direct naar inhoud van Regels
Plan: De Vaart 1, 2, 3
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP3Z19-on01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Link naar de toelichting op de Inleidende regels

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan De Vaart 1, 2, 3 met identificatienummer NL.IMRO.0034.BP3Z19-on01 van de gemeente Almere;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aan-huis-verbonden beroep

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 ambachtelijk bedrijf

bedrijf waarbij het accent ligt op het in handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen of leveren van goederen, die verband houden met het ambacht als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming;

1.7 archeologisch onderzoek

onderzoek naar archeologische waarden, uitgevoerd conform de geldende Kwaliteitsnorm voor Nederlandse Archeologie;

1.8 archeologisch waardevol terrein

terrein met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang;

1.9 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de voorkomende overblijfselen uit oude tijden;

1.10 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.11 bebouwingspercentage

een in dit plan genoemd percentage dat het gedeelte van het bouwperceel aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd, waarbij gerekend wordt met de bebouwde oppervlakte;

1.12 bed & breakfast

een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt;

1.13 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, repareren en verhandelen van goederen. Onder bedrijf wordt ook verstaan: bezorgservice, webwinkel en andere vergelijkbare bedrijven;

1.14 bedrijfsmatige activiteiten aan huis

het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten met een kleinschalig karakter, die in een gedeelte van een woning of bijbehorende bouwwerken worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.15 bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel, horeca, bedrijf of andere gebouwde voorziening inclusief de eventueel daartoe behorende magazijnen, overige dienstruimten en technische ruimten maar exclusief parkeergarages.

1.16 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw dat kennelijk bestemd is voor een ingevolge de bestemming toegelaten hoofdfunctie, niet zijnde wonen, die bewoond wordt door tenminste één persoon die werkzaam is voor de hoofdfunctie;

1.17 beperkt kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;

1.18 bestaande situatie
  • a. bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;
  • b. bij gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
1.19 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.20 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.21 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.22 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.23 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.24 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.25 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.26 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.27 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.28 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.29 brutovloeroppervlakte

de oppervlakte van alle afzonderlijke bouwlagen bij elkaar opgeteld, buitenwerks gemeten;

1.30 buitenopslag

het in de buitenlucht opslaan of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen, producten, materialen en vergelijkbare zaken op de onbebouwde gronden van percelen;

1.31 cafetaria/snackbar/afhaalrestaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het snel verstrekken van etenswaren, al dan niet voor de consumptie ter plaatse en al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije en alcoholhoudende dranken;

1.32 café

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren;

1.33 CROW-kencijfer

de parkeerkencijfers zoals gepubliceerd in de CROW-publicatie 'Kencijfers en verkeersgeneratie' 317, oktober 2012, danwel een hernieuwde uitgave van deze publicatie;

1.34 cultuur en ontspanning

diverse gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding waaronder ontspanningsvoorzieningen zoals een evenemententerrein of bowlingcentrum en culturele voorzieningen zoals een dansschool, muziekschool, filmhuis en bioscoop, één en ander met uitzondering van seksinrichtingen en detailhandelsbedrijven;

1.35 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt bij dat bouwwerk of gebied;

1.36 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, perifere detailhandel, internetwinkel en supermarkt;

1.37 detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit

detailhandel vanuit een bedrijf dat als hoofdfunctie productie of vervaardiging van goederen heeft, waarvan de detailhandelsfunctie gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 100 m² verkoopvloeroppervlak;

1.38 detailhandel in ABC-goederen

detailhandel in auto's, boten, motoren en caravans;

1.39 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks al dan niet via een baliefunctie te woord wordt gestaan en geholpen;

1.40 dierenweide

een perceel grond dat in de recreatieve sfeer wordt gebruikt voor het houden van dieren en toegankelijk is voor publiek;

1.41 discotheek/bar-dancing/danscafé

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren;

1.42 ecologische waarde

waarde betreffende de natuurlijke samenhang tussen organismen en hun milieu;

1.43 eetcafé

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse en het verstrekken van maaltijden voor de consumptie ter plaatse;

1.44 eigen terrein

een aaneengesloten stuk grond waarover door de gebruiker kan worden beschikt en waarbij het kan gaan om meerdere kadastrale percelen;

1.45 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover een bestemmingsplan van toepassing is de bestemming deze inrichting niet verbiedt;

1.46 erker

een ondergeschikt op de begane grond gelegen uitbouw van één bouwlaag aan de voorgevel van het hoofdgebouw;

1.47 expeditiehof

een gebied dat is bestemd voor laad- en losvoorzieningen ten behoeve van het op de aangrenzende gronden toegelaten gebruik;

1.48 fundering

dat deel van een bouwwerk dat ervoor zorgt dat het eigen gewicht ervan en de daarop uitgeoefende krachten worden overgedragen aan de draagkrachtige ondergrond;

1.49 gebied met mogelijk archeologische waarde

gebied waar naar verwachting terreinen met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang voorkomen, maar waar deze nog niet zijn vastgesteld;

1.50 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.51 geluidsgevoelige objecten

geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder, te weten:

  • a. woningen;
  • b. andere geluidsgevoelige gebouwen:
    • 1. onderwijsgebouwen;
    • 2. ziekenhuizen;
    • 3. verpleeghuizen;
    • 4. verzorgingstehuizen;
    • 5. psychiatrische inrichtingen;
    • 6. kinderdagverblijven;

De aanwijzing als 'ander geluidsgevoelig gebouw' geldt niet voor de delen van een gebouw die een andere bestemming hebben dan verblijfsruimte;

  • c. geluidsgevoelige terreinen:
    • 1. een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
    • 2. een ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen;
1.52 geurgevoelige bestemmingen

gebieden waar grote aantallen mensen veelal langdurig verblijven. Hiertoe behoren woon- en leefgebieden, ziekenhuizen, verpleeghuizen, scholen, dagverblijven, winkelcentra, dag- en verblijfrecreatie (kampeerterreinen, volkstuinen met verblijfsaccommodatie, recreatiebungalows, drukbezochte recreatieobjecten) en kantoren gevestigd in algemene woon- en leefgebieden (niet op bedrijventerreinen);

1.53 geurgevoelig object

gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt, waarbij onder «gebouw, bestemd voor menselijk wonen of menselijk verblijf» wordt verstaan: gebouw dat op grond van het bestemmingsplan, bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening, een inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.26 of 3.28 van die wet daaronder mede begrepen, de beheersverordening, bedoeld in artikel 3.38 van die wet, of, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, de omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van laatstgenoemde wet mag worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf. Onder geurgevoelige objecten worden in dit geval niet verstaan bestaande en nieuwe bedrijfsgebouwen binnen de milieuzone-geurzone;

1.54 gevel

bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak;

1.55 gevellijn

Zie begrip voorgevelrooilijn;

1.56 groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren of leveren van goederen aan bedrijven, wederverkopers en aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;

1.57 grootschalige detailhandel

een vestiging van detailhandel, met een minimum verkoopvloeroppervlak van 1.000 m2 per vestiging, waarvan uitgezonderd de branches food en warenhuizen en perifere detailhandel;

1.58 hogere waarde

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;

1.59 hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.60 horeca

een inrichting, gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:

  • a. het verstrekken van nachtverblijf;
  • b. het verstrekken of bereiden van drank of etenswaren voor consumptie;
  • c. het exploiteren van zaalaccommodatie;
1.61 hotel

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor consumptie ter plaatse;

1.62 hoveniersbedrijf

een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen alsmede op het leveren van gewassen en andere goederen voor het inrichten van tuinen dan wel het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van tuinen voor derden met dien verstande dat detailhandel niet is toegestaan, tenzij ondergeschikt;

1.63 ijssalon

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van consumptie-ijs voor de consumptie ter plaatse;

1.64 internetwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij de consument niet alleen via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren, maar waar ook sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten;

1.65 kantoor

het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

1.66 kantoor- en praktijkruimte

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, juridisch, kunstzinnig, medisch, paramedisch, therapeutisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied;

1.67 kelder

een bijzondere bouwlaag waarvan de bovenkant onder het peil is gelegen;

1.68 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen

voorzieningen ten behoeve van activiteiten zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken;

1.69 kleinschalige verblijfsrecreatie

verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen bij wijze van minicamping of met gebruikmaking van pensions of kampeerboerderijen;

1.70 koffie- of theehuis

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholvrije dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren;

1.71 kringloopwinkel

een vestiging welke bedrijfsmatige activiteiten en detailhandelsactiviteiten verricht, bestaande uit de inzameling "om niet" van een breed assortiment van tweedehands goederen van overwegend particulieren, de eventuele reparatie daarvan en verkoop van deze goederen (waaronder volumineuze) aan hoofdzakelijk particulieren;

1.72 kunstobject

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten;

1.73 kunstwerk

bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve ten behoeve van civieltechnische of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;

1.74 kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;

1.75 lunchroom

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide of bewerkte etenswaren al dan niet voor de consumptie ter plaatse;

1.76 maatschappelijke voorzieningen

(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren;

1.77 mestverwerkings- en vergistingsinstallatie

installatie voor het omzetten van mest en eventueel plantaardig cosubstraat in biogas en digestaat, inclusief installaties voor opslag en bewerking van het biogas, en voor-, tussen- en naopslag en bewerking van het biogas, het opwekken van elektriciteit en voor-, tussen- en naopslag van mest, inclusief het scheiden van mest;

1.78 mestverwerkingsbedrijf

een bedrijf dat uitsluitend ten doel heeft op grootschalige wijze mest door middel van een chemische, fysische of biologische behandeling om te zetten in relatief droge producten ten behoeve van de bemesting van de bodem of producten welke een ander toepassingsgebied hebben;

1.79 minder geurgevoelige bestemmingen
  • a. agrarische bedrijfswoningen en op bedrijventerreinen gelegen (bedrijfs)woningen;
  • b. natuurterreinen, volkstuinen zonder verblijfsaccommodatie, sportterreinen, extensieve recreatieterreinen en vergelijkbare gebieden gekenmerkt door een lage bevolkingsdichtheid en de daar gevestigde bedrijfswoningen, en verspreid liggende (niet aaneengesloten) overige woningen;
  • c. bedrijven, kantoren, detailhandel op bedrijventerreinen tot en met categorie 3;
1.80 niet-geurgevoelige bestemmingen
  • a. agrarisch buitengebied;
  • b. bedrijven, kantoren en detailhandel op bedrijventerreinen waarop bedrijven van categorie 4 en hoger zijn toegestaan;
1.81 NEN

de door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde ten tijde van het inwerkingtreden van dit plan;

1.82 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, apparatuur voor telecommunicatie, voorzieningen voor stadsverwarming, elektrische oplaadpunten, zonnecollectoren, zonnepanelen;

1.83 onderbouw

een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1.20 m boven peil is gelegen;

1.84 ondergeschikte detailhandel

detailhandel vanuit een vestiging of voorziening dat een andere hoofdfunctie heeft en waarvan de detailhandelsfunctie gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging, een en ander met een maximum van 100 m² verkoopvloeroppervlak;

1.85 ondergeschikte horeca

een horecavoorziening binnen een andere hoofdbestemming of functie dan horeca, ten behoeve van en ondergeschikt aan die andere bestemming of functie voor de consumptie van dranken en etenswaren, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging;

1.86 ondergeschikte workshops

een bijeenkomst of cursus die gegeven wordt in een vestiging/voorziening die een andere hoofdbestemming of functie dan 'cultuur en ontspanning', 'sport' of 'maatschappelijk' heeft en waaraan de bijeenkomst of cursus aantoonbaar gelieerd is aan de hoofdfunctie;

1.87 onderheide bebouwing

een bouwwerk waarbij de fundering op heipalen rust;

1.88 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde met maximaal één wand (waaronder ook de gevel van een woning), primair bedoeld als overkapping ten behoeve van een woning;

1.89 partycentrum

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het gelegenheid geven voor feesten en party’s, al dan niet met het ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken, etenswaren of maaltijden voor de consumptie ter plaatse;

1.90 peil
  • a. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het oorspronkelijk, aansluitend afgewerkte maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • c. voor bouwwerken in of op het water en drijvende bouwwerken inclusief vaartuigen: de waterlijn.
  • d. voor bruggen en viaducten: de gemiddelde hoogte van het wegdek van de brug of het viaduct.
  • e. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het oorspronkelijke, aansluitend afgewerkte maaiveld;
1.91 pension

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken aan de logerende gasten;

1.92 pensionstalling

een bedrijf dat gericht is op het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden in pension te stallen en te laten weiden;

1.93 perifere detailhandel

een detailhandelsbedrijf te onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair/badkamers en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderdelen en onderhoudsmiddelen;
  • b. meubelbedrijven, woninginrichting en -stoffering;
  • c. tuincentra;
  • d. bouwmarkten;
1.94 platte afdekking

een (min of meer) horizontaal vlak ter afdekking van een gebouw dat meer dan tweederde van het grondvlak van het gebouw beslaat;

1.95 prostitutie

het zich, tegen vergoeding, beschikbaar stellen voor seksuele handelingen;

1.96 reclameobjecten

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of onderdelen van bouwwerken ten behoeve van reclamedoeleinden, zoals aankondigingborden, mupi's (reclameborden), billboards, reclame aan lichtmasten, gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen, tweevlaksborden;

1.97 recreatief medegebruik

een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;

1.98 recreatieve voorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding, met uitzondering van seksinrichtingen, detailhandelsbedrijven en horecabedrijven;

1.99 restaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije en alcoholhoudende dranken;

1.100 risicovolle inrichting

een inrichting als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan;

1.101 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke al dan niet besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, dan wel in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, seksclub, privé-huis, erotische massagesalon, raambordeel, of een combinatie daarvan;

1.102 showroom

uitstallingsruimte voor goederen ten behoeve van de detail- of groothandel;

1.103 sportvoorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen, gericht op sport, zoals een fitnesscentrum of sportveld, niet zijnde recreatieve voorzieningen;

1.104 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;

1.105 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;

1.106 stadsweide

een perceel grond dat in de agrarisch recreatieve sfeer wordt gebruikt voor het houden van dieren of insecten;

1.107 stalhouderij

een bedrijf dat gericht is op het verhuren van aanspanningen (trouwkoetsen, paardentrams) voor bijzondere gelegenheden;

1.108 straatmeubilair

kleinschalige bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals verkeergeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, prullenbakken, speeltoestellen en telefooncellen;

1.109 supermarkt

detailhandel met tenminste 500 m² verkoopvloeroppervlak en een grote verscheidenheid aan artikelen, merendeels levens- en genotmiddelen, waarbij sprake is van zelfbediening door klanten;

1.110 tuincentrum

een bedrijf dat binnen een ruimte of op een terrein, al dan niet overdekt, planten en een volledig assortiment aan tuinartikelen uit voorraad aan particulieren aanbiedt alsmede daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen en/of diensten. Tuinartikelen zijn artikelen die dienen voor de aanleg, de inrichting en het onderhoud van en het verblijf in tuinen. Onder volledig assortiment wordt begrepen:

  • basisassortiment: direct voor de aanleg, inrichting en onderhoud van tuinen benodigde artikelen;
  • randassortiment: indirect voor de aanleg, inrichting en onderhoud van huis en tuin benodigde artikelen, alsmede dieren, dierenbenodigdheden en –voeding, decoratie en woonaccessoires binnenshuis, dierenservice (trimmogelijkheid, medische- en preventieve zorg, advies), tuin- en waxkleding, buitenspeelgoed, 'buitenkoken' en accessoires, streekproducten zoals appels, peren, honing e.d.;
  • gelegenheidsassortiment: artikelen ten behoeve van bepaalde festiviteiten, zoals bijvoorbeeld Pasen en Kerstmis;
1.111 tuinmeubilair

bouwwerken, geplaatst in de tuin of erf behorend bij een woning, zoals pergola's, zonnewijzers, zandbakken, vlaggenmasten, barbecues e.d. en speeltoestellen zoals wipkippen, glijbanen en schommels;

1.112 verblijfsruimte

een verblijfsruimte als bedoeld in het Besluit geluidhinder, te weten:

  • leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen;
  • onderzoeks- en behandelingsruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;
  • onderzoeks-, behandelings-, recreatie-, en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten van verzorgingshuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven;
  • theorievaklokalen van onderwijsgebouwen;
  • ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;
1.113 vergader- en congresfaciliteiten

een gebouw of ruimte in een gebouw voor het als bedrijfsmatige hoofdactiviteit organiseren van vergaderingen en congressen, hoofdzakelijk bij te wonen door externe bezoekers;

1.114 verkoopvloeroppervlak

de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbank en kassa's;

1.115 volkstuin

een perceel grond dat in de agrarische recreatieve sfeer wordt gebruikt voor het telen van groente of fruit en het kweken van siergewassen, ten behoeve van eigen gebruik;

1.116 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;

1.117 voorgevelrooilijn

de denkbeeldig doorgetrokken lijn van de voorgevel van een gebouw;

1.118 voorkeursgrenswaarde

de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;

1.119 webwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij er geen sprake is van fysiek klantcontact en verzending van goederen uitsluitend digitaal en per post geschiedt;

1.120 windmolen

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding;

1.121 winkel

een gebouw, dat een ruimte omvat welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor detailhandel;

1.122 woning

een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden, dan wel voor een met een huishouden gelijk te stellen minder traditionele woonvorm;

1.123 zeer kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichting groepen personen verblijven met een beperkte zelfredzaamheid, zoals minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, bijvoorbeeld ziekenhuizen en andere zorginstellingen, gebouwen voor onderwijs voor minderjarigen of buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, justitiële inrichtingen en asielzoekerscentra;

1.124 zendmast

bouwwerk, geen gebouw zijnde, die zelfstandig dan wel in onderlinge samenhang met bijbehorende bouwwerken, bedoeld is voor het dragen en laten functioneren van zend- of ontvangstantennes;

1.125 zolder

de bovenste verdieping van een gebouw die is afgedekt met hellende daken.

Artikel 2 Wijze van meten

Link naar de toelichting op de Inleidende regels

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de bebouwde oppervlakte

de oppervlakten van alle bouwwerken, gemeten ter hoogte van het peil en neerwaarts geprojecteerd, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 0,5 m buiten beschouwing blijven;

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/ of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.7 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot en met de (wieken)as van de windturbine.

2.8 de hoogte van het oorspronkelijk aansluitend afgewerkte maaiveld

bij het meten van deze hoogte blijven plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen, verlagingen of verzakkingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing;

2.9 de rotordiameter van een kleinschalige windmolen

Voor kleine horizontale as windturbines (HAT) en verticale as windturbines (VAT) is in onderstaande figuur weergegeven hoe de rotordiameter moet worden gemeten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP3Z19-on01_0001.png"

HAT VAT

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf-nutsvoorziening

Link naar de toelichting op de bestemming 'Bedrijf-nutsvoorziening'

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf-nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende

  • b. erven, parkeervoorzieningen, toegangspaden, in- en uitritten en reclameobjecten;
  • c. groen- en waterhuishoudingsvoorzieningen;
  • d. overige functioneel met de bestemming 'Bedrijf-nutsvoorziening' verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • e. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak voorzover op de verbeelding ter plaatse een bouwvlak is aangegeven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • c. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1 m;
  • d. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • e. licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • f. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • g. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10 m2;
  • h. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • i. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw:
  • j. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte van gebouwen;
  • k. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen.

Artikel 4 Bedrijventerrein

Link naar de toelichting op de bestemming 'Bedrijventerrein' (deelgebieden De Vaart 1, 2 en 3)

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven behorende in de categorieën 1 tot en met 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009, inclusief bijbehorende detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit en ondergeschikte workshops;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-1' innovatieve ondernemingen binnen de 'creatieve industrie' waaronder:
  • c. leerwerkbedrijven en praktijkonderwijs ten behoeve van en ondergeschikt aan de in het plangebied gevestigde bedrijven;
  • d. per bedrijf maximaal 30% van het bedrijfsvloeroppervlak mag worden gebruikt ten behoeve van aan de hoofdactiviteit gelieerde kantooractiviteiten;
  • e. ondergeschikte horeca als bedoeld in categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • f. ter plaate van de aanduiding 'haven' ook voor een haven, havenactiviteiten en havengebonden bedrijven;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-1' ook voor een beautyschool;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-detailhandel perifeer -1' ook voor detailhandel in ABC-goederen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-detailhandel perifeer -2' ook voor detailhandel in tuinbestrating, -hout, -inrichting en aanverwante artikelen;
  • j. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' één bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • k. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' voor een verkooppunt van motorbrandstoffen zonder lpg;
  • l. voor opslag, herverpakking of verkoop van consumentenvuurwerk en theatervuurwerk, indien de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in art. 1.2 en 1.3 van Bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object of geprojecteerd kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd met dien verstande dat opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan in bedrijfswoningen of tot de bedrijfswoning behorende bijgebouwen;

met de daarbij behorende:

  • m. wegen, fiets- en voetpaden;
  • n. parkeervoorzieningen en verblijfsgebied;
  • o. toegangspaden, in- en uitritten en reclameobjecten;
  • p. groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • q. straatmeubilair;
  • r. silo's;
  • s. laad- en losvoorzieningen;
  • t. kaden en afmeervoorzieningen;
  • u. overige functioneel met bedrijfsmatige activiteiten verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • v. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, niet zijn toegestaan;

onder de voorwaarde dat:

  • w. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
  • x. bij het wijzigen van het bestaande, legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • y. de in lid w en x bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en /of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bedrijfswoningen en daar bijbehorende bouwwerken:

  • c. de inhoud van een bedrijfswoning inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken: 500 m³;
  • d. de bouwhoogte van een bedrijfswoning: 10 m;
  • e. ten hoogste 50% van het achter- en zijerf mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
  • f. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m;
  • g. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot 4 m;
  • h. in afwijking van de onder g bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van maximaal 1,7 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
  • i. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • j. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'haven' kranen, masten, laad- en losvoorzieningen of vergelijkbare voorzieningen: bouwhoogte 30 m;
  • l. silo's, (opslag)tanks, opvoerbanden en andere technische installaties ten behoeve van de bedrijfsvoering: bouwhoogte 30 m;
  • m. masten voor beveiliging, licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • n. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • o. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • p. vrijstaande reclameobjecten: maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • q. kunstwerken: bouwhoogte 5 m;
  • r. (keer)wanden ten behoeve van de bedrijfsvoering: bouwhoogte 5 m;
  • s. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2 onder a, k, l en n tot een bouwhoogte van maximaal 40 m, mits het bouwwerk uit oogpunt van milieu, stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

4.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
    • 1. gronden voor de opslag van goederen die niet tot de functionele werkvoorraard behoren;
    • 2. gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen met de daaraan verwante detailhandel;
    • 3. gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als zelfstandig kantoor met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 500 m2 per individuele eindgebruiker, behoudens het gebruik als zelfstandig kantoor door Metafoor Ruimtelijke Ontwikkeling b.v. op het perceel Bolderweg 2 tot een maximale bedrijfsvloeroppervlak van 525 m2. Nadat het gebruik door Metafoor Ruimtelijke Ontwikkeling b.v. is beëindigd, vervalt het toegestane gebruik als zelfstandig kantoor met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 500 m2.
  • b. Bij gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken dient de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar of de daarmee overeenkomende vaste afstand binnen het eigen terrein te liggen.
  • c. Het gebruik van ruimten in een bedrijfswoning (hoofdgebouw en bijbehorend bouwwerken) ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 33% van de brutovloeroppervlakte van een bedrijfswoning (hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlakte met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 4.1 onder w, x en y;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 6. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan;

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1 onder a of b teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in maximaal twee categorieën hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009 zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009;
  • b. lid 4.1 onder w en x:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in bijlage 3 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte;
  • c. lid 4.1 onder y ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden;
  • d. lid 4.4 onder c, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de brutovloeroppervlakte van een bedrijfswoning (hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor omliggende bedrijven en geen afbreuk doet aan het karakter van het werkmilieu;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:

  • a. een aanduiding op te nemen om de vestiging mogelijk te maken van een risicovolle inrichting, mits:
    • 1. de bij de risicovolle inrichting behorende plaatsgebonden risico contour van 10-6 binnen het eigen terrein ligt of op gronden met de bestemmingen 'Verkeer', 'Verkeer-Verblijfsgebied', 'Groen' of 'Water';
    • 2. het groepsrisico is verantwoord.
  • b. de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-1' van de verbeelding wordt verwijderd, indien dit gebruik gedurende zes maanden of langer niet heeft plaatsgevonden, mits de eigenaar en/ of exploitant daarover vooraf wordt geïnformeerd;
  • c. de aanduiding 'bedrijfswoning' van de verbeelding wordt verwijderd, indien dit gebruik gedurende zes maanden of langer niet heeft plaatsgevonden, mits de eigenaar daarover vooraf is geïnformeerd.

Artikel 5 Bos

Link naar de toelichting op de bestemming 'Bos'

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos;
  • b. bosbeleving, waaronder speel-, educatieve- en culturele voorzieningen;
  • c. natuurontwikkeling;
  • d. recreatief medegebruik;
  • e. houtproductie;
  • f. water en waterberging;

met de daarbij behorende:

  • g. verhardingen, ruiter-, voet- en fietspaden;
  • h. ontsluitingswegen en toegangswegen of in- en uitritten ten behoeve van de aangrenzende bestemming;
  • i. kunstwerken en kunstobjecten;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • l. overige functioneel met de bestemming Bos' verbonden voorzieningen.

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van bouwwerken:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3 m, oppervlakte 25 m²;
  • b. observatiehutten: bouwhoogte 3 m, oppervlakte 20 m²;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • c. erf- en terreinafscheidingen grenzend aan de openbare weg: bouwhoogte 1 m;
  • d. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • e. speelvoorzieningen en straatmeubilair: bouwhoogte 4,5 m;
  • f. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • g. kunstobjecten, bouwhoogte 6m, oppervlakte 10 m2;
  • h. kunstwerken: bouwhoogte 5 m;
  • i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

5.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor de opslag van goederen;
  • b. Het bepaalde in lid 5.3 onder a is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen.

Artikel 6 Gemengd

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd' (deelgebied Groene Kadeweggebied)

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. hondencentrum, hondensportvelden, hondenafrichtcentrum;
  • b. dierenasiel, dierencrematorium, dierenbegraafplaats;
  • c. verkeerveiligheidscentrum en/ of slipschool;
  • d. outdoorcentrum;
  • e. manege;
  • f. per functie ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak mag worden gebruikt ten behoeve van bij het bedrijf behorende kantooractiviteiten;
  • g. ondergeschikte detailhandel, ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-detailhandel perifeer -1' ook detailhandel in ABC-goederen;
  • i. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' één bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • j. opslag, herverpakking of verkoop van consumentenvuurwerk en theatervuurwerk tot maximaal 10.000 kg per vestiging/inrichting, indien de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in artikel 1.2 en 1.3 van bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object of geprojecteerd kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd met dien verstande dat opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan in (bedrijfs)woningen of tot de (bedrijfs)woning behorende bijgebouwen;

met de daarbij behorende:

  • k. erven;
  • l. verkeers- en verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
  • m. straatmeubilair en reclameobjecten;
  • n. groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • o. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • p. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • q. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • r. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in artikel 5.1 mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel een vastgestelde hogere waarde.

onder de voorwaarde dat:

  • s. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
  • t. bij het wijzigen van het bestaande, legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • u. de in lid s en t bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en /of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

6.2 Bouwregels

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;
  • c. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 4 m dient te bedragen, tenzij gebouwen aaneen zijn gebouwd of een zijdelingse perceelsgrens niet gedeeld wordt met een ander bouwperceel;
  • d. de inhoud van een bedrijfswoning mag ten hoogste 750 m3 bedragen; bouwhoogte maximaal 10 m;
  • e. ten aanzien van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een (bedrijfs)woning:
    • 1. ten hoogste 50% van het achter- en zijerf mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
    • 2. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m;
    • 3. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot 4 m;
    • 4. in afwijking van de onder 3 bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 en maximaal 1,8 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
    • 5. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • f. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
  • g. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • h. masten voor beveiliging, licht-, en vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • i. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • j. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • k. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • l. vrijstaande reclameobjecten: maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • m. kunstwerken: bouwhoogte 10 m met dien verstande dat de bouwhoogte van een brug 15 m mag bedragen;
  • n. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering van geluidgevoelige ruimten in woningen in verband met de (gevel)belasting vanwege het wegverkeer.

6.4 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.2:

  • a. onder a tot een bouwhoogte van maximaal 20 m, mits het bouwwerk uit oogpunt van milieu, stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. onder c om een kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens toe te staan, mits uit brandweeradvies blijkt dat dit vanuit het oogpunt van brandveiligheid verantwoord is. Aan deze omgevingsvergunning kunnen voorwaarden verbonden worden ter waarborging van de brandveiligheid;
  • c. onder i voor het oprichten van een mast ten behoeve van telecommunicatie tot een bouwhoogte van maximaal 40 meter, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

6.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
    • 1. het gebruik van gronden voor de opslag van goederen die niet tot de functionele werkvoorraard behoren;
    • 2. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
  • b. Het gebruik van ruimten in een bedrijfswoning (hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 33% van het brutovloeroppervlakte van een bedrijfswoning (hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of niet-agrarische bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlakte. met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 6.1 onder s, t en u;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 6. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan;

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 6.1 teneinde functies toe te laten die niet in de bestemmingsomschrijving zijn genoemd, indien en voor zover de betrokken functie naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare functies van deze bestemming;
  • b. lid 6.1 onder s en t:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in de Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte;
  • c. lid 6.1 onder u ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden;
  • d. lid 6.5 onder b, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de brutovloeroppervlakte van een bedrijfswoning (hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor omliggende functies en geen afbreuk doet aan het karakter van het werkmilieu;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

6.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de aanduiding 'bedrijfswoning' van de verbeelding wordt verwijderd, indien dit gebruik gedurende zes maanden of langer niet heeft plaatsgevonden, mits de eigenaar daarover vooraf is geïnformeerd.

Artikel 7 Groen

Link naar de toelichting op de bestemming 'Groen'

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. water en waterberging;

met de daarbij behorende:

  • c. verhardingen, ruiter-, voet- en fietspaden;
  • d. toegangswegen of in- en uitritten ten behoeve van de aangrenzende bestemming;
  • e. bermen en bermsloten;
  • f. speel- en sportvoorzieningen;
  • g. kunstwerken en kunstobjecten;
  • h. verwijzingsborden;
  • i. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • j. geluidwerende voorzieningen;
  • k. overige functioneel met de bestemming 'Groen' verbonden voorzieningen;

7.2 Bouwregels

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. erf- en perceelsafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
  • b. sport- en speelvoorzieningen: bouwhoogte 5 m;
  • c. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, bouwhoogte 3 m, oppervlakte 25 m2;
  • d. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • e. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • f. kunstobjecten: bouwhoogte 10 m, oppervlakte 10 m2;
  • g. verwijzingsborden: bouwhoogte 3 m;
  • h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

7.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2:

  • a. onder c voor het bouwen van een bouwwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen tot ten hoogste 5 m hoog en met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2 mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. onder d voor het oprichten van een mast ten behoeve van telecommunicatie tot een bouwhoogte van maximaal 40 meter, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

7.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de gronden te gebruiken voor het opslaan van goederen;
  • b. Het bepaalde in lid 7.4 onder a is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen.

7.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied' de bestemming 'Groen' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein' met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de regels van de bestemming 'bedrijventerrein' zijn van toepassing;
  • b. minimaal 40% van de oppervlakte, gelegen aan de zijde van de Hefbrugweg en de Grote Vaartweg, dient de bestemming 'Groen' te behouden;
  • c. het plan dient stedenbouwkundig inpasbaar te zijn met betrekking tot plaats, afmetingen en vormgeving met als uitgangspunt de groene uitstraling;
  • d. het plan dient verkeerskundig inpasbaar te zijn;
  • e. geen onevenredige hinder te veroorzaken aan omliggende bedrijven of andere functies, zodat zij worden geschaad in hun bedrijfsvoering;
  • f. ter beheersing van het groepsrisico externe veiligheid zijn nadere voorwaarden mogelijk aan de te realiseren functies, de situering en omvang van gebouwen.

Artikel 8 Recreatie

Link naar de toelichting op de bestemming 'Recreatie'

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-stadsweiden' voor stadsweiden;

met de daarbij behorende

  • b. verhardingen, ruiter-, voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen, in- en uitritten;
  • c. terrassen;
  • d. groenvoorzieningen en water;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. overige functioneel met de bestemming 'Recreatie' verbonden voorzieningen.

8.2 Bouwregels

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-stadsweiden' per stadsweide: bouwhoogte 4 m, oppervlakte 100 m2, waarvan maximaal 70 m2 ten behoeve van stallen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • b. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1 m;
  • c. terraafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1,5 m;
  • d. overige erf-, terras- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • e. masten voor beveiliging, licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte 5 m;
  • f. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • g. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • h. vrijstaande reclameobjecten: de maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • i. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • j. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

8.3 Specifieke gebruiksregel

Ter plaatse van de aanduiding 'stadsweide':

  • a. gelden de normen (punten en dierenaantallen) uit de tabel, bedoeld in Bijlage 4 Dieraantallen Stadsweiden, met dien verstande dat per stadsweide het maximum 50 punten mag bedragen;
  • b. per stadsweide de opslag van vaste mest ten hoogste 3 m3 mag bedragen.

Artikel 9 Verkeer

Link naar de toelichting op de bestemming 'Verkeer'

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, busbanen, fiets- en voetpaden;
  • b. parkeervoorzieningen, haltevoorzieningen;
  • c. groen- en nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende

  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. bermen, bermsloten;
  • f. straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen, reclameobjecten;
  • g. kunstobjecten en kunstwerken;
  • h. standplaatsen;
  • i. voorzieningen voor (ondergrondse) afvalinzameling;
  • j. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer' verbonden voorzieningen.

9.2 Bouwregels

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken, worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • b. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1 m;
  • c. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • d. masten voor beveiliging, lichtmasten, bewegwijzeringsportalen en verkeerslichten: bouwhoogte 9 m;
  • e. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie: bouwhoogte 15 m;
  • f. straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • g. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, bouwhoogte 3 m, oppervlakte 25 m2
  • h. kunstobjecten, bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2 ;
  • i. geluidwerende voorzieningen: 5 m;
  • j. kunstwerken: bouwhoogte 5 m met dien verstande dat de bouwhoogte van een brug 10 m mag bedragen;
  • k. reclameobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • l. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, bouwhoogte 3 m.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.2:

  • a. onder a voor het bouwen van een bouwwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen tot ten hoogste 5 m hoog en met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is.
  • b. onder e voor het oprichten van een mast ten behoeve van telecommunicatie tot een bouwhoogte van maximaal 40 meter, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 10 Verkeer - Verblijfsgebied

Link naar de toelichting op de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied'

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing, bepaald door en gericht op de aangrenzende bestemmingen;
  • b. fiets- en voetpaden;
  • c. parkeervoorzieningen, haltevoorzieningen, fietsenstallingen;
  • d. groen- en nutsvoorzieningen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'haven' ook voor een haven, havenactiviteiten;

met de daarbij behorende:

  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. bermen en bermsloten;
  • h. kunstobjecten en kunstwerken;
  • i. voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen en reclameobjecten;
  • j. laad- en losvoorzieningen;
  • k. kaden en afmeervoorzieningen;
  • l. sport- en speelvoorzieningen;
  • m. standplaatsen;
  • n. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' verbonden voorzieningen.

10.2 Bouwregels

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
  • b. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    • 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    • 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    • 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
  • c. overige terrasafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • d. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m2;
  • e. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, bouwhoogte 15 m;
  • f. masten voor beveiliging: 9 m;
  • g. kunstobjecten, bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
  • h. speeltoestellen, bouwhoogte 5 m;
  • i. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • j. geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte 5 m;
  • k. kunstwerken: bouwhoogte 5 m met dien verstande dat de bouwhoogte van een brug 10 m mag bedragen;
  • l. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bouwhoogte 3 m.
  • m. in afwijking van het hierboven in lid 10.2 bepaalde ter plaatse van de aanduiding 'haven': kranen, masten, laad- en losvoorzieningen of vergelijkbare voorzieningen: bouwhoogte 30 m;

10.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.2:

  • a. onder d voor gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen tot ten hoogste 5 meter hoog en met een oppervlakte tot ten hoogste 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt als ook uit oogpunt van het woongenot in de directe woonomgeving aanvaardbaar is.
  • b. onder e voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 m, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 11 Water

Link naar de toelichting op de bestemming 'Water'

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water, waterberging;
  • b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. verkeer en vervoer over water;
  • d. aanleggelegenheid en (terras)steigers;
  • e. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
  • f. recreatief medegebruik;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'haven' ook voor een haven, havenactiviteiten;

met de daarbij behorende:

  • h. kunstwerken, zoals bruggen, sluizen, keermuren, duikers, steigers en (strek)dammen, welke mede ten dienste mogen zijn van de aangrenzende bestemming;
  • i. toegangswegen of in- en uitritten ten dienste van de aangrenzende bestemming;
  • j. (natuurlijke) oevers;
  • k. straatmeubilair en kunstobjecten;
  • l. sport- en speelvoorzieningen;
  • m. laad- en losvoorzieningen;
  • n. kaden en afmeervoorzieningen;
  • o. voet- en fietspaden;
  • p. bermen en groenvoorzieningen;
  • q. overige functioneel met de bestemming 'Water' verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • r. ligplaatsen voor (woon)schepen niet zijn toegestaan.

11.2 Bouwregels

Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • b. licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • c. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
  • d. kunstwerken: bouwhoogte 10 m;
  • e. aanmeerpalen: bouwhoogte 10 m;
  • f. steigers: bouwhoogte 3 m;
  • g. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.
  • h. in afwijking van het hierboven in lid 11.2 bepaalde ter plaatse van de aanduiding 'haven': alle bouwwerken, geen gebouwen zijnde bouwhoogte 30 m.

Artikel 12 Leiding - Gas

Link naar de toelichting op de bestemming 'Leiding-gas'

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor:

  • a. een ondergrondse leiding voor het transport van gas met een diameter van ten hoogste 13 inch en een druk van ten hoogste 40 bar;
  • b. de daarbij behorende belemmeringenstrook;
  • c. overige functioneel met deze dubbelbestemming verbonden voorzieningen.

12.2 Bouwregels

Op de als 'Leiding - Gas' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze dubbelbestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter.

12.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de veiligheid met betrekking tot de leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s). Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    • 2. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
    • 3. het aanbrengen of het vellen/rooien van diepwortelende bomen en beplantingen;
    • 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    • 5. het aanleggen of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a kan alleen worden verleend, indien de veiligheid met betrekking tot de leiding(en) niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).
  • c. Het onder a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden:
    • 1. ten behoeve van de dubbelbestemming;
    • 2. die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een verleende vergunning;
    • 3. die betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
    • 4. zijnde graafwerkzaamheden, als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.

12.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor de opslag van goederen.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming.

12.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' te wijzigen of te verwijderen, indien nieuwe technische inzichten, de verandering van wetgeving of nieuwe rekenmodellen daar aanleiding toe geven en/ of de leiding zelf is verplaatst, gewijzigd of verwijderd.

Artikel 13 Leiding - Leidingstrook

Link naar de toelichting op de bestemming 'Leiding-Leidingstrook'

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor:

  • a. een ondergrondse leiding voor het transport van gas met een diameter van ten hoogste 13 inch en een druk van ten hoogste 40 bar;
  • b. andere kabels en leidingen;
  • c. de daarbij behorende belemmeringenstrook;
  • d. overige functioneel met deze dubbelbestemming verbonden voorzieningen.

13.2 Bouwregels

Op de als 'Leiding - Leidingstrook' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze dubbelbestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter.

13.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de veiligheid met betrekking tot de leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s). Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Leidingstrook' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren:
    • 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    • 2. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
    • 3. het aanbrengen of het vellen/rooien van diepwortelende bomen en beplantingen;
    • 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    • 5. het aanleggen of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a kan worden verleend, mits de veiligheid met betrekking tot de leiding(en) niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).
  • c. Het onder a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden:
    • 1. ten behoeve van de dubbelbestemming;
    • 2. die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een verleende vergunning;
    • 3. die betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
    • 4. zijnde graafwerkzaamheden, als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.

13.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor de opslag van goederen.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming.

13.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de dubbelbestemming 'Leiding - Leidingstrook' te wijzigen of te verwijderen, indien nieuwe technische inzichten, de verandering van wetgeving of nieuwe rekenmodellen daar aanleiding toe geven en/ of de leiding zelf is verplaatst, gewijzigd of verwijderd.

Artikel 14 Leiding - Riool

Link naar de toelichting op de bestemming 'Leiding - Riool

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor:

  • a. de bescherming van de rioolpersleiding.
  • b. de daarbij behorende belemmeringenstrook;
  • c. overige functioneel met de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' verbonden voorzieningen.

14.2 Bouwregels

Op de als 'Leiding - Riool' bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en/ of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' worden gebouwd met een maximale totale oppervlakte van 100 m² en een bouwhoogte 18 meter.

14.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de veiligheid van de leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).

14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren:
    • 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    • 2. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
    • 3. het aanbrengen of het vellen/rooien van diepwortelende bomen en beplantingen;
    • 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    • 5. het aanleggen of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a kan worden verleend, mits de veiligheid met betrekking tot de leiding(en) niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).
  • c. Het onder a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden:
    • 1. ten behoeve van de dubbelbestemming;
    • 2. die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een verleende vergunning;
    • 3. die betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
    • 4. zijnde graafwerkzaamheden, als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.

14.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor de opslag van goederen.
  • b. Het bepaalde in lid 14.5 onder a is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming.

14.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' te wijzigen of te verwijderen, indien nieuwe technische inzichten, de verandering van wetgeving of nieuwe rekenmodellen daar aanleiding toe geven en/ of de leiding zelf is verplaatst, gewijzigd of verwijderd.

Artikel 15 Waarde - Archeologie 1

Link naar de toelichting op de bestemming 'Waarde-Archeologie 1'

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de ter plaatse te verwachten archeologische waarden op een diepte vanaf 150 cm onder maaiveld.

15.2 Bouwregels
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' bouwwerken te bouwen.
  • b. Het in lid a bedoelde verbod is niet van toepassing op:
    • 1. die delen van de gronden die reeds bebouwd of anderszins verstoord zijn of zijn geweest;
    • 2. bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte kleiner dan 500 m².
  • c. Een uitzondering op het verbod, zoals bedoeld in lid 15.2, sub b onder 2, is niet van toepassing als gedurende de periode van 36 maanden voor verstrekking van de omgevingsvergunning een uitzondering op het verbod in lid 15.2, sub b onder 2, van toepassing is geweest op bouw- en aanlegactiviteiten zoals genoemd in lid 15.4 sub a in terreinen op een afstand van minder dan 50 m van het onderhavige terrein, voor zover de voorgenomen activiteiten in het onderhavige terrein een oppervlakte hebben van meer dan 100 m2.

15.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 15.2 bedoelde verbod voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte groter dan 500 m².
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a kan alleen worden verleend, indien op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. De voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de afwijking te stellen kwalificaties en eisen.

15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
    • 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 3. het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
    • 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
    • 8. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a kan alleen worden verleend, indien op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.
  • d. Het onder a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
    • 1. ten behoeve van de dubbelbestemming;
    • 2. die betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
    • 3. die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een verleende vergunning;
    • 4. die betrekking hebben op een oppervlakte kleiner dan 500 m²;
    • 5. die worden uitgevoerd in het kader van archeologisch onderzoek.

15.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:

Artikel 16 Waarde - Archeologie 4

Link naar de toelichting op de bestemming 'Waarde-Archeologie 4'

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de ter plaatse te verwachten archeologische waarden op een diepte vanaf 50 cm onder maaiveld.

16.2 Bouwregels
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' bouwwerken te bouwen.
  • b. Het in lid a bedoelde verbod is niet van toepassing op:
    • 1. die delen van de gronden die reeds bebouwd of anderszins verstoord zijn of zijn geweest;
    • 2. bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte kleiner dan 100 m².
  • c. Een uitzondering op het verbod, zoals bedoeld in lid 16.2, sub b onder 2, is niet van toepassing als gedurende de periode van 36 maanden voor verstrekking van de omgevingsvergunning een uitzondering op het verbod in lid 16.2, sub b onder 2, van toepassing is geweest op bouw- en aanlegactiviteiten zoals genoemd in lid 16.4 sub a in terreinen op een afstand van minder dan 50 m van het onderhavige terrein, voor zover de voorgenomen activiteiten in het onderhavige terrein een oppervlakte hebben van meer dan 100 m2.

16.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 16.2 bedoelde verbod voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte groter dan 100 m².
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a zal alleen worden verleend, indien op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de afwijking te stellen kwalificaties en eisen.

16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
    • 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 3. het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
    • 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
    • 8. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a kan alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.
  • d. Het onder a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
    • 1. ten behoeve van de dubbelbestemming;
    • 2. die betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
    • 3. die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een verleende vergunning;
    • 4. die betrekking hebben op een oppervlakte kleiner dan 500 m²;
    • 5. die worden uitgevoerd in het kader van archeologisch onderzoek.

16.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:

Artikel 17 Waarde - Archeologie 5

Link naar de toelichting op de bestemming 'Waarde-Archeologie 5'

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) primair bestemd voor de bescherming van de aanwezige archeologische waarden in het gebied.

17.2 Bouwregels

Op de in lid 17.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de in dat lid genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met dien verstande dat:

  • a. deze bouwwerken voor aanvullend definitief archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid 17.2 onder a mogen bouwwerken ten behoeve van de herkenbaarheid, inrichting en/ of markering van de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' worden gebouwd tot een maximale bouwhoogte van 10 m en een oppervlakte van maximaal 100 m²;
  • c. ten behoeve van samenvallende bestemmingen mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

17.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 17.2 bedoelde verbod voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. Het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
    • 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 3. Het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
    • 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
    • 8. Alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a kan alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de vergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.
  • d. Het onder a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden in het kader van archeologisch onderzoek .

17.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' te wijzigen of te verwijderen, indien het archeologisch waardevol terrein conform archeologisch onderzoek voldoende is onderzocht door middel van een archeologische opgraving of begeleiding en de eventuele bodemvondsten elders zijn onder gebracht.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 18 Anti-dubbeltelregel

Link naar de toelichting op de Algemene regels

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 19 Algemene bouwregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

19.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen / bouwgrenzen

De bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen
behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, serres, entreeportalen, veranda's, overstekken, luifels en afdaken en andere ondergeschikte onderdelen van
gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 3 meter bedraagt, met dien verstande dat:

  • a. voor stoepen, stoeptreden, galerijen, hellingbanen, funderingen, luifels, afdaken en overstekken
    overschrijding over de volledige gevelbreedte is toegestaan;
  • b. voor overige overschrijdingen geldt een maximum van 50% van de gevelbreedte.
19.2 Ondergeschikte bouwonderdelen op daken van gebouwen

Bouwwerken op het dak van een gebouw, zoals installatiecontainers, centrale verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties, liftschachten, hekwerken en soortgelijke bouwwerken om installaties uit het zicht te houden worden niet meegerekend bij de bepaling van de hoogte van het gebouw, als zijnde ondergeschikt, mits:

  • a. de hoogte van de bouwwerken vanaf het dak gemeten maximaal 3,5 meter bedraagt, en
  • b. de oppervlakte van deze bouwwerken maximaal 1/3 bedraagt van het grondoppervlak van het gebouw.


Artikel 20 Algemene gebruiksregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

20.1 Laserstraalvrij gebied
  • a. Op de gronden gelegen binnen dit gebied is een bestemming voor of een gebruik door een laserstraal die de vliegveiligheid kan verstoren niet toegestaan.
  • b. Het bepaalde onder a geldt niet voor zover de bestemming of het gebruik rechtmatig was op de dag vóór het tijdstip van inwerkingtreding van het Luchthavenbesluit Lelystad.

Artikel 21 Algemene aanduidingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

21.1 Milieuzone- geurzones

Link naar de toelichting op de aanduiding 'milieuzone-geurzones'

21.1.1 Milieuzone-geurzone rwzi

Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone – geurzone rwzi' zijn nieuwe geurgevoelige objecten niet toegestaan.

21.1.2 Milieuzone-geurzone vetsmelterij-1

Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - geurzone vetsmelterij-1' zijn nieuwe geurgevoelige bestemmingen niet toegestaan.

21.1.3 Milieuzone-geurzone vetsmelterij-2

Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone – geurzone vetsmelterij- 2' zijn nieuwe minder geurgevoelige bestemmingen niet toegestaan.

21.1.4 Milieuzone-geurzone vetsmelterij-3

Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone – geurzone vetsmelterij-3' zijn nieuwe niet-geurgevoelige bestemmingen en minder geurgevoelige bestemmingen niet toegestaan.

21.1.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding(en) 'Milieuzone – geurzone vetsmelterij-1', 'Milieuzone-geurzone vetsmelterij-2', Milieuzone-geurzone vetsmelterij-3' en/ of 'Milieuzone-geurzone rwzi' te wijzigen of te verwijderen, indien nieuwe technische inzichten, de verandering van wetgeving of nieuwe rekenmodellen daartoe aanleiding geven en/ of de geurveroorzakende inrichting ter plaatse is gewijzigd of verwijderd.

21.2 Veiligheidszones

Link naar toelichting op de veiligheidszones

21.2.1 Veiligheidszone - gasdrukregel- en meetstation

Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - gasdrukregel- en meetstation ' in verband met een gasdrukmeet- en regelstation zijn nieuwe en is uitbreiding van kwetsbare objecten niet toegestaan.

21.2.2 Veiligheidszone - opslag gevaarlijke stoffen

Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - opslag gevaarlijke stoffen ' in verband met de opslag van gevaarlijke stoffen zijn nieuwe en is uitbreiding van kwetsbare objecten en/of beperkt kwetsbare objecten niet toegestaan.

21.2.3 Veiligheidszone - propaan 1

Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - propaan' zijn nieuwe en is uitbreiding van kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten niet toegestaan.

21.2.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de aanduiding(en) 'Veiligheidszone - opslag gevaarlijke stoffen', 'Veiligheidszone - propaan 1' en/ of 'Veiligheidszone - gasdrukregel- en meetstation' te wijzigen of te verwijderen, indien nieuwe technische inzichten, de verandering van wetgeving of nieuwe rekenmodellen daartoe aanleiding geven en/ of de veiligheidszone-veroorzakende inrichting ter plaatse is gewijzigd of verwijderd.

Artikel 22 Algemene afwijkingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

22.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 terzake reeds kan worden afgeweken - voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen niet zijnde bestemmingsgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  • c. het oprichten van ondergrondse pompgemalen ten behoeve van riooltransportleidingen;
  • d. het bouwen van gebouwen voor nutsvoorzieningen met een lagere bouwhoogte of een lager bebouwingspercentage dan op grond van de bepalingen van het plan minimaal is voorgeschreven;
  • e. kleinschalige windmolens op of aan een hoofdgebouw, mits:
    • 1. de toegestane bouwhoogte voor hoofdgebouw met maximaal 3 m wordt overschreden;
    • 2. de rotordiameter maximaal 2 m bedraagt.
22.2 Voorwaarden voor de afwijking

Er wordt niet afgeweken van de bepalingen van het plan, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 23 Algemene wijzigingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

23.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen, voorzover zulks van belang is voor een bouwkundige danwel stedenbouwkundige betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein waarbij het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot.

23.2 Lijst van parkeernormen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de Lijst van parkeernormen te wijzigen, in die zin dat:

  • a. functies met de daarbij behorende parkeernormen kunnen worden gewijzigd, indien nieuwe ontwikkelingen of wet- en regelgeving daartoe aanleiding geven.
  • b. nieuwe functies met de daarbij behorende parkeernorm kunnen worden toegevoegd.
23.3 Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009 te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft.

23.4 Staat van Horeca-activiteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de Staat van Horeca-activiteiten te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van horeca kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de omgevingsbelasting van de desbetreffende typen van horecafuncties daartoe aanleiding geeft.

Artikel 24 Overige regels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

24.1 Overige regelingen en verordeningen

Indien in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen of verordeningen, dienen deze te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan, tenzij anders bepaald.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Link naar de toelichting op de Overgangs- en slotregels

Artikel 25 Overgangsrecht

25.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
25.2 Afwijking overgangsrecht bouwwerken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 25.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

25.3 Uitzondering overgangsrecht bouwwerken

Lid 25.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

25.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

25.5 Ander strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 25.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

25.6 Onderbreken gebruik onder overgangsrecht

Indien het gebruik, bedoeld in lid 25.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

25.7 Uitzondering overgangsrecht gebruik

Lid 25.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 26 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan De Vaart 1, 2, 3.

vastgesteld door de raad van de gemeente Almere op

de griffier, de voorzitter.

 

Bijlagen

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009

(VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering 2009; lijst gespecificeerd voor bedrijventerreinen (max cat. 4))

SBI-1993   SBI-2008       OMSCHRIJVING           
    nr.     grootste afstand   cat.  
15   10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN          
151   101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:          
151   101, 102   1   - slachterijen en pluimveeslachterijen   100   3.2  
151   101   3   - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval   300   4.2  
151   101   4   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²   100   3.2  
151   101   5   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²   50   3.1  
151   101   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²   50   3.1  
151   101, 102   7   - loonslachterijen   50   3.1  
151   108   8   - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²   50   3.1  
152   102   0   Visverwerkingsbedrijven:          
152   102   2   - conserveren   200   4.1  
152   102   3   - roken   300   4.2  
152   102   4   - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m²   300   4.2  
152   102   5   - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²   100   3.2  
152   102   6   - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²   50   3.1  
1531   1031   0   Aardappelprodukten fabrieken:          
1531   1031   1   - vervaardiging van aardappelproducten   300   4.2  
1531   1031   2   - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²   50   3.1  
1532, 1533   1032, 1039   0   Groente- en fruitconservenfabrieken:          
1532, 1533   1032, 1039   1   - jam   100   3.2  
1532, 1533   1032, 1039   2   - groente algemeen   100   3.2  
1532, 1533   1032, 1039   3   - met koolsoorten   100   3.2  
1532, 1533   1032, 1039   4   - met drogerijen   300   4.2  
1532, 1533   1032, 1039   5   - met uienconservering (zoutinleggerij)   300   4.2  
1541   104101   0   Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:          
1541   104101   1   - p.c. < 250.000 t/j   200   4.1  
1541   104101   2   - p.c. >= 250.000 t/j   300   4.2  
1542   104102   0   Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:          
1542   104102   1   - p.c. < 250.000 t/j   200   4.1  
1542   104102   2   - p.c. >= 250.000 t/j   300   4.2  
1543   1042   0   Margarinefabrieken:          
1543   1042   1   - p.c. < 250.000 t/j   200   4.1  
1543   1042   2   - p.c. >= 250.000 t/j   300   4.2  
1551   1052   0   Zuivelprodukten fabrieken:          
1551   1051   3   - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j   100   3.2  
1551   1051   4   - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j   300   4.2  
1551   1051   5   - overige zuivelprodukten fabrieken   300   4.2  
1552   1052   1   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²   100   3.2  
1552   1052   2   - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²   30   2  
1561   1061   0   Meelfabrieken:          
1561   1061   1   - p.c. >= 500 t/u   300   4.2  
1561   1061   2   - p.c. < 500 t/u   200   4.1  
1561   1061       Grutterswarenfabrieken   200   4.1  
1562   1062   0   Zetmeelfabrieken:          
1562   1062   1   - p.c. < 10 t/u   200   4.1  
1562   1062   2   - p.c. >= 10 t/u   300   4.2  
1571   1091   0   Veevoerfabrieken:          
1571   1091   3   - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water   300   4.2  
1571   1091   5   - mengvoeder, p.c. < 100 t/u   200   4.1  
1571   1091   6   - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u   300   4.2  
1572   1092       Vervaardiging van voer voor huisdieren   200   4.1  
1581   1071   0   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:          
1581   1071   1   - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens   30   2  
1581   1071   2   - v.c. >= 7500 kg meel/week   100   3.2  
1582   1072       Banket, biscuit- en koekfabrieken   100   3.2  
1583   1081   0   Suikerfabrieken:          
1584   10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:          
1584   10821   2   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²   100   3.2  
1584   10821   4   - Suikerwerkfabrieken met suiker branden   300   4.2  
1584   10821   5   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²   100   3.2  
1585   1073       Deegwarenfabrieken   50   3.1  
1586   1083   0   Koffiebranderijen en theepakkerijen:          
1586   1083   2   - theepakkerijen   100   3.2  
1587   108401       Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden   200   4.1  
1589   1089       Vervaardiging van overige voedingsmiddelen   200   4.1  
1589.1   1089       Bakkerijgrondstoffenfabrieken   200   4.1  
1589.2   1089   0   Soep- en soeparomafabrieken:          
1589.2   1089   1   - zonder poederdrogen   100   3.2  
1589.2   1089   2   - met poederdrogen   300   4.2  
1589.2   1089       Bakmeel- en puddingpoederfabrieken   200   4.1  
1591   110101       Destilleerderijen en likeurstokerijen   300   4.2  
1592   110102   0   Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:          
1592   110102   1   - p.c. < 5.000 t/j   200   4.1  
1592   110102   2   - p.c. >= 5.000 t/j   300   4.2  
1596   1105       Bierbrouwerijen   300   4.2  
1597   1106       Mouterijen   300   4.2  
1598   1107       Mineraalwater- en frisdrankfabrieken   100   3.2  
           
16   12   -   VERWERKING VAN TABAK          
160   120       Tabakverwerkende industrie   200   4.1  
           
17   13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL          
171   131       Bewerken en spinnen van textielvezels   100   3.2  
172   132   0   Weven van textiel:          
172   132   1   - aantal weefgetouwen < 50   100   3.2  
172   132   2   - aantal weefgetouwen >= 50   300   4.2  
173   133       Textielveredelingsbedrijven   50   3.1  
174, 175   139       Vervaardiging van textielwaren   50   3.1  
1751   1393       Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken   200   4.1  
176, 177   139, 143       Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   50   3.1  
           
18   14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT          
181   141       Vervaardiging kleding van leer   50   3.1  
183   142, 151       Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   50   3.1  
           
19   15   -   VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)          
191   151, 152       Lederfabrieken   300   4.2  
192   151       Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)   50   3.1  
193   152       Schoenenfabrieken   50   3.1  
           
20   16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.          
2010.1   16101       Houtzagerijen   100   3.2  
2010.2   16102   0   Houtconserveringsbedrijven:          
2010.2   16102   1   - met creosootolie   200   4.1  
2010.2   16102   2   - met zoutoplossingen   50   3.1  
202   1621       Fineer- en plaatmaterialenfabrieken   100   3.2  
203, 204, 205   162   0   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   100   3.2  
203, 204, 205   162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   50   3.1  
           
21   17   -   VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN          
2111   1711       Vervaardiging van pulp   200   4.1  
2112   1712   0   Papier- en kartonfabrieken:          
2112   1712   1   - p.c. < 3 t/u   50   3.1  
2112   1712   2   - p.c. 3 - 15 t/u   200   4.1  
2112   1712   3   - p.c. >= 15 t/u   300   4.2  
212   172       Papier- en kartonwarenfabrieken   100   3.2  
2121.2   17212   0   Golfkartonfabrieken:          
2121.2   17212   1   - p.c. < 3 t/u   100   3.2  
2121.2   17212   2   - p.c. >= 3 t/u   200   4.1  
           
22   58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA          
2221   1811       Drukkerijen van dagbladen   100   3.2  
2222   1812       Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)   100   3.2  
           
23   19   -   AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.          
2320.2   19202   A   Smeeroliën- en vettenfabrieken   100   3.2  
2320.2   19202   B   Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie   300   4.2  
2320.2   19202   C   Aardolieproduktenfabrieken n.e.g.   300   4.2  
           
24   20   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN          
2411   2011   0   Vervaardiging van industriële gassen:          
2412   2012       Kleur- en verfstoffenfabrieken   200   4.1  
2413   2012   0   Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:          
2413   2012   1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   300   4.2  
2414.1   20141   A0   Organ. chemische grondstoffenfabrieken:          
2414.1   20141   A1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   300   4.2  
2414.1   20141   B0   Methanolfabrieken:          
2414.1   20141   B1   - p.c. < 100.000 t/j   200   4.1  
2414.1   20141   B2   - p.c. >= 100.000 t/j   300   4.2  
2414.2   20149   0   Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):          
2414.2   20149   1   - p.c. < 50.000 t/j   300   4.2  
242   202   0   Landbouwchemicaliënfabrieken:          
243   203       Verf, lak en vernisfabrieken   300   4.2  
2441   2120   0   Farmaceutische grondstoffenfabrieken:          
2441   2110   1   - p.c. < 1.000 t/j   300   4.2  
2442   2120   0   Farmaceutische produktenfabrieken:          
2442   2120   1   - formulering en afvullen geneesmiddelen   50   3.1  
2451   2041       Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken   300   4.2  
2452   2042       Parfumerie- en cosmeticafabrieken   300   4.2  
2462   2052   0   Lijm- en plakmiddelenfabrieken:          
2462   2052   1   - zonder dierlijke grondstoffen   100   3.2  
2464   205902       Fotochemische produktenfabrieken   100   3.2  
2466   205903   A   Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken   50   3.1  
2466   205903   B   Overige chemische produktenfabrieken n.e.g.   200   4.1  
247   2060       Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken   300   4.2  
           
25   22   -   VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF          
2511   221101       Rubberbandenfabrieken   300   4.2  
2512   221102   0   Loopvlakvernieuwingsbedrijven:          
2512   221102   1   - vloeropp. < 100 m2   50   3.1  
2512   221102   2   - vloeropp. >= 100 m2   200   4.1  
2513   2219       Rubber-artikelenfabrieken   100   3.2  
252   222   0   Kunststofverwerkende bedrijven:          
252   222   1   - zonder fenolharsen   200   4.1  
252   222   2   - met fenolharsen   300   4.2  
252   222   3   - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen   50   3.1  
           
26   23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN          
261   231   0   Glasfabrieken:          
261   231   1   - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j   100   3.2  
261   231   2   - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j   300   4.2  
261   231   3   - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j   300   4.2  
2615   231       Glasbewerkingsbedrijven   50   3.1  
262, 263   232, 234   0   Aardewerkfabrieken:          
262, 263   232, 234   2   - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW   100   3.2  
264   233   A   Baksteen en baksteenelementenfabrieken   200   4.1  
264   233   B   Dakpannenfabrieken   200   4.1  
2651   2351   0   Cementfabrieken:          
2652   235201   0   Kalkfabrieken:          
2652   235201   1   - p.c. < 100.000 t/j   200   4.1  
2653   235202   0   Gipsfabrieken:          
2653   235202   1   - p.c. < 100.000 t/j   200   4.1  
2661.1   23611   0   Betonwarenfabrieken:          
2661.1   23611   1   - zonder persen, triltafels en bekistingtrille   200   4.1  
2661.1   23611   2   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d   300   4.2  
2661.2   23612   0   Kalkzandsteenfabrieken:          
2661.2   23612   1   - p.c. < 100.000 t/j   100   3.2  
2661.2   23612   2   - p.c. >= 100.000 t/j   300   4.2  
2662   2362       Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken   100   3.2  
2663, 2664   2363, 2364   0   Betonmortelcentrales:          
2663, 2664   2363, 2364   1   - p.c. < 100 t/u   100   3.2  
2663, 2664   2363, 2364   2   - p.c. >= 100 t/u   300   4.2  
2665, 2666   2365, 2369   0   Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:          
2665, 2666   2365, 2369   1   - p.c. < 100 t/d   100   3.2  
2665, 2666   2365, 2369   2   - p.c. >= 100 t/d   300   4.2  
267   237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:          
267   237   1   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²   100   3.2  
267   237   2   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²   50   3.1  
267   237   3   - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j   300   4.2  
2681   2391       Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   50   3.1  
2682   2399   A0   Bitumineuze materialenfabrieken:          
2682   2399   A1   - p.c. < 100 t/u   300   4.2  
2682   2399   B0   Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):          
2682   2399   B1   - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j   300   4.2  
2682   2399   B2   - overige isolatiematerialen   200   4.1  
2682   2399   C   Minerale produktenfabrieken n.e.g.   100   3.2  
2682   2399   D0   Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur   200   4.1  
2682   2399   D1   - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur   300   4.2  
           
27   24   -   VERVAARDIGING VAN METALEN          
273   243   0   Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:          
273   243   1   - p.o. < 2.000 m2   300   4.2  
274   244   A0   Non-ferro-metaalfabrieken:          
274   244   A1   - p.c. < 1.000 t/j   300   4.2  
2751, 2752   2451, 2452   0   IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:          
2751, 2752   2451, 2452   1   - p.c. < 4.000 t/j   300   4.2  
2753, 2754   2453, 2454   0   Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:          
2753, 2754   2453, 2454   1   - p.c. < 4.000 t/j   300   4.2  
           
28   25, 31   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)          
281   251, 331   0   Constructiewerkplaatsen:          
281   251, 331   1   - gesloten gebouw   100   3.2  
281   251, 331   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   50   3.1  
281   251, 331   2   - in open lucht, p.o. < 2.000 m2   200   4.1  
281   251, 331   3   - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2   300   4.2  
2821   2529, 3311   0   Tank- en reservoirbouwbedrijven:          
2821   2529, 3311   1   - p.o. < 2.000 m2   300   4.2  
2822, 2830   2521, 2530, 3311       Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels   200   4.1  
284   255, 331   A   Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven   200   4.1  
284   255, 331   B   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.   100   3.2  
284   255, 331   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   50   3.1  
2851   2561, 3311   0   Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:          
2851   2561, 3311   1   - algemeen   100   3.2  
2851   2561, 3311   10   - stralen   200   4.1  
2851   2561, 3311   11   - metaalharden   100   3.2  
2851   2561, 3311   12   - lakspuiten en moffelen   100   3.2  
2851   2561, 3311   2   - scoperen (opspuiten van zink)   100   3.2  
2851   2561, 3311   3   - thermisch verzinken   100   3.2  
2851   2561, 3311   4   - thermisch vertinnen   100   3.2  
2851   2561, 3311   5   - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)   100   3.2  
2851   2561,3311   6   - anodiseren, eloxeren   100   3.2  
2851   2561, 3311   7   - chemische oppervlaktebehandeling   100   3.2  
2851   2561, 3311   8   - emailleren   100   3.2  
2851   2561, 3311   9   - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)   100   3.2  
2852   2562, 3311   1   Overige metaalbewerkende industrie   100   3.2  
2852   2562, 3311   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   50   3.1  
287   259, 331   A0   Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:          
287   259, 331   A1   - p.o. < 2.000 m2   200   4.1  
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.   100   3.2  
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   50   3.1  
           
29   27, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN          
29   27, 28, 33   0   Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:          
29   27, 28, 33   1   - p.o. < 2.000 m2   100   3.2  
29   27, 28, 33   2   - p.o. >= 2.000 m2   200   4.1  
29   28, 33   3   - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW   300   4.2  
           
30   26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS          
30   26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   30   2  
           
31   26, 27, 33   -   VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.          
311   271, 331       Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie   200   4.1  
312   271, 273       Schakel- en installatiemateriaalfabrieken   200   4.1  
313   273       Elektrische draad- en kabelfabrieken   200   4.1  
314   272       Accumulatoren- en batterijenfabrieken   100   3.2  
315   274       Lampenfabrieken   300   4.2  
           
32   26, 33   -   VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.          
321 t/m 323   261, 263, 264, 331       Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d.   50   3.1  
3210   2612       Fabrieken voor gedrukte bedrading   50   3.1  
           
33   26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN          
33   26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   30   2  
           
34   29       VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS          
341   291   0   Autofabrieken en assemblagebedrijven          
341   291   1   - p.o. < 10.000 m2   200   4.1  
341   291   2   - p.o. >= 10.000 m2   300   4.2  
3420.1   29201       Carrosseriefabrieken   200   4.1  
3420.2   29202       Aanhangwagen- en opleggerfabrieken   200   4.1  
343   293       Auto-onderdelenfabrieken   100   3.2  
           
35   30   -   VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)          
351   301, 3315   0   Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:          
351   301, 3315   1   - houten schepen   50   3.1  
351   301, 3315   2   - kunststof schepen   100   3.2  
351   301, 3315   3   - metalen schepen < 25 m   200   4.1  
352   302, 317   0   Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:          
352   302, 317   1   - algemeen   100   3.2  
352   302, 317   2   - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW   300   4.2  
353   303,3316   0   Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:          
353   303, 3316   1   - zonder proefdraaien motoren   200   4.1  
354   309       Rijwiel- en motorrijwielfabrieken   100   3.2  
355   3099       Transportmiddelenindustrie n.e.g.   100   3.2  
           
36   31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.          
361   310   1   Meubelfabrieken   100   3.2  
361   9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   10   1  
362   321       Fabricage van munten, sieraden e.d.   30   2  
363   322       Muziekinstrumentenfabrieken   30   2  
364   323       Sportartikelenfabrieken   50   3.1  
365   324       Speelgoedartikelenfabrieken   50   3.1  
3663.1   32991       Sociale werkvoorziening   30   2  
3663.2   32999       Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   50   3.1  
           
37   38   -   VOORBEREIDING TOT RECYCLING          
372   383202   A0   Puinbrekerijen en -malerijen:          
372   383202   A1   - v.c. < 100.000 t/j   300   4.2  
372   383202   B   Rubberregeneratiebedrijven   300   4.2  
372   383202   C   Afvalscheidingsinstallaties   300   4.2  
           
40   35   -   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER          
40   35   B0   bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:          
40   35   B1   - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie   100   3.2  
40   35   B2   - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa   100   3.2  
40   35   C0   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:          
40   35   C1   - < 10 MVA   30   2  
40   35   C2   - 10 - 100 MVA   50   3.1  
40   35   C3   - 100 - 200 MVA   100   3.2  
40   35   C4   - 200 - 1000 MVA   300   4.2  
40   35   D0   Gasdistributiebedrijven:          
40   35   D1   - gascompressorstations vermogen < 100 MW   300   4.2  
40   35   D5   - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D   50   3.1  
40   35   E0   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:          
40   35   E1   - stadsverwarming   100   3.2  
           
41   36   -   WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER          
41   36   A0   Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:          
41   36   A2   - bereiding met chloorbleekloog e.d. of straling   50   3.1  
41   36   B0   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:          
41   36   B1   - < 1 MW   30   2  
41   36   B2   - 1 - 15 MW   100   3.2  
41   36   B3   - >= 15 MW   300   4.2  
           
45   41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID          
45   41, 42, 43   0   Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²   100   3.2  
45   41, 42, 43   1   - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²   50   3.1  
45   41, 42, 43   2   Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²   50   3.1  
45   41, 42, 43   3   - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²   30   2  
           
50   45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS          
501   451       Groothandel in vrachtauto's (incl. import)   100   3.2  
5020.4   45204   A   Autoplaatwerkerijen   100   3.2  
5020.4   45204   C   Autospuitinrichtingen   50   3.1  
           
51   46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING          
5121   4621   0   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders   50   3.1  
5121   4621   1   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer   300   4.2  
5122   4622       Grth in bloemen en planten   30   2  
5123   4623       Grth in levende dieren   100   3.2  
5124   4624       Grth in huiden, vellen en leder   50   3.1  
5125, 5131   46217, 4631       Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen   50   3.1  
5132, 5133   4632, 4633       Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën   50   3.1  
5134   4634       Grth in dranken   30   2  
5135   4635       Grth in tabaksprodukten   30   2  
5136   4636       Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   30   2  
5137   4637       Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   30   2  
5138, 5139   4638, 4639       Grth in overige voedings- en genotmiddelen   30   2  
514   464, 46733       Grth in overige consumentenartikelen   30   2  
5148.7   46499   0   Grth in vuurwerk en munitie:          
5148.7   46499   1   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   30   2  
5148.7   46499   2   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton   50   3.1  
5148.7   46499   5   - munitie   30   2  
5151.1   46711   0   Grth in vaste brandstoffen:          
5151.1   46711   1   - klein, lokaal verzorgingsgebied   50   3.1  
5151.2   46712   0   Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:          
5151.2   46712   1   - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3   200   4.1  
5151.2   46712   3   - tot vloeistof verdichte gassen   300   4.2  
5151.3   46713       Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)   100   3.2  
5152.1   46721   0   Grth in metaalertsen:          
5152.1   46721   1   - opslag opp. < 2.000 m2   300   4.2  
5152.2 /.3   46722, 46723       Grth in metalen en -halffabrikaten   100   3.2  
5153   4673   0   Grth in hout en bouwmaterialen:          
5153   4673   1   - algemeen: b.o. > 2000 m²   50   3.1  
5153   4673   2   - algemeen: b.o. <= 2000 m²   30   2  
5153.4   46735   4   zand en grind:          
5153.4   46735   5   - algemeen: b.o. > 200 m²   100   3.2  
5153.4   46735   6   - algemeen: b.o. <= 200 m²   30   2  
5154   4674   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:          
5154   4674   1   - algemeen: b.o. > 2.000 m²   50   3.1  
5154   4674   2   - algemeen: b.o. < = 2.000 m²   30   2  
5155.1   46751       Grth in chemische produkten   100   3.2  
5155.2   46752       Grth in kunstmeststoffen   30   2  
5156   4676       Grth in overige intermediaire goederen   30   2  
5157   4677   0   Autosloperijen: b.o. > 1000 m²   100   3.2  
5157   4677   1   - autosloperijen: b.o. <= 1000 m²   50   3.1  
5157.2/3   4677   0   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²   100   3.2  
5157.2/3   4677   1   - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²   50   3.1  
518   466   0   Grth in machines en apparaten:          
518   466   1   - machines voor de bouwnijverheid   100   3.2  
518   466   2   - overige   50   3.1  
519   466, 469       Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   30   2  
           
60   49   -   VERVOER OVER LAND          
6021.1   493       Bus-, tram- en metrostations en -remises   100   3.2  
6023   493       Touringcarbedrijven   100   3.2  
6024   494   0   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²   100   3.2  
6024   494   1   - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²   50   3.1  
603   495       Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   30   2  
           
63   52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER          
6311.1   52241   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen:          
6311.1   52241   2   - stukgoederen   300   4.2  
6311.1   52241   7   - tankercleaning   300   4.2  
6311.2   52242   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:          
6311.2   52241   1   - containers   300   4.2  
6311.2   52242   10   - tankercleaning   300   4.2  
6311.2   52242   2   - stukgoederen   100   3.2  
6311.2   52242   3   - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m²   300   4.2  
6311.2   52242   5   - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u   300   4.2  
6311.2   52242   7   - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2   300   4.2  
6312   52102, 52109   A   Distributiecentra, koelhuizen   50   3.1  
6312   52109   B   Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)   30   2  
6321   5221   2   Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)   100   3.2  
           
64   53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE          
641   531, 532       Post- en koeriersdiensten   30   2  
642   61   A   Telecommunicatiebedrijven   10   1  
           
71   77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN          
712   7712, 7739       Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   50   3.1  
713   773       Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   50   3.1  
714   772       Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   30   2  
           
72   62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE          
72   58, 63   B   Datacentra   30   2  
           
74   63, 69tm71, 73,74,77,78, 80tm82   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING          
747   812       Reinigingsbedrijven voor gebouwen   50   3.1  
7481.3   74203       Foto- en filmontwikkelcentrales   30   2  
7484.3   82991       Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten   200   4.1  
           
90   37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING          
9001   3700   A0   RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:          
9001   3700   A1   - < 100.000 i.e.   200   4.1  
9001   3700   A2   - 100.000 - 300.000 i.e.   300   4.2  
9001   3700   B   rioolgemalen   30   2  
9002.1   381   A   Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.   50   3.1  
9002.1   381   B   Gemeentewerven (afval-inzameldepots)   50   3.1  
9002.1   381   C   Vuiloverslagstations   300   4.2  
9002.2   382   A0   Afvalverwerkingsbedrijven:          
9002.2   382   A2   - kabelbranderijen   100   3.2  
9002.2   382   A4   - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)   50   3.1  
9002.2   382   A5   - oplosmiddelterugwinning   100   3.2  
9002.2   382   A6   - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW   300   4.2  
9002.2   382   A7   - verwerking fotochemisch en galvano-afval   30   2  
9002.2   382   B   Vuilstortplaatsen   300   4.2  
9002.2   382   C0   Composteerbedrijven:          
9002.2   382   C3   - belucht v.c. < 20.000 ton/jr   100   3.2  
9002.2   382   C4   - belucht v.c. > 20.000 ton/jr   200   4.1  
9002.2   382   C5   - GFT in gesloten gebouw   200   4.1  
           
93   96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING          
9301.1   96011   A   Wasserijen en strijkinrichtingen   50   3.1  
9301.1   96011   B   Tapijtreinigingsbedrijven   50   3.1  
9301.2   96012       Chemische wasserijen en ververijen   30   2  
9301.3   96013   A   Wasverzendinrichtingen   30   2  

Verklaring van gebruikte afkortingen:

< kleiner dan d dag

> groter dan w week

= gelijk aan j jaar

cat. categorie B bodemverontreiniging

e.d. en dergelijke C continue

kl. klasse D divers

n.e.g. niet elders genoemd L luchtverontreiniging

o.c. opslagcapaciteit R risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogeljk van toepassing )

p.c. productiecapaciteit V vuurwerkbesluit van toepassing

p.o. productieoppervlak G goederenvervoer

v.c. verwerkingscapaciteit P personenvervoer

u uur

Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten

Categorie 1 (ondergeschikte horeca)

een inrichting die gericht is op het verstrekken van dranken of etenswaren en die fungeert als aan een hoofdfunctie ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij het vloeroppervlak niet meer dan 20% bedraagt van de hoofdfunctie.

Categorie 2 (logies of zaalaccommodatie)

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van logies of zaalaccommodatie, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, zoals een hotel, een pension, een bed & breakfast of vergader- en congresfaciliteiten.

Categorie 3 (lichte horeca)

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een restaurant, cafetaria/snackbar/afhaalrestaurant, lunchroom of koffie- of theehuis.

Categorie 4 (middelzware horeca)

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een café of eetcafé.

Categorie 5 (zware horeca)

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning door het bedrijfsmatig ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met de verstrekking van etenswaren, zoals, een discotheek/bar-dancing/danscafé of een partycentrum.

Bijlage 3 Lijst van parkeernormen

De parkeernormen in deze lijst zijn gebaseerd op de parkeerkengetallen volgens de uitgave 'Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom' (ASVV) uit 2004 van de Stichting Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (Stichting CROW) te Ede (tel. 0318-62 04 10). De volgende minimale normen, uitgedrukt in het aantal parkeerplaatsen per woning, zitplaats, baan dan wel bedrijfsvloeroppervlak (afgekort: b.v.o.) zijn van toepassing:

bedrijfswoning   2,0 parkeerplaatsen per woning  
bedrijfsverzamelgebouw   1,8 parkeerplaatsen per 100 m² b.v.o.  
arbeidsextensieve/ bezoekersextensieve bedrijven (bv. loods, opslag, groothandel)   1,1 parkeerplaats per 100 m² b.v.o.  
arbeidsintensieve/ bezoekersextensieve bedrijven (bv. productiebedrijf, garagebedrijf, laboratorium)   2,2 parkeerplaatsen per 100 m² b.v.o.  
commerciële dienstverlening (kantoor met baliefunctie)   2,6 parkeerplaatsen per 100 m² b.v.o.  
kantoor (zonder baliefunctie)   2,2 parkeerplaats per 100 m² b.v.o.  
tuin- en groencentrum inclusief buitenruimte   2,5 parkeerplaatsen per 100 m² b.v.o.  
perifere detailhandel (bv. ABC-goederen)   2,3 parkeerplaatsen per 100 m² b.v.o.  
wellnesscentrum   9,8 parkeerplaatsen per 100 m² b.v.o.  
manege   0,5 parkeerplaats per box  
onderwijs   6,6 parkeerplaatsen per 10 studenten  
congresgebouw-zalenverhuur zonder regulier gebruik t.b.v. feesten en muziek-/ dansevenementen (dus geen partycentrum)   5,0 parkeerplaatsen per 100 m² b.v.o.  

De parkeernormen voor niet genoemde functies worden door de verkeerskundig specialist van de gemeente Almere op basis van de meeste recent gepubliceerde kengetallen CROW, publicatie 317, gesteld.