direct naar inhoud van Regels
Plan: Centrum Almere Stad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2ABZ01-vg02

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Link naar de toelichting op de Inleidende regels

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Centrum Almere Stad met identificatienummer NL.IMRO.0034.BP2ABZ01-vg02 van de gemeente Almere.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aan-huis-verbonden beroep

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 afhaalpunt

een locatie waar de consument uitsluitend via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren en waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten.

1.7 archeologisch waardevol terrein

terrein met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang.

1.8 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.9 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.10 bebouwingspercentage

een in dit plan genoemd percentage dat aangeeft hoeveel van het (bouwvlak van het) desbetreffende bestemmingsvlak ten hoogste mag worden bebouwd.

1.11 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikte detailhandel. Onder bedrijf wordt ook verstaan: bezorgservice, webwinkel, afhaalpunt en andere vergelijkbare bedrijven.

1.12 bedrijfsmatige activiteiten aan huis

het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten met een kleinschalig karakter, die in een gedeelte van een woning en bijbehorende bouwwerken worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.13 bedrijfswoning

een (gedeelte van een) gebouw, dat kennelijk slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) één persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming en het feitelijk gebruik van het gebouw of het terrein.

1.14 begane grond

de bouwlaag van een gebouw die ter hoogte van het maaiveld ligt, met dien verstande dat indien een gebouw grenst aan verschillende maaiveldniveaus het hoogste maaiveldniveau bepalend is.

1.15 beperkt kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.

1.16 bestaande situatie
  • a. bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;
  • b. bij gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.17 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.18 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.19 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

1.20 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.21 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.22 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van kelders, onderbouwen en zolders, mits de hoogte ergens minimaal 1.50 m bedraagt.

1.23 bouwmarkt

een al dan niet geheel overdekt detailhandelsbedrijf, waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden en de ondergeschikte verkoop van tuin gerelateerde artikelen.

1.24 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.25 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.26 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.27 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.28 brutovloeroppervlak

bebouwd oppervlak van een ruimte of groep van ruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de betreffende ruimte of groep van ruimten omhullen.

1.29 cafetaria/afhaalrestaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet alcoholische dranken.

1.30 café

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.

1.31 cultuur en ontspanning

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op kunst, ontspanning, vrijetijdsbesteding en vermaak, zoals een theater, museum, dansschool, muziekschool, filmhuis, bioscoop, bowlingcentrum, atelier, galerie, één en ander met uitzondering van seksinrichtingen.

1.32 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, perifere detailhandel, internetwinkel en supermarkt.

1.33 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks al dan niet via een baliefunctie te woord wordt gestaan en geholpen.

1.34 discotheek of bar-dancing

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen.

1.35 eigen terrein

een aaneengesloten stuk grond waarover door de gebruiker kan worden beschikt en waarbij het kan gaan om meerdere kadastrale percelen.

1.36 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover een bestemmingsplan van toepassing is de bestemming deze inrichting niet verbiedt.

1.37 erker

een ondergeschikt op de begane grond gelegen uitbouw van één bouwlaag aan de voorgevel van het hoofdgebouw.

1.38 evenementen

voor het publiek toegankelijke verrichtingen van vermaak op het gebied van kunst, ontwikkeling, ontspanning, sport of vermaak alsmede herdenkingsplechtigheden, tentoonstellingen, optochten, kermissen, circussen, filmopnamen, feesten, braderieën.

1.39 fundering

dat deel van een bouwwerk dat ervoor zorgt dat het eigen gewicht ervan en de daarop uitgeoefende krachten worden overgedragen aan de draagkrachtige ondergrond.

1.40 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.41 gebouwdeel

een samenstellend deel van een gebouw, dat in ruimtelijk en visueel opzicht duidelijk te onderscheiden is van de andere samenstellende delen van hetzelfde gebouw en dat zich boven peil bevindt, waarbij het primaire gebouwdeel het hoogste is, het secundaire gebouwdeel lager is dan het primaire gebouwdeel en het tertiaire gebouwdeel het laagste gebouwdeel is.

1.42 geluiddragend evenement

een evenement waarbij de geluidsproductie van het gehele evenement hoger is dan 120 dB(A) bronvermogen.

1.43 geluidsgevoelige objecten

geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder, te weten:

  • a. woningen;
  • b. andere geluidsgevoelige gebouwen:
    • 1. onderwijsgebouwen;
    • 2. ziekenhuizen;
    • 3. verpleeghuizen;
    • 4. verzorgingstehuizen;
    • 5. psychiatrische inrichtingen;
    • 6. kinderdagverblijven;

de aanwijzing als 'ander geluidsgevoelig gebouw' geldt niet voor de delen van een gebouw die een andere bestemming hebben dan verblijfsruimte;

  • c. geluidsgevoelige terreinen:
    • 1. een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
    • 2. een ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen.
1.44 geluidzoneringsplichtige inrichting

geluidzoneringsplichtige inrichting zoals bedoeld in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht.

1.45 groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren of leveren van goederen aan bedrijven, wederverkopers en aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

1.46 grootschalige detailhandel

een vestiging van detailhandel, met een minimum winkelvloeroppervlak (WVO) van 1.000 m2 per vestiging, waarvan uitgezonderd de branches food en warenhuizen en perifere detailhandel.

1.47 hogere waarde

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige functies, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.

1.48 hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is en, voor zover aangegeven, nader te onderscheiden in een primair, secundair en tertiair gebouwdeel.

1.49 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel of dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.50 hotel

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) al dan niet met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor consumptie ter plaatse waaronder tevens worden begrepen een bed & breakfast, herberg e.d.

1.51 internetwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij de consument niet alleen via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren, maar waar ook sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten.

1.52 kantoor

het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.53 kantoorappartement

een ruimte bestemd en geschikt voor de tijdelijke huisvesting van één of meer personen in een gebouw of een gedeelte daarvan, waarin tevens kantoorfuncties zijn gehuisvest en waarbij het gebruik van deze ruimte voortvloeit of samenhangt met deze kantoorfunctie.

1.54 kantoor- en praktijkruimte

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, juridisch, kunstzinnig, medisch, paramedisch, therapeutisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.

1.55 kelder

een bouwlaag van een gebouw dat gelegen is onder het niveau van de begane grondvloer van dat gebouw.

1.56 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen

voorzieningen voor activiteiten zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken.

1.57 kunstobject

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten.

1.58 kunstwerk

bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.

1.59 kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden.

1.60 maaiveld

de bovenkant van het aansluitende, afgewerkte terrein dat een bouwwerk omgeeft.

1.61 maatschappelijke voorzieningen

(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren.

1.62 nutsvoorzieningen

voorzieningen voor het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, apparatuur voor telecommunicatie en voorzieningen voor stadsverwarming.

1.63 onderbouw

een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1.20 m boven peil is gelegen.

1.64 ondergeschikte detailhandel

detailhandel vanuit vestigingen of voorzieningen die een andere hoofdfunctie hebben en waarvan de detailhandelsfunctie aantoonbaar ondergeschikt en gelieerd is aan de hoofdfunctie en geen verkeers- en parkeerproblemen mag veroorzaken, een en ander tot maximaal 20% van het totale brutovloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 100 m² winkelvloeroppervlak of tot maximaal 20% van de totale omzet.

1.65 ondergeschikte horeca

een horecavoorziening binnen een andere hoofdbestemming of functie dan horeca, ten behoeve van en ondergeschikt aan die andere bestemming/functie voor de consumptie van dranken en etenswaren, in oppervlakte maximaal 20% van het totale brutovloeroppervlak of maximaal 20% van de totale omzet.

1.66 ondergeschikte workshops

een bijeenkomst of cursus die gegeven wordt in een vestiging/voorziening die een andere hoofdbestemming of functie heeft dan 'cultuur en ontspanning', 'sport' of 'maatschappelijk' en waaraan de bijeenkomst of cursus aantoonbaar gelieerd is aan de hoofdfunctie en de verkeersaantrekkende werking niet die van de hoofdbestemming of functie overstijgt.

1.67 openbaar vervoervoorzieningen

voorzieningen voor het openbaar vervoer, zoals leidingen, perrons, voorzieningen voor verkoop van plaatsbewijzen, kiosken, bewegwijzering en wachtruimten.

1.68 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.69 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.70 parkeervoorzieningen

voorzieningen voor het parkeren van motorvoertuigen, zoals parkeerplaatsen, parkeergarages, toegangen en ontluchtingsinstallaties.

1.71 peil
  • a. voor gebouwen: de gemiddelde hoogte van de Stadhuispromenade, zijnde 3.50 m -NAP;
  • b. voor gebouwen en bouwwerken binnen de bestemming 'Verkeer-Railverkeer': de hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf;
  • c. voor drijvende bouwwerken: de waterlijn;
  • d. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte maaiveld.
1.72 pension

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken aan de logerende gasten.

1.73 perifere detailhandel

een detailhandelsbedrijf te onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair/badkamers en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderdelen en onderhoudsmiddelen;
  • b. meubelbedrijven, woninginrichting en -stoffering;
  • c. tuincentra;
  • d. bouwmarkten.
1.74 permanent terras

een bouwwerk waar sta- of zitgelegenheid wordt geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

1.75 primair gebouwdeel

het gebouwdeel van een hoofdgebouw met de hoogste bouwhoogte.

1.76 reclameobjecten

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of onderdelen van bouwwerken voor reclamedoeleinden, zoals aankondigingborden, mupi's (reclameborden), billboards, reclame aan lichtmasten, gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen, tweevlaksborden.

1.77 recreatieve voorzieningen

op verblijf- en dagrecreatie gerichte voorzieningen, niet zijnde sportvoorzieningen, zoals een kampeerterrein, kampeerboerderij, recreatiewoning en een volkstuin.

1.78 restaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van (alcoholische) dranken.

1.79 risicovolle inrichting

een inrichting als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen.

1.80 secundair gebouwdeel

het gebouwdeel van een hoofdgebouw dat, na het primaire gebouwdeel, het gebouwdeel met de hoogste bouwhoogte is.

1.81 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke al dan niet besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, dan wel in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, seksclub, privé-huis, erotische massagesalon, raambordeel, of een combinatie daarvan.

1.82 speelautomaat

een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen.

1.83 speelautomatenhal

een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen.

1.84 sportvoorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op sport, zoals een fitnesscentrum of speelterrein, niet zijnde recreatieve voorzieningen.

1.85 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging

de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.86 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.87 standplaats

het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen en diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

1.88 straatmeubilair

kleinschalige bouwwerken voor openbare (nuts)voorzieningen, zoals verkeergeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, prullenbakken, speeltoestellen, alsmede telefooncellen, abri's.

1.89 supermarkt

detailhandel met tenminste 500 m² winkelvloeroppervlak en een grote verscheidenheid aan artikelen, merendeels levens- en genotmiddelen, waarbij sprake is van zelfbediening door klanten.

1.90 terras

een buiten een gebouw liggend deel waar sta- of zitgelegenheid wordt geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

1.91 tertiair gebouwdeel

het gebouwdeel van een hoofdgebouw dat, in geval van de aanwezigheid van drie gebouwdelen van een hoofdgebouw, het gebouwdeel met de laagste bouwhoogte is.

1.92 tuincentrum

een bedrijf, gericht op de teelt of de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond en de ondergeschikte verkoop van dieren en dierenbenodigdheden en de huis- en tuin gerelateerde artikelen.

1.93 verblijfsruimte

een verblijfsruimte als bedoeld in het Besluit geluidhinder, te weten:

  • leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen;
  • onderzoeks- en behandelingsruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;
  • onderzoeks-, behandelings-, recreatie-, en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten van verzorgingshuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven;
  • theorievaklokalen van onderwijsgebouwen;
  • ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen.
1.94 verdieping

een bouwlaag van een gebouw dat gelegen is boven het niveau van de begane grondvloer van dat gebouw.

1.95 vergader- en congresfaciliteiten

een gebouw of ruimte in een gebouw voor het als bedrijsmatige hoofdactiviteit organiseren van vergaderingen en congressen, hoofdzakelijk bij te wonen door externe bezoekers.

1.96 voorkeursgrenswaarde

de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.

1.97 vuurwerkbedrijf

een bedrijf dat gericht is op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk of de daarvoor benodigde stoffen.

1.98 webwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij er geen sprake is van fysiek klantcontact en verzending van goederen uitsluitend digitaal en per post geschiedt.

1.99 winkel

een gebouw, dat een ruimte omvat welke door zijn indeling bedoeld is te worden gebruikt voor detailhandel.

1.100 winkelondersteunende horeca

een bedrijf, dat ondersteunend is aan en qua openingstijden in het algemeen vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen en in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken c.q. snel serveren van kleine maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak, koffie, thee, frisdranken en zwak alcoholische dranken.

1.101 winkelvloeroppervlak

de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbank en kassa's.

1.102 woning

een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden, dan wel voor een met een huishouden gelijk te stellen minder traditionele woonvorm.

1.103 woonschip

elk vaartuig of drijvend voorwerp, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of recreatieverblijf.

1.104 zolder

de bovenste verdieping van een gebouw die is afgedekt met hellende daken.

Artikel 2 Wijze van meten

Link naar de toelichting op de Inleidende regels

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 het vloeroppervlak

de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten ondergronds, op de begane grond en de verdiepingen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf-Nutsvoorziening

Link naar de toelichting op de bestemming 'Bedrijf-Nutsvoorziening'

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf-Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende:

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak, met uitzondering van kelders en onderbouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' de voorgeschreven maximum bouwhoogte in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van overige bouwwerken geldt:

  • c. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1 m;
  • d. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • e. antennes en masten voor telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • f. kunstobjecten en licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • g. straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • h. gevel- of lichtreclames, gebouwaanduidingen, beeld- en projectieschermen: bouwhoogte maximaal de toegestane bouwhoogte van gebouwen op het betreffende bouwperceel;
  • i. overige reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 4 m;
  • j. andere bouwwerken: bouwhoogte maximaal 4 m.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder privacy, windhinder en schaduwwerking.

3.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder i voor reclamemasten met een maximum bouwhoogte van 35 m, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor:

  • a. seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
  • b. geluiddragende evenementen.

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 onder b in die zin dat een geluiddragend evenement wordt toegestaan, mits het evenement geen onevenredige afbreuk doet aan de woon- of werksituatie in de wijk.

Artikel 4 Centrum

Link naar de toelichting op de bestemming 'Centrum'

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de in tabel 4.1 genoemde doeleinden op de daarbij aangegeven plaatsen:

doeleinden   begane grond / kelders / onderbouw   verdiepingen  
detailhandel, waaronder begrepen winkelondersteunende horeca   ja   ja  
dienstverlening   ja   ja  
horeca tot en met categorie 1c van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten    ja   ja  
horeca tot en met categorie 2a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2a'   ja   ja  
horeca tot en met categorie 2b van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2b'   ja   ja  
horeca tot en met categorie 3 van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-3'   ja   ja  
maatschappelijke voorzieningen (1)   ja   ja  
kantoren   ja   ja  
bedrijven tot en met categorie A van Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging   ja   ja  
cultuur en ontspanning, waaronder begrepen maximaal 3 speelautomatenhallen   ja   ja  
vergader- en congresfaciliteiten en ondergeschikte workshops    ja   ja  
sportvoorzieningen   ja   ja  
wonen (1) + (2)   nee (3)   ja  
opslag, herverpakking of verkoop van consumentenvuurwerk en theatervuurwerk (4)   ja   ja  
bij de toegestane doeleinden behorende werkplaats, atelier, kantoor- en praktijkruimte, expositieruimte en opslagruimte   ja   ja  
(1) met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige objecten alleen zijn toegestaan voor zover de geluidsbelasting van de gevel voldoet aan de geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) danwel een vastgestelde hogere waarde  
(2) al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis  
(3) met uitzondering van de bestaande situatie   
(4) tot maximaal 10.000 kg per vestiging, indien de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in artikel 1.2 en 1.3 van Bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een kwetsbaar object of geprojecteerd kwetsbaar object als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd. De opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk is niet toegestaan in een woning, bedrijfswoning of bijbehorend bouwwerk.  
Tabel 4.1  

met de daarbij behorende:

  • p. tuinen, erven, toegangen, bergingen en galerijopgangen;
  • q. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing;
  • r. fiets- en voetpaden en bermen;
  • s. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, pleinen, standplaatsen, fietsenstallingen, taxistandplaatsen en laad- en losvoorzieningen;
  • t. straatmeubilair, reclameobjecten, voorzieningen voor (ondergrondse) afvalinzameling, openbare toiletten en nutsvoorzieningen;
  • u. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
  • v. groenvoorzieningen;
  • w. geluidwerende voorzieningen;
  • x. kunstwerken en kunstobjecten;
  • y. speelvoorzieningen;
  • z. evenementen;
  • aa. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • ab. overige functioneel met de bestemming 'Centrum' verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen voor de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak, met uitzondering van kelders en onderbouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' de voorgeschreven maximum bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' de oppervlakte van gebouwen in totaal niet meer mag bedragen dan de voorgeschreven maximum oppervlakte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' de gronden tevens dienen te worden ingericht als onderdoorgang;
  • e. gebouwen voor de in lid 4.1 onder k genoemde functie alleen gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-kiosk';
  • f. voor de gebouwen in lid 4.2 onder e de volgende regels gelden: bouwhoogte maximaal 3 m, oppervlakte per gebouw maximaal 15 m²;
  • g. gebouwen voor de in lid 4.1 onder l genoemde functie alleen gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2a';
  • h. voor de gebouwen in lid 4.2 onder g de volgende regel geldt: bouwhoogte maximaal 4 m, totale oppervlakte niet meer dan 400 m². Deze maximum oppervlakte geldt in combinatie met het bepaalde in artikel 13, lid 13.2 onder g;
  • i. gebouwen voor de in lid 4.1 onder m genoemde functie alleen gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-permanent terras';
  • j. voor de gebouwen in lid 4.2 onder i de volgende regels gelden: overkapte permanente terrassen zijn toegestaan voor de voorgevel van een gebouw met een horecafunctie tot een diepte van maximaal 4,25 m en een bouwhoogte van maximaal 0,30 m boven de eerste verdieping;
  • k. voor de gebouwen in lid 4.2 onder i tevens geldt dat, binnen het permanente terras, een balkon op de eerste of tweede verdieping is toegestaan tot een diepte van maximaal 2,5 m;
  • l. gebouwen voor nutsvoorzieningen een bouwhoogte mogen hebben van maximaal 3,5 m en een oppervlakte van maximaal 25 m²;

ten aanzien van overige bouwwerken geldt:

  • m. overkappingen: alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-overkapping' en ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' dient de voorgeschreven maximum bouwhoogte in acht te worden genomen;
  • n. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1 m;
  • o. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1,70 m;
  • p. uitschuifbare overkappingen aan een permanent terras: ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-permanent terras' is het bouwkundige deel van de overkapping toegestaan, de luifel van de overkapping is tot een diepte van maximaal 3,75 m buiten deze aanduiding toegestaan;
  • q. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • r. antennes en masten voor telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • s. kunstobjecten, licht- en vlaggenmasten en speelvoorzieningen: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • t. straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • u. gevel- of lichtreclames, gebouwaanduidingen, beeld- en projectieschermen: bouwhoogte maximaal de toegestane bouwhoogte van gebouwen op het betreffende bouwperceel;
  • v. overige reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 4 m;
  • w. andere bouwwerken: bouwhoogte maximaal 4 m.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken uit een oogpunt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder privacy, windhinder en schaduwwerking.

4.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.2 onder e voor maximaal 3 gebouwen buiten een aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-kiosk', mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Het maximum van 3 gebouwen geldt in combinatie met het bepaalde in artikel 12 lid 12.4 onder a;
  • b. lid 4.2 onder f voor maximaal 3 gebouwen met een maximum bouwhoogte van 6 m en een maximum oppervlakte van 25 m², mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Het maximum van 3 gebouwen geldt in combinatie met het bepaalde in artikel 12 lid 12.4 onder b;
  • c. lid 4.2 onder l voor een nutsgebouw met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximum oppervlakte van 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe woonomgeving aanvaardbaar is;
  • d. lid 4.2 onder v voor reclamemasten met een maximum bouwhoogte van 35 m, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

4.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel.
  • b. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor bedrijven die niet zijn genoemd in categorie A van Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging.
  • c. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie 1c van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten.
  • d. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-kiosk' voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie 1a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten.
  • e. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2a' voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie 2a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten.
  • f. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2b' voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie 2b van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten.
  • g. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-3' voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie 3 van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten.
  • h. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor geluiddragende evenementen in afwijking van de locaties of het aantal evenementen zoals genoemd in Bijlage 3 Lijst van evenementenlocaties.
  • i. Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk(en) voor aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten aan huis dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 50% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorend bouwwerk(en) mag voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² winkelvloeroppervlak, met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de in lid 4.5 onder i sub 1 bedoelde 50% regeling;
    • 3. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 5. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    • 6. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 7. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 8. catering, seksinrichting en munitie- en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.
  • j. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.000 m² per vestiging of het gebruik van aaneengesloten panden voor detailhandel met een totaal brutovloeroppervlak van meer dan 1.000 m², met uitzondering van de bestaande situatie en het samenvoegen van aaneengesloten panden waar in de bestaande situatie het gebruik detailhandel is.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.5 onder b in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, indien het betrokken bedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de bedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie A van Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. lid 4.5 onder c in die zin dat tevens horecabedrijven worden toegestaan die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien het betrokken horecabedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de horecabedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie 1c van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. lid 4.5 onder d in die zin dat tevens horecabedrijven worden toegestaan die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien het betrokken horecabedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de horecabedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie 1a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • d. lid 4.5 onder e in die zin dat tevens horecabedrijven worden toegestaan die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien het betrokken horecabedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de horecabedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie 2a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • e. lid 4.5 onder f in die zin dat tevens horecabedrijven worden toegestaan die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien het betrokken horecabedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de horecabedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie 2b van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • f. lid 4.5 onder g in die zin dat tevens horecabedrijven worden toegestaan die niet in Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien het betrokken horecabedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de horecabedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie 3 van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • g. lid 4.5 onder h in die zin dat een geluiddragend evenement wordt toegestaan in afwijking van de locaties of het aantal evenementen zoals genoemd in Bijlage 3 Lijst van evenementenlocaties, mits het evenement geen onevenredige afbreuk doet aan de woon- of werksituatie in de wijk;
  • h. lid 4.5 onder j in die zin dat detailhandel met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.000 m² wordt toegestaan in één vestiging of in aaneengesloten panden, indien op basis van een distributieplanologisch onderzoek wordt aangetoond dat dit naar aard en omvang past binnen de detailhandelstructuur van Centrum Almere Stad.

4.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Centrum' te wijzigen in die zin dat de aanduiding 'seksinrichting' wordt aangebracht ten einde de vestiging mogelijk te maken van een seksclub, een seksbioscoop, een seksautomatenhal of een sekstheater, met de daaraan verwante detailhandel, onder de volgende voorwaarden:

    • 1. in het centrumgebied van de stadskern van Almere Stad, Almere Haven en Almere Buiten zijn tezamen niet meer dan 5 seksclubs en 5 seksbioscopen, seksautomatenhallen of sekstheaters, met de daaraan verwante detailhandel toegestaan;
    • 2. de vestiging heeft geen onevenredige parkeerdruk of verkeersoverlast in de directe omgeving van de seksinrichting tot gevolg;
    • 3. het brutovloeroppervlak van de seksinrichting bedraagt niet meer dan 500 m² en het brutovloeroppervlak van de detailhandel die verwant is aan de seksinrichting bedraagt niet meer dan 200 m²;
    • 4. de seksclub omvat niet meer dan acht werkruimtes;
    • 5. dat niet vaststaat of met reden te vrezen is dat door handelingen door, voor of samenhangende met de seksinrichting of de daaraan verwante detailhandel, de woon- en werkomstandigheden in, dan wel het uiterlijk aanzien van de voor Centrum aangewezen gronden in meer dan ondergeschikte mate zullen verslechteren.

Artikel 5 Centrum-Centrumgebied

Link naar de toelichting op de bestemming 'Centrum-Centrumgebied'

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum-Centrumgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de in tabel 5.1 genoemde doeleinden op de daarbij aangegeven plaatsen:

doeleinden   begane grond / kelders / onderbouw   verdiepingen  
detailhandel, waaronder begrepen winkelondersteunende horeca   ja   ja  
dienstverlening   ja   ja  
horeca tot en met categorie 2a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten    ja   ja  
maatschappelijke voorzieningen (1)   ja   ja  
kantoren   ja   ja  
bedrijven tot en met categorie A van Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging   ja   ja  
cultuur en ontspanning, met uitzondering van speelautomatenhallen   ja   ja  
vergader- en congresfaciliteiten en ondergeschikte workshops    ja   ja  
sportvoorzieningen   ja   ja  
wonen (1) + (2)   ja   ja  
opslag, herverpakking of verkoop van consumentenvuurwerk en theatervuurwerk (3)   ja   ja  
bij de toegestane doeleinden behorende werkplaats, atelier, kantoor- en praktijkruimte, expositieruimte en opslagruimte   ja   ja  
(1) met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige objecten alleen zijn toegestaan voor zover de geluidsbelasting van de gevel voldoet aan de geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) danwel een vastgestelde hogere waarde  
(2) al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis  
(3) tot maximaal 10.000 kg per vestiging, indien de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in artikel 1.2 en 1.3 van Bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een kwetsbaar object of geprojecteerd kwetsbaar object als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd. De opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk is niet toegestaan in een woning, bedrijfswoning of bijbehorend bouwwerk.  
Tabel 5.1  

met de daarbij behorende:

  • b. tuinen, erven, toegangen en bergingen;
  • c. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing;
  • d. fiets- en voetpaden en bermen;
  • e. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, pleinen, fietsenstallingen, taxistandplaatsen en laad- en losvoorzieningen;
  • f. straatmeubilair, reclameobjecten, voorzieningen voor (ondergrondse) afvalinzameling, openbare toiletten en nutsvoorzieningen;
  • g. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. geluidwerende voorzieningen;
  • j. kunstwerken en kunstobjecten;
  • k. speelvoorzieningen;
  • l. evenementen;
  • m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • n. overige functioneel met de bestemming 'Centrum-Centrumgebied' verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen voor de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak, met uitzondering van kelders en onderbouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' de voorgeschreven maximum bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • c. in afwijking van het bepaalde in lid 5.2 onder b mag voor een oppervlakte van 2.300 m² de bouwhoogte maximaal 35 m bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde in lid 5.2 onder b en c mag voor een oppervlakte van 900 m² de bouwhoogte maximaal 70 m bedragen;

ten aanzien van overige bouwwerken geldt:

  • e. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1 m;
  • f. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1,70 m;
  • g. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • h. antennes en masten voor telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • i. kunstobjecten, licht- en vlaggenmasten en speelvoorzieningen: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • j. straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • k. gevel- of lichtreclames, gebouwaanduidingen, beeld- en projectieschermen: bouwhoogte maximaal de toegestane bouwhoogte van gebouwen op het betreffende bouwperceel;
  • l. overige reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 4 m;
  • m. andere bouwwerken: bouwhoogte maximaal 4 m.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken uit een oogpunt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder privacy, windhinder en schaduwwerking.

5.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 onder l voor reclamemasten met een maximum bouwhoogte van 35 m, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

5.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel.
  • b. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor bedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie A van Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging.
  • c. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie 2a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten.
  • d. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor geluiddragende evenementen.
  • e. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor meer dan 10.000 m² brutovloeroppervlak voor detailhandel en horeca.
  • f. Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk(en) voor aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten aan huis dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 50% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorend bouwwerk(en) mag voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² winkelvloeroppervlak, met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de in lid 5.5 onder f sub 1 bedoelde 50% regeling;
    • 3. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 5. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    • 6. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 7. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 8. catering, seksinrichting en munitie- en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.
  • g. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.000 m² per vestiging of het gebruik van aaneengesloten panden voor detailhandel met een totaal brutovloeroppervlak van meer dan 1.000 m², met uitzondering van de bestaande situatie en het samenvoegen van aaneengesloten panden waar in de bestaande situatie het gebruik detailhandel is.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 5.5 onder b in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, indien het betrokken bedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de bedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie A van Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. lid 5.5 onder c in die zin dat tevens horecabedrijven worden toegestaan die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien het betrokken horecabedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de horecabedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie 2a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. lid 5.5 onder d in die zin dat een geluiddragend evenement wordt toegestaan, mits het evenement geen onevenredige afbreuk doet aan de woon- of werksituatie in de wijk;
  • d. lid 5.5 onder g in die zin dat detailhandel met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.000 m² wordt toegestaan in één vestiging of in aaneengesloten panden, indien op basis van een distributieplanologisch onderzoek wordt aangetoond dat dit naar aard en omvang past binnen de detailhandelstructuur van Centrum Almere Stad.

5.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Centrum-Centrumgebied' te wijzigen in die zin dat de aanduiding 'seksinrichting' wordt aangebracht ten einde de vestiging mogelijk te maken van een seksclub, een seksbioscoop, een seksautomatenhal of een sekstheater, met de daaraan verwante detailhandel, onder de volgende voorwaarden:

  • a. in het centrumgebied van de stadskern van Almere Stad, Almere Haven en Almere Buiten zijn tezamen niet meer dan 5 seksclubs en 5 seksbioscopen, seksautomatenhallen of sekstheaters, met de daaraan verwante detailhandel toegestaan;
  • b. de vestiging heeft geen onevenredige parkeerdruk of verkeersoverlast in de directe omgeving van de seksinrichting tot gevolg;
  • c. het brutovloeroppervlak van de seksinrichting bedraagt niet meer dan 500 m² en het brutovloeroppervlak van de detailhandel die verwant is aan de seksinrichting bedraagt niet meer dan 200 m²;
  • d. de seksclub omvat niet meer dan acht werkruimtes;
  • e. dat niet vaststaat of met reden te vrezen is dat door handelingen door, voor of samenhangende met de seksinrichting of de daaraan verwante detailhandel, de woon- en werkomstandigheden in, dan wel het uiterlijk aanzien van, de voor 'Centrum-Centrumgebied' aangewezen gronden in meer dan ondergeschikte mate zullen verslechteren.

Artikel 6 Gemengd

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd'

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende:

  • i. tuinen, erven, toegangen en bergingen;
  • j. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing;
  • k. fiets- en voetpaden en bermen;
  • l. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, pleinen, fietsenstallingen, taxistandplaatsen en laad- en losvoorzieningen;
  • m. straatmeubilair, reclameobjecten, voorzieningen voor (ondergrondse) afvalinzameling en nutsvoorzieningen;
  • n. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
  • o. groenvoorzieningen;
  • p. geluidwerende voorzieningen;
  • q. kunstwerken en kunstobjecten;
  • r. evenementen;
  • s. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • t. overige functioneel met de bestemming 'Gemengd' verbonden voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen voor de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak, met uitzondering van kelders en onderbouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' de voorgeschreven maximum bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m), maximum bebouwingspercenatge (%)' de voorgeschreven maximum bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage in acht dienen te worden genomen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' de gronden tevens dienen te worden ingericht als onderdoorgang;

ten aanzien van overige bouwwerken geldt:

  • e. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1 m;
  • f. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1,70 m;
  • g. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • h. antennes en masten voor telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • i. kunstobjecten en licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • j. straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • k. gevel- of lichtreclames, gebouwaanduidingen, beeld- en projectieschermen: bouwhoogte maximaal de toegestane bouwhoogte van gebouwen op het betreffende bouwperceel;
  • l. overige reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 4 m;
  • m. andere bouwwerken: bouwhoogte maximaal 4 m.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken uit een oogpunt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder privacy, windhinder en schaduwwerking.

6.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 onder l voor reclamemasten met een maximum bouwhoogte van 35 m, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken:

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 6.5 onder c in die zin dat tevens horecabedrijven worden toegestaan die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien het betrokken horecabedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de horecabedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie 2b van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. lid 6.5 onder d in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, indien het betrokken bedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de bedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie A van Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • c. lid 6.5 onder e in die zin dat een geluiddragend evenement wordt toegestaan, mits het evenement geen onevenredige afbreuk doet aan de woon- of werksituatie in de wijk.

Artikel 7 Horeca

Link naar de toelichting op de bestemming 'Horeca'

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horeca tot en met categorie 1c van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten in een voor dit doel permanent afgemeerd vaartuig, met een afmeting van maximaal 35 m lang en maximaal 5,5 m breed, met alle bijbehorende voorzieningen zoals een aanlegsteiger, kade, loopplanken, hekwerken;
  • b. water;

met de daarbij behorende:

  • c. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing;
  • d. fiets- en voetpaden en bermen;
  • e. parkeervoorzieningen, pleinen en fietsenstallingen;
  • f. straatmeubilair en reclameobjecten;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. evenementen;
  • i. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. overige functioneel met de bestemming 'Horeca' verbonden voorzieningen.

7.2 Bouwregels

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen voor de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. gebouwen een bouwhoogte mogen hebben van maximaal 3 meter en een oppervlakte van maximaal 10 m²;

ten aanzien van overige bouwwerken geldt:

  • c. masten van het vaartuig: bouwhoogte maximaal 25 m;
  • d. opbouw van het vaartuig: bouwhoogte maximaal 3 m, oppervlakte maximaal 25% van de totale oppervlakte van het scheepsdek van het vaartuig;
  • e. palen en masten: bouwhoogte maximaal 3 m;
  • f. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 3 meter, oppervlakte maximaal 1 m²;
  • g. straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 1 m.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken uit een oogpunt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder privacy, windhinder en schaduwwerking.

7.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden, de daarop voorkomende bouwwerken en het vaartuig voor:
    • 1. seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
    • 2. wonen;
    • 3. geluiddragende evenementen;
    • 4. het verstrekken dan wel ter plaatse consumeren van alcoholische dranken of etenswaren;
    • 5. het bespelen of de exploitatie van speelautomaten;
    • 6. het plaatsen of geplaatst houden van kampeer- en verblijfsmiddelen;
    • 7. het opslaan van gerede en ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
    • 8. het opslaan of stallen van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    • 9. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.
  • b. Het bepaalde in lid 7.4 onder a sub 6, 7, 8 en 9 is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, die nodig zijn voor de realisatie of handhaving van de bestemming.

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.4 onder a sub 3 in die zin dat een geluiddragend evenement wordt toegestaan, mits het evenement geen onevenredige afbreuk doet aan de woon- of werksituatie in de wijk.

Artikel 8 Kantoor-Kantoorgebied

Link naar de toelichting op de bestemming 'Kantoor-Kantoorgebied'

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor-Kantoorgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de in tabel 8.1 genoemde doeleinden op de daarbij aangegeven plaatsen:

doeleinden   begane grond/ kelders/ onderbouw   verdiepingen   maximum m² bvo totaal  
kantoren   nee   ja   100.000  
vergader- en congresfaciliteiten   ja   ja   4.000  
horeca tot en met categorie 2b van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten   ja   ja   3.000  
detailhandel   ja   ja, alleen 1e verdieping   3.000  
dienstverlening   ja   ja, alleen 1e verdieping   4.000  
maatschappelijke voorzieningen (1)   ja   ja   4.000  
maximaal 100 kantoorappartementen (1)   nee   ja   n.v.t.  
(1) met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover de geluidsbelasting van de gevel voldoet aan de geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) danwel een vastgestelde hogere waarde  
Tabel 8.1  

met de daarbij behorende:

  • b. tuinen, erven toegangen en bergingen;
  • c. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing;
  • d. fiets- en voetpaden en bermen;
  • e. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, pleinen, fietsenstallingen en laad- en losvoorzieningen;
  • f. straatmeubilair, reclameobjecten, voorzieningen voor (ondergrondse) afvalinzameling en nutsvoorzieningen;
  • g. terrassen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. geluidwerende voorzieningen;
  • j. kunstwerken en kunstobjecten;
  • k. evenementen;
  • l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • m. overige functioneel met de bestemming 'Kantoor-Kantoorgebied' verbonden voorzieningen.

8.2 Bouwregels

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen voor de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak, met uitzondering van kelders en onderbouwen;
  • b. in totaal zijn ten hoogste drie hoofdgebouwen toegestaan, waarbij ieder hoofdgebouw boven peil uit ten minste twee en ten hoogste drie gebouwdelen dient te bestaan;
  • c. de onderlinge afstand tussen hoofdgebouwen dient boven peil ten minste 12 m te bedragen, met dien verstande dat ter hoogte van de eerste twee bouwlagen boven peil deze afstand ten minste 25 m dient te bedragen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' de voorgeschreven maximum bouwhoogte van een primair gebouwdeel in acht dient te worden genomen;
  • e. het verschil in bouwhoogte tussen het primair gebouwdeel en het secundair gebouwdeel van elk hoofdgebouw dient, afhankelijk van de hoogte van het primaire gebouwdeel, ten minste het in tabel 8.2 aangegeven aantal bouwlagen te bedragen:

bouwhoogte primair gebouwdeel   verschil in bouwlagen  
120 m   8  
90 m   6  
75 m   4  
Tabel 8.2  

  • f. het verschil in bouwhoogte tussen het secundair gebouwdeel en het tertiair gebouwdeel van elk hoofdgebouw dient ten minste drie bouwlagen te bedragen;
  • g. de voorgevels respectievelijk de achtergevels van de gebouwdelen van elk hoofdgebouw dienen ten opzichte van elkaar te verspringen met ten minste 7,20 m, gemeten tussen de evenwijdig getrokken raaklijnen door de buitenzijden van die gevels;
  • h. de zijgevels van de gebouwdelen van elk hoofdgebouw dienen met ten minste 10,80 m ten opzichte van elkaar te verspringen, gemeten tussen de evenwijdig getrokken raaklijnen door de buitenzijden van die gevels;
  • i. de oppervlakte van een gebouwdeel mag ten hoogste 1.000 m² bedragen;
  • j. gebouwen voor het parkeren mogen, voor zover zij geen deel uitmaken van een hoofdgebouw, uitsluitend onder peil worden gebouwd, met uitzondering van in- en uitritten voor voertuigen en in- en uitgangen voor voetgangers, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 5 m mag bedragen;

ten aanzien van overige bouwwerken geldt:

  • k. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1 m;
  • l. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1,70 m;
  • m. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • n. antennes en masten voor telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • o. kunstobjecten en licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • p. straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • q. gevel- of lichtreclames, gebouwaanduidingen, beeld- en projectieschermen: bouwhoogte maximaal de toegestane bouwhoogte van gebouwen op het betreffende bouwperceel;
  • r. overige reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 4 m;
  • s. andere bouwwerken: bouwhoogte maximaal 4 m.

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken uit een oogpunt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder privacy, windhinder en schaduwwerking.

8.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2 onder r voor reclamemasten met een maximum bouwhoogte van 35 m, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
  • b. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor meer dan 100.000 m² brutovloeroppervlak voor kantoren;
  • c. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor in totaal meer dan 10.000 m² brutovloeroppervlak voor vergader- en congresfaciliteiten, horecabedrijven, detailhandel, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen;
  • d. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor meer dan 450 m² brutovloeroppervlak per vestiging voor detailhandel;
  • e. het gebruik van de begane grond van hoofdgebouwen voor kantoren, met uitzondering van:
    • 1. maximaal 250 m² brutovloeroppervlak per hoofdgebouw voor kantoorondersteunende functies, zoals toegangen, liften en magazijnen;
    • 2. maximaal 1.000 m² brutovloeroppervlak per hoofdgebouw voor publiekstoegankelijke kantoorfuncties, zoals kantines, recepties en infobalies;
  • f. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken:
    • 1. voor meer dan 100 kantoorappartementen;
    • 2. voor kantoorappartementen op een hoogte van minder dan 40 meter;
  • g. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie 2b van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • h. het gebruik van gronden op het niveau van het peil voor meer dan 10 parkeerplaatsen per hoofdgebouw;
  • i. het gebruik van de begane grond van hoofdgebouwen voor parkeerplaatsen;
  • j. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor geluiddragende evenementen.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 8.5 onder g in die zin dat tevens horecabedrijven worden toegestaan die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien het betrokken horecabedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de horecabedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie 2b van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. lid 8.5 onder j in die zin dat een geluiddragend evenement wordt toegestaan, mits het evenement geen onevenredige afbreuk doet aan de woon- of werksituatie in de wijk.

Artikel 9 Maatschappelijk

Link naar de toelichting op de bestemming 'Maatschappelijk'

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen, waaronder begrepen ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca;
  • b. cultuur en ontspanning;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandel op de begane grond;
  • d. ter plaatse van aanduiding 'dienstverlening' tevens voor dienstverlening op de begane grond;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-1c' tevens voor horeca tot en met categorie 1c van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten op de begane grond;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2a' tevens voor horeca tot en met categorie 2a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten op de begane grond;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'drugsopvang' voor een permanente woonvoorziening voor drugsverslaafden met begeleiding en toezicht, bestaande uit maximaal 29 cliëntenkamers/wooneenheden, 1 logeerkamer, gezamenlijke voorzieningen en voorzieningen voor begeleidend personeel en overige functioneel met de aanduiding 'drugsopvang' verbonden voorzieningen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' tevens voor een inpandige unit van de stadsverwarming;

met de daarbij behorende:

  • i. tuinen, erven, toegangen en bergingen;
  • j. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing;
  • k. fiets- en voetpaden en bermen;
  • l. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, pleinen, fietsenstallingen, laad- en losvoorzieningen;
  • m. straatmeubilair, reclameobjecten, voorzieningen voor (ondergrondse) afvalinzameling en nutsvoorzieningen;
  • n. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
  • o. groenvoorzieningen;
  • p. geluidwerende voorzieningen;
  • q. kunstwerken en kunstobjecten;
  • r. speelvoorzieningen;
  • s. evenementen;
  • t. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • u. overige functioneel met de bestemming 'Maatschappelijk' verbonden voorzieningen;

9.2 Bouwregels

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen voor de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak, met uitzondering van kelders en onderbouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' de voorgeschreven maximum bouwhoogte in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van overige bouwwerken geldt:

  • c. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1 m;
  • d. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1,70 m;
  • e. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • f. antennes en masten voor telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • g. kunstobjecten, licht- en vlaggenmasten en speelvoorzieningen: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • h. straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • i. gevel- of lichtreclames, gebouwaanduidingen, beeld- en projectieschermen: bouwhoogte maximaal de toegestane bouwhoogte van gebouwen op het betreffende bouwperceel;
  • j. overige reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 4 m;
  • k. bouwwerken voor medische doeleinden: bouwhoogte maximaal 8 meter;
  • l. andere bouwwerken: bouwhoogte maximaal 4 m.

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken uit een oogpunt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder privacy, windhinder en schaduwwerking.

9.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 onder j voor reclamemasten met een maximum bouwhoogte van 35 m, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

9.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken:

  • a. voor seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-1c' voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie 1c van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2a' voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie 2a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • d. voor geluiddragende evenementen;
  • e. voor detailhandel met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.000 m² per vestiging of het gebruik van aaneengesloten panden voor detailhandel met een totaal brutovloeroppervlak van meer dan 1.000 m², met uitzondering van de bestaande situatie en het samenvoegen van aaneengesloten panden waar in de bestaande situatie het gebruik detailhandel is.

9.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 9.5 onder b in die zin dat tevens horecabedrijven worden toegestaan die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien het betrokken horecabedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de horecabedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie 1c van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. lid 9.5 onder c in die zin dat tevens horecabedrijven worden toegestaan die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien het betrokken horecabedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de horecabedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie 2a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. lid 9.5 onder d in die zin dat een geluiddragend evenement wordt toegestaan, mits het evenement geen onevenredige afbreuk doet aan de woon- of werksituatie in de wijk;
  • d. lid 9.5 onder e in die zin dat detailhandel met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.000 m² wordt toegestaan in één vestiging of in aaneengesloten panden, indien op basis van een distributieplanologisch onderzoek wordt aangetoond dat dit naar aard en omvang past binnen de detailhandelstructuur van Centrum Almere Stad.

9.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de functieaanduiding 'drugsopvang' uit het bestemmingsplan wordt verwijderd voor de vestiging van een andere maatschappelijke voorziening als bedoeld in artikel 1 lid 1.61:

  • 1. indien de functie 'drugsopvang' leidt tot een onevenredige aantasting van de woon- of werksituatie in de wijk dan wel de functie 'drugsopvang' ter plaatse is beëindigd;
  • 2. mits de bouwregels uit lid 9.2 in acht worden genomen.

Artikel 10 Verkeer

Link naar de toelichting op de bestemming 'Verkeer'

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, busbanen, fiets- en voetpaden en bermen;
  • b. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, haltevoorzieningen, fietsenstallingen, taxistandplaatsen, pleinen, geluidwerende voorzieningen, nutsvoorzieningen, reclameobjecten en straatmeubilair;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-busstation' tevens voor een busstation en openbaar vervoervoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • d. groenvoorzieningen;
  • e. kunstwerken en kunstobjecten;
  • f. evenementen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer' verbonden voorzieningen.

10.2 Bouwregels

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen voor de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. gebouwen voor nutsvoorzieningen een bouwhoogte mogen hebben van maximaal 3,5 m en een oppervlakte van maximaal 25 m²;
  • b. één gebouw voor de in lid 10.1 onder c genoemde functie gebouwd mag worden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-busstation';
  • c. voor het gebouw in lid 10.2 onder b de volgende regels gelden: bouwhoogte maximaal 9 m, oppervlakte maximaal 250 m². Deze maximum oppervlakte geldt in combinatie met het bepaalde in artikel 11, lid 11.2 onder d;

ten aanzien van overige bouwwerken geldt:

  • d. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • e. licht- en vlaggenmasten, bewegwijzeringsportalen en verkeerslichten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • f. antennes en masten voor telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • g. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • h. straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • i. geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte maximaal 5 m;
  • j. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 4 m;
  • k. andere bouwwerken: bouwhoogte maximaal 4 m.

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken uit een oogpunt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder privacy, windhinder en schaduwwerking.

10.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 10.2 onder a voor een nutsgebouw met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximum oppervlakte van 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe woonomgeving aanvaardbaar is;
  • b. lid 10.2 onder j voor reclamemasten met een maximum bouwhoogte van 35 m, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

10.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken:

  • a. voor seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
  • b. voor geluiddragende evenementen.

10.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.5 onder b in die zin dat een geluiddragend evenement wordt toegestaan, mits het evenement geen onevenredige afbreuk doet aan de woon- of werksituatie in de wijk.

Artikel 11 Verkeer-Railverkeer

Link naar de toelichting op de bestemming 'Verkeer-Railverkeer'

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer-Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegen en de daarbij behorende voorzieningen, zoals perrons, leidingen, spoorwegovergangen, bermen, taluds, geluidwerende voorzieningen en openbaar vervoervoorzieningen;
  • b. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, haltevoorzieningen, fietsenstallingen, taxistandplaatsen, pleinen, nutsvoorzieningen, reclameobjecten en straatmeubilair;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoerstation' tevens voor een spoorwegstation met de daarbij behorende voorzieningen, zoals detailhandel, dienstverlening, horeca tot en met categorie 2b van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten en expositieruimte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-busstation' tevens voor een busstation;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'verkeer' tevens voor 'Verkeer' in aansluiting op de aangrenzende bestemming;

met de daarbij behorende:

  • f. groenvoorzieningen;
  • g. kunstwerken en kunstobjecten;
  • h. evenementen;
  • i. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer-Railverkeer' verbonden voorzieningen.

11.2 Bouwregels

Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen voor de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. gebouwen en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoerstation' een bouwhoogte mogen hebben van maximaal 25 m;
  • b. gebouwen voor nutsvoorzieningen een bouwhoogte mogen hebben van maximaal 3,5 m en een oppervlakte van maximaal 25 m²;
  • c. één gebouw voor de in lid 11.1 onder d genoemde functie gebouwd mag worden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-busstation';
  • d. voor het gebouw in lid 11.2 onder c de volgende regels gelden: bouwhoogte maximaal 9 m, oppervlakte maximaal 250 m². Deze maximum oppervlakte geldt in combinatie met het bepaalde in artikel 10, lid 10.2 onder c;

ten aanzien van overige bouwwerken geldt:

  • e. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1 m;
  • f. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1,70 m;
  • g. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • h. bouwwerken voor spoorweg(voorzieningen): bouwhoogte maximaal 10 m;
  • i. licht- en vlaggenmasten, bewegwijzeringsportalen en verkeerslichten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • j. antennes en masten voor telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • k. kunstobjecten en lichtmasten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • l. straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • m. geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • n. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 4 m;
  • o. andere bouwwerken: bouwhoogte maximaal 4 m.

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken uit een oogpunt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder privacy, windhinder en schaduwwerking.

11.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 11.2 onder b voor een nutsgebouw met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximum oppervlakte van 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe woonomgeving aanvaardbaar is;
  • b. lid 11.2 onder n voor reclamemasten met een maximum bouwhoogte van 35 m, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

11.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken:

  • a. voor seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoerstation' voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie 2b van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. voor geluiddragende evenementen;
  • d. voor detailhandel met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.000 m² per vestiging of het gebruik van aaneengesloten panden voor detailhandel met een totaal brutovloeroppervlak van meer dan 1.000 m², met uitzondering van de bestaande situatie en het samenvoegen van aaneengesloten panden waar in de bestaande situatie het gebruik detailhandel is.

11.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 11.5 onder b in die zin dat tevens horecabedrijven worden toegestaan die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien het betrokken horecabedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de horecabedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie 2b van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. lid 11.5 onder c in die zin dat een geluiddragend evenement wordt toegestaan, mits het evenement geen onevenredige afbreuk doet aan de woon- of werksituatie in de wijk;
  • c. lid 11.5 onder d in die zin dat detailhandel met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.000 m² wordt toegestaan in één vestiging of in aaneengesloten panden, indien op basis van een distributieplanologisch onderzoek wordt aangetoond dat dit naar aard en omvang past binnen de detailhandelstructuur van Centrum Almere Stad.

Artikel 12 Verkeer-Verblijfsgebied

Link naar de toelichting op de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied'

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer-Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing, bepaald door en gericht op de aangrenzende bestemmingen;
  • b. fiets- en voetpaden en bermen;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, haltevoorzieningen, fietsenstallingen, taxistandplaatsen, laad- en losvoorzieningen en pleinen;
  • e. straatmeubilair, reclameobjecten, voorzieningen voor (ondergrondse) afvalinzameling, openbare toiletten en nutsvoorzieningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-kiosk' tevens voor detailhandel en horeca tot en met categorie 1a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' uitsluitend voor nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • h. tuinen, erven, toegangen en bergingen;
  • i. speelvoorzieningen;
  • j. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
  • k. kunstwerken en kunstobjecten;
  • l. geluidwerende voorzieningen;
  • m. evenementen;
  • n. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • o. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied' verbonden voorzieningen.

12.2 Bouwregels

Op de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen voor de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. gebouwen voor de in lid 12.1 onder f genoemde functie alleen gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-kiosk';
  • b. voor de gebouwen genoemd in lid 12.2 onder a de volgende regels gelden: bouwhoogte maximaal 3 m, oppervlakte maximaal 15 m² per gebouw, totale oppervlakte niet meer dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)';
  • c. gebouwen voor nutsvoorzieningen een bouwhoogte mogen hebben van maximaal 3,5 m en een oppervlakte van maximaal 25 m²;

ten aanzien van overige bouwwerken geldt:

  • d. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1 m;
  • e. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1,70 m;
  • f. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • g. antennes en masten voor telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • h. kunstobjecten, licht- en vlaggenmasten en speelvoorzieningen: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • i. straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 6 m;
  • j. gevel- of lichtreclames, gebouwaanduidingen, beeld- en projectieschermen: bouwhoogte maximaal de toegestane bouwhoogte van gebouwen op het betreffende bouwperceel;
  • k. overige reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 4 m;
  • l. andere bouwwerken: bouwhoogte maximaal 4 m.

12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken uit een oogpunt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder privacy, windhinder en schaduwwerking.

12.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 12.2 onder a voor maximaal 3 gebouwen buiten een aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-kiosk', mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Het maximum van 3 gebouwen geldt in combinatie met het bepaalde in artikel 4 lid 4.4 onder a;
  • b. lid 12.2 onder b voor maximaal 3 gebouwen met een maximum bouwhoogte van 6 m en een maximum oppervlakte van 25 m², mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Het maximum van 3 gebouwen geldt in combinatie met het bepaalde in artikel 4 lid 4.4 onder b;
  • c. lid 12.2 onder c voor een nutsgebouw met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximum oppervlakte van 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe woonomgeving aanvaardbaar is;
  • d. lid 12.2 onder k voor reclamemasten met een maximum bouwhoogte van 35 m, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

12.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken:

  • a. voor seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-kiosk' voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie 1a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. voor geluiddragende evenementen.

12.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 12.5 onder b in die zin dat tevens horecabedrijven worden toegestaan die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien het betrokken horecabedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de horecabedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie 1a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. lid 12.5 onder c in die zin dat een geluiddragend evenement wordt toegestaan, mits het evenement geen onevenredige afbreuk doet aan de woon- of werksituatie in de wijk.

Artikel 13 Water

Link naar de toelichting op de bestemming 'Water'

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterberging;
  • b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. verkeer en vervoer over water;
  • d. aanleggelegenheid en (terras)steigers;
  • e. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'centrum' tevens voor 'Centrum', met uitzondering van detailhandel;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-1c' tevens voor horeca tot en met categorie 1c van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2a' tevens voor horeca tot en met categorie 2a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' tevens voor woonschepen;

met de daarbij behorende:

  • j. kunstwerken, zoals bruggen, sluizen, keermuren, duikers, steigers en (strek)dammen, welke mede ten dienste mogen zijn van de aangrenzende bestemming;
  • k. natuurlijke oevers;
  • l. straatmeubilair, speelvoorzieningen en kunstobjecten;
  • m. voet- en fietspaden en bermen;
  • n. groenvoorzieningen;
  • o. evenementen;
  • p. overige functioneel met de bestemming 'Water' verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • q. binnen de aanduidingen 'centrum' en 'woonschepenligplaats' de afstand van geluidsgevoelige objecten tot de bestemming 'Centrum' ten minste 8 meter dient te bedragen.

13.2 Bouwregels

Op de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen voor de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' de oppervlakte van gebouwen in totaal niet meer mag bedragen dan de voorgeschreven maximum oppervlakte;
  • b. gebouwen voor de in lid 13.1 onder f genoemde functie alleen gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'centrum';
  • c. voor de gebouwen genoemd in lid 13.2 onder b de volgende regels gelden: bouwhoogte maximaal 8 m, oppervlakte van gebouwen in totaal niet meer dan 12.000 m²;
  • d. gebouwen voor de in lid 13.1 onder g genoemde functie alleen gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-1c';
  • e. voor de gebouwen genoemd in lid 13.2 onder d de volgende regels gelden: bouwhoogte maximaal 4 m, totale oppervlakte niet meer dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)';
  • f. gebouwen voor de in lid 13.1 onder h genoemde functie alleen gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2a';
  • g. voor de gebouwen genoemd in lid 13.2 onder f de volgende regels gelden: bouwhoogte maximaal 4 m, totale oppervlakte niet meer dan 400 m². De maximum oppervlakte van 400 m² geldt in combinatie met het bepaalde in artikel 4, lid 4.2 onder h;
  • h. woonschepen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
  • i. de totale oppervlakte van woonschepen niet meer mag bedragen dan 20% van het totale wateroppervlak binnen de aanduiding 'woonschepenligplaats';
  • j. de bouwhoogte van woonschepen niet meer mag bedragen dan 8 meter;
  • k. de vrije tussenruimte tussen woonschepen ten minste 5 m dient te zijn;

ten aanzien van overige bouwwerken geldt:

  • l. bouwwerken voor nutsvoorzieningen: bouwhoogte maximaal 3,5 m, oppervlakte maximaal 25 m²;
  • m. terrasafscheidingen: bouwhoogte maximaal 1,70 m;
  • n. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • o. kunstwerken, licht- en vlaggenmasten, speelvoorzieningen en kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • p. andere bouwwerken: bouwhoogte maximaal 4 m.

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken uit een oogpunt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder privacy, windhinder en schaduwwerking.

13.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken:

  • a. voor seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
  • b. voor meer dan 40 ligplaatsen, met uitzondering van de bestaande situatie;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-1c' voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie 1c van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2a' voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie 2a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • e. voor geluiddragende evenementen.

13.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 13.4 onder c in die zin dat tevens horecabedrijven worden toegestaan die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien het betrokken horecabedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de horecabedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie 1c van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. lid 13.4 onder d in die zin dat tevens horecabedrijven worden toegestaan die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien het betrokken horecabedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de horecabedrijven die zijn genoemd in ten hoogste categorie 2a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. lid 13.4 onder e in die zin dat een geluiddragend evenement wordt toegestaan, mits het evenement geen onevenredige afbreuk doet aan de woon- of werksituatie in de wijk.

Artikel 14 Wonen

Link naar de toelichting op de bestemming 'Wonen'

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende:

  • d. tuinen, erven, toegangen en bergingen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. toegangspaden, in- en uitritten;
  • i. evenementen;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. overige functioneel met de bestemming 'Wonen' verbonden voorzieningen.

14.2 Bouwregels

Op de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen (hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken) geldt dat:

  • a. uitsluitend in of op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mag worden, dan wel op een afstand van minimaal 1 meter van die zijdelingse perceelsgrens;

ten aanzien van hoofdgebouwen geldt dat:

  • b. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak, met uitzondering van kelders en onderbouwen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' de voorgeschreven maximum bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' uitsluitend gestapelde woningen zijn toegestaan;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken geldt dat:

  • e. per bouwperceel ten hoogste 50% van de buiten het bouwvlak gelegen gronden mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
  • f. de diepte van bijbehorende bouwwerken aan de achtergevel van het hoofdgebouw buiten het bouwvlak, gemeten vanuit de bouwgrens, niet meer mag bedragen dan 4 meter;
  • g. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 0,30 meter boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot een maximum van 4 meter;
  • h. in afwijking van de onder g bepaalde maximum bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1.50 en maximaal 1.80 meter (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
  • i. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 meter;

ten aanzien van overige bouwwerken geldt:

  • j. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 meter;
  • k. andere bouwwerken: bouwhoogte maximaal 4 meter.

14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken uit een oogpunt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder privacy, windhinder en schaduwwerking.

14.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk(en) voor aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 50% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorend bouwwerk(en) mag voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² winkelvloeroppervlak, met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de in lid 14.4 onder a sub 1 bedoelde 50% regeling;
    • 3. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 5. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    • 6. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 7. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 8. catering, seksinrichting en munitie- en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.
  • b. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden voor geluiddragende evenementen.

14.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.4 onder b in die zin dat een geluiddragend evenement wordt toegestaan, mits het evenement geen onevenredige afbreuk doet aan de woon- of werksituatie in de wijk.

Artikel 15 Waarde-Archeologie 1

Link naar de toelichting op de bestemming 'Waarde-Archeologie 1'

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde-Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de ter plaatse te verwachten archeologische waarden.

15.2 Bouwregels
  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde-Archeologie 1' bouwwerken te bouwen.
  • b. Het in lid 15.2 onder a bedoelde verbod is niet van toepassing op:
    • 1. die delen van de gronden die reeds bebouwd zijn of zijn geweest met onderheide bouwwerken;
    • 2. bouwwerken voor de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte kleiner dan 100 m²;
    • 3. bouwwerken groter of gelijk aan 100 m², maar minder diep dan 50 cm, gemeten ten opzichte van het maaiveld.

15.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 15.2 bedoelde verbod voor bouwwerken voor de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte groter dan 100 m².
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 15.3 onder a zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 15.3 onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
  • d. De opgravingen, de te treffen maatregelen en de archeologische begeleiding dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door burgemeester en wethouders bij de afwijking te stellen kwalificaties en eisen.

15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde-Archeologie 1', zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het ophogen van de bodem;
    • 2. het verlagen van de bodem of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingvergunning is vereist;
    • 3. het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm, gemeten ten opzichte van het maaiveld, waartoe ook gerekend wordt egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen, woelen, mengen, diepploegen;
    • 4. het rooien van bos of boomgaard waarbij de stobben worden verwijderd;
    • 5. het beplanten en het aanleggen van bos of boomgaard;
    • 6. het wijzigen van het waterpeil;
    • 7. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
    • 8. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 9. het graven, verbreden en dempen van grachten, vijvers en andere wateren.
  • b. Het verbod als bedoeld in lid 15.4 onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud van de gronden betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden;
    • 4. betrekking hebben op een oppervlakte kleiner dan 100 m²;
    • 5. worden uitgevoerd in het kader van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • d. Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
  • e. De opgravingen, de te treffen maatregelen en de archeologische begeleiding dient c.q. dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

15.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen in die zin dat:

  • a. de bestemming 'Waarde-Archeologie 1' wordt verwijderd, indien er op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, geen archeologische waarden zijn vastgesteld;
  • b. de bestemming 'Waarde-Archeologie 1' wordt veranderd in de bestemming 'Waarde-Archeologie 2' of 'Waarde-Archeologie 3', voor gronden waar door middel van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, één of meer archeologisch waardevolle terreinen zijn vastgesteld.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 16 Anti-dubbeltelregel

Link naar de toelichting op de Algemene regels

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 17 Algemene bouwregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

17.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen / bouwgrenzen

De bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, serres, entreeportalen, veranda's, overstekken, luifels en afdaken en andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 3 meter bedraagt, met dien verstande dat:

  • 1. voor stoepen, stoeptreden, galerijen, hellingbanen, funderingen, luifels, afdaken en overstekken overschrijding over de volledige gevelbreedte is toegestaan;
  • 2. voor overige overschrijdingen geldt een maximum van 50% van de gevelbreedte.

17.2 Ondergeschikte bouwonderdelen op daken van gebouwen

Bouwwerken op het dak van een gebouw, zoals installatiecontainers, centrale verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties, liftschachten, hekwerken en soortgelijke bouwwerken om installaties uit het zicht te houden en masten op daken van gebouwen worden niet meegerekend bij de bepaling van de hoogte van het gebouw, als zijnde ondergeschikt, mits:

  • 1. de hoogte van de bouwwerken vanaf het dak gemeten maximaal 3,5 meter bedraagt;
  • 2. de oppervlakte van de bouwwerken maximaal 1/3 bedraagt van de oppervlakte van het gebouw;
  • 3. de hoogte van masten vanaf het dak gemeten maximaal 5 meter bedraagt.

17.3 Een antenne-installatie als bedoeld in het Besluit omgevingsrecht in de bebouwde kom

De bouwhoogte van de antenne of indien de antenne is geplaatst op een antennedrager als bedoeld in het Besluit omgevingsrecht, de bouwhoogte van de antennedrager en de antenne tezamen, gemeten vanaf de voet van de antenne, respectievelijk de antennedrager, mag maximaal 15 m bedragen.

Artikel 18 Algemene aanduidingsregels

18.1 veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen 1

Link naar de toelichting op de aanduiding 'veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen 1'

  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen 1' zijn de gronden mede bestemd voor een veiligheidszone vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over spoorwegen.
  • b. Tot een gebruik in strijd met de bestemming als genoemd in lid 18.1 onder a wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen 1' als kwetsbaar object, met uitzondering van het gebruik als kwetsbaar object in de bestaande situatie.
  • c. Tot een gebruik in strijd met de bestemming als genoemd in lid 18.1 onder a wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen 1' als beperkt kwetsbaar object, met uitzondering van het gebruik als beperkt kwetsbaar object in de bestaande situatie.
  • d. Het bepaalde in lid 18.1 onder c is niet van toepassing voor de vestiging van een beperkt kwetsbaar object ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoerstation', indien deze gericht is op (trein)reizigers en een onlosmakelijke functionele binding heeft met het station en het spoor.

18.2 veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen 2

Link naar de toelichting op de aanduiding 'veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen 2'

  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen 2' zijn de gronden mede bestemd als aandachtsgebied voor een plasbrand vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over spoorwegen.
  • b. Tot een gebruik in strijd met de bestemming als genoemd in lid 18.2 onder a wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen 2' als kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object, met uitzondering van het gebruik als kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object in de bestaande situatie.
  • c. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2 onder b in die zin dat de vestiging van een kwetsbaar object of een beperkt kwetsbaar object wordt toegestaan, mits:
    • 1. er sprake is van een aantoonbare behoefte vanuit de in de bestemming toegelaten functies om de bouw of vestiging van een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object mogelijk te maken binnen een plasbrandaandachtsgebied;
    • 2. er rekening is gehouden met de mogelijkheden om het object buiten het plasbrandaandachtsgebied te vestigen;
    • 3. de bestrijdbaarheid van een plasbrand voldoende is gemotiveerd (hulpverlening en zelfredzaamheid mede in relatie tot effectreducerende maatregelen of brandvertragende maatregelen aan het gebouw).

Artikel 19 Algemene afwijkingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

19.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen en aanduidingen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bouwvlak of de aanduiding mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  • c. het oprichten van ondergrondse pompgemalen voor riooltransportleidingen.

19.2 Voorwaarden voor de afwijking

Er wordt niet afgeweken van de bepalingen van het plan, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

 

Artikel 20 Algemene wijzigingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

20.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen, voorzover zulks van belang is voor een bouwkundige danwel stedenbouwkundige betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, waarbij het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot.

20.2 wetgevingzone - wijzigingsgebied 1

Link naar de toelichting op de aanduiding 'wetgevingzone-wijzigingsgebied 1'

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd om de bestemming(en) te wijzigen in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' binnen een bouwvlak de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' wordt gewijzigd in maximaal 35 m, een en ander met dien verstande dat:

  • a. de aanduiding mag worden gewijzigd voor een maximum oppervlakte van 600 m²;
  • b. de wijziging alleen mag worden toegepast ten behoeve van de functie 'wonen', al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • c. de wijziging mag geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden of bouwwerken tot gevolg hebben;
  • d. de wijziging mag maximaal 5 keer worden toegepast;
  • e. nieuwe geluidsgevoelige objecten zijn alleen toegestaan voor zover de geluidsbelasting van de gevel voldoet aan de geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) danwel een vastgestelde hogere waarde.

20.3 wetgevingzone - wijzigingsgebied 2

Link naar de toelichting op de aanduiding 'wetgevingzone-wijzigingsgebied 2'

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd om de bestemming(en) ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' te wijzigen in de bestemming 'Centrum' voor de in tabel 20.3 genoemde doeleinden op de daarbij aangegeven plaatsen:

doeleinden   begane grond /
kelders / onderbouw  
verdiepingen  
detailhandel, waaronder begrepen winkelondersteunende horeca   ja   nee  
horeca tot en met categorie 2a van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten   ja   nee  
dienstverlening   ja   ja  
maatschappelijke voorzieningen (1)   ja   ja  
kantoren   ja   ja  
bedrijven tot en met categorie A van Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging   ja   ja  
cultuur en ontspanning, waaronder begrepen maximaal 3 speelautomatenhallen   ja   ja  
ondergeschikte workshops   ja   ja  
sportvoorzieningen   ja   ja  
wonen (1) + (2)   nee   ja  
opslag, herverpakking of verkoop van consumentenvuurwerk en theatervuurwerk (3)   ja   ja  
bij de toegestane doeleinden behorende werkplaats, atelier, kantoor- en praktijkruimte en opslagruimte   ja   ja  
(1) met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige objecten alleen zijn toegestaan voor zover de geluidsbelasting van de gevel voldoet aan de geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) danwel een vastgestelde hogere waarde  
(2) al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis  
(3) tot maximaal 10.000 kg per vestiging, indien de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in artikel 1.2 en 1.3 van Bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een kwetsbaar object of geprojecteerd kwetsbaar object als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd. De opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk is niet toegestaan in een woning of bedrijfswoning of bijbehorend bouwwerk.  
Tabel 20.3  

een en ander met dien verstande dat:

20.4 wetgevingzone - wijzigingsgebied 3

Link naar de toelichting op de aanduiding 'wetgevingzone-wijzigingsgebied 3'

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd om de bestemming(en) te wijzigen in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3';

  • a. de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' wordt gewijzigd in maximaal 13 m, een en ander met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte mag worden gewijzigd ten behoeve van het toevoegen van één volledige bouwlaag op het bestaande gebouw;
    • 2. de wijziging mag geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden of bouwwerken tot gevolg hebben.
  • b. de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2b' kan worden toegevoegd, een en ander met dien verstande dat:
    • 1. de wijziging alleen mag worden toegepast voor de percelen Deventerpad 18, 24 en 26;
    • 2. geluidsmaatregelen moeten worden getroffen op deze percelen waardoor aan de geluidsnormen van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer wordt voldaan;
    • 3. de wijziging mag geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden of bouwwerken tot gevolg hebben.

Uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 3 juni 2015, nr. 201410063/1/R6: vernietigt de aanduiding "wetgevingszone - wijzigingsgebied 3" voor de gronden met de bestemming "Centrum" aan het Deventerpad.

20.5 wetgevingzone - wijzigingsgebied 4

Link naar de toelichting op de aanduiding 'wetgevingzone-wijzigingsgebied 4'

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd om de bestemming 'Centrum-Centrumgebied' te wijzigen in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' het maximum brutovloeroppervlak voor detailhandel en horeca wordt gewijzigd in maximaal 20.000 m², een en ander met dien verstande dat de wijziging geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden of bouwwerken tot gevolg mag hebben.

20.6 Staat van Horeca-activiteiten

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd om Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van horecafuncties kan worden gewijzigd, indien een wijziging van de omgevingsbelasting van de desbetreffende typen van horecafuncties daartoe aanleiding geeft.

20.7 Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd om Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft.

 

20.8 Lijst van evenementenlocaties

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd om Bijlage 3 Lijst van evenementenlocaties te wijzigen in die zin dat de in Bijlage 3 Lijst van evenementenlocaties opgenomen locaties of het aantal evenementen kunnen worden gewijzigd en de aanduidingen 'evenemententerrein' kunnen worden gewijzigd, indien ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.

Artikel 21 Overige regels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

21.1 Overige regelingen en verordeningen

Indien in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen of verordeningen, dienen deze te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan, tenzij anders bepaald.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Link naar de toelichting op de Overgangs- en slotregels

Artikel 22 Overgangsrecht

22.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

22.2 Afwijking overgangsrecht bouwwerken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 22.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

22.3 Uitzondering overgangsrecht bouwwerken

Lid 22.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

22.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

22.5 Ander strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 22.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

22.6 Onderbreken gebruik onder overgangsrecht

Indien het gebruik, bedoeld in lid 22.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

22.7 Uitzondering overgangsrecht gebruik

Lid 22.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 23 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Centrum Almere Stad.

Bijlagen

Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten

Link naar de Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten

Categorie 1: "lichte horeca"

Bedrijven die geen of beperkte hinder veroorzaken voor omwonenden. Deze bedrijven zijn in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden). Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:

1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante lichte horeca (tot en met 250 m² brutovloeroppervlak):

  • automatiek;
  • broodjeszaak;
  • cafetaria;
  • croissanterie;
  • koffiebar;
  • lunchroom;
  • ijssalon;
  • snackbar;
  • tearoom;
  • traiteur.

1b. Overige lichte horeca (tot en met 250 m² brutovloeroppervlak):

  • bistro;
  • restaurant (zonder bezorg- of afhaalservice);
  • hotel of pension.

1c. Restaurant met bezorg- of afhaalservice tot en met 250 m² brutovloeroppervlak.

Categorie 2: "middelzware horeca"

Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder kan onder andere ontstaan door openingstijden 's nachts of door grote verkeersaantrekkende werking. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:

2a. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking:

  • bedrijven genoemd onder subcategorie 1a, 1b of 1c met een brutovloeroppervlak van meer dan 250 m².

2b. Horeca die in beginsel vooral 's avonds en 's nachts geopend is:

  • bar;
  • biljartcentrum;
  • café;
  • proeflokaal;
  • shoarma/grillroom;
  • zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).

Categorie 3: "zware horeca"

Bedrijven die grote hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder kan onder andere ontstaan door een combinatie van openingstijden 's nachts en een grote verkeersaantrekkende werking.

3. Zware horeca:

  • dancing;
  • discotheek;
  • nachtclub;
  • partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).

Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging

Link naar de Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging

(VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering 2009; lijst SvB - Functiemenging, m.u.v. horecafuncties)

SBI-1993   SBI-2008    nr.   OMSCHRIJVING    categorie  
01   01   -   LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW      
014   016   0   Dienstverlening t.b.v. de landbouw:      
014   016   2   - algemeen (o.a. loonbedrijven), b.o < 500 m²   B  
014   016   4   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m²   B  
0142   0162     KI-stations   B  
15   10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN      
151   101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:      
151   101   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m²   B  
1552   1052   2   Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m²   B  
1581   1071   1   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, charge-ovens, v.c.< 7.500 kg meel/week   B  
1584   10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:      
1584   10821   3   - Cacao- en chocoladefabrieken- vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m²   B  
1584   10821   6   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m²   B  
1593 t/m 1595   1102 t/m 1104     Vervaardiging van wijn, cider e.d.   B  
17   13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL      
174, 175   139     Vervaardiging van textielwaren   B  
176, 177   139, 143     Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   B  
18   14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT      
181   141     Vervaardiging kleding van leer   B  
182   141     Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   C  
20   16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.      
203, 204, 205   162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   B  
205   162902     Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken   B  
22   58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA      
221   581     Uitgeverijen (kantoren)   A  
2222.6   18129     Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   B  
2223   1814   A   Grafische afwerking   A  
2223   1814   B   Binderijen   B  
2224   1813     Grafische reproduktie en zetten   B  
2225   1814     Overige grafische aktiviteiten   B  
223   182     Reproduktiebedrijven opgenomen media   A  
24   20   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN      
2442   2120   0   Farmaceutische produktenfabrieken:      
2442   2120   2   - verbandmiddelenfabrieken   C  
26   23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN      
2615   231     Glasbewerkingsbedrijven   B  
262, 263   232, 234   0   Aardewerkfabrieken:      
262, 263   232, 234   1   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   B  
267   237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:      
267   237   2   - zonder breken, zeven en drogen p.o. < 2.000 m²   B  
2681   2391     Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   B  
28   25   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)      
281   251, 331   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   B  
284   255, 331   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   B  
2852   2562, 3311   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   B  
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   B  
30   26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS      
30   26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   B  
33   26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN      
33   26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   B  
36   31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.      
361   9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   A  
362   321     Fabricage van munten, sieraden e.d.   B  
363   322     Muziekinstrumentenfabrieken   B  
3663.1   32991     Sociale werkvoorziening   B  
40   35   -   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER      
40   35   C0   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:      
40   35   C1   - < 10 MVA   B  
40   35   D0   Gasdistributiebedrijven:      
40   35   D3   - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A   A  
40   35   D4   - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C   B  
40   35   E0   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:      
40   35   E2   - blokverwarming   B  
41   36   -   WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER      
41   36   B0   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:      
41   36   B1   - < 1 MW   B  
45   41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID      
45   41, 42, 43   3   Aannemersbedrijven met werkplaats, b.o. < 1000 m2   B  
50   45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS      
501, 502, 504   451, 452, 454     Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven   B  
5020.4   45204   B   Autobeklederijen   A  
5020.5   45205     Autowasserijen   B  
503, 504   453     Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires   B  
51   46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING      
511   461     Handelsbemiddeling (kantoren)   A  
5134   4634     Grth in dranken   C  
5135   4635     Grth in tabaksprodukten   C  
5136   4636     Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   C  
5137   4637     Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   C  
514   464, 46733     Grth in overige consumentenartikelen   C  
5148.7   46499   0   Grth in vuurwerk en munitie:      
5148.7   46499   1   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   C  
5153   4673   0   Grth in hout en bouwmaterialen:      
5153   5153   1   - algemeen   C  
5153   4673   2   - indien b.o. =< 2000 m2   B  
5153.4   5153.4   4   zand en grind:      
5153.4   46735   6   - indien b.o. =< 200 m²   B  
5154   4674   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:      
5154   5154   1   - algemeen   C  
5154   4674   2   - indien b.o. =<2.000 m²   B  
5156   4676     Grth in overige intermediaire goederen   C  
518   466   2   Grth in machines en apparaten, exclusief machines voor de bouwnijverheid   C  
519   466, 469     Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   C  
52   47   -   DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN      
52   47   A   Detailhandel voor zover n.e.g.   A  
5211/2,5246/9   471     Supermarkten, warenhuizen   B  
5222, 5223   4722, 4723     Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken   A  
5224   4724     Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel   A  
5231, 5232   4773, 4774     Apotheken en drogisterijen   A  
5249   4778     Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt   A  
527   952     Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   A  
60   49   -   VERVOER OVER LAND      
6022   493     Taxibedrijven   B  
6024   494   1   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks), b.o. =< 1.000 m²   C  
603   495     Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   B  
61, 62   50, 51   -   VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT      
61, 62   50, 51   A   Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)   A  
63   52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER      
6321   5221   1   Autoparkeerterreinen, parkeergarages   C  
6322, 6323   5222     Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren)   A  
633   791     Reisorganisaties   A  
634   5229     Expediteurs, cargadoors (kantoren)   A  
64   53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE      
641   531, 532     Post- en koeriersdiensten   C  
642   61   A   Telecommunicatiebedrijven   A  
642   61   B0   zendinstallaties:      
642   61   B2   - FM en TV   B  
65, 66, 67   64, 65, 66   -   FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN      
65, 66, 67   64, 65, 66   A   Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen   B  
70   41, 68   -   VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED      
70   41, 68   A   Verhuur van en handel in onroerend goed   A  
71   77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN      
711   7711     Personenautoverhuurbedrijven   B  
712   7712, 7739     Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   C  
713   773     Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   C  
714   772     Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   C  
72   62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE      
72   62   A   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   A  
72   58, 63   B   Datacentra   B  
73   72   -   SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK      
732   722     Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek   A  
74   63, 69t/m71, 73, 74, 77, 78, 80t/m82   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING      
74   63, 69t/m71, 73, 74, 77, 78, 80t/m82   A   Overige zakelijke dienstverlening: kantoren   A  
7481.3   74203     Foto- en filmontwikkelcentrales   C  
7484.4   82992     Veilingen voor huisraad, kunst e.d.   A  
75   84   -   OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN      
75   84   A   Openbaar bestuur (kantoren e.d.)   A  
7525   8425     Brandweerkazernes   C  
80   85   -   ONDERWIJS      
801, 802   852, 8531     Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs   B  
803, 804   8532, 854, 855     Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs   B  
85   86   -   GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG      
8512, 8513   8621, 8622, 8623     Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven   A  
8514, 8515   8691, 8692     Consultatiebureaus   A  
853   871   1   Verpleeghuizen   B  
853   8891   2   Kinderopvang   B  
90   37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING    
9001   3700   B   rioolgemalen   B  
91   94   -   DIVERSE ORGANISATIES      
9111   941, 942     Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren)   A  
9131   9491     Kerkgebouwen e.d.   B  
9133.1   94991   A   Buurt- en clubhuizen   B  
92   59   -   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE      
9213   5914     Bioscopen   C  
9232   9004     Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen   C  
9234   8552     Muziek- en balletscholen   B  
9234.1   85521     Dansscholen   B  
9251, 9252   9101, 9102     Bibliotheken, musea, ateliers, e.d.   A  
926   931   0   Zwembaden: overdekt   C  
926   931   A   Sporthallen   B  
926   931   B   Bowlingcentra   B  
926   931   0   Schietinrichtingen:    
926   931   2   - binnenbanen: boogbanen   A  
926   931   F   Sportscholen, gymnastiekzalen   B  
9271   9200     Casino's   C  
9272.1   92009     Amusementshallen   B  
93   96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING      
9301.3   96013   A   Wasverzendinrichtingen   B  
9301.3   96013   B   Wasserettes, wassalons   A  
9302   9602     Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten   A  
9303   9603   0   Begrafenisondernemingen: uitvaartcentra   A  
9304   9313, 9604     Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden   B  
9305   9609   B   Persoonlijke dienstverlening n.e.g.   A  

 

Bijlage 3 Lijst van evenementenlocaties

Locatie   Aantal evenementen  
Esplanade   Het totaal aantal geluiddagen mag niet meer bedragen dan 12 (excl. kermis).
Binnen dit maximum van 12 dagen mag 1 keer een geluiddragend evenement van maximaal 3 aaneengesloten dagen plaatsvinden en 1 keer een geluiddragend evenement van maximaal 2 aaneengesloten dagen (excl. kermis).
Voor het overige mogen uitsluitend eendaagse geluiddragende evenementen plaatsvinden.
Twee keer per jaar een kermis.  
Grote Markt   Maximaal acht geluiddragende evenementen per jaar.
Het totaal aantal geluiddagen mag niet meer bedragen dan 12.
Geluiddragende evenementen mogen maximaal twee dagen duren.  
Forum   Maximaal vier geluiddragende evenementen per jaar.
Geluiddragende evenementen mogen maximaal één dag duren.  
Stadhuisplein/Stadhuispromenade   Maximaal zes geluiddragende evenementen per jaar.
Het totaal aantal geluiddagen mag niet meer bedragen dan acht.
Geluiddragende evenementen mogen maximaal twee dagen duren.  

Bijlage 4 Waarde-Archeologie 2

Link naar de toelichting op de bestemmingen 'Waarde-Archeologie 2' en 'Waarde-Archeologie 3'

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde-Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden in de aangrenzende kern.

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen voor de in dat artikel genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor aanvullend definitief archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. Voor samenvallende bestemmingen mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

4.3 Afwijken van de bouwregels

  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 4.2 bedoelde verbod voor bouwwerken voor de samenvallende bestemmingen.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3 onder a zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in de aangrenzende kern in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3 onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
  • d. De opgravingen, de te treffen maatregelen en de archeologische begeleiding dient c.q. dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door burgemeester en wethouders bij de afwijking te stellen kwalificaties en eisen.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde-Archeologie 2', zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het ophogen van de bodem;
    • 2. het verlagen van de bodem of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingvergunning is vereist;
    • 3. het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm, gemeten ten opzichte van het maaiveld, waartoe ook gerekend wordt egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen, woelen, mengen, diepploegen;
    • 4. het rooien van bos of boomgaard waarbij de stobben worden verwijderd;
    • 5. het beplanten en het aanleggen van bos of boomgaard;
    • 6. het wijzigen van het waterpeil;
    • 7. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
    • 8. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 9. het graven, verbreden en dempen van grachten, vijvers en andere wateren.
  • b. Het verbod als bedoeld in lid 4.4 onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden in het kader van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • d. Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
  • e. De opgravingen, de te treffen maatregelen en de archeologische begeleiding dient c.q. dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde-Archeologie 2' wordt verwijderd, indien het archeologisch waardevol terrein conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie voldoende is onderzocht door middel van een archeologische opgraving of begeleiding en de eventuele bodemvondsten elders zijn ondergebracht.

Bijlage 5 Waarde-Archeologie 3

Link naar de toelichting op de bestemmingen 'Waarde-Archeologie 2' en 'Waarde-Archeologie 3'

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde-Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen voor de in lid 5.1 genoemde bestemming en voor samenvallende bestemmingen geen bouwwerken worden gebouwd.

5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde-Archeologie 3', zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het ophogen van de bodem;
    • 2. het verlagen van de bodem of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingvergunning is vereist;
    • 3. het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm, gemeten ten opzichte van het maaiveld, waartoe ook gerekend wordt egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen, woelen, mengen, diepploegen;
    • 4. het rooien van bos of boomgaard waarbij de stobben worden verwijderd;
    • 5. het beplanten en het aanleggen van bos of boomgaard;
    • 6. het wijzigen van het waterpeil;
    • 7. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
    • 8. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- of andere leidingen;
    • 9. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
  • b. Het verbod als bedoeld in lid 5.3 onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden in het kader van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld.
  • d. Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
  • e. De opgravingen, de te treffen maatregelen en de archeologische begeleiding dient c.q. dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

5.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde-Archeologie 3' wordt verwijderd, indien het archeologisch waardevol terrein conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie voldoende is onderzocht door middel van een archeologische opgraving of begeleiding en de eventuele bodemvondsten elders zijn onder gebracht.