmeubilair en reclameobjecten: bouwhoogte 6 m;
  • e. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
  • f. kunstwerken: bouwhoogte 15 m;
  • g. speel- en sportvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte 5 m;
  • h. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte: 2 m;
  • i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

15.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 15.2:

  • a. onder c (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 m, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. voor bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen tot maximaal 5 m hoog en met een oppervlakte tot maximaal 50 m2, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt als ook uit oogpunt van het woongenot in de directe woonomgeving aanvaardbaar is;
  • c. voor bouwwerken ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping mag maximaal 3,5 m bedragen;
    • 2. de oppervlakte van een gebouw of overkapping mag maximaal 15 m² bedragen;
    • 3. de afstand tussen een gebouw of overkapping n woonbebouwing moet minimaal 50 m bedragen;
    • 4. binnen een jongerenontmoetingsplaats zijn maximaal één gebouw en maximaal 3 overkappingen toegestaan;
    • 5. de plaats moet uit oogpunt van sociale veiligheid een open karakter hebben;

Artikel 16 Water

Link naar de toelichting op de bestemming 'Water'

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grachten, sloten, vaarten en daarmee gelijk te stellen waterlopen en waterwegen ten behoeve van de water aan- en afvoer en de waterberging;
  • b. de recreatievaart;

met de daarbij behorende:

  • c. kunstwerken zoals: bruggen, sluizen, keermuren, gemalen, duikers en (strek)dammen, welke mede ten dienste mogen zijn van de aangrenzende bestemming;
  • d. kunstobjecten en straatmeubilair;
  • e. oevers, taluds en aanlegsteigers, welke mede ten dienste mogen zijn van de aangrenzende bestemming;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. voet- en fietspaden;
  • i. overige functioneel met de bestemming 'Water' verbonden voorzieningen;

16.2 Bouwregels

Op de in lid 16.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen èn bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 5 m, oppervlakte 50 m2;
  • b. aanmeerpalen: bouwhoogte 9 m;
  • c. keermuren, oeverbeschoeiingen: bouwhoogte 3 m;
  • d. overige kunstwerken: bouwhoogte 15 m;
  • e. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • f. vlaggen- en lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • g. overig straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • h. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
  • i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Artikel 17 Wonen - 1

Link naar de toelichting op de bestemming 'Wonen'

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende:

  • g. erven;
  • h. pergola, overkappingen en onderdoorgangen;
  • i. groenvoorzieningen en water;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. toegangspaden, in- en uitritten;
  • m. meerpalen, steigers, drijvende terrassen en toegangsbruggetjes;
  • n. overige functioneel met het wonen verbonden voorzieningen;

een en ander onder voorwaarde dat:

  • o. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in artikel 17.1 mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel de vastgestelde hogere waarden d.d. 5 maart 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels Bijlage 4 Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 5 Borgingsregels geluid;
  • p. een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden genoemd in artikel 17.1 slechts wordt verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 6 Lijst van parkeernormen en in voldoende laad- en losruimte;
  • q. in aanvulling van p. dient ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 1 parkeerplaats (sv-1p)' op eigen terrein 1 parkeerplaats gerealiseerd en in stand te worden gehouden;
  • r. in aanvulling van p. dient ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van parkeren parkeren2' op eigen terrein 2 parkeerplaatsen gerealiseerd en in stand te worden gehouden;
  • s. in aanvulling van p. dient ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren eigen terrein (sv-pet)' op eigen terrein voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd en in stand te worden gehouden conform de parkeernorm uit Bijlage 6 Lijst van parkeernormen;

waarbij:

  • t. de in lid p. t/m s. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

17.2 Bouwregels

Op de in lid 17.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van hoofdgebouwen:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. in aanvulling op a ter plaatse van de aanduiding 'maximaal bebouwingpercentage' het voorgeschreven bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;
  • c. indien er een gevellijn is aangegeven dient de voorgevel in of achter deze lijn te worden gebouwd;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' is bebouwing vanaf de 2e bouwlaag toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - achtergevel' aan de achtergevel vanaf de tweede bouwlaag uitbouwen zijn toegestaan met een breedte van 70% van de achtergevel en tot een diepte van 1.20 meter en op alle bouwlagen inspringen tot een breedte van 50% van de oppervlakte van de achtergevel;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorgevel' mogen aan de voorgevel, vanaf de eerste verdieping, uitbouwen worden gerealiseerd tot een diepte van 1.20 meter over een breedte van ten hoogste 70 % van de gevel;
  • h. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - achtergevel', mag aan de achtergevel van de woning een vrijhangende steiger worden gebouwd, zonder palen in het water, ter breedte van het perceel met een diepte van maximaal 3 meter en een ballustrade van 1.20 hoog;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken:

  • i. per bouwperceel, achter de voorgevel, ten hoogste 50% van de buiten het bouwvlak gelegen gronden mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m2, met dien verstande dat in ieder geval 20 m2 is toegestaan;
  • j. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, gemeten vanuit de bouwgrens, niet meer mag bedragen dan 4 meter;
  • k. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 0,30 meter boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot een maximum van 5 meter;
  • l. in afwijking van de onder j bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1.50 en maximaal 1.80 meter (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
  • m. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 meter;
  • n. in afwijking van het bepaalde in 17.2 onder i. zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouw' aangebouwde en bijbehorende bouwwerken toegestaan voor de voorgevel tot ten hoogste 50% van de gronden met een maximum van 60m2, met dien verstande dat in ieder geval 20m2 is toegestaan;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • o. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'overkapping' aan de voorgevel een overkapping met een maximale bouwhoogte die gelijk is aan de maximale bouwhoogte van het gebouw;
  • p. erf- en perceelafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1 m;
  • q. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • r. steiger: niet breder dan de kavel met een diepte van 3 meter en een hek van 1,20 meter;
  • s. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 meter;
  • t. in afwijking van het bepaalde in 17.2 onder p. en q. zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-erfafscheiding' ook erfafscheidingen met een bouwhoogte van 2 meter voor de voorgevel toegestaan.

17.3 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van ruimten in de woning (het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
  • b. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlak , met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
  • c. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 17.1 lid p. t/m s.;
  • d. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
  • e. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
  • f. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

17.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 17.1 b.onder 4. en d. onder 4. teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. lid 17.1 onder e. teneinde horecafuncties toe te staan die niet zijn genoemd in de Staat van Horeca-activiteiten en die naar hun aard en invloed (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan.
  • c. lid 17.1 onder p., q., r. en s.:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 6 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • d. lid 17.1 onder t. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden;
  • e. lid 17.3, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 18 Wonen - 2

Link naar de toelichting op de bestemming 'Wonen'

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen, bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bah' (bedrijf aan huis) ook voor wonen in combinatie met een bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 500m² voor:
    • 1. ateliers voor kunst en kunstnijverheid;
    • 2. maatschappelijk, maar dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kdv' een kinderdagverblijf is toegestaan;
    • 3. kantoor;
    • 4. bedrijven tot en met categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;

met dien verstande dat:

  • c. de parkeerbehoefte die ontstaat als gevolg van de bedrijfsmatige activiteiten op eigen terrein wordt opgelost;

met de daarbij behorende:

  • d. erven;
  • e. groenvoorzieningen en water;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. toegangspaden, in- en uitritten;
  • h. meerpalen en steigers;
  • i. overige functioneel met het wonen verbonden voorzieningen;

een en ander onder voorwaarde dat:

  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 1 parkeerplaats (sv-1p)' op eigen terrein 1 parkeerplaats gerealiseerd en in stand te worden gehouden;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van parkeren parkeren2' op eigen terrein 2 parkeerplaatsen gerealiseerd en in stand te worden gehouden voor de woonfunctie;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren eigen terrein (sv-pet)' dient op eigen terrein voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd en in stand te worden gehouden conform de parkeernorm uit Bijlage 6 Lijst van parkeernormen;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'bah' dient de parkeerbehoefte die ontstaat als gevolg van de bedrijfsmatige activiteiten op eigen terrein moet worden opgelost conform de parkeernorm uit Bijlage 6 Lijst van parkeernormen;
  • n. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in artikel 18.1 mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel de vastgestelde hogere waarden d.d. 5 maart 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 4 Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 5 Borgingsregels geluid.

waarbij:

  • o. de in lid j t/m m bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

18.2 Bouwregels

Op de in lid 18.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen (hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken):

  • a. per bouwperceel ten hoogste 50% van de gronden mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen;
  • b. in afwijking van 18.2 a. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal bebouwingpercentage' het voorgeschreven bebouwingspercentage per bouwperceel in acht dient te worden genomen;
  • c. indien er een bouwvlak is aangegeven dient in afwijking van 18.2 a. het hoofdgebouw, inclusief aangebouwde en bijbehorende bouwwerken, binnen het bouwvlak gerealiseerd te worden;
  • d. per bouwperceel is ten hoogste 1 hoofdgebouw toegestaan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • f. in afwijking van 18.2 e. mag ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding-afwijking bouwhoogte' 50% van de oppervlakte van de begane grond een hogere bouwhoogte hebben tot een maximum van 7 meter;
  • g. hoofdgebouwen dienen vrijstaand te worden gebouwd;
  • h. in aanvulling van 18.2 g. mag ter plaatse van de aanduiding 'tweeaaneen' het hoofdgebouw, inclusief bijbehorende bouwwerken, aaneen gebouwd worden;
  • i. indien er een gevellijn is aangegeven dient de voorgevel in of achter deze lijn te worden gebouwd;
  • j. aangebouwde en bijbehorende bouwwerken zijn niet toegestaan voor de voorgevel;
  • k. in afwijking van 18.2 j. zijn ter plaatse van de 'bouwaanduiding - bijgebouwen' aangebouwde en bijbehorende bouwwerken toegestaan voor de voorgevel;
  • l. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken is maximaal 0,30 meter boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen niet daaronder begrepen, een en ander tot een maximale hoogte van 5 meter;
  • m. in afwijking van de onder 18.2 l. bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1.50 en maximaal 1.80 meter (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
  • n. de afstand van bijbehorende bouwwerken tot de voorgevel(lijn) van het hoofdgebouw bedraagt minimaal 1;
  • o. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - voorgevel' mogen aan de voorgevel, vanaf de eerste verdieping, uitbouwen worden gerealiseerd tot een diepte van 1.20 meter over een breedte van ten hoogste 70 % van de gevel;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - achtergevel' aan de achtergevel vanaf de tweede bouwlaag uitbouwen zijn toegestaan met een breedte van 70% van de achtergevel en tot een diepte van 1.20 meter en op alle bouwlagen inspringen tot een breedte van 50% van de oppervlakte van de achtergevel;
  • q. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - achtergevel', mag aan de achtergevel van de woning een vrijhangende steiger worden gebouwd, zonder palen in het water, ter breedte van het perceel met een diepte van maximaal 3 meter en een ballustrade van 1.20 hoog;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • r. erf- en perceelafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1 m;
  • s. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • t. in afwijking van het bepaalde in 18.2 onder r. en s. zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-erfafscheiding' ook erfafscheidingen met een bouwhoogte van 2 meter voor de voorgevel toegestaan;
  • u. steiger: niet breder dan de kavel met een diepte van 3 meter en een hek van 1,20 meter;
  • v. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 meter.

18.3 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van ruimten in de woning (het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
  • b. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m2 verkoopvloeroppervlak , met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
  • c. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 18.1 lid j t/m m;
  • d. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
  • e. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
  • f. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

18.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in

  • a. lid 18.1 b.onder 4. teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. lid 18.1 onder j. k., l., en m.:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 6 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • c. lid 18.1 onder t. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden;
  • d. lid 18.3, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 19 Woongebied

Link naar de toelichting op de bestemming 'Woongebied'

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel aan huis, met dien verstande dat er in totaal maximaal 1.630 woningen zijn toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' ook voor maatschappelijke voorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' zijn op de begane grond ook de volgende functies toegestaan:
  • d. wegverkeer, openbaar vervoer en langzaamverkeer, al dan niet ten behoeve van de ontsluiting van het woongebied en de verbinding met overige gebieden, voorzover er niet meer dan 2 rijstroken worden geprojecteerd, waarbij de voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende bijlage 4 Geluidregeling Almere Poort en bijlage 5 Borgingsregels geluid gelden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'infrastructuur' zijn de gronden gereserveerd voor de mogelijke realisering van een verbinding ten behoeve van openbaar vervoer;

met daarbij behorende

  • g. tuinen en erven;
  • h. verkeers-, verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
  • i. terassen, uitstallingen en standplaatsen;
  • j. straatmeubilair, reclameobjecten en kunstobjecten;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • m. water, waterbeheer en aanlegsteigers;
  • n. speelvoorzieningen, jongeren ontmoetingsplaatsen;
  • o. kunstwerken en geluidwerende voorzieningen;
  • p. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat:

onder voorwaarde dat:

  • s. wordt voorzien en in standgehouden van voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein volgens de parkeernormen, als bedoeld in bijlage Bijlage 6 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • t. de in lid o bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

19.2 Bouwregels

Op de in lid 19.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen (hoofdgebouwen):

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal bebouwingspercentage' het voorgeschreven bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van gebouwen gelden de volgende specifieke bouwregels:

  • c. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen een hoogte hebben van 3,5 m en een oppervlakte van 25 m²;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een grondgebonden woning:

  • d. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
  • e. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 4 m;
  • f. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot 4 m;
  • g. in afwijking van de onder e. bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 en maximaal 1,8 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
  • h. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een niet grondgebonden woning:

  • i. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;
  • j. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • k. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
  • l. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn;
  • m. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1,7 m;
  • n. overige terrasafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • o. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • p. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • q. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • r. vlaggenmasten: bouwhoogte 10 m;
  • s. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

19.3 Specifieke bouwregels

19.4 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. het bepaalde in lid 19.2 onder a. om een bouwhoogte van maximaal 45 m toe te staan, mits wordt aangetoond dat de hogere hoogte uit stedenbouwkundig en verkeerskundig oogpunt als ook uit oogpunt van het woon- en leefklimaat en de gebruiksmogelijkheden in de directe omgeving aanvaardbaar is;
  • b. van het bepaalde in 19.2 onder c. voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50m2 mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn;
  • c. van het bepaaalde in 19.2 onder p. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

19.5 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van ruimten in de woning (het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
  • b. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlak , met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
  • c. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 19.1 lid p en q;
  • d. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
  • e. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
  • f. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

19.6 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 19.1 onder c., 4. teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. lid 19.1 onder s.:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 6 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • c. lid 19.1 onder t. en aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden;
  • d. lid 19.5, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 20 Leiding - Leidingstrook

Link naar de toelichting op de bestemming 'Leiding-Leidingstrook'

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor:

  • a. een ondergrondse leiding voor het transport van gas met een diameter van ten hoogste 13 inch en een druk van ten hoogste 40 bar;
  • b. een ondergrondse hoogspanningsleiding van 150kV (kilovolt);
  • c. andere kabels en leidingen;
  • d. de daarbij behorende belemmeringenstrook;
  • e. overige functioneel met de dubbelbestemming 'Leiding - Leidingstrook' verbonden voorzieningen.

20.2 Bouwregels

Op de als 'Leiding - Leidingstrook' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de dubbelbestemming 'Leiding - Leidingstrook' worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter.

20.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 20.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de veiligheid met betrekking tot de leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid 20.3 onder a wordt niet verleend ten behoeve van kwetsbare objecten.

20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Leidingstrook' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren:
    • 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    • 2. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
    • 3. het aanbrengen of het vellen/rooien van diepwortelende bomen en beplantingen;
    • 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    • 5. het aanleggen of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen.
  • b. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden die:
    • 1. reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan;
    • 2. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
    • 3. graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten zijn.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend mits de veiligheid met betrekking tot de leiding(en) niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).

20.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor de (permanente) opslag van goederen.
  • b. Het bepaalde in lid 20.5 onder a is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming.

20.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Leiding - Leidingstrook' uit het plan wordt verwijderd, indien de leidingen ter plaatse zijn verwijderd.

Artikel 21 Waarde - Archeologie 1

Link naar de toelichting op de bestemming 'Waarde - Archeologie 1'

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de ter plaatse te verwachten archeologische waarden op een diepte vanaf 150 cm onder maaiveld.

21.2 Bouwregels
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' bouwwerken te bouwen.
  • b. Het in lid a bedoelde verbod is niet van toepassing op:
    • 1. die delen van de gronden die reeds bebouwd of anderszins verstoord zijn of zijn geweest;
    • 2. bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte kleiner dan 500 m².
  • c. Een uitzondering op het verbod, zoals bedoeld in lid 21.2, sub b onder 2, is niet van toepassing als gedurende de periode van 36 maanden voor verstrekking van de omgevingsvergunning een uitzondering op het verbod in lid 21.2, sub b onder 2, van toepassing is geweest op bouw- en aanlegactiviteiten zoals genoemd in lid 21.2 sub a in terreinen op een afstand van minder dan 50 m van het onderhavige terrein, voor zover de voorgenomen activiteiten in het onderhavige terrein een oppervlakte hebben van meer dan 100 m2.

21.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 21.2 bedoelde verbod voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte groter dan 500 m².
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. De voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de afwijking te stellen kwalificaties en eisen.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
    • 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 3. het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
    • 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
    • 8. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein.
  • b. Het verbod als bedoeld in lid 21.2 onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud van de gronden betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden;
    • 4. betrekking hebben op een oppervlakte kleiner dan 500 m²;
    • 5. worden uitgevoerd in het kader van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • d. Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

21.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat:

  • a. de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' wordt verwijderd, indien er op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie geen archeologische waarden zijn vastgesteld;
  • b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' wordt veranderd in de bestemming 'Waarde - Archeologie 5'' voor gronden waar door middel van archeologisch onderzoek dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie een of meer archeologisch waardevolle terreinen zijn vastgesteld.

Artikel 22 Waarde - Archeologie 5

Link naar de toelichting op de bestemming 'Waarde - Archeologie 5'

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) primair bestemd voor de bescherming van de aanwezige archeologische waarden in het gebied.

22.2 Bouwregels

Op de in lid 22.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de in dat lid genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met dien verstande dat:

  • a. deze bouwwerken voor aanvullend definitief archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid 22.2 onder a mogen bouwwerken ten behoeve van de herkenbaarheid, inrichting en/ of markering van de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' worden gebouwd tot een maximale bouwhoogte van 10 m en een oppervlakte van maximaal 100 m²;
  • c. ten behoeve van samenvallende bestemmingen mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

22.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 22.2 bedoelde verbod voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. Het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
    • 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 3. Het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
    • 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
    • 8. Alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein.
  • b. Het verbod als bedoeld in lid 22.4 onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden in het kader van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • d. Aan de vergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

22.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' wordt verwijderd, indien het archeologisch waardevol terrein conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie voldoende is onderzocht door middel van een archeologische opgraving of begeleiding en de eventuele bodemvondsten elders zijn onder gebracht.

Artikel 23 Waterstaat - Waterkering

Link naar de toelichting op de bestemming 'Waterstaat - Waterkering'

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor:

  • a. dijken;
  • b. kaden;
  • c. dijksloten;
  • d. overige voorzieningen ten behoeve van de waterkering.

23.2 Bouwregels

Op de in lid 23.1 bedoelde gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten dienste van deze bestemming.

23.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 23.2 voor bebouwing ten behoeve van de samenvallende bestemmingen, mits:

  • a. het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaadt, en;
  • b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering over de vraag of de belangen van de waterkering onevenredig worden geschaad alsmede over eventuele voorwaarden die in de omgevingsvergunning moeten worden opgenomen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 24 Anti-dubbeltelregel

Link naar de toelichting op de Algemene regels 

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 25 Algemene bouwregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels 

25.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen / bouwgrenzen

De bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen
behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, serres, entreeportalen, veranda's, overstekken, luifels en afdaken en andere ondergeschikte onderdelen van
gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 3 meter bedraagt, met dien verstande dat:

  • a. voor stoepen, stoeptreden, galerijen, hellingbanen, funderingen, luifels, afdaken en overstekken
    overschrijding over de volledige gevelbreedte is toegestaan;
  • b. voor overige overschrijdingen geldt een maximum van 50% van de gevelbreedte.

25.2 Ondergeschikte bouwonderdelen op daken van gebouwen

Bouwwerken op het dak van een gebouw, zoals installatiecontainers, centrale verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties, liftschachten, hekwerken en soortgelijke bouwwerken om installaties uit het zicht te houden worden niet meegerekend bij de bepaling van de hoogte van het gebouw, als zijnde ondergeschikt, mits:

  • a. de hoogte van de bouwwerken vanaf het dak gemeten maximaal 3,5 meter bedraagt, en
  • b. de oppervlakte van deze bouwwerken maximaal 1/3 bedraagt van het grondoppervlak van het gebouw.

Artikel 26 Algemene gebruiksregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

26.1 Algemeen

Als gebruik in strijd met de bestemming geldt in ieder geval:

  • a. het gebruik van bouwwerken voor een seksinrichting;
  • b. het gebruik van bouwwerken die bestemd zijn voor verblijfsrecreatie ten behoeve van permanente bewoning;
  • c. het gebruik van niet-bebouwde grond als permanente staan- of ligplaats van demonteerbare of verplaatsbare inrichtingen voor de verkoop van etenswaren en/of dranken;
  • d. het gebruik van niet-bebouwde grond als staan- of ligplaats voor kampeermiddelen buiten de daarvoor aangewezen gronden;
  • e. het gebruik van niet-bebouwde grond als staan- of ligplaats voor voor (menselijk of dierlijk) verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken, vaar- of voertuigen, arken of andere objecten, voor zover die niet als bouwwerk zijn aan te merken;
  • f. het gebruik van niet-bebouwde grond voor het opslaan, storten of bergen van al dan niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden.

26.2 Laserstraalvrij gebied
  • a. Op de gronden gelegen binnen dit gebied is een bestemming voor of een gebruik door een laserstraal die de vliegveiligheid kan verstoren niet toegestaan.
  • b. Het bepaalde onder a geldt niet voor zover de bestemming of het gebruik rechtmatig was op de dag vóór het tijdstip van inwerkingtreding van het Luchthavenbesluit Lelystad.

Artikel 27 Algemene aanduidingsregels

Link naar de toelichting op de aanduidingen 'veiligheidszones vervoer gevaarlijke stoffen 2, 3 en 4' 

27.1 Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen
27.1.1 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2' zijn nieuwe en is uitbreiding van kwetsbare objecten en/ of beperkt kwetsbare objecten niet toegestaan.
  • b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 27.1.1 onder a om nieuwe en uitbreiding van kwetsbare objecten en/ of beperkt kwetsbare objecten toe te staan, mits:
    • 1. ingeval van een zeer kwetsbaar object: indien maatregelen worden getroffen aan de bronkant of aan de ontvangende kant, waardoor de kans op een ongewoon voorval of op het overlijden van een persoon als rechtstreeks gevolg van zo'n voorval verwaarloosbaar klein is;
    • 2. in de motivering in ieder geval wordt ingegaan op de mogelijke gevolgen van een ongeval met brandbare vloeistoffen;
    • 3. de invloed op het groepsrisico, de hulpverlening en het plasbrandaandachtsgebied voldoende is gemotiveerd conform de motiveringseisen van de artikelen 7, 8 en 9 van het Besluit externe veiligheid transportroutes.

27.1.2 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 3
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 3' zijn nieuwe en is uitbreiding van kwetsbare objecten en/ of beperkt kwetsbare objecten niet toegestaan.
  • b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 27.1.2 onder a om nieuwe en uitbreiding van kwetsbare objecten en/ of beperkt kwetsbare objecten toe te staan, mits:
    • 1. ingeval van een zeer kwetsbaar object: indien maatregelen worden getroffen aan de bronkant of aan de ontvangende kant, waardoor de kans op een ongewoon voorval of op het overlijden van een persoon als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval verwaarloosbaar klein is;
    • 2. in de motivering in ieder geval wordt ingegaan op de mogelijke gevolgen van een ongeval met brandbare gassen;
    • 3. de invloed op groepsrisico en hulpverlening voldoende is gemotiveerd conform de motiveringseisen van de artikelen 7, 8 en 9 van het Besluit externe veiligheid transportroutes;
    • 4. maatregelen worden uitgevoerd in de gebouwen of de omgeving om de effecten als gevolg van een ongeval met brandbare gassen terug te dringen.

27.1.3 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 4

Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 4' kunnen burgemeester en wethouders met het oog op het aspect externe veiligheid, ter verhoging van de veiligheid en zelfredzaamheid van personen in gebouwen en ter verhoging van de bestrijdbaarheid, aan nieuwe en uitbreiding van kwetsbare en/ of beperkt kwetsbare objecten nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering van gebouwen;
  • b. de inrichting van terreinen;
  • c. het ontwerp van gebouwplattegronden of de indeling van gebouwen;
  • d. de plaats, de afmeting en de inrichting van vluchtroutes en nooduitgangen.

Hierbij wordt advies ingewonnen van de Brandweer Flevoland en de brandpreventiemedewerkers van de gemeente Almere.

27.1.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de aanduiding(en) 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2, Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 3 en/ of Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 4' worden gewijzigd of verwijderd, indien nieuwe technische inzichten, de verandering van wetgeving of nieuwe rekenmodellen daar aanleiding toe geven en/ of het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor ter plaatse is gewijzigd of beëindigd.

27.2 Vrijwaringszone

Link naar de toelichting op de aanduidingen 'Vrijwaringszone - dijk 1' en 'Vrijwaringszone-dijk 2'

27.2.1 Vrijwaringszone dijk - 1
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone dijk - 1' zijn geen nieuwe bouwwerken toegestaan.
  • b. Met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 27.2.1 onder a voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming, indien:
    • 1. het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad en
    • 2. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering over de vraag of de belangen van de waterkering onevenredig worden geschaad en over eventuele voorwaarden die in de omgevingsvergunning moeten worden opgenomen.

27.2.2 Vrijwaringszone dijk - 2

Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone dijk - 2' is diepe ontgronding niet toegestaan.

27.2.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de aanduidingen 'Vrijwaringszone dijk - 1' en 'Vrijwaringszone dijk - 2' worden gewijzigd of verwijderd, indien:

  • a. de wijziging van de Keur Waterschap Zuiderzeeland en de bijbehorende Legger van het Waterschap Zuiderzeeland daartoe aanleiding toe geeft.
  • b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.

27.3 Reservering infrastructuur

Link naar de toelichting op de 'aanduiding infrastructuur' 

Ter plaatse van de aanduiding 'infrastructuur' de gronden gereserveerd zijn voor de mogelijke realisering van een verbinding ten behoeve van de IJmeerlijn. Op de gronden met deze aanduiding zijn geen nieuwe gebouwen toegestaan.

Artikel 28 Algemene afwijkingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

28.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 terzake reeds kan worden afgeweken - voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10% met dien verstande dat dit niet geldt voor de verkoopvloeroppervlakte van een supermarkt;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen niet zijnde bestemmingsgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3.00 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  • c. het oprichten van ondergrondse pompgemalen ten behoeve van riooltransportleidingen;
  • d. het bouwen van gebouwen voor nutsvoorzieningen met een lagere bouwhoogte of een lager bebouwingspercentage dan op grond van de bepalingen van het plan minimaal is voorgeschreven;
  • e. kleinschalige windmolens op of aan een hoofdgebouw, mits:
    • 1. de toegestane bouwhoogte voor hoofdgebouw met maximaal 3 meter wordt overschreden;
    • 2. de rotordiameter maximaal 2 m bedraagt.

28.2 Voorwaarden voor de afwijking

Er wordt niet afgeweken van de bepalingen van het plan, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 29 Algemene wijzigingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

29.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd om de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen, voorzover zulks van belang is voor een bouwkundige danwel stedenbouwkundige betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein waarbij het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot.

29.2 Lijst van parkeernormen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de Lijst van parkeernormen te wijzigen, in die zin dat:

  • a. functies met de daarbij behorende parkeernormen kunnen worden gewijzigd, indien nieuwe ontwikkelingen of wet- en regelgeving daartoe aanleiding geven.
  • b. nieuwe functies met de daarbij behorende parkeernorm kunnen worden toegevoegd.

29.3 Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de en/of Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft.

29.4 Staat van Horeca-activiteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de Staat van Horeca-activiteiten te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van horeca kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de omgevingsbelasting van de desbetreffende typen van horecafuncties daartoe aanleiding geeft.

Artikel 30 Overige regels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

30.1 Overige regelingen en verordeningen

Indien in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen of verordeningen, dienen deze te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan, tenzij anders bepaald.

Artikel 31 Overgangsrecht

31.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

31.2 Afwijking overgangsrecht bouwwerken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 31.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

31.3 Uitzondering overgangsrecht bouwwerken

Lid 31.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

31.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

31.5 Ander strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 31.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

31.6 Onderbreken gebruik onder overgangsrecht

Indien het gebruik, bedoeld in lid 31.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

31.7 Uitzondering overgangsrecht gebruik

Lid 31.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 32 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Almere Poort West en Pampushout.

vastgesteld door de raad van de gemeente Almere op 11 oktober 2018.

de griffier, de voorzitter.

Bijlagen

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging

(VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering 2009; lijst SvB - Functiemenging, m.u.v. horecafuncties)

SBI-1993   SBI-2008    nr.   OMSCHRIJVING    categorie  
01   01   -   LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW      
014   016   0   Dienstverlening t.b.v. de landbouw:      
014   016   2   - algemeen (o.a. loonbedrijven), b.o < 500 m²   B  
014   016   4   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m²   B  
0142   0162     KI-stations   B  
15   10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN      
151   101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:      
151   101   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m²   B  
1552   1052   2   Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m²   B  
1581   1071   1   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, charge-ovens, v.c.< 7.500 kg meel/week   B  
1584   10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:      
1584   10821   3   - Cacao- en chocoladefabrieken- vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m²   B  
1584   10821   6   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m²   B  
1593 t/m 1595   1102 t/m 1104     Vervaardiging van wijn, cider e.d.   B  
17   13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL      
174, 175   139     Vervaardiging van textielwaren   B  
176, 177   139, 143     Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   B  
18   14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT      
181   141     Vervaardiging kleding van leer   B  
182   141     Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   C  
20   16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.      
203, 204, 205   162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   B  
205   162902     Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken   B  
22   58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA      
221   581     Uitgeverijen (kantoren)   A  
2222.6   18129     Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   B  
2223   1814   A   Grafische afwerking   A  
2223   1814   B   Binderijen   B  
2224   1813     Grafische reproduktie en zetten   B  
2225   1814     Overige grafische aktiviteiten   B  
223   182     Reproduktiebedrijven opgenomen media   A  
24   20   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN      
2442   2120   0   Farmaceutische produktenfabrieken:      
2442   2120   2   - verbandmiddelenfabrieken   C  
26   23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN      
2615   231     Glasbewerkingsbedrijven   B  
262, 263   232, 234   0   Aardewerkfabrieken:      
262, 263   232, 234   1   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   B  
267   237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:      
267   237   2   - zonder breken, zeven en drogen p.o. < 2.000 m²   B  
2681   2391     Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   B  
28   25   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)      
281   251, 331   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   B  
284   255, 331   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   B  
2852   2562, 3311   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   B  
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   B  
30   26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS      
30   26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   B  
33   26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN      
33   26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   B  
36   31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.      
361   9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   A  
362   321     Fabricage van munten, sieraden e.d.   B  
363   322     Muziekinstrumentenfabrieken   B  
3663.1   32991     Sociale werkvoorziening   B  
40   35   -   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER      
40   35   C0   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:      
40   35   C1   - < 10 MVA   B  
40   35   D0   Gasdistributiebedrijven:      
40   35   D3   - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A   A  
40   35   D4   - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C   B  
40   35   E0   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:      
40   35   E2   - blokverwarming   B  
41   36   -   WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER      
41   36   B0   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:      
41   36   B1   - < 1 MW   B  
45   41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID      
45   41, 42, 43   3   Aannemersbedrijven met werkplaats, b.o. < 1000 m2   B  
50   45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS      
51   46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING      
511   461     Handelsbemiddeling (kantoren)   A  
5134   4634     Grth in dranken   C  
5135   4635     Grth in tabaksprodukten   C  
5136   4636     Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   C  
5137   4637     Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   C  
514   464, 46733     Grth in overige consumentenartikelen   C  
519   466, 469     Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   C  
52   47   -   REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN      
527   952     Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   A  
60   49   -   VERVOER OVER LAND      
6022   493     Taxibedrijven   B  
6024   494   1   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks), b.o. =< 1.000 m²   C  
603   495     Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   B  
61, 62   50, 51   -   VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT      
61, 62   50, 51   A   Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)   A  
63   52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER      
6321   5221   1   Autoparkeerterreinen, parkeergarages   C  
6322, 6323   5222     Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren)   A  
633   791     Reisorganisaties   A  
634   5229     Expediteurs, cargadoors (kantoren)   A  
64   53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE      
641   531, 532     Post- en koeriersdiensten   C  
642   61   A   Telecommunicatiebedrijven   A  
642   61   B0   zendinstallaties:      
642   61   B2   - FM en TV   B  
65, 66, 67   64, 65, 66   -   FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN      
65, 66, 67   64, 65, 66   A   Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen   B  
70   41, 68   -   VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED      
70   41, 68   A   Verhuur van en handel in onroerend goed   A  
71   77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN      
711   7711     Personenautoverhuurbedrijven   B  
712   7712, 7739     Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   C  
713   773     Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   C  
714   772     Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   C  
72   62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE      
72   62   A   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   A  
72   58, 63   B   Datacentra   B  
73   72   -   SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK      
732   722     Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek   A  
74   63, 69t/m71, 73, 74, 77, 78, 80t/m82   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING      
74   63, 69t/m71, 73, 74, 77, 78, 80t/m82   A   Overige zakelijke dienstverlening: kantoren   A  
7481.3   74203     Foto- en filmontwikkelcentrales   C  
7484.4   82992     Veilingen voor huisraad, kunst e.d.   A  
75   84   -   OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN      
75   84   A   Openbaar bestuur (kantoren e.d.)   A  
7525   8425     Brandweerkazernes   C  
80   85   -   ONDERWIJS      
801, 802   852, 8531     Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs   B  
803, 804   8532, 854, 855     Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs   B  
85   86   -   GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG      
8512, 8513   8621, 8622, 8623     Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven   A  
8514, 8515   8691, 8692     Consultatiebureaus   A  
853   871   1   Verpleeghuizen   B  
853   8891   2   Kinderopvang   B  
90   37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING    
9001   3700   B   rioolgemalen   B  
91   94   -   DIVERSE ORGANISATIES      
9111   941, 942     Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren)   A  
9131   9491     Kerkgebouwen e.d.   B  
9133.1   94991   A   Buurt- en clubhuizen   B  
92   59   -   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE      
9213   5914     Bioscopen   C  
9232   9004     Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen   C  
9234   8552     Muziek- en balletscholen   B  
9234.1   85521     Dansscholen   B  
9251, 9252   9101, 9102     Bibliotheken, musea, ateliers, e.d.   A  
926   931   0   Zwembaden: overdekt   C  
926   931   A   Sporthallen   B  
926   931   B   Bowlingcentra   B  
926   931   0   Schietinrichtingen:    
926   931   2   - binnenbanen: boogbanen   A  
926   931   F   Sportscholen, gymnastiekzalen   B  
9271   9200     Casino's   C  
9272.1   92009     Amusementshallen   B  
93   96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING      
9301.3   96013   A   Wasverzendinrichtingen   B  
9301.3   96013   B   Wasserettes, wassalons   A  
9302   9602     Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten   A  
9303   9603   0   Begrafenisondernemingen: uitvaartcentra   A  
9304   9313, 9604     Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden   B  
9305   9609   B   Persoonlijke dienstverlening n.e.g.   A  

Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten

Categorie 1 (ondergeschikte horeca)

een inrichting die gericht is op het verstrekken van dranken of etenswaren en die fungeert als aan een hoofdfunctie ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij het vloeroppervlak niet meer dan 20% bedraagt van de hoofdfunctie.

Categorie 2 (logies of zaalaccommodatie)

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van logies of zaalaccommodatie, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, zoals een hotel, een pension, een bed & breakfast of vergader- en congresfaciliteiten.

Categorie 3 (lichte horeca)

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een restaurant, cafetaria/snackbar/afhaalrestaurant, lunchroom of koffie- of theehuis.

Categorie 4 (middelzware horeca)

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een café of eetcafé.

Categorie 5 (zware horeca)

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning door het bedrijfsmatig ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met de verstrekking van etenswaren, zoals, een discotheek/bar-dancing/danscafé of een partycentrum.