Plan: | Film-, Park-, Dans-, Verzetswijk en Lumièrepark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0034.BP2FHKNRS01-vg01 |
Het huisafval wordt in Filmwijk, Danswijk, Parkwijk en Verzetswijk 1 keer per week via duobakken door vuilniswagens ingezameld. In de wijken zijn er ook een aantal Ondergrondse Inzamel Depots (OID), waar bewoners gft-afval, glas en restafval kunnen brengen. Verder zijn er inzameldepots voor textiel en schoenen. De inzameldepots worden op vaste tijden geleegd of als ze vol zijn. Voor bedrijven wordt afvalinzameling geleverd, die aansluit bij de behoefte van het bedrijf.
De voornaamste bronnen van geluid in het plangebied zijn het wegverkeer (inclusief busbanen) en railverkeer (Flevolijn). Ten tijde van het oorspronkelijke bestemmingsplan heeft er een toetsing aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder plaatsgevonden. De voorkeursgrenswaarde voor woningen bedraagt bij wegverkeerslawaai 48 dB Lden. Bij railverkeerslawaai geldt 55 dB Lden voor woningen en voor scholen geldt 53 dB Lden als voorkeursgrenswaarde.
In het kader van de vigerende bestemmingsplannen zijn er langs de Veluwedreef en Hagevoortdreef geluidwallen en geluidschermen (ter plaatse van enkele viaducten) aangelegd. De Rijksweg is van stil asfalt (ZOAB) voorzien.
Ondanks deze maatregelen kon ten tijde van het toenmalige bestemmingsplan niet overal aan de voorkeursgrenswaarde worden voldaan. Voor een aantal woningen is een procedure hogere waarde doorlopen. De volgende hogere waarden zijn door Gedeputeerde Staten afgegeven:
*) De tot nu toe verleende hogere waarden zijn uitgedrukt in Laeq dB(A). Sinds 1-1-2007 is de nieuwe Europese dosismaat Lden dB ingevoerd. Afgesproken is dat de waarde in Lden dB gelijk is aan de waarde in Leaq dB(A) minus 2.
De vermelde beschikkingen zijn overgenomen uit de desbetreffende bestemmingsplannen. Het zijn de bestaande rechten die rusten op de functies waar deze voor gelden. De 'verklaring van geen bezwaar' destijds houdt in dat alle woningen die gerealiseerd zijn op grond van het desbetreffende plan deze rechten behouden. Bij bijvoorbeeld reconstructies van wegen dient hier rekening mee te worden gehouden. Nieuwe woningen of andere geluidgevoelige objecten, zoals scholen, mogelijk volgens dit opvolgende bestemmingsplan dienen te voldoen aan de huidige normen van de Wet geluidhinder. In bijlage 2 Vigerende hogere grenswaarden geluid bij deze plantoelichting zijn de betreffende besluiten opgenomen.
Op 15 november 2007 zijn de nieuwe Europese luchtkwaliteitseisen opgenomen in de Wet milieubeheer (Wm, hoofdstuk 5 "Luchtkwaliteitseisen"). Dat betekent dat de overheid wettelijk verplicht is dit aspect te beschouwen bij het uitoefenen van een bestuurlijke bevoegdheid. Tevens legt het Rijk een grote nadruk op het principe van goede ruimtelijke ordening. Het bestuursorgaan zal bij elke situatie moeten beoordelen of het aanvaardbaar is om een project /bedrijf op een bepaalde locatie te realiseren. Luchtkwaliteit is daarbij één van de aspecten waarmee de leefbaarheid van een gebied gekarakteriseerd kan worden.
Projecten die gestart zijn voordat de nieuwe 'Wet Luchtkwaliteit' in werking trad (15-11-2007), vallen onder een speciaal overgangsrecht. Uitgangspunt is dat deze projecten op grond van het oude recht, het Besluit Luchtkwaliteit 2005, worden afgerond. Bepalend hierbij is de datum van vaststelling van het (ontwerp)besluit.
Toetsingsregels (inhoudelijk)
Het doel van hoofdstuk 5 van de Wm is het beschermen van het milieu tegen de negatieve gevolgen van luchtverontreiniging. De parameters die van belang zijn in Almere zijn met name stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10):
Stof | Daggemiddelde (µg/m3) |
Jaargemiddelde (µg/m3) | Datum in werking (na derogatie EU) |
Achtergrondconc. 2010 Almere (µg/m3) |
NO2 | - | 40 | 1-1-2015 | <25 |
PM10 | 50 (mag 35 keer/jaar overschreden worden) |
40 | 1-1-2011 | <24 |
Bron: Planbureau voor de Leefomgeving
Tevens is in hoofdstuk 5 van de Wm geregeld dat in sommige gevallen de toetsing aan de luchtkwaliteitseisen niet meer hoeft te geschieden. Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid:
Met de wijziging van de Wet milieubeheer zijn de volgende besluiten en regelingen van kracht:
Naast de Wet milieubeheer (Wm) geldt ook de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO). De koppeling WRO en luchtkwaliteit wordt via het aspect “goede ruimtelijke ordening” vorm gegeven. De onderbouwing hiervan kan op basis van vier aspecten geschieden:
Almere is een van de gemeenten die vallen onder het NSL
Beoordeling vigerende situatie
Ten tijde van het vaststellen van de vigerende bestemmingsplannen en uitwerkingsplannen, is niet getoetst aan het aspect luchtkwaliteit. In de zones van de wegen (inclusief busbanen) binnen het gehele plangebied zijn geen grenswaarde-overschrijdingen. (Zie de berekening 2010 in de bijlage luchtkwaliteit.) Dit komt mede door de lage achtergrondconcentraties in Almere. Dit geldt tevens voor de Rijksweg die zich buiten het plangebied bevindt (> 380 meter).